de AFSCHEIDING te MIDDELBURG kleine vossen DOOR WATER EN VUUR Maar omdat hij mèt broers en zusters, ouders en grootouders te diep onder beslag van deze vesperdienst kwam, die een herdenking gold van de vele, vele doden uit de laatste wereldoor log Dat is natuurlijk mee de oorzaak ge weest voor die tot binnen onze huiska mers doordringende eerbiedige sfeer, welke ondanks de goede preek, in de Nederlandse dienst niet zo tot haar recht kwam. Professor Born had dan ook de na tuurlijke ernst al terstond mee. Maar ook een heel zware taak. Naar mijn smaak volbracht hij die als 'n goed Christen, voortreffelijk. Zijn tekst (2 Kor. 7:10) over ,,de droefheid naar Gods wil", die „onbe- rouwelijke inkeer tot heil" brengt, in tegenstelling tot de „droefheid der we reld", die „de dood brengt", werd kort, maar echt-Schriftuurlijk besproken. Vrijwel zonder énig gebaar. Daar zaten ze, al deze Duitse man nen en vrouwen, jongens en meisjes, van wie er wel géén was of hij gevoel de de droefheid om één of meer eigen doden, gesneuveld, begraven, misschien niet eens, in het zand van Afrika of in de steppe van Rusland, of aan stuk ken gereten in eigen gebormbardeerde omgeving, allen gedood waar vóór Ja, zij hadden hun „Pflicht" moeten doen ,,fürs Vaterland", maar„om huld door schande en schuld" Stellig ook daardoor interesseerde géén dier gewonde zielen zich voor de naar goede effecten rondspeurende ca mera en bleef ieder, tot de jongste toe, verzonken in het klagend, aanklagend, troostend Woord des Heren, dat be oogde de alom aanwezige droefheid te leiden de weg op naar God. Ook het gebed geeft bij televisie moeilijkheden, groter dan bij radio-uit zending. Uitschakelen gedurende die tijd zal om meer dan één reden niet gewenst zijn. Maar wat dan Wat kan, wat moet de camera om als het goed is ook de kijker laten meebidden De Nederlandse camera richtte zich onafgebroken op twee gevouwen han den. Ik dacht van een oud man, zó bleek en roerloos bleven de vingers met de naar boven gekromde duim ineen gestrengeld. Later vernam ik dat ze toebehoorden aan 'n ongeveer twintig jarige jongeman. Ondanks de goede bedoeling leidden ze mij eer af. Eerst door de ogen te sluiten komt men tot gebed. Maar waaróm dan die zéker wie niet gewóón is te bidden tot aller lei vragen prikkelende handen gedu rende héél wat minuten Dit symbool werkte averechts, 'n Tableau vivant, dat eer prikkelde tot critisch beschou wen dan tot zich zelf verliezen voor God. Ook in Herborn werd natuurlijk de belichting bij het gebed onmiddellijk van de predikant weggeleid. Het licht daalde en bleef toen precies beneden zijir gestalte gericht op de kansel en accentueerde één of ander woord uit de bijbel. Wéér lijkt mij hier het Duit se experiment beter geslaagd. Er viel aan de reeds eer geziene preekstoel niet veel meer te beleven, in tegenstelling met die plots nieuw verschijnende han den, die men vooral in onze tijd van zekere handencultus door schilders en tekenaars onwillekeurig „bestudeert". De stem van de net niet meer aan schouwde, maar hoorbare voorbidder leidde eer tot geconcentreerd meeluis teren, misschien zelfs, tot een eerste gebed Wat zal ik van het orgel zeggen Niet ongeslaagd scheen mij de af wisseling in de Nederlandse dienst door ook de orgelist voor zijn klavier nu en dan te belichten. Ik herinner mij niet, dat ik zulk 'n beeld in Herborn te zien kreeg, maar daar weer wel het zingende koor. Komen we tot enige voorzichtige, persoonlijke conclusies, die ik graag voor beter geef 1Men kieze uitsluitend sfeer-ge vende kerkgebouwen daarom nog niet per se oude, maar toch liever 'n histo risch, architectonisch schoon dan een al te nuchtere, moderne kerk, die zelden meer lijkt dan een „zaal", óf een „schouwburg", zelfs wel eens een „cir cus". Van de nieuwste kerken zou ik als „leek" de aandacht willen vestigen op de Petra-kerk te Veenendaal of mis schien de Vredebergkerk in Ooster beek. Het spijt mij, dat ik de Eurovisie kerkdienst op eerste Kerstdag in Bre men niet zal kunnen zien, die in de splinternieuwe Christus Kirche daar zal worden gehouden. Graag had ik mijn mening nog eens getoetst. 2. De liturgie geschiede in hoofd zaak aan de avondmaalsdis. De Schrift- lezing zij uit een voor ieder verstaan baar, terstond aansprekend bijbelge deelte. Vooral geen vermoeiende for- mulierentaal. Ook de preek zij kort. Ook het gebed. Heel de dienst liever in zeg drie kwartier beëindigd, tenzij men beschikt over een uitstekend koor. Het gaat toch om de incidentele kijker te pakken én tot het eind vast te hou den. 3. Ter meerdere afwisseling een koor. Geen „concerterend", kunststuk jes uithalend koor, maar ook geen voor de gelegenheid saamgeraapt, dat zo maar wat zingt, 'n Natuurlijke, duide lijke zang van zangers, die zich bewust zijn niet minder dan de predikant ver kondigers te mógen zijn van de blijde boodschap aan dolenden. 4. Het orgel zij niet „scherp", noch sentimenteel, maar' trachte het hart te raken en wage zich aan geen experi ment. Daarom 'n eerste klas Arer/corgel en 'n eerste klas organist. 5. Men scherpe de „hoorders" in. dat zij zich niet door de camera laten afleiden en daardoor de „kijkers" af leiden. 6. Tenslotte ik heb groot respect voor de predikant, die voor zo'n en kele keer, als ik wel heb „geschminkt" het felle, hete zoeklicht afwisselend op zich gericht, het in zulk een dienst er goed afbrengt. Bennekom. D. J. Couvée. Er waren vroeger „inktwerpers" langs de straat, zo zageh we. Dat wa ren ergerlijke lieden, verachtelijke exemplaren, die er op uit waren om des gewins wil kostbare, smetteloze kleding te bederven. Maar „inktwerpers" in de Kerk zijn nog van verachterlijker makelijk Im mers de kleding van de christen is zijn naam, zijn eer - wat trouwens bij de niet-christen ook 't geval is. De kledij bestaat uit de kledingstuk ken oprechtheid, liefde, vredelievend heid, bewogenheid, zachtmoedigheid. Nu is het 't eigenaardige, dat de op rechte christen zelf niet weet, hoe aan trekkelijk zijn levenskleed is, maar broeders en zusters zien 't wel terdege. Maar nu is dit het erge, dat velen, die schamel gekleed gaan en de versierse len en wisselklederen van genoemde eigenschappen niet vertonen, dat deze met naijver de schone kledingstukken van hun medebroeder of -zuster be spieden en er op zinnen om ze besmets ten. Men is op visite en al pratende komt 't gesprek op zulk een algemeen geacht en bemind persoon. Men roemt en prijst hem b.v. om zijn goedheid. De ergernis wordt nu bij een heelemaal niet goedhartige broeder of zuster opge wekt en men doet de opmerking: „Toch viel hij me verleden week knap tegen. We liepen met een lijst voor de ouden- van-dagen en daar zette hij 2,50 op. Nu weten jullie ook wel, dat dit toch geen werk is". Spat, een lelijk vlek op 's mans mooi levenskleed, 't Jonge ja, dat valt me van hem tegen. En nu kijkt men hem met andere ogen aan en betwijfelen zijn oprechtheid, zijn gulheid, zijn liefde, zijn bewogenheid. Het witste kleed is 't spoedigst besmet! Terwijl men niet weet, dat deze broe der op tientallen lijsten tekent en de „inktwerper" wellicht op een paar. Maar 't doel is bereikt de „inktvlek" I. De meesten onzer zo niet allen! is het bekend, dat de nieuwe kerkorde, die koning Willem de Hervormde Kerk in 1816 had opgedrongen, al spoedig tot moeilijkheden met vele rechtzinni- gen van de oude stempel leidde. Ge lovigen, getrouw aan de Dordtse leer en vol afschuw van de „moderne" evangelische gezangen, door Klok, een verver en koopman te Ulrum, syveni- sche minneliedeven genoemd. In 1822 was het, naar ik meen. dat te Axel de ontevredenheid begon, en Biggekerke volgde al spoedig. Maar ook de hoofdstad telde „getrouwen", die van de nieuwe kerkorde en de ge zangen gruwden. De psalmen, voor eeuwen door Dathenus berijmd, schon ken hun, wat zij tijdens hun verblijf op is moeilijk uitwisbaar en de rïaam van deze christen is beklad Is dat niet een smerige vos, die veel bederft in 't le ven der gemeente Maar, ja, wie dicht bij Jezus leeft, komt óók in aanraking met de smaad van Christus. Maar God ziet de „inktvlek" op 't kleed van de „inktwerper", maar zal eenmaal de on schuld en reinheid van Zijn kind aan 't licht brengen Uit het oude-Vossenland. P.S. Uit de dankbrieven van de Franse dominé's merk je niet, hoe 't daar eigen lijk gelegen is met hun finantiële moeilijk heden. Dat moet je van buitenaf verne men. Zo hoorden we, dat in een Pastorie 't met allerlei huiselijke gerieven al heel droevig gesteld is. Bij een familie kreeg men een oude kachel ten geschenke, maai de plaatsing en aansluiting was zo kost baar, dat t maar moeilijk voor eikaar kwam. Dit zegt m.i. genoeg, want over zulke kleinigheden praten wij hier in Nederland niet eens. In een andere familie wachtte een jong paar hun eersteling. Grote vreug de toen alles goed verliep maar, 't bleek een tweeling te zijn en daarop kon hele maal niet gerekend zijn geweest. Dus is ook hier onze hulp geen weelde, maar roeping. We kunnen nog even voort met onze bijstand, door dat velen weer gehoor ga ven aan onze, zij het niet al te dringende, bede en doen hierbij weer gaan de reeks van giften, vaak uit zeer bescheiden beurs, gezien 't feit, dat weduwen en alleenstaan den van 't geringe inkomen met vreugde bijdroegen St. te S. f 10,v. d. E. te G. ƒ5 S. te B. 15,—; G. te M. 2,50; de V. te H. 10,— Mej. M. te Y. 1 Wed. Sch. te Y. ƒ1 N.N. te 'A.J.P. f 10,— N.N. te M. f 1J. te G. 2,50; N.N. te M. 10 Ds. N.N. te Z. 5,—, Gze. D. te M. ƒ5,—. We naderen de 3000,Alles even hartverwarmend voor mij, meer nog voor hen Het loknummer 220659 is van Ds. A. Koning te Oud-Vossemeer. aarde boven alles behoefden, in volle, heerlijke overvloed. Zij vormden nauwelijks een twintig tal. Die „ware Sionieten", zoals zij zich vaak met voorliefde noemden, behoor den grotendeels tot „de kleine luiden" de nijvere, werkende burgerstand. Zij moesten zich inspannen, vaak slo ven en zwoegen, om in hun nooddruft te kunnen voorzien. Zij werden geminacht, bespot zelfs veracht. Dit werd er natuurlijk niet beter op, toen zij, geen andere uit weg ziende, zich gedrongen voelden, de kerk der vaderen niet meer te be treden de kerk, die tóch hun liefde nog had om „buiten de legerplaats de vervolging en smaad van Christus te dragen". Een kommervol leven werd spoedig Feuilleton door J. BRANDENBURG Een verhaal uit de bezettingstijd X Beveland ziet er droevig uit. Honderden hectaren zijn voor inundatiegebied aangewezen. Verscheidene boerde rijen zijn geëvacueerd. Geen kip of geit is er meer te zien. Alles staat in het teken van oorlog en oorlogsdreiging. Prikkeldraadversperringen, betonblokken, kazematten met schildwachten, bordjes met „verboden - miltair gebied", het wijst alles naar de spanning, die er is en die je borst en keel beklemt. Ze zijn hier dan ook op een strategisch punt. De hals tussen Beveland en Brabant zal tot het uiterste verdedigd moeten worden, wanneer de nood aan de man komt. Want hier ligt de toegangspoort naar Vlis- singen, dat weer een uitvalspoort vormt op Engeland. Eén telegrafisch bericht en al dit rijke, vette land wordt aan het brakke zeewater prijs gegeven. Slechts een smalle buitendijk langs Yerseke zal behouden blijven, in de veronderstelling, dat die gemakkelijk te verdedigen zal zijn. En wanneer de vijand ooit zóver mocht komen en Beveland bezetten, dan staat hij straks toch weer voor de Sloedam, de smalle verbinding tussen Zuid-Beveland en Walcheren, een smalle weg met spoordijk, die beide eilanden verbindt en ook hier zal het niet moeilijk vallen de vijand lang bezig te houden, zo hij er al ooit overheen mocht komen. Water is nu eenmaal een kwade partij voor een aanvaller. Neen, ze zitten zó nog maar niet in Vlis- singen Van dat alles vertelt De Wilde, wanneer ze naar huis rijden. Maar het werkt er niet veel toe mee, mevrouw De Wilde op haar gemak te brengen. De plastische wijze, waarop haar man de dingen vertelt, schildert haar de oorlog in al zijn verschrikkingen voor ogen en haar ge dachten gaan weer uit naar Henk, daar ergens aan de. Limburgse grens. Wanneer Duitsland eens mocht aan vallen, moet haar jongen de eerste stoot opvangen. Hoe- velen zullen levend uit die hel te voorschijn komen Wanneer het even kan, gaan we tweede Pinkster dag toch onze jongen opzoeken, hé vraagt ze, wanneer de auto het hek binnenrijdt. Hij knikt en begrijpt wel, waarom zijn vrouw zo stil is. Hij kijkt, wanneer de wagen in de garage staat nog even zijn tuin rond. Wat ziet het er allemaal angstwekkend rustig en mooi uit. Je kunt dat wel eens hebben, dat je bang bent voor het goede en mooie, dat je geniet. Dat het je zo totaal vreemd is, alsof het geen werkelijkheid is, maar een fan tasie, als op een doek verfilmd, terwijl je zelf in de groot ste narigheid zit. Die Hemelvaartsdag is té mooi geweest, te bladstil, te roerloos. Met een zware druk op zijn borst komt hij de kamer binnen. Toch brengt de week vóór Pinksteren nog weer ont spanning. Op 7 mei bevatten de bladen de geruststellende mededeling onder het officiële nieuws, dat een groot deel van de Duitse troepen van de Belgische grens is terug getrokken en met onbekende bestemming is verplaatst. Dus had Duitsland blijkbaar toch geen aanval op Ne derland en België in de zin. Maar wanneer je de volgende avond de radio aanzet en je hoort weer voor de zoveelste maal de waarschuwing in geval van nood alléén naar de nieuwsberichten van de „drie bekende en vertrouwde stemmen" te luisteren, dan ga je weer met een onbehagelijk gevoel naar bed, en je vraagt je af strooit Duitsland ons geen zand in de ogen met zijn geruststellende verklaringen. Wat heeft hij Po len niet beloofd en Noorwegen Donderdag 9 mei De Wilde heeft een wandeling gemaakt door zijn boomgaarden en de stand van het gewas geïnspecteerd. De knechts zijn druk bezig met het bespuiten van vrucht bomen. Het belooft een goed kersenjaar te worden. Wan neer hij het hek ingaat komt Wilm op hem af met Theo achter zich. De jongens zullen de Pinksterdagen op „My Home" komen doorbrengen. Er is bericht gekomen, dat er enige kans bestaat, dat Henk ook thuis komt. Dat kan dan een gezellige Pinksteren worden. De Wilde verheugt zich op de komende dagen en opnieuw bespreken ze het plan, om, wanneer Henk niet zou kunnen komen, een autotocht te maken naar Mill. Ze zouden in Den Bosch kunnen dineren. Diezelfde avond wijst Wim' zijn vader een bericht aan in de krant, het is het blad van 9 mei 1940, avondeditie. Daarin staat te lezen, dat de Duitse regering medegedeeld heeft, dat de geruchten van een Duitse invasie Engelse verzinsels zijn. De geruchten over vertraagd telefoon- en telexverkeer tussen Berlijn en Amsterdam, waren juist, maar deze vertraging was een technische storing zonder meer. De Engelse oorlogsophitsers maakten gebruik van Amerikaanse persbureaux om de wereld te vertellen, dat er groot gevaar dreigde voor Nederland en België. Maar deze valse berichtgeving hadden alleen ten doel om de aandacht van de eigenlijke Britse plannen af te leiden. Engeland beraamde een aanval op neutrale landen en daarom lanceerde het 't bericht, dat twee Duitse leger corpsen zich van Bremen en Dussldorf in de richting van Nederland zouden begeven hebben. Het officiële D.N.B. besloot met het geruststellend commentaar, dat het Britse ministerie van inlichtingen de zogenaamde onthullingen van Duitse militaire plannen nodig had om de aandacht af te leiden van de door Duitsland openbaar gemaakte plannen van Engeland en Frankrijk, waardoor de Engel sen zo getroffen waren, dat ze die afleidingsmanoeuvre in scène moesten zetten Zou dat waar zijn, van die Engelsen vraagt Wim. Vader zwijgt en haalt de schouders op. - Er wordt tegenwoordig zoveel gelogen, zegt Theo. De Wilde zwijgt. Hij wil zijn vrouw de zichtbare span ning niet ontnemen. Maar hij gelooft niets van het hele bericht. Integendeel. Het maakt hem ongeruster dan ooit. Dergelijke berichten laat Hitier aan zijn aanvalsplannen voorafgaan. Hij denkt er zijn slachtoffers mee te mislei den, om de pantsersprong met des te groter beslistheid en succes te kunnen uitvoeren. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 2