eeuwóe 3£erkbocle —M PSALMBERIJMING Oe.cu,m&tois>che> Ütabfals Van de wijde, ruige Heide Van gedachten verandert 16e JAARGANG No. 36 3 MAART 1961 OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur: Ds. W. C. van Hattem, Herengracht 15, Terneuzen, Telefoon (0 1150) 22 48 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink, Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Goes J. Wattel, Gapinge. r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 ct. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, Tel. 2438 Giro no. 42280 vJ III Weinig bevroedden wij toen we de vorige keer over de Nadere Ver klaring" van ds. Hasper schreven dat .we bezig waren om over een afge dane zaak te handelen. In de mening verkerend, dat hier een nieuw licht ge worpen werd op een oude kwestie, waardoor hernieuwde bezinning op het geen tot nu toe geschiedde noodzake lijk werd schreven wij voorgaande ar tikelen. De dezer dagen echter verschenen Acta van de Synode van Utrecht 1959/ 60 hebben ons wat dit betreft echter uit de droom geholpen, want in deze Acta kunnen we lezen, dat de beide beëdigde verklaringen van de heren Vromans en van 't Riet op 2 oktober 1959 ter sy node-tafel geweest zijn, doch dat de Synode vergaderend in comité-gene raal van oordeel was, dat er geen aanleiding bestond om op de destijds gevallen arbitrale uitspraak terug te komen. De stukken waarvan wij dus een vorige maal meenden, dat zij nieuw licht op de zaak zouden kunnen wer pen, waren dus al in 1959 aan de Sy node bekend en er is niet op ingegaan. Wij laten hieronder volgen art. 314 uit de Acta, waarin over deze materie gehandeld wordt ,,Na heropening van de publieke zitting deelt de praeses mede dat de synode naar aanleiding van een hedenmorgen ingekomen schrijven van de „Stichting Geestelijke Liederen uit de schat van de Kerk der eeuwen" (B III, 139), waaraan waren toegevoegd afschriften van een tweetal verklaringen, resp. afgelegd door de heren G. F. Vromans en G. van 't Riet, het volgende besluit heeft geno men De synode, kennis genomen hebbende van een schrijven van de „Stichting Geeste lijke Liederen uit de schat van de Kerk der eeuwen", waarin aan de synode Bisschop James A. Pike van de Pro testant Episcopal Church in de Ver enigde Staten is van gedachten veran derd. Nu is van gedachten veranderen iets wat bij ieder mens kan voorkomen en dus ook bij de Episcopaalse bisschop van Californië. We zouden daaraan dan ook geen enkele regel wijden, ware het niet dat deze verandering van ge dachten bij bisschop Pike meer heeft van een copernicaanse wending in zijn theologisch denken, die velen in en bui ten Amerika hevig geschokt heeft. De rekenschap die Pike van zijn ver anderd gevoelen aflegde in the Christi an Century van 21 december 1960, was als een steen in de vijver van de kerk, steeds verder breidt de onrust zich over de waterspiegel uit, zo ver zelfs, dat o.m. de New York Herald Tribune van 13 februari twee kolommen aan deze zaak wijdde. Er is dus wel het één en ander over de zaak Pike te doen, zo veel zelfs, dat we geneigd zijn een pa- rellel te trekken met de zaak Smits ten onzent. In zijn artikel „Hoe ik tot andere ge dachten kwam" poneerde Pike namelijk onder meer, dat de Bijbel tot stand is gekomen als een soort van „Het Beste uit Readers Digest", daarom staat de kerk niet onder de Bijbel, omdat de Bijbel het werk van de kerk is, die deze bloemlezing samenstelde. De Bijbel is ook vol met „mythen" waarin de waar heid wordt uitgedrukt, daarom moet men vragen naar het Woord, dat ach ter het woord staat. Tot de mythen rekent Pike onder meer, de maagdelijke wordt verzocht, bepaalde bijgevoegde verklaringen in publieke vergadering voor te lezen en in de acta der synode op te nemen, alsmede op grond van deze verklaringen het besluit der synode d.d. 29 september ten aanzien van de stukken betreffende het Psalter 1949 in te trekken of althans op te schorten overwegende dat dit verzoek verband houdt met de tussen de genoemde stichting en de sy node gevoerde arbitrage spreekt uit dat er voor de synode geen aanleiding is op de destijds gevallen arbitrale uit spraak terug te komen, en dat er mits dien evenmin aanleiding is aan het ver zoek der stichting te voldoen". Uit dat artikel 314 moeten we dus besluiten, dat de synode zich houden wil bij de eenmaal gevallen arbitrage uitspraak en in de beëdigde verklarin gen van de heren Vromans en van 't Riet geen aanleiding vindt om op deze uitspraak terug te komen. Wij nemen aan, dat de synode deze uitspraak ge daan heeft, niet dan na minitieus onder zoek naar de limitatieve bepalingen, die van rechtswege aan een arbitrage-uit spraak verbonden zijn. Wij nemen aan, dat de synode juridisch dus volkomen gelijk gehad heeft, en dat juridisch de zaak dus inderdaad afgedaan is. Toch blijft er na dit alles een onbe vredigd gevoel achter en de vraag blijft of met deze verklaringen ter tafel de synode er niet wel aan gedaan had om dit schrijven in de kerken in discussie te brengen, om op de volgende synode over dit schrijven en de verklaringen uitspraak te doen. We hebben namelijk het vermoeden, dat er velen zullen zijn, die in deze verklaringen wel aanleiding zien om op zijn minst zich opnieuw op deze materie te bezinnen. v. H. geboorte van de Heiland, Zijn lichame lijke opstanding, Zijn Hemelvaart en de Drie-eenheid („Jezus met zijn jood se geest zou zelf nooit het leerstuk van de Drie-eenheid begrepen hebben"). Wat betreft de zaligheid door de enige Middelaar Jezus Christus zegt Pike „De Bijbel schijnt aan te duiden dat niemand gered wordt dan door Chris tusom echter te zeggen dat nie mand gered wordt dan door de aardse Jezus Christus is een onmogelijkheid". Wellicht vraagt U wat blijft er bij Pike nog over In ieder geval niet erg veel en dat weet hij zelf heel goed, door te verklaren dat agnosticisme een belangrijk bestanddeel is van ware re ligie. Aangevallen door een aantal pre dikanten van Georgia heeft Pike zich verdedigd door te verklaren, dat zijn opvattingen blijven binnen de perken van de orthodoxie en door tevens een paar nieuwe „mythen" aan zijn eerste lijst toe te voegen, zodat nu het para dijs, de hemel en de hel ook al tot de mythen gerekend moeten worden. We kunnen ons indenken, dat de opvattingen van Pike binnen en buiten de Episcopaalse Kerk grote beroering hebben teweeg gebracht, temeer waar een dergelijke loochening van de Waarheid aangediend wordt als blij vend binnen de perken van de orthodo xie en in overeenstemming met de be lijdenis. Inmiddels hebben een aantal predikanten een klacht ingediend bij de bisschop van Georgia, terwijl in San Francisco Pike's standplaats zich een comité tegen Pike gevormd heeft. Pike zelf is echter van mening dat het zo'n vaart niet zal lopen, daar een aan klacht wegens ketterij moet worden in gediend door drie bisschoppen en hij gelooft niet, dat er één Anglicaan is, die deze „mythen" nog letterlijk neemt. De krachten die hij echter ontketend heeft geven er blijk van, dat er toch nog zulke „.bekrompen" geesten zijn, zelfs onder zijn eigen collega's. De eni ge die het tot nu toe voor Pike's ideeën heeft opgenomen is volgens de New York Times niet een Anglicaan, maar een unitarisch predikant (Unitariërs Veel zicht is er niet vandaag. Het miezert tussen de groene spar ren, die gisteren nog zo fris straalden in uitbundig zonnelicht. Veel zicht is er ook niet in het ker kelijk leven. Hereniging met z.g. „vrijgemaak- ten" De 'meerderheid wil zelfs niet saamspreken, laat staan saamgaan. En deze weigering acht men dan juist bij bels en alle toenadering uit de Boze. Hoopvoller leek de herhaalde saam- spreking met Hervormden. De vroeger wel wat hooghartige „Grote Kerk" pleegde meermalen overleg, rekent zelfs nu en dan met de eertijds „kleine kerk". Er scheen zon. Doch nu opeens viel het zicht weer potdicht. De Hervormde synode heeft helaas besloten de anti christelijke hoogleraar dr P. Smits zijn bevoegdheden van emerituspredikant niet te ontnemen. Hij mag dus voort gaan zijn ongoddelijke leer van het overbodig achten van het bloedig offer van de Here Jezus op hervormde kan sels voor te dragen. ,,Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld weg neemt", sprak eens de Doper. Professor Smits spotte in feite met deze „veran derde" leer, alsof de tegenstand daar tegen niet éven oud is en veeleer ver ouderd, nu nog steeds millioenen op Jezus' bewijs van liefde fris vertrouwen en blijmoedig sterven. Ja, in wézen is Smits „leer" heidens, volkomen gean- tiqueerd. Men wil nu trachten door voortgaand saamspreken hem te over tuigen van ongelijk. Maar ondertussen verspreidt hij zijn ongeloofstheorie, zo als nog onlangs hier in Bennekom. Het heeft iets van het meelij met een rover, die men onderwijl zijn verwoestend werk voortzetten laat. Wie, zoals ondergetekende, geboren werd in de Nederduits, hervormde kerk, wie zich nog „hervormd" gevoelt, die doet dit nog anders leed dan me nig kerkelijk gereformeerd-geborene. Hoezeer hereniging met de onlangs van ons afgescheurden geboden is, het is toch altijd nog groter, nog belangrijker, die eerste, groter scheur weer te dich ten, die ontstond in 1834 en 1886. Daarom heb ik bij mijn intree in onze gereformeerde kerken mijn lidmaat schap van de hervormde gemeente in Rotterdam opzettelijk niet opgezegd. Ik vindiceer nog steeds mijn rechten daar als belijdend lid èn als predikant en ik zóu wat geven, indien ik het nog beleven mocht de hereniging met de kerk van mijn voorgeslacht en van mijn familie nog. Maar alles dopen, wat in het doophuis zich maar presenteert, ik kon het toen niet en ik kan het nog niet. Met het herstel van een wettig gekozen synode kwam de hervormde kerk op de goede weg. Met een nieuwe kerkorde, die na 10 jaar „opzicht" „leertucht" in uitzicht stelde, scheen haast alles gewonnen. En juist, nu die tien jaren van begrijpelijk geduld voor bij zijn, slaat het zicht potdicht. De on verwacht geboden gelegenheid eens te tonen, dat het ernst is met het herstel van Christus' kerk, benam ons de z.g. middenorthodoxie, indien niet voor goed, dan toch vermoedelijk weer voor jaren de hoop op hereniging. En was het enkel maar óm die éne dwaalleraar te behouden, waartoe tucht loochenen de Drie-eenheid en zijn uiterst vrijzinnig), die Pike een eerlijke onderzoeker noemde. Eerlijk is het zeker om te zeggen dat men er anders over denkt, maar om dit nog te willen inpassen in de oude be lijdenis der Kerk, om dit nog rechtzin nig te noemen, mist niet alleen alle grond, maar is on-eerlijk. Met deze op vattingen staat men niet meer in-, zelfs niet meer aan de rand van-, maar bui ten de Kerk, zelfs al is men bisschop. T. v. H. immers dienen moet. Ik vrees echter, dat de synode haar besluit nam min stens evenzeer uit kerkelijke politiek. Zij heeft het niet aangedurfd in pro fessor Smits een voorbeeld te stellen, en heel het vrijzinnigendom aan te pak ken. Door haar tweeslachtigheid laat zij haar leden opnieuw in de mist, waarin reeds zovelen omkwamen. Want ofschoon ik het hervormde streven naar behoud óók van een dwaalleraar kan appreciëren en ik meen, dat „wij gereformeerden" wel eens wat erg voortvarend tegen afwij kenden zijn opgetreden, de hervormde synode schijnt zich meer te bekomme ren om die éne verkeerde herder dan om de vele schapen, 'n Vreemde liefde, duidelijk in strijd met wat Ezechiël al schreef, met wat Jezus heeft gepredikt, met wat Paulus èn Johannes hebben bevolen. Om van de laatste slechts een enkel overduidelijk woord aan te ha len Wie is de leugenaar dan wie loo chent, dat Jezus de Christus is Dit is de antichrist, die de Vader en de Zoon loochent". „Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn want vele valse profeten zijn in de wereld uitge gaan." Terecht schreef dan ook prof. dr. J. Severijn „Van deze synode en van dit moderamen is niets te verwachten, wat dienen kan tot sanering van de kerk en tot wering van alles, wat de belijde nis weerspreekt. En het helpt niet veel of één enkel predikant zich daarom uit het breed moderamen heeft terugge trokken. De midden-orthodoxie heerst en het heeft er veel van, of zij per slot van rekening nog liever vele vrijzinni gen tolereert dan zich verbonden te ge voelen aan de hervormd-gereformeer den. Het minste wat men had kunnen en moeten doen was, de emeritus-predi kant Smits schorsen. Zó zou onmisken baar gebleken zijn dat de synode met terdaad „ontrust" was over het ver keerd belijden. Nü sprak zij iets uit en weersprak het tegelijk door de dwaal leraar zijn gang te laten gaan, onderwijl het „gesprek" voortzettend „over de theologische problemen, die prof. Smits opwierp Hoezeer de middenorthodoxie heerst, bewees een ander hoogleraar, prof. dr. P. A. van Stempvoort in een artikel in „Elseviers Weekblad". „Modern ker- kisme dreigt brede groepen van het eigen kerkevolk", zo klaagt hij, „te ex communiceren. Het geldt ook voor de persorganen zij worden meestal meer gekarakteriseerd door wat zij niet be handelen dan door hetgeen wél in de kolommen staat". Wél bijv. alle nieuws over het I.K.O.R., maar geen woord over de N.C.R.V., „tenzij de „Kijk graag" speciaal de N.C.R.V. er eens tussen neemt". „Zelden of nooit een reactie over de instituut geworden (the ologische) radiocolleges op de maan dagmorgen. Wèl iets over „de zeer kleine organisatie der hervormde vrou wendienst. Wanneer echter de 80.000 leden tellende christenvrouwenbond de duizenden samenbrengt, geen woord." En hij striemt voort„De levende re actie ontbreekt meestentijds. Zo be toogde de Wika (werker in kerkelijke

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 1