KNIPSELS met kanttekeningen DOOR WATER EN VUUR UIT HET DAGBOEK VAN EEN PREDIKANT Dinsdagavond. Vanmorgen dacht ik eens lekker op te schieten, 'k Had net een nieuw boek gekocht en ik wilde beginnen het door te werken. In het begin van de week is je tijd nog niet zo duur en dan moet je er eens een morgen afnemen voor echte studie. Heerlijk, zo'n morgen rustig op je stu deerkamer, terwijl niemand je stoort, en je fijn kunt lezen. Mijn vrouw bracht me een kop kof fie, even een babbeltje en onder dat babbeltje werden we 't samen eens, dat een oude zuster der gemeente vandaag haar 85e verjaardag vieren moest. Nu heb ik altijd de gewoonte, de mensen van 70 jaar en ouder op hun verjaar dag te feliciteren en dit was nog wel een kroonjaar. Ik kwam er dus niet onder uit. Dan het boek maar even op zij. Ze is nog kras. Haar rug is nog recht en haar stap nog vast en haar oog is niet verdonkerd. Maar ze is er van overtuigd, dat de jaren klimmen en dat vooral nü elke dag genade is. Ze loopt er niet mee te koop, zulke dingen liggen je niet zo voor in de mond, maar ik mag het dan wel weten, dat ze niet bang is, om straks de grote reis te doen. Ze weet, dat ze een he melse Vader heeft, aan wiens hand ze rustig gaan kan en dat haar Zaligma ker haar wacht. Dat zegt ze nu maar tegen mij, want je kunt nooit weten. Ze is nog wel flink, maar het kan ook wel eens gauw afgelopen zijn en dan weet de dominee tenminste, dat het alles goed was en dat ze thuis is. Ze heeft het ook van huis uit ge leerd. Ze heeft ook een vrome vader gehad. Nou, of die vroom was. Hij is rechtuit naar de hemel gegaan. Waar hij ook naar verlangde, want hij had hier een moeilijk leven. Eigenlijk was hij te goed en te vroom voor deze we reld. 't Was maar een korte notitie. Naast de lectuur van m'n mooie, nieuwe boek zal er zeker die dinsdagmorgen nog wel wat anders te doen zijn geweest en mijn hoofd heeft zeker naar het kussen verlangd. Achteraf begrijp ik wel, dat ik die morgen met lezen wel niet hard zal zijn opgeschoten. Maar ja, zo gaat dat, je bent ook haast nooit zeker van je tijd. En toch kon dat bezoek niet wach ten. Wat glunderden die kleine, vrien delijke oogjes. Natuurlijk had ze mij verwacht. Het zou echt een teleurstel ling geweest zijn, als ik het eens ver geten had. En dan die biecht, dat moest er nu eens uit. Ik moest weten, hoe het maar gesteld was. Waar ik trouwens niet aan twijfelde, maar wat is het schoon, om het zo vlot-weg uit haar eigen mond te horen. Och nee, ze liep er niet mee te koop, maar ze maakte er ook geen geheim van. Onze oude vromen, wat is het een kostbaar bezit. We klagen wel eens, maar in de hof des Heren rijpen toch gave en goede vruchten, oogstrijp. De hemelse Landman lean ze zo binnen halen. Maar in die hof groeit ook nog wel eens iets krom. Een oude boom snoeien heeft, meen ik, weinig zin en daarom heb ik het uitwasje maar laten zitten. Maar, wat was dat met die vrome va der Dat hij rechtuit naar de hemel is gegaan, wil ik graag geloven, maar zijn de vromen nu echt te goed voor deze wereld Ik kan er inkomen, dat Gods kinde ren een strijd hebben. We leven in een boze wereld en het eigen hart, ook van Gods liefste kinderen, blijft on rein. En de draak blijft de vrouw ver volgen zij, die Gods geboden onder houden en het getuigenis van Jezus Christus hebben, hebben het inderdaad in deze wereld niet gemakkelijk. Maar zijn ze nu te goed voor deze wereld Dan zou God z'n kinderen allemaal maar aanstonds thuis moeten halen. Maar dat doet Hij niet. Ik denk, dat Hij daar ook z'n be doeling wel mee heeft. Als de vromen, direct na hun bekering, werden opge nomen in heerlijkheid, zouden er hier op aarde alleen maar goddelozen wo nen. Zodra de Heilige Geest een hart had aangeraakt, moest dan die man, die vrouw, onmiddellijk evacueren en er zou hier op aarde zich geen kerk kunnen ontwikkelen, die de lof des Heren zingt. Och ja, ik heb het maar zo gelaten, maar die gedachte over die vrome va der liep toch niet helemaal zuiver. Het lijkt me toe, dat God de Here er zijn wijze bedoeling wel mee heeft, als Hij zijn kinderen niet direct thuis haalt. Hij wil hier zijn kerk vergade ren, Hij wil, dat die kerk zijn lof zingt, dat die kerk, midden in een donkere wereld, het licht laat schijnen. Hij geeft zijn eigen wereld niet over aan het ge weld des satans, maar Hij wil, dat zijn Naam hier klinken zal. Dat kan voor zijn kinderen wel strijd betekenen, maar voor zulk een Koning te strijden, is schoon. K.-B. v. d. L. DE OPEN DEUR Knipten wij een vorige maal iets uit. een brief van een Franse predikant, die klaagde over de gesloten kerkdeuren in ons land en die deuren die slechts te gen betaling opengaan, vandaag een knipsel uit de (r.k.) Bazuin, waarin ons verteld wordt hoe in 's Heerenberg de open kerkdeur opgenomen is in het evangelisatieprogramma van de Room se Kerk. De gast, die in 's Heerenberg zijn vacantie doorbrengt, vindt in de VVV-gids temidden van een opsom ming van vacantie-attrakties, de mede deling dat de kerk vrij te bezichtigen is. Hoewel de kerk weinig bezienswaar digs biedt slechts een drietal ge brandschilderde ramen ter herdenking van de verzetspastoor van deze paro chie en zijn helpers, die in Dachau het leven lieten zijn er verschillende gid sen in de kerk aanwezig, gidsen die zeker niet in de eerste plaats voor rooms katholieken bestemd zijn ,,Een kapelaan van deze parochie heeft een aantal jaren geleden uitdrukking gegeven aan een telkenmale terugkeren de ervaring, dat er namelijk talrijke niet- katholieken, protestanten of andersden kenden, een kijkje in de kerk komen nemen, en zo terloops aan de toevallig aanwezige geestelijke het een en ander vragen over het katholieke leven. Bij de gesprekken die toen ontstonden ligt - de geboorte van een werk dat nu al enige-jaren gaande is. Sindsdien werden er onder de zomervakantie iedere week twee theologanten gevraagd, die dus nu op het programma van hun vakantie werk, zoals leiding op vakantiescholen, assistentie bij de kampen van het vierde prinsenkind, bouworde e.a., ook het zo genaamde toeristenapostolaat in 's Hee renberg vermeld vinden. Die naam heeft het toen maar gekregen. Het is nu ongeveer al weer vijf jaar dat de 's Heerenberger in zijn kerk gedu rende de maanden juli/augustus een student in zwart pak, toog of habijt ziet lopen. En van de kant van de studenten is de vraag naar dit werk zeer groot. Spelenderwijs bijna kan hij de abstrakte studie-ervaring omzetten in een vaak zeer geanimeerd gesprek, al wandelend door kerk en sacristie. Want het kun nen inderdaad interessante gesprekken worden." Maar dat het interessant kan zijn voor de student in zijn zwarte pak, toog of habijt is niet het voornaam ste, het voornaamste is om an dersdenkenden" voor de R.K. Kerk te interesseren, daartoe richt de gids zich tot de binnengekomen toerist, maakt een inleidend praatje over het weer, de vacantie en komt tenslotte met het aan bod om samen eens door de kerk te lopen, hierop wordt over hét algemeen graag ingeg.aan" en dan ,,moet het eigenlijke verhaal beginnen. En wanneer de bezoekers wat op tem peratuur zijn gekomen, dan wordt het hem (de gids) gemakkelijker gemaakt door de vele vragen die spontaan los komen". Dat men wel weet waarover men niet en wel moet spreken, wat men wel en niet moet laten zien, blijkt uit het volgende ,,Na het een en ander gezegd te hebben over de woorddienst naar aanleiding van de preekstoel, en de gasten voor zichtig van een Maria-altaar, door ker- mislampjes geflankeerd, afgeleid te heb ben, staan ze plotseling voor het altaar. Hier verzuchtte eens een Mevrouw van protestantse huize, dat het allemaal zo warm aandoet, ze ging dan ook ieder jaar met Kerstmis naar de katholieke kerk. Hier voor in de kerk schijnt meest al alle haast te vergeten zijn, en graag gaan vele bezoekers nog even mee naar de sacristie, om de paramenten, kelken en de andere liturgische voorwerpen te bekijken." En ook dit kijken leidt weer tot iets anders, velen blijven niet stil staan bij de pracht van de kasuifels en het goud van de kelken ,,Zij willen meer weten van de Mis, hoe het er daar aan toe gaat, hoe de pries ter precies gekleed is. En wie zal wei geren om zich even aan te kleden voor de Mis, de bezoekers worden tevens aktief en houden de cingel voor, en zijn behulpzaam met het aandoen van het kasuifel. Ze vragen om een uitleg van' het Misformulier, ze willen brood en wijn zien." In een paar anecdotes wordt dan nog verteld hoe vele misverstanden opge ruimd worden en hoe men tenslotte een ervaring rijker van elkaar afscheid neemt. Wanneer we dit allés zo lezen, dan komt onwillekeurig de vraag boven, of het niet beter zou zijn 0111 de entree heffing van vele kerkgebouwen maar af te schaffen, de deur open te zetten, en te zorgen voor gidsen, neen geen drukwerkjes waarmee je in je eentje een hele kerk kunt doen, maar perso nen die de mens onderweg metterdaad de weg wijzen. VAN HET ENE UITERSTE IN HET ANDERE We knippen nogmaals uit de (r.k.) Bazuin, ditmaal een ingezonden n.a.v. een preek van een professor in een van de Amersfoortse parochie-kerken, de predikant had namelijk „vroeger" en „nu" vergelijkende onder meer het vol gende gezegd „Dertig jaar geleden bijvoorbeeld, was het heel gewoon dat een priester tijdens het genot van een kopje koffie aan een stel vroeg En waar blijft de volgende baby? Tegenwoordig gaan vrijwel alle priesters van het denkbeeld uit dat het kindertal in eerste en laatste instantie een zaak is van de ouders zélf." Inzender vertelt nu de volgende ge schiedenis „Een broer van mij kreeg in de eerste vijf jaren van zijn huwelijk vier kinde ren. Vier dochters, die alle vier uiter aard bij vader en moeder van harte wel kom waren. Toch wilde mijn broer hierna enige spreiding in zijn kindertal brengen en in overleg met zijn echtge note besloot hij over te gaan tot het toepassen van periodieke onthouding. Hij ging hierover praten met een pries ter van zijn parochie. Wat denkt U wat De priester gaf hem in ongezou ten bewoordingen er van langs omdat hij in tijd van vijf jaar liefst vier kin deren had gekregen. „Bent u gek, me neer, zoiets is toch niet verantwoord in deze tijd" Over vernieuwing en progressiviteit gesproken T. v. H. Feuilleton door J. BRANDENBURG Een verhaal uit de bezettingstijd IV Wat er in Duitsland gebeurd is Dat zal eerst de eeuwigheid openbaar maken. Jodenvervolging, langzame uitmoording in concentratiekampen, gruwelijke martelin gen in gevangenissen. En nu het binnenland voor goed gekneveld ligt, komt het buitenland aan de beurt. Let maar eens op, zegt De Wilde en hij neemt zijn krant weer in de handen, let maar eens op, hij begint nu aan Oostenrijk. Schuschnigg heeft hij te Berchtesgaden als een kwajongen behandeld. Dat is al lang een doorge stoken kaart, die Seyss-Inquart zal wel zorgen, dat Oos tenrijk bij Duitsland wordt ingelijfd. Let maar eens op... Het is tien uur en Dina zet de radio op Hilversum. De A.N.P.-berichten worden doorgegeven. Ze horen van monsterprocessen, die in Moskou aan de gang zijn. Boecharin, Rykow en andere bolsjewisten zijn bij Stalin in ongenade gevallen. Ze krijgen natuurlijk de kogel. Er wordt nogmaals een verhaal gedaan over de nieuwe arrestatie van Ds. Niemöller Ja, ja, we weten het al, zet het ding maar af, kind, zegt De Wilde. Hij geeuwt. Het is een drukke dag geweest en morgen moet hij naar Rotterdam met de eerste trein. Hij neemt de Bijbel en leest een psalm. Na het avond gebed begeeft de familie zich ter ruste. De nabije torenklonk slaat met slome slagen elf uur. HOOFDSTUK II. Neen, het is geen genot kranten te lezen, of naar de radio te luisteren. 1938 levert weinig fraais op. Dat is nu net als met een onweer, dat uit het Oosten komt opzetten. De Wilde kent die onweersluchten heel goed. Het rommelt al maar in de verte. De lucht ziet er grauw en akelig uit. Dan komen er noordelijk gele koppen en dan weer zuidelijk. Het dringt al maar naderbij. Maar toch komt het zelden boven de Zeeuwse eilan den. Het blijft maar hangen boven Brabant of België. Het is net, alsof de twee zeearmen de Oosterschelde en de Westerschelde een beveiliging bieden tegen het zware weer. In Zeeland dondert het weinig. Maar, o wee wanneer het over het water heen komtBerg je dan maar. Dan is het ook net, alsof het niet meer heen of weer kan. Het wordt van Noord naar Zuid en van Oost naar West opgestuwd. Vooral in de tijd wanneer de zee geen buien meer aanneemt. Dat is na St. Jan. Dan kan het hele nachten blijven spoken. Aan zulk onweer, dat boven Brabant komt opzetten, moet De Wilde nu ook altijd denken, wanneer hij de nieuwsberichten leest. Duitse troepen zijn Oostenrijk binnengetrokken. Italië aanvaardt de „rassenleer" in Spanje blijft de burger oorlog woeden Franco krijgt steun van Italië en Duits land, de regeringspartij krijgt steun van Rusland en in t geheim ook van Frankrijk, Barcelona wordt onmense lijk gebombardeerd. Engeland gaat zijn luchtvloot uit breiden Duitsland mobiliseert aan zijn westgrenzen. In Amerika worden opzienbarende processen gevoerd te gen Duitse hoge ambtenaren en officieren, wegens spion- nage op grote schaal. De Duitse regering eist de eed van trouw aan Hitler van alle predikanten. De Engelse vloot wordt gemobiliseerd. De Nederlandse militairen krijgen geen verlof of bewegingsvrijheid. In München wordt ge confereerd tussen Engeland, Frankrijk, Duitsland en Italië. En dan komt plotseling ontspanning. Chamberlain wordt met groot enthousiame ontvangen als hij terugkeert van deze conferentie en met zijn parapluie uit het vlieg tuig stapt. Hij houdt een radiorede, waarin hij het En gelse volk volkomen geruststelt en op vaderlijke manier eindigt met de woorden and now I recommend you to go home and sleep quietly in your bedsEn nu raad ik je aan naar huis te gaan en rustig te gaan slapen Hij had immers een briefje meegebracht, door Hitier per soonlijk ondertekend, waarin te lezen stond, dat Duits land en Engeland nooit meer oorlog met elkander zouden voeren. Europa herademt En als De Wilde met zijn gezin een paar avonden latei- weer naar het A.N.P. zit te luisteren komt dr. Colijn voor de microfoon, die ook al tot „rustig slapen" aan maant, wantde regering waakt Maar De Wilde schudt een beetje wantrouwend het hoofd. Hij is een zakenman en dus gewend nooit over ijs van één nacht te gaan en de dingen eer te wantrouwen dan te vertrouwen. Ik geloof er niet aanzegt hij tegen zijn vrouw. Dat heb je met dat verraderlijk onweer soms ook. Dan is het net of er opeens verbetering optreedt. De wolken schijnen uit elkander te scheuren en je ziet zelfs een stuk je blauw ergens aan de horizon. Er komt beweging in de opeengepakte donderkoppen en het lijkt wel of een reu- zenadem ze uiteen blaast. Maar wacht dan eens even afOnieuw grijpen de donkere massa's elkander aan, opnieuw begint het te grommen en het wordt donkerder dan het geweest is. Het kan dan een korte poos zo dreigend stil zijn, dat mens en dier zich angstig bergen. En je weet dan wel, wat er komen gaat. Volgens het besef van De Wilde ziet het er nu ook zo boven Europa uit. Zijn vrouw, die altijd een beetje optimistischer kijk op die dingen heeft, zegtJij ziet het altijd zo donker in, ze zullen het toch niet op een tweede wereldoorlog laten aankomen? Ze hebben daar genoeg mee geleerd. Ze hebben niets ge leerd, de mensen leren nooit iets, let er eens op, zegt hij. De volgende dag komt de Jood, Hammelburger, de slager van het dorp, de bestelling thuis brengen en mevrouw zegtHet ziet er met de toestand toch een beetje beter uit, vind je niet, Hammelburger De Jood gebaart druk, terwijl hij haar aankijkt op een manier, alsof hij zeggen wil hoe kom je toch zó on nozel (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 2