eeuwóe
3£erkbocle
cÏYleditatie
LITURGIE en DIACONIE
Van de wijde, ruige Heide
ft
j
RIJKDOM in armoe
16e JAARGANG No. 20
11 NOVEMBER 1960
OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND
Redacteur: Dr. C. Stam, Goes; Westwal 2, Telefoon 0 11005906
MedewerkersJ. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. D. J. Couvée, Bennekom
Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. C. van Hattem, Terneuzen Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer
Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg
Mei. F. A. Groot Nibbelink te Grijpskerke Mevrouw C. van Zwedenvan Alkemade, Goes
„Ik worstel 1 >F
en ontkom" J- Wattel, Gapinge.
r
Abonnementsprijs
3,per halfjaar
bij vooruitbetaling
Advertenties
12 cent per mm.
Bij abonnement lager
Losse nummers 12 ct.
Drukkers-Uitgevers
Littooij Olthoff
Spanjaardstraat 47
Middelburg, Tel. 2438
Giro no. 42280
vJ
Eon GROOTSE on dernemSng
r
Zijn ze niet allen dienende geesten, die uitgezonden
worden ten dienste van lien, die 't heil zullen beërven?"
Hebr. 1 14.
In de regel zijn we vrij goed op de hoogte met de engel-sen.
Van de enge-/en weten we meestal minder.
Dat moest niet.
Want engelen zijn ons ten voorbeeld gesteld
„Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde
Ter nadere kennismaking schildert de Bijbel ons de engelen met één
streek.
Heel duidelijk vooral in de griekse text.
Alle engelen zijn liturgische geesten.
Geesten dus, die staan in voortdurend hulde-betoon aan God.
Ze worden uitgezonden tot diakonie aan hen, die 't heil zullen beërven.
Ze gaan dus uit tot hulp-betoon
Vast en ononderbroken is het hulde-betoon.
Al naar ze gezonden worden wisselt het hulpbetoon.
Het hulde-betoon weerspiegelt de onveranderlijkheid Gods.
Het hulp-betoon wijst op Gods bewogenheid over zondaren.
In Jesaja 6 lezen we hiervan.
Serafs bieden Gode huldev door houding en spreken
Liturgie.
Een engel reinigt Jesaja met vuur van 't altaar.
Diakonie.
Lukas 1 evenzo.
,,Ik ben Gabriël, die voor God sta
Liturgie.
,,Ik ben uitgezonden, om U deze blijmare te verkondigen."
Diakonie.
En wij
Gesteld eens meester geeft een aanschouwelijk voorbeeld, maar de
leerlingen kijken er niet half en doen er hélemaal niet naar.
Wat zouden we zeggen
Toph is 't met ons niet zo ongeveer
Misschien wat hulde-betoon aan de Here
Maar, vrijwel geen hulp-betoon aan die 't heil zullen beërven
Öfdruk met hulp-betoon aan mensen maar niét vanuit het staan in
hulde-betoon voor God
Of, nog erger helemaal geen liturgie-hulde-betoon aan den Here en
helemaal geen diakonie-hulp-betoon aan die 't heil zullen beërven
Wij mogen zéker wel bidden èn werken om
méér te mogen staan in hulde-betoon aan de Here
en méér te mogen gaan in hulp-betoon aan de erfgenamen van Zijn
grote heil
Die erfgenamen zitten nu al met ons in de Kerk.
Of, die dienen we nog op te zoeken, door zending en evangelisatie
Mogen we, met praat èn daad, maar méér de hulde en hulp betonen
als 't eigen volk van den Here onze Behoudervolijverig tot goede werken.
Breskens. Ds. G. J. Grafe.
Daarvan mogen wij gerust spreken
in de kring van onze geref. kerken.
U hebt er natuurlijk al van gehoord. Er
zal een actie voor kerkbouw worden
gevoerd, waarmee een bedrag van 7
millioen gulden betrokken is.
In vroeger dagen durfden wij over
zo iets niet praten.
Nog leeft de heugenis aan een mil-
lioen-fonds op politiek gebied. Voor de
christelijke pers hadden wij ook zo iets
moeten hebben, dan was er heel wat
minder narigheid geweest. Maar, nu de
kerkbouw in de nieuwe tijd
„Laten ze daar zelf maar voor zor
genOch ja, dat is wel de goed
koopste manier om je er van af te ma
ken. Wanneer wij dan daarbij „meer
eigenwijs dan wijs" zijn, dan hebben
we ook nog dit versje kijk, al die men
sen in de randstad Holland verdienen
goed. Uit andere streken worden zij
weggehaald. Nu moeten zij daar maar
voor eigen kerkelijk leven zorgen.
Als je dan zelf een behoorlijk kerk
gebouw hebt, geen problemen van veel
uitbreiding, dan laat je het maar zo n
beetje langs je heen gaan. Intussen
wordt de psalm nog wel eens gezon
gen ai zie, hoe goed, hoe lieflijk is 't,
dat zonen van 't zelfde huisen
wat daar dan nog verder volgt.
Wat zou het
Je zingt met krachtig geluid en houdt
intussen de hand wat op de buil.
LI moet het toch echt eens zien, zo
als het is.
Stel u voor, daar ligt een dorp in
Zeeland, van 1500 inwoners. En daar
duikt van alle kanten de groot-indus
trie op. Het kleine dorpskerkje boodt
ruimte voor zeg 200 zielen. Nu zijn er
in 10 jaar tijds 3 kerkgebouwen nodig,
om de duizenden te bevatten
Dacht u, dat ik fantaseer
Gaat u dan eens kijken achter Rot
terdam, bij Spijkenisse. Ziet u „de stad
in aanbouw" aan de kant van Hoog
vliet èn de stad aan de zijde van Spij
kenisse U hebt straks geen woorden
meer, alleen maar verbazing
Rondom Dordrecht gaat het ook die
kant op. En zo zijn er nog meer stre
ken. Over de omgeving van Den Haag
sprak ik niet eens.
Overal steden, stedenwaar
eerst grond lag, anders niet. Daar strij
ken mensen neer, in woonwijken zon
der historie. Van alle kanten komen
zij bij elkaar, vreemd, onwennig. De
kerkeraden zijn er vaak niet op inge
steld, de dominees evenmin. Ik zou ze
in onze provincie willen zien, uit het
rustige landleven overgebracht in de
drukte van de industrie. Als je thuis
komt in de pastorie, zegt vrouw-lief
manvandaag zijn er al weer 10
nieuwe geweestDe dominee zegt
en ik heb er al zo véél
Dan zijn er nog de „onderduikers",
die je moet opzoeken.
En, ze bouwen maar
Kijk, daar hebt u de kerkelijke crisis.
Wij weten er geen raad mee
Wie zegt er nu nog laat ze maar...?
Dit raakt héél de Kerk, over héél
Nederland. Dit raakt onze jeugd, de
toekomst van ons volksleven en ons
kerkelijk bestaan. Wanneer wij het nu
laten zitten, dan zal de bittere vrucht
niet uitblijven.
Waar zullen ze kerkelijk wonen in
al die nieuwe wijken Dat hangt mede
van ons af.
Van ons allen.
Van onze verdienende jeugd.
Wij moeten allen meedoen. Eén pro
cent van uw inkomen wordt verwacht.
Wie dus duizend gulden verdient, die
geeft er tien voor dit mooie doel. En
wie tienduizend gulden geniet, die
brengt er honderd in. En zo vervolgens.
Met het voorjaar, maart en april,
hopen de kerken voor de inzamelingen
te zorgen. Leest u nog eens de geschie
denis van Hizkia.
Er zal vanzelf propaganda worden
gemaakt. Want het moet voor ieders
aandacht komen te staan. En dan is
hethelpt, wie helpen kan. Allen mee
doen, allen geven. Het is aan ons ge
slacht geschonken, om deze dienst te
mogen waarnemen. Wanneer wij het
van deze kant bezien, dan zal het ons
een geestelijke vreugde zijn om mee te
doen.
Dit is onder ons het startschot. Elke
gemeente heeft te zorgen voor een
eigen methode van bijeen brengen. Wij
kunnen hierin alleen van elkaar leren
en zo mogelijk elkaar helpen.
Is hier nu geen grootste onderne
ming Dit raakt Zeeland, maar ook
Friesland en al de andere provincies.
De gereformeerden worden opgeroepen
tot een kerkbouw-actie als nooit te vo
ren. Enzij zullen zeggen hier zijn
wij
Zij zeggen dit tegen de God van
hun belijden.
Zegene Hij deze opzet. C. St.
DE STATISTIEK
ONZER KERKEN
Deputaten hebben een betere metho
de gevonden om de kerken vlugger in
te lichten over belangrijke cijfers van
ons kerkelijk leven. De statistiek gaat
vóór het jaarboekje uit. Zodoende we
ten wij nu op dit ogenblik, dat het aan
tal onzer kerken 804 bedroeg.
Als alle kerken de gegevens inzon
den, dan was het eindcijfer juister dan
op 't ogenblik. Blijkbaar zijn er altijd
nog kerken, die denken „bij ons niet
in de pot kijken". Misschien blijft er
iets van deze mentaliteit leven. Zou dat
ook samenhangen metplaatselijke
zelfstandigheid
Volgens de berekening groeien onze
kerken nog meer dan de toename van
de bevolking. Kerkelijk ligt het percen
tage iets hoger. Intussen geeft dat niet
veel, wanneer in eigen dorpskring het
getal minder wordt.
Een aardige rubriek vindt u in de
overgangen van geref. naar anderen,
en omgekeerd. Het blijkt nu al een en
kel jaar, dat de bewering, dat er zo-
velen gaan naar de Herv. kring, minder
juist is. Er komen integendeel uit die
'kring méér bij ons, dan dat er van ons
daarheen vertrekken. Ook ten opzichte
van de vrijgemaakte kring is er meer
„overkomst naar ons", dan omgekeerd.
Verder staan wij voor het wat onver
klaarbaar feit, dat er van de kerk af
gaan naar buiten-kerkelijke, enthou
siaste stromingen. Het aantal is niet zo
groot, maar gerekend naar het percen
tage zijn er toch verschillenden. Heb
ben die zich in de kerk nooit thuis ge
voeld
Men staat hier voor een raadsel.
Ook zijn er, die alle kerkelijk leven
vaarwel zeggen. Meer dan 500, leden
en doopleden, gingen heen zonder
nieuw adres. Dat is een ernstig ver
schijnsel, dat roept tot waakzaamheid.
Grijp degenen, die dreigen te wanke
len.
Gelukkig kwamen er ook ruim 500
van buiten de kerk naar binnen. Gods
zegen op prediking en evangelisatie-
dienst In ieder geval, het leert ons,
wat er mogelijk is.
Er moet gemeenschappelijk worden
gebouwd. Daar heeft de statistiek ons
van overtuigd. Ook ontdekken wij, dat
trouwe arbeid niet zonder vrucht blijft.
Moge het schip der kerk, door de bran
ding heen, voortgaan naar veilige ha
ven. C. St.
Oververmoeid, was ik op klaarlichte
middag op de harde treinbank in slaap
gevallen. Zonder het te beseffen, had
ik Gent, waar ik moest catechiseren, al
gepasseerd. Het lawaai op het station,
de drukte bij in- en uitstappen in de
coupé had mij niet gewekt. Tot ver
maak van mijn medereizigers misschien
wel met open mond snurkend, werd ik
door de locomotief al verder van mijn
doel weggetrokken naarBrugge
Met domme ergernis vragen sommi
ge touristen zich af, waarom zelfs mo
derne wagons bij het remmen je zo ge
meen door elkaar kunnen schudden.
Louter service aan slapers. Vrienden
dienst van de machinist. Hóè dankbaar
herinner ik mij dat plotselinge, harde
gebonk op het volgend station
Eensklaps schrok ik wakker, wreef
mij de ogen uit en zag dit is Gent
nietMeteen was ik de coupé uit en
in de daar tegenover juist op vertrek
staande trein retour Gent. Wat 'n ge
luk, dat ik niet in Ostende terecht was
gekomen
Zonder door de receveur gecontro
leerd te zijn, arriveerde ik 'n goed uur
te laat op Krijgslaan 8. Doch geen der
over twee uur verdeelde catechisanten
was 'm „gepiept". Allen zaten netjes
rond de tafel en lachten mij uit.
Kom daar eens om ik bedoel niet
die pret om de te laat gekomen domi
nee maar om dat blijven wachten
op hem, waar ook ter wereld Trou
wens, waar leest men elders met ge
wone huis-, tuin- of keuken-catechisan
ten de Institutie van Calvijn Het is
de vraag of veel studenten-catechisa
ties ooit zo ver komen.
Maar zó „gewoon" waren deze
Belgische jongelui ook weer niet. Er
was er één, die nogal eens zachtjes in
zichzelf mopperde tegen één of ander
leerstuk, met name natuurlijk tegen de
„uitverkiezing". Nou Willem, zég het
maar„De uitverkiezing mocht mis
schien goed calvinistisch zijn, maar bij
bels was ze in elk geval niet."
Uitgedaagd, stelde ik voor om Cal
vijn zélf daarover met elkander te le
zen, maar dan extra-critisch op het
punt van het Schriftbewijs. En zodra
er één meende, dat is geen deugdelijk
De lectuur was ook daarom niet ge-
Schriftbewijs, dan moest hij het maar
zeggen.