kleine wesson DOOR WATER EN VUUR arbeid) Rijks in „Woord en dienst", dat de kerken leeglopen en het geld van de AerAbouwactie moet gebruikt worden voor bv. recreatiecentra als dat waarvan de heer Rijks directeur is. Hij betoogde dit in de laatste week van de A:erA:bouwactie die 10 miljoen oplever de" „Recreatie om het volk geeste- lijk te leiden Het is te mal om gedrukt te worden. Hoe ontactisch en liefdeloos om zo iets op dat moment te zeggen aan een volk dat 10 miljoen offerde. Het is de zondeval van een Wilca. En de reactie in de hervormde persorga nen Niets van gelezen." Dit scherpe requisitoir over het kin derachtig negeren van wat niet in de middenorthodoxe kraam te pas komt, brengt mij te binnen, dat ik zelf in dit opzicht ook enige ervaring heb. Mijn boekje Maria en haar Kind werd destijds door de uitgeefster ook ter recensie gezonden naar het week blad, voor Hervormd Nederland: De Hervormde Kerk. In dit boekje is o.m. gepoogd de maagd Maria te tekenen in haar liefde èn huiver voor haar eigen kind, Gods Zoon. De redactie van het weekblad voor hervormd Nederland zond het boekje Donderdagavond. Vanmiddag een eigenaardig bezoek gebracht. Die open hartige bekentenis was, meen ik, niet nodig geweest. Zij had het wel voor zich mogen houden, maar blijkbaar moest het er toch even uit. Toch blij, dat ik de „biecht" heb aangehoord. Wat is het van betekenis, dat de men sen zich' uitspreken. Voor God, maar ook voor mensen. Het geeft hun een gevoel van bevrijding. Zij was op belijdenis-catechisatie. Kort tevoren w;as ze gehuwd en nu wil de ze ook openbare belijdenis doen. Naar mijn mening de omgekeerde volg orde, want ik meen, dat onze jonge mensen eerst hun hart aan de Here Je zus moeten geven, vóór zij het elkander schenken. Naar mijn bescheiden indruk is het huwelijk geen kinderwerk. Het wijst op een zekere volwassenheid, als men die stap aandurft. Er blijkt uit, dat het jonge leven tot rijpheid is gekomen en dat men voor een persoonlijke, zelf standige beslissing niet terug deinst. En als men dan in het kerkelijk leven nog in de kinderschoenen bleef staan en nog niet heeft durven en kunnen komen tot een persoonlijke beslissing, dan was de ontwikkeling in de weg des verbonds niet gezond. Als we tot vol wassen leeftijd zijn gekomen, vraagt de doop een antwoord. Als het goed is, hebben we dan je moeten zeggen op Gods belofte, die Hij ons in de doop had toegezegd. Maar er zijn er in de gemeente, die tot dat ja nooit komen en in het kerke lijk leven maar altijd kind blijven en daarom was ik blij, dat zij het zo toch niet wilde. De "catechisatie liep zo'n beetje naar terug met„Aangezien dit werk ons minder geschikt voorkomt voor de le zers van ons blad, doen wij het U hier bij weer toekomen Die zelfde week beval het hervormde blad zijn lezers hartelijk een geschrift aan, waarin de maagdelijke geboorte van Jezus werd geloochend Dat leek dus weer „geschikt" voor „de lezers van óns blad Prof. van Stempvoort beëindigt zijn artikel met„Een kerk waarin slechts één zuil is overgebleven, is tot verar ming gedoemd". Inderdaad. Maar zolang de Severijns èn de van Stempvoorts voortgaan er hun stempel sévérement op te drukken, ben ik als nög-hervormde, toch niet zonder hoop. Bennekom. D. J. Couvée. N.S. Aan D. te H. Uw uitvoerige brief heb ik in dank doorgezonden gekre gen, maar te laat om er rekening mee te kunnen houden in mijn reeds verzonden 2de art. over de woningnood. Misschien kom ik er later nog eens op terug. Maar drie keer achtereen over het zelfde onder werp lezen schijnt mij zelfs voor mijn wel willende lezers net iets te veel. Intussen met vr. gr. Uw C. het eind en nu heb ik altijd de gewoon te gehad, vóór het bekende onderzoek door de kerkeraad, een halfuurtje per soonlijk met ieder van hen te praten. In de praktijk is het meest zo, dat het onderzoek voor de kerkeraad niet veel anders is dan dat de jonge mensen blijk geven, dat zij het catechetisch onder wijs met vrucht hebben gevolgd. Eigen lijk een klein examentje, hoewel ik dat woord liefst vermijd, omdat daarin ook de mogelijkheid ligt van afgewezen te worden. Nu wil ik ook die mogelijkheid niet absoluut buiten sluiten, want als iemand met normale vermogens bijna nergens een redelijk antwoord op weet te ge ven, waaruit blijkt, dat hij zich niet de minste inspanning heeft willen getroos ten, dan wordt het inderdaad bedenke lijk. Dan zouden we haast moeten con cluderen, dat de liefde tot kerk en be lijdenis nog niet erg diep geworteld is Dus buitensluiten niet, maar dan wel tot een minimum beperken. Het mag niet zo zijn, dat jonge mensen met angst in het hart die bekende vergade ring van de kerkeraad tegemoet zien, met de gedachte „als ik het maar haal". Want hoe belangrijk ook een beetje behoorlijk inzicht is in de gere formeerde confessie, het eerste is toch altijd de belijdenis des geloofs, vooral voor de eenvoudigen onder de catechi santen. Welnu, hiervoor reserveer ik dan voor ieder een halfuurtje, waarin we rustig kunnen samenspreken, niet om nu eens het hart op tafel te leggen, maar wél, om uit te spreken, waarom nu de toegang tot het avondmaal wordt begeerd en dat we oprecht zijn met de Here, onze God. Het onderhoud met Jany had een bevredigend verloop. Ze was zelfs erg open en eerlijk en er waren geen moei lijkheden. Nu wist ik wel, dat haar jonge leven niet zo brandschoon was geweest, maar ze beleed de Here Jezus als haar Zaligmaker en ze zocht de vergeving in zijn bloed. Een paar dagen later echter liet ze mij vragen, of ik niet eens bij haar ko men kon. En toen deed ze een heel verhaal. Voor mij persoonlijk ook gloednieuw. Mooi was het niet, het be trof een kwaad, dat ieder in de gemeen te zeker censurabel zou maken, waar om ik het natuurlijk ook niet verder vertel. Ik maakte de opmerking, dat we toch al samen hadden gepraat en dat in haar schuldbelijdenis vroegere zonden be grepen waren. Ze stemde dat ook wel toe, maar nee, dit moest er nog uit. Zeer zeker had ze haar schuld voor God beleden, maar de dominee moest het ook weten. Ze meende het niet te mogen verzwijgen en ze had er spijt van, dat het op onze samenspreking er niet toe gekomen was. Nu ben ik persoonlijk van oordeel, dat dit niet had gehoeven. Oprechte schuldbelijdenis sluit alles in en dan hoeven we op detailpunten niet in te gaan. Dié zijn God bekend en als Hij vergeeft, vergeeft Hij volkomen. En toch kan ik Jany wel begrijpen. Ze moest het niet alleen voor God, maar ook voor mensen uitspreken, wat zo verkeerd was geweest. Toen ze het maar gezegd had, was het goed. Het was haar een bevrijding. Ja, God kent het hart. Voor Elem mogen we niets en hoeven we ook niets te verzwijgen, want Hij weet het toch wel. Maar wat uit de aard der zaak niet openbaar was, hoeven we niet openbaar te maken. Dat had inderdaad verborgen kunnen blijven. Nu nog een korte nabetrachting op m'n catechisatie-droom U zou wellicht twee verkeerde gevolgtrekkingen kun nen maken. Ten eerste, dat ik met het vertellen van dat nacht-visioen mij zelf een pluim op m'n dominé's hoed heb willen steken, of liever gezegd op m'n herdershoed. Ten tweede zou U klm- nen menen, dat het op mijn catechisatie allemaal „katjes" zijn, en dat het dus veelal een „krabberig" geval is met veel tumult, iets wat allerminst het geval is, hoewel 't niet altoos zó muis-stil is, dat je een speld kunt horen vallen. Maar wel kwam, na die droom, de overweging in me op, of de gouden ap pelen wel opgediend worden in zilveren schalen 'k Weet wel, dat de N. Vertaling iets anders zegt, maar 't komt toch op hetzelfde neer. Immers, wat wij èn op de catechisatie, èn op de kansel, èn op huisbezoek hebben op te dienen is zó kostbaar als gouden appelen en dus moet de schotel wel eveneens zeer kost baar en smaakvol zijn. Veronderstel, dat men een kostelijk En toch wat deed het haar goed, toen ze het mij gezegd had. Wat maak te het haar een stuk lichter en wat was haar eerste avondmaalsgang er een stuk blijer door. Van een Verplichte biecht willen we niet weten, maar dat woord „belijdt elkander Uw misdaden", daar ligt wel grote wijsheid in. Hoe zou het ook an ders Het is immers een woord van de Wijsheid zelf K.B. v. d. L. De ENIGE Recnutendag in 1961 De zaak is nu rond. De sprekers voor de a.s. Recrutendag op maandag 6 maart zijn Lt.-Kol. J. H. A. van Dijk, Ds. Le Cointre, Ds. H. A. van Bottenburg, pre dikant van Schoondijke, maar nu in wer kelijke dienst als veldprediker, Kapt. L. H. Cornelisse (abusievelijk staat op de brief aan de kerkeraden „Luit") en dokter Fru- mau van Middelburg. Het aanvangsuur is 10 uur. Vergader plaats Noorderkerk, Bogardstraat, Mid delburg. Wie op tijd is kan van 9.15 tot 9.55 uur koffie drinken in de consistorie van de Hofpleinkerk, welke 50 meter van de Noorderkerk staat. Door een poortje, waar drie biertonnen op staan, kun je van de ene. kerk de andere bereiken. Dit bier zal ook op deze recrutendag in de aan dacht staan. Het zal echter niet worden gedronken, er zal over gepraat worden Als u, vader en moeders, kerkeraden en recruten nu eens het beste beentje vóór zet, dan zal het een fijne ouwerwetse re crutendag worden dat verzeker ik u. Nog even dithet „Jaarboekje voor de Gereformeerde militair" verzorgd door Ds. Le Cointre is bij de uitgever J. H. Kok, gloednieuw, met de laatste gegevens van 1961, te krijgen. Als u nog telefonisch op geeft, hebt u het zaterdag nog. Ds. P. VAN TIL, Laan van Nieuwenhoven 4 Tel. (0 1180)26 91, Middelburg. gerecht, b.v. kreeft ik heb 't nog nooit geproefd, maar 't moet erg lekker zijn, gezien de prijs dat men dat op dient in een gescheurde, brokkelig ge rande, oude schotelwe zouden zeker protest indienen. Maar eveneens zouden we onze ver bazing uitspreken, als we een gerecht van aardappelen met biefstuk en prin- cessenboontjes zagen gereikt op een schotel, versierd met tekeningen van springende kikkers of klimgrage apen Het laatste acht ik 't geval, wanneer men de gouden appelen van het Woord Gods aanbiedt in een stijl van anekdo ten en kluchtige woordspelingen Op de catechisatie kan 't wat meer lijden, immers de jeugd vermag nu eenmaal plechtstatigheid en gezalfdheid niet te verwerken. Moeilijk is 't ons bij speelgrage, dar tele guiten, die juist aan de veelsoortige lessen op school ontkomen zijn, aan dacht te wekken b.v. voor de kerkelijke tucht, of, wat nog moeilijker is, voor 't leerstuk van de Heil. Drieëenheid of de twee naturen in Christus. Daar UIT HET DAGBOEK VAN EEN PREDIKANT Feuilleton door J. BRANDENBURG Een verhaal uit de bezettingstijd XXII Wat zullen wij doen, dominé, vroeg mevrouw De Wilde, moeten we ook niet vluchten. Mijn man wil thuis blijven. Wat doet u zelf Mijn werk is hier. Ik kan niet weglopen. Wanneer iemand naar de pastorie wil komen, moet hij niet de deur gesloten vinden. Ik weet niet wat ik u raden moet. Mijn vrouw wil persé bij mij blijven. Ik zou haast zeggen blijf rustig thuis. U heeft immers een flinke schuilkelder gebouwd in de tuin achter 't huis Welnu, waarom zoudt u dan weggaan. Met die vliegtuigen is het nergens veilig. We blijven thuis, vrouw, zei De Wilde dominé heeft gelijk. In de middag werd het drukker. Het schieten nam steeds toe en werd al dichterbij gehoord. Soms dreunde alles op heel Beveland van een zware slag, een barstende bom of het springen van een weggedeelte of een brug. De Duitse bommenwerpers en jachtvliegtuigen hingen als reusachtige roofvogels in de blauwe lucht. Wanneer ze hun prooi zagen, schoten ze met angstwekkend geloei er op af en lieten op geringe hoogte hun bommen als inktdruppels vallen of knetterden met hun mitrailleurs het dodenlood in de verkrompen lichamen der onbeschermde Franse soldaten. En het kwam al maar dichterbij en dichterbij, van uur tot uurZoals het noodweer uit een lood-zwarte don- derlucht dichterbij komt schuiven, onafwendbaar en mens en dier fascinerend, zo kwam dit naderbij, almaar nader bij. En steeds meer burgers vluchtten weg uit hun huizen. Een schamel beetje bezit voerden ze mee op hondenkar ren, kruiwagens, kinderwagens en fietsen. Ze vluchtten in boomgaarden, in polders, in schuren. En het waren juist deze vluchtelingen waaronder de meeste slachtoffers vallen zouden. In de namiddag verscheen met een verschrikt, bleek gelaat dominé Beekman uit de naburige plaats in de pas torie van Versendaal. Het zweet droop langs zijn gezicht, zo hard had hij gefietst. Verwonderd keek Versendaal zijn collega aan. Wat brengt jou hier vroeg hij. Ik kom eens praten, wat we moeten doen. Is het wel verantwoord hier te blijven. Iedereen raad je aan te vluch ten. Zouden we niet beter naar Walcheren kunnen gaan Ze zeggen, dat dit goed verdedigd wordt. We zouden op de fiets met onze vrouwen en kinderen het nog kunnen wagen. De Duitsers zitten nog achter het kanaal, zeg gen ze. Versendaal trok de schouders op. Weglopen? En onze gemeente dan? Waar moeten de mensen ons zoeken, wanneer ze ons nodig hebben vroeg hij. Ja maar, blijven zou toch roekeloos zijn wierp Beekman tegen. Je moet zelf weten, wat je te doen staat, ik blijf hier. Straks zijn er misschien gewonden of stervenden, die naar je vragen. Moeten wij dan weglopen Beekman keek schichtig naar het raam. Er gonsde een vliegtuig. Hoor,' daar komen ze weer riep hij. Ik hoor vlieg tuigen. Gauw naar de keuken Hij snelde de kamer uit, de keuken in en greep een zwarte ijzeren pot van een plank en zette die op zijn eerbiedwaardig hoofd. Hij zakte kleintjes in elkaar ge doken tegen de muur omlaag. Er was welhaast niets meer van hem te zien, dan een zwarte jas met een ijzeren pot er op. Van onder die pot hoorden dominé en mevrouw Versendaal een benauwde stem Mensen gaat toch tegen de muur liggen, dat is veilig Wat betekent dat allemaal vroeg Versendaal ver baasd. Toe kom bij me zitten, laag tegen de muur, zeggen de kranten, dan heb je de minste trefkans. Versendaal bleef kalm staan. Wat betekent die pot op je eerwaardig hoofd, col lega Voor de scherven natuurlijk. Je hoofd is het meest kwetsbaar. De kinderen van Versendaal kwamen er bijstaan en begonnen elkander aan 't schreien te maken. Kom nou, wees wijzer, je maakt de kinderen van streek, zei Versendaal. Maar het vliegtuig bleef ronken en Beekman verroerde geen lid. Integendeel hij scheen nog meer in elkaar te krimpen. Eindelijk werd het stil in de lucht. Hij kroop overeind en zette de pot binnen zijn bereik op tafel. Doen jullie dat allemaal bij je thuis als er luchtalarm gegeven wordt? vroeg Versendaal. Ja natuurlijk. Doen jullie er dan niets tegen Neen Maar ik vind dat roekeloos, spotten met je leven. Ik vind jou belachelijk, collega. Hij reageerde er niet verder op. Het luchtgevaar bleef hem blijkbaar hinderen. Hij keek angstig om zich heen en tenslotte waagde hij een paar stappen naar het raam en keek naar de blauwe lucht. Zou ik het durven wagen naar huis te fietsen vroeg hij. Ik zou het maar proberen. Er zal nu wel geen taxi voor je gereed zijn om je weg te brengen. Jij spot er mee. Ja, dat doe ik zeker. Ik denk, dat ik het maar wagen zal. Dat zou ik doen. Je kunt desnoods de ijzeren pot op je hoofd zetten. Mijn vrouw zal hem wel zolang wil len missen. Beekman keek hem wantrouwend aan. Hij wist niet, of hij in ernst sprak of hem voor de gek hield. Jij bent onbevreesd, weet je waarom zei Beekman. Nou, laat eens horen Omdat je het gevaar niet kent. Maar dat heeft niets met dapperheid te maken. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 2