eeuwóe 5Cerkbocle opnieuw BEGINNEN de AFSCHEIDING te MIDDELBURG KNIPSELS met kanttekeningen kleine vossen „Ik worstel" en ontkom 16e JAARGANG No. 29 13 JANUARI 1961 r OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. C. van Hattem, Terneuzen Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg Mej. F. A. Groot Nibbelink te Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Goes J. Wattel, Gapinge. Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 ct. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, Tel. 2438 Giro no. 42280 van Christus dan wordt Christus voor Daaroj ons onze, neen mijn Zaligmaker. kerken En nu treft ons altijd weer, dat vele lijk nic Vrijgemaakten wel willen spreken over Maar de verlossing in Christus, maar niet over lijk gei de kennis van onze zonde en schuld. wanne Elk begin van een nieuw jaar nodigt uit tot bezinning. Dit jaar begon voor het gezin van Dr. Stam met een afscheid en het moet vreemd zijn op de eerste dag geplaatst te worden voor een leegte, die door geen mens kan worden gevuld. Zij, die de vierde januari in Goes bijeen kwamen, zijn ook geplaatst voor een vreemd begin van het nieuwe jaar. In de Westerkerk was een rouw dienst. Er is gezongen, er is gebeden, het Woord is geopend en er is gesproken. Een dienst stijlvol door soberheid. Toch is het moeilijk te onthouden de gesproken woorden. Zo zichzelf te binden aan het leven de Woord, dat duidelijk perspectief voor het achterblijvende leven wordt •gezien en aanvaard. Het was alsof alle woorden vervaagden op het moment dat leden van de kerkeraad toetraden op de baar, de dienstdoende predikant zich opstelde en deze processie zich be woog door het kerkpad, een indruk wekkend uitgeleide. Deze stilte accentueerde zoveel din gen, die niet onder woorden zijn te brengen. Het kost moeite enige orde te vinden in de gevoelens, die in zulke ogenblik ken de geest in beslag nemen. Denkt de predikant aan zijn collega, die zó de rijen passeert, langs het pad dat zo vele malen lag in zijn blikveld toen hij lévend het kerkruim over zag in talloze kerkdiensten We horen naast de pogingen tot en de gerealiseerde pogingen tot samen- spreken van onze kerken met de Vrij gemaakt Gereformeerden ook wel eens iets van samensprekingen van Vrijge maakten en Christelijke Gereformeer den en zelfs is men in Eindhoven al een heel eind gevorderd. Zou dat be tekenen, dat de verschillen tussen Vrij gemaakten en Christelijke Gerefor meerden minder ingrijpend zijn dan die tussen de Vrijgemaakten en ons Ds. K. J. Velema, Chr. Ger., ziet echter een groot onderscheid, getuige zijn artikel De Gereformeerden (vrijgemaakt) en wij, dat onlangs in de Wekker ver scheen, en dan ziet hij het grootste struikelblok wel liggen in de Vrijge maakte verbondsleer ,,Als ik ronduit en eenvoudig zeg wat ik begrepen heb van de Vrijgemaakte Ver bondsleer dan is het dit We zijn in het Verbond. Dat betekent onder meer dat we werkelijk het eigen dom van Christus zijn. We worden ge boren en leven in de feestzaal van de reiniging door het bloed van Christus. Geloof dat en leef nu in heiligmaking. U bent er werkelijk en u bent werkelijk verlost, u heeft dat alleen maar aan te nemen en te geloven. Hieruit verklaar ik ook, dat vele Vrij gemaakten zo afkerig zijn van de vraag, die in de prediking van de Chr. Gere formeerden nog al eens gesteld wordt Kent u Christus werkelijk als Heiland en Zaligmaker voor uw zonden kent u zich als zondaar en als verloste heeft de H. Geest u uw schuld doen zien maar u ook werkelijk doen delen in Christus' werk Dat mag beslist niet gevraagd worden, volgens vele Vrijgemaakten. Dat is Mystiek en dat is ziekelijk." Vervolgens wijst ds. Velema er op, dat in de prediking van de synodaal- Gereformeerden wel ruimte is voor deze vragen en dat daar wel wordt aange- De .collega, die nu zwijgt en de kerk mensen, die van de weeromstuit nu ook zwijgen Bedenkt het gemeentelid, dat het soms wel lijkt alsof een levende predi kant vanaf de hoge kansel uitsteekt bo ven de machteloosheid en het getob beneden aan zijn voeten, waar de ge meente is, dat dit soms zo wel lijkt, maar dat deze processie het tegendeel onderstreept Denkt de mens als toeschouwer aan zijn medemens met wie niet meer te discussiëren valt Denkt de mens, hetzij als echtgeno te, hetzij als dochter of als zoon, als gemeentelid of als collega aan wat nu voorbij is of ook aan wat nu komt Hoe geladen is deze stilte. Opnieuw beginnen. Welk gevoelen in de aanvang van dit jaar, in deze stilte van de rouw ook de boventoon voerde, de nieuwe op dracht ligt er al weer. De nieuwe opdracht is niet: overgaan tot de orde van de dag zonder meer. In het zoeken en tasten, wat de Here God nu verder met ons wil, liggen deze gevoelens verweven en zo is dit een zoeken en tasten naar evenwicht, een tellen van onze dagen tot een wijs hart hieruit voortkomt. Opnieuw beginnen is een beroep op de Heilige Geestleer mij in eenzaam heid, in de noodzakelijke stilte, opnieuw mijn tijden in Uw hand leggen. Y. J. TIEMERSMA. drongen op zelfonderzoek, waarin wel de oorzaak zal liggen, dat men het te genwoordig herhaaldelijk tegenkomt, ,,dat vele eenvoudige mensen zeggen we staan in vele opzichten dichter bij de Synodaal-Gereformeerden dan bij de Vrijgemaakten. Maar de Vrijgemaakten geven vaak de indruk, dat de gemeente er metterdaad is. De onderstelling heeft geen plaats bij hen. GelukkigMaar die onderstelling wordt nu een vaststelling. Ik weet wel dat dit heel Scherp gezegd is. Misschien worden Vrijgemaakte broeders en zusters boos. Ik kan het niet helpen. En ik wil graag tegenge sproken worden in deze. Want hier ligt een zeer, zeer moeilijk punt tussen hen en ons. En er is ons alles aan gelegen, dat op dit punt klaarheid komt. Nu kan men zeggen, ja, maar we heb ben toch één belijdenis Och, wat heb ben wij daaraan als de inhoud van het verbond zo geheel anders gezien wordt. Verbond betekent voor ons nooitde zondaar is gered. Wel zegt God in het Verbond ons alle heil voor tijd en eeuwigheid toe. Maar dat is een toe zegging. En deze toezegging moet ver werkelijkt worden. Ik kan het ook zo zeggenhet heil moet deelachtig ge maakt worden door de Heilige Geest. Ten aanzien van die deelachtigmaking komen nu de moeilijkheden met de Vrij gemaakten naar voren (of begrijpen wij elkaar verkeerd?). Want de deelachtigmaking geschiedt door de H. Geest. In dit verband wordt door ons gesproken over geloof en be leving. Als nu de H. Geest het heil gaat toe passen leert Hij ons geloven wat Gods Woord ons zegt aangaande de mens en het Heil in Christus. Wij willen ernst maken met de Schrift uitspraak, dat de mens van nature dood is in zonden en misdaden en niet minder met de vergeving der zonden in Chris tus. Maar als de H. Geest ons amen leert zeggen op het feit, dat wij dood zijn in zonden en misdaden dan leren wij ook onze zonden kennen en als de H. Geest ons doet leven uit de rijkdom Het lijkt er soms op of de kennis van de zonde en schuld door de H. Geest niet meer nodig is omdat men door het zijn in het verbond Christus al deelach tig geworden is. Men wil dan hoogstens nog spreken over een dagelijkse bekering en men wil dan wel toegeven, dat men op dit punt dagelijks struikelt en vergeving behoeft maar men is zonder meer een verloste". Ds. Velema eindigt zijn artikel als volgt ,,Nu valt er over te praten of het Evan gelie door ons soms niet al te eenzijdig gebracht wordt, soms ter eenre soms ter andere zijde. Ik geloof dat we daarin naar elkaar moeten luisteren en dat er dan wellicht bij ons, maar ook bij de Vrijgemaakten veel te verbeteren valt. Toen ik nog op Walcheren zetelde, heb ik me door Vlissingers laten vertel len, dat er in deze bekende Zeeuwse haven heel veel hardhorenden rondlie pen. Dit vond z'n oorzaak, verklaarde men mij, in 't onophoudelijk gedaver op de scheepswerf ,,De Schelde", vooral door het ratelend geklink van nagels in de scheepsromp. Thans moet dit veel minder oorver dovend toegaan door een andere manier van lassen. In ieder geval was 't voor die dominé's dier dagen een moeilijke opgaaf om elke week zo luidbaar te preken, dat die halve doven 't konden volgen. Maar men zal wel gezorgd heb ben voor voldoende gehoorapparaten. Maar nu bedreigt 't mensdom, ook 't christendom, een ander soort hard horendheid. Er klinken dezer jaren, en 't wordt met het jaar erger, van alle kanten zóveel oorverdovende noodkre ten tot ons door, dat we allemaal ,,Scheldemensen" dreigen te worden. Het ratelt en davert uit alle hoeken der wereld en dreunend dringt een golf van noodkreten door onze huizen al lerlei S.O.S. geluiden, wilde-ganzen ge kwetter, S.S.K. bombardement, Kongo- hongerroep, Bombay-millioenen ellen de, Tolten-noodgeschreeuw, vluchte lingen-schreiend leed, melaatsen ge kerm, uit 100-duizenden monden vrouw, zet die radio maar af, je kunt toch niet aan alles doen, zet maar een plaatje op, en let er op, of de kip niet aanbrandt en geef me even de N.C.R.V.-gids aan, dan kunnen we zien, waar we deze zomer onze vacan- tie zullen doorbrengen en laat ons zien, dat we sparen voor een televisie, of konden we niet beter een auto nemen Ja, we dreigen hardhorend te wor den, zo niet stokdoof door al die gil lende, gierende noodseinen van ver en dichtbij. Het is niet zo'n kleine vos, die ons U hebt, al is het misschien lang ge leden, de jaren van de belangrijkste feiten uit onze geschiedenis moeten le ren. Natuurlijk weet u nog, hoe Mau- rits in 1600 de Spanjaarden bij Nieuw- poort sloeg. En wellicht herinnert u zich ook, dat één en vijftig jaar later te 's-Graven- hage, onder voorzitterschap van nie mand minder dan de raadpensionaris ,,onze" Jacob Cats, de z.g. „grote" ver gadering werd gehouden, waarop, be halve over de unie en de militie, ook over de religie beraadslaagd werd. Maar de vergadering te Middelburg p mag een vereniging tussen beide niet afspringen, althans uiteinde- et. het wordt ons wel heel erg moei- maakt om met elkaar te verenigen er maar aangenomen wordt dat de gemeente het Heil al deelachtig is dat men heeft te geloven dat het allemaal voor elkaar is en dat men nu maar in heiligmaking moet leven. Hartelijk hoop ik, dat ik de Vrijgemaak ten in het bovenstaande mistekend heb. En dat de praktijk (eindelijk) eens gaat bewijzen dat de zaken metterdaad an ders liggen." Wanneer dit stuk in de Reformatie besproken wordt, dan merkt de com mentator op dat hij hier niets van de vrijgemaakte prediking in terug vindt. Wij hopen het voor hem, maar voorals nog lijkt ons de inhoud van ds. Vele- ma's artikel precies in de roos gescho ten. Terneuzen v. HATTEM. belaagt in onze christelijke roeping om wel te doen aan „alle" mensen met het: ja-kunt-de-hele-wereld-toch-niet-op-je- nek-nemen Toch geloof ik, dat het moedwillig- de-oren-sluiten voor de zielontroeren de en hart-verbijsterende kreten om enige lafenis ons wel eens heel slecht te staan zou kunnen komen. Wij, die met Kerstmis zo lief en roerend konden zingen „Die ook voor ons de hemel verliet", terwijl wij, die zich noemen naar onze Verlosser-in-stal-en-in-doe- ken-gelegd, zelfs geen uur onze warme huiskamer willen verlaten om een mens- in-eenzaamheid te bezoeken, laat staan het kopen van een luxe oliestook uit stellen om „iets" gehoor te geven aan de roep in nijpende-doodsgevaren, waarin millioenen zich bevinden. Ge lukkig zijn er nog velen, die goed blij ven horen en trachten te „ver"-horen Uit het oude-Vossenland. P.S. 't Is altijd een dure maand, de decembermaand. De feestdagen vergen nog al 't een en ander. Gelukkig maar, wan neer we een gezellig Kerstfeest mochten vieren en een goede overgang naar 1961 mochten maken. Bovenal, dat 't een gezegende feesttijd moge zijn geweest. Of onze Hugenoten in 't gebergte van Z. Frankrijk 't ook zo goed hebben gehad Och, misschien nog beter dan wij 't Is niet in de overvloed gelegen, dat we blijmoedig, ja feestelijk gestemd zijn. Maar, geloof maar, dat 't feest is, wanneer onze „helden in de pastorie" enig betoon van liefde en meeleven uit Holland ontvangen. Namens hen onze zeer harte lijke dank. De nood is en blijft groot en daarom acht ik 't me een voorrecht Uw liefdegaven te mogen doorzenden. De niet vele, maar zeer welkome giften vermeld ilc D.V. een volgend maal. Het verwar mende en verblijdende gironummer is 220659 van Ds. A. Koning te Oud-Vossemeer. op donderdag 10 maart 1836 Och, die bijeenkomst zult u in geen enkel jaartallenboekje vinden. Maar ik aarzel niet, die vergadering eveneens groot te noemen. Want wat op dit sa menzijn besloten werd, was niet alleen voor onze hoofdstad, maar ook voor Walcheren en Zeeland, ja, voor heel het vaderland van zeer groot belang. O, het ging er maar eenvoudig,zo oprecht, zo gemoedelijk toe. In een kamer in het huis van Van Assendelft u weet hetde kolen handelaar op de Wal waren op bo vengenoemde datum tegen de avond (Slot)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1961 | | pagina 1