ZIEKTE en SCHULD DOOR WATER EN VUUR GEESTELIJKE VOLKSGEZONDHEID A. J. Boom, Zenuwarts, Drs. A. Elshout, Dr. P. C. Kraan, Chirurg. Correspondentie oyer deze rubriek te richten aan Drs. A. Elshout, Koudekerke. Door de gehele geschiedenis van de mensheid is er discussie geweest over het verband tussen ziekte en schuld. De Christen weetdat lijden, ziekte en dood door de zondeval in de schepping zijn gekomen. Dit wil echter niet zeggen, dat deze Christen zoals de vrienden van Job en andere Oud-T'estamentische figuren op ziekenbezoek gaat met de be doeling om eens te onderzoeken welke schanddaden de patiënt heeft bedreven, waarvoor hij met ziekte wordt bestraft. Het Nieuwe Testament verdiept ons inzicht. Wel wordt ziekte en leed gezien als een kastij ding"dus een straf, maar wij leren beter be grijpen, wat in het Oude Testament reeds geschreven was, dat God kastijdt, die hij liefheeft. Ook zien wij de vervulling, dat de Christus onze ziekten op zich zou nemen in Jezus' macht over ziekte en dood. In de Middeleeuwen is de betekenis van ziekte vertroebeld. Vaag en dreigend meent men verband te zien tussen allerlei ziekten en zonde. Geesteszieken worden als door de duivel bezetenen vervolgd en als hek sen verbrand. Epidemieën ziet men als een collectieve straf, waaraan men zich door boetedoening en zelfkastijding tracht te onttrekken. In de „verlichte" 20e eeuw komt de wetenschap het „Definitieve" ant woord geven. De geneeskunde „ontmytologiseert" de ziekteinfecties worden door bacteriën veroorzaakt, geestesziekten door hersenstoornis- sen, gezwellen door abnormale groei van cellen. Gelukkig bleef de mens met dit „definitieve" antwoord niet tevreden. De wetenschap ontwikkelde inzicht in de betekenis van de levensgeschie denis van de mens en van zijn onderbewuste spanningen op het gezond en ziekzijn. Buiten de kerk ontwikkelde zich min of mee sectarische be wegingen, die de betekenis van gebed en geloof voor het genezings proces sterk, vaak onverantwoord sterk, gingen accentueren. Sommige artsen (bijv. de Zwitserse Dr. Tournier) zagen als onmisbaar onderdeel van hun behandeling het „genezen" van de verhouding van de zieke mens en God. Ook de kerken zochten en zoeken naar hun antwoord op en hun verantwoordelijkheid voor de zieke mens. Hebben we Jacobus 5 vers 15 voldoende verstaan Ziet de arts verband tussen ziekte, schuld en zonde Ja zeker. Laten we dan niet alleen aan geslachtsziekten denken, maar liever aan ver keersongevallen, aan longkanker door roken, aan „managers"-ziekte en hartziekten door een te gejaagd leven, aan sommige vormen van asthma, maagziekten e.d. door levensfouten en onverwerkte spanningen, aan sommige leverziekten en aderverkalking door te veel eten en drinken. Sinds jaren weet de arts weer, dat zelfs bij de huidige enorme schat aan medicijnen en chirurgische vaardigheid, ja misschien juist nu, alleen tabletten, injecties of het operatiemes geen volledige oplossing voor de meeste ziekten betekent. De arts zal zich dienen in te zetten als mens, als Christen, zo nodig bijgestaan door predikant of psychiater. Het zoe ken naar een heilig leven is voor de patiënt niet iets wat geheel buiten zijn ziekte omgaat, maar is een essentieel onderdeel van zijn genezing, zowel lichamelijk als geestelijk. Voor patiënt, dominee en dokter moet gaan leven de opdracht„Be lijdt elkaar Uw zonden en bidt voor elkaar, opdat gij genezing ontvangt" Uw gebed zal zeker verhoord worden, mits U niet vergeet te zeggen maar Uw wil geschiede" Vlissingen. A. J. BOOM. Toen werd ons niet kort en goed, maar lang en breed, teruggeschreven, dat zij van de andere kant geen recht en vrijheid" hadden om tot het door ons bedoelde gesprek te komen. Blijk baar voelden ze zich in hun geweten gebonden (vandaar recht en vrijheid) om niet met ons te praten. Praten is alleen maar mogelijk, blijkbaar volgens hun gedachten, wanneer wij ons vrij gemaakt hebben van het kerkverband van onze gereformeerde kerken. Ge woon begrijpelijk gezegd, wanneer wij uitspreken, en daarnaar handelen, dat de vrijgemaakte groep volledig gelijk heeft gehad in het verleden en nu nog gelijk heeft. Het maakt op mij altijd een kloeke indruk als iemand een standpunt heeft, zodat je weet wat je aan iemand hebt. Dat hij niet door de wind ginds heen en weder bewogen wordt. Maar mijn respect daalt, wan neer ik merk dat hij zijn standpunt niet meer wil toetsen aan het gevoelen van anderen het niet aandurft of niet er aan wil om dit standpunt door het oude maar nog steeds blijvende perfecte mid del van het gesprek te verdedigen. Dan heb ik reden om er ernstig reke ning mee te houden dat hij de toena dering eigenlijk niet wenst. Niemand mag toch zeggen alles gedaan te heb ben wat God van ons vraagt als hij het door Christus zelf aanbevolen mid del van het gesprek niet heeft gepro beerd. Temeer moet dit klemmen, om dat deze kerk nogal wat ernstige ver maningen, waarbij niet vermeden wordt Christus' naam te noemen, ons gaat uitdelen op papier, en tegelijk ons ver telt dat ze ons niet in de ogen willen zien. Toen wij daarop attendeerden kregen wij nog eens veel omstandiger en dui delijker te horen, dat ze van een ge- Ik ben van de drop in de regen verval len Wat een blijken van hartelijk mee leven met onze zo diep beproefde en on der zorgen zuchtende Franse Zuster Ont ving ik voor de Franse Pastorieën een bedrag van 1875,voor deze Weduwe zamelden we reeds extra 500,in. We zijn bezig om ons op de hoogte te stellen van de omstandigheden en zullen U in onze meerdere kennis doen delen, want de prov. Zeeland heeft er recht op te weten, hoe alles verloopt. Hier volgen de blijken van de waarheid van de overvloedige regen K. te O.V. f5,— V. te O.V. 10,—D. te O.V. 25,— Wed. W. te O.V. 2,50 P. te D. 10,Wed. v. H. te Kr. ƒ5, fam. G. te B. 10,M. te B. 3, Q. te S. ƒ25,— G. te O. 10,— H. K. te VI. 25,D. te M. 5,v. S. te M. f 10,Drs. H. te M. 10,fam. N.N. te G. 25,— Wed! R. te V/. ƒ10,— S. te C. 2,50; N.N. te W. 2,50 N.N. te V. 10,—J. te Z. 2,50 Wed. M. te S. ƒ2,50 D. N. te W.ƒ5,—; fam. T. te M. ƒ5,— D. R. te B. 10 D. P. te A. 2,50gecoll. op Jubil. te St. L. ƒ27,50!; M. te M. 10,— Q. te O. 10,— D. B. te M. 10,— H. te G. ƒ10,— R. te N. 2,50; fam. H. te Kr. ƒ2,50; N.N. te H. 10,— D. te G. ƒ5,— De B. te Z. ƒ5,—. Nu, is 't geen weldadige vroege" re- sprek afzien omdat huns inziens het „zinloos is een gesprek te voeren, waar in zij slechts konden herhalen wat zij geschreven hebben". Ze achtten het zelfs verwarrend voor onze en hun ge meenteleden en daarom zelfs te staan buiten hun bevoegdheid als verzorgers van het huis des Heren. Ze willen ons dus vertellen dat het gesprek met zulke zondaren als wij blijkbaar in hun ogen zijn eigenlijk niet mag van Godswege. Toen dan later gepoogd werd om dan maar een ontmoeting te organiseren van enkele personen ter voorbereiding van een eventueel agendum voor een bredere ontmoeting, omdat toch niet alleen zij, maar ook wij wel enige pun ten nog met hen willen doorpraten en die ook graag op het agendum zouden hebben, werd. ook dit geweigerd. En zo is het dan geschied dat dit geschrijf over en weer de scheur niets nader tot haar heling heeft gebracht. Dit kon ieder voorzien die gelooft dat, hoezeer er velerlei communicatie-mid delen zijn in deze wereld, geen van die tegen de wijsheid op kan die ons in Gods Woord is geleerd. Het levende woord, de ogen, stem, het gebaar wer ken daar wellicht in mee. Maar dat behoef ik niet te analyseren op gevaar af dat ik het belangrijkste misschien zou vergeten, de zelfoverwinning en de eerlijke bereidheid knopen te ontbin den, die zowel de ,,gebondene" als de ..ongebonden" kerken verstrikt houden. Ik vrees dat iedere kerk (en er zijn er meer) welke tot en met weigeren dit wijze middel te gebruiken een verstop ping oproepen en gaande houden, waardoor de naam Gods oneer wordt aangedaan, en een strik wordt gelegd over eigen kerkelijk leven, dat boven dien toch altijd nog maar een klein deel is van de wereldkerk, welke de kerk van Christus is. v. T. gen Want in 't Oosten valt de .vroege" regen in de herfst. Allen veel bedankt moge 't tot ver troosting zijn in Hypolite du Fort God de Here zegene deze gaven. Nummer 220659 is geen bodemloze put, maar een beurs van barmhartigheid Herhaling gironummer 220659 van Ds. A. KONING te Oud-Vossemeer. Officiële berichten Daar de classis-vergaderingen gelijktijdig worden gehouden, moeten we de plaatsing der betreffende verslagen over enkele nummers verspreiden. Redactie. KORT VERSLAG der vergadering van de classis Zierikzee op woensdag 9 november 1960 te Zierikzee. Namens de roepende kerk van Bruinisse opent Ds. Wielemaker de vergadering. Het moderamen wordt gevormd door Ds. van Aller, praeses Ds. Tiemersma, assessor I en Ds. Wielemaker, assessor II. De praeses memoreert de teleurstellin gen in het beroepingswerk van de Kerken van Colijnsplaat en Wissenkerke en wenst de kerken van Bruinisse en Zonnemaire alles goed toe bij de aanvang van hun pogingen om voorziening te krijgen in de komende vacatures. Ds. Kamper feliciteert hij met het beroep van de kerk van Ulrum. De notulen passeren zonder aanmerkin gen. De ingekomen stukken zijn gering in aantal en omvatten allereerst een schrijven van ,,de deputaten aanvullende opleiding", waarbij een overzicht wordt gegeven van de plannen, welke moeten leiden tot een bevredigende practische aanvulling op de opleiding tot predikant. Verder is er een brief binnengekomen van de percentagecommissie der particu liere synode Zeeland, waarin medegedeeld wordt dat, in verband met de classicale herindeling, de percentages van de betref fende classes Goes en Zierikzee zijn ge wijzigd en wel als volgt classis Goes 26 en classis Zierikzee 8 respec tievelijk een vermeerdering en verminde ring van 5%. Tenslotte is daar een schrijven namens de classis Goes inzake de interclassicale kindergeldregeling, welk schrijven voor kennisgeving kan worden aangenomen. Feuilleton door J. BRANDENBURG •k Een verhaal uit de bezettingstijd VII Zijn moeder schudt het hoofd. Ze weet wel, dat haar jongste zoon sterk onder de invloed staat van de geest, die de studenten bezielt, de geest van het nationalisme, dat vraagt naar daden en het praten meer dan zat is. Het opvlammende patriottisme, dat overal aan de uni versiteiten voelbaar is en zich doet gelden, vond gretig voedsel in zijn licht ontvlambare ziel. Nu de professoren van meer dan zeventig Universitei ten over de gehele wereld verspreid, een fel protest ge richt hebben tegen de Duitse Jodenvervolging, willen de studenten niet achter blijven. Ze eisen, dat de regering scherper zal gaan optreden tegen de partij van Mussert, de N.S.B., die het volkskarakter ondergraaft. Vader De Wilde mocht het wel, dat zijn jongste zoon in vuur en vlam stond. Dat hoog oplaaiende idealisme zal straks bij het ouder worden wel gematigd worden en in elk geval beloofde het van de jongen een man te maken. Dat onbezonnen praten zou vanzelf wel practischer pro porties aannemen. En telkens wanneer de jongen bij hem kwam zeuren om vliegenier te worden of naar Indië te mogen, zei hij maareerst je studie klaar, dan kunnen we nog altijd zien wat er uit groeien moet. Je bent dan nog jong ge noeg en je hebt grond onder de voet. Graag vertelt Wim van studiemakkers, die naar De venter gaan of naar Soesterberg. We moeten de wereld, in, vader, als we niet op passen verliezen we onze internationale positie. Japan loert al zo lang op onze koloniën Ik weet er alles van, maar eerst je studie klaar, daar blijft het bij, zegt zijn vader. En Theo zit dat allemaal met ogen, groot van verba zing, aan te horen, en hij denkt hoe zijn vader zou rea geren, wanneer hij het eens in zijn hoofd haalde met hem te praten van Indië of Soesterberg Hij zou zijn moeder de stuipen op het lijf jagen. Ze sliepen er beslist in geen nachten van en ze zou hem 's avonds net zolang komen toedekken, tot ze het hem voor goed uit het hoofd ge praat had. Maar zijn aspiraties gaan ook volstrekt niet die kant uit. Hij zal al zeer tevreden zijn, wanneer hij een goede baan krijgt ergens op een solied kantoor. Zo kun je je vaderland immers ook wel dienen En dan kijkt Gerda op de klok. Kwart voor twaalf, mensen, zegt ze. Moeder schenkt nog eens in. Vader steekt een verse sigaar op en Henk grijpt naar een sigaret. Het wordt stiller in het vertrek. Het drukke praten van Wim, de rustige stem van vader en timide, soms fluis terende stem van Theo worden stiller. Er is een jaar om, het jaar 1938 In Rotterdam beginnen straks de stoomboten te bla zen, zegt Theo. Gerda vraagt hoe dat is, of het lang duurt en het niet angstig klinkt al dat hysterisch gegil. Theo vertelt van de hoge schrille fluittonen van de kleine sleepbootjes en de zware, sombere bassen van de boten van de Holland-Amerikalijn en de Rotterdamse Lloyd-boten, scherpe dissonanten, die samenvloeien tot één machtig geloei als van een stad in doodsnood. Hij geeft er een levendige beschrijving van, uitermate subjectief, zoals het eens door hem zelf is heengegaan. Hij boeit de anderen met de weergave van zijn gevoelige impressies over Rotterdam bij de jaarswisseling, en wan neer hij er mee klaar is, zegt Gerda Hé, jij lijkt wel een dichter Hij kleurt als een pioenroos bij die lof en dat wordt er niet beter op, wanneer Wim .verklapt Hij maakt verzen, hij heeft er in zijn koffer zitten. De meisjes smeken hem ze te halen, maar vader komt gelukkig tussenbeide met de opmerking Stil kinderen, het zal zo slaan. Er wordt geen woord meer gesproken. Het langzame getik van de staande klok vult de leegte en dan maakt de pal zich hoorbaar los om het zware slagwerk vrij te laten 1938 af te snijden en 'n begin te maken met 't nieuwe jaar. Meteen begint ook de torenklok zijn twaalf klokkesla- gen de stille nacht in te jagen. Vader staat op en feliciteert moeder, dan neemt hij de gelukwensen van zijn kinderen in ontvangst. Hij neemt de Bijbel en leest Psalm 90, waarbij de preek van dominé Versendaal weer allen voor de geest kwam ,,Here Gij zijt ons geweest een toevlucht van geslacht tot geslacht,,Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen Vader bidt en in zijn gebed gedenkt hij niet slechts zijn gezin, maar de Kerk, land en volk en Vorstenhuis en vraagt om vrede over Europa en Nederland HOOFDSTUK III. Ja, dat is een harde winter geweest die van '38 op '39. De Wilde zegt, dat het in '29 voor het laatst zo streng gevroren heeft, en de oudere mensen halen de winter van '90 weer op. Maar overal komt een eind aan en je moet verbaasd staan als je in het voorjaar de overwinning van de lente op die barre, verstijvende kou zich ziet voltrekken. Je vraagt je af kón er nog iets in leven gebleven zijn En ziedaar, er is geen vruchtboom, geen twijg, hoe teer ook, die liegt. Het leven zwelt er aan alle kanten weer uit en de vruchtzetting is zelfs van die aard, dat het een beter oogstjaar belooft te worden, dan er in jaren geweest is. Natuurlijk kan dat nog tegenvallen. Er kan nog zoveel gebeuren. De late nachtvorsten kunnen veel schade doen, er kan hagelslag komen, er kan ongedierte in komen, er kan te veel regen vallen, de storm kan veel schade be rokkenen. Er kan zovéél gebeuren Maar dat kan elk jaar plaats hebben. In elk geval staat het er in het vroege voorjaar goed voor. De Wilde heeft het tegenwoordig druk. Nu Henk aan de Limburgse grens ligt en Wim in Rotterdam zit, komt het allemaal op zijn schouders en die van de meester knecht neer. Met dat personeel gaat het nog al tamelijk goed. (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 2