eeuwée 3£erkkocle 80 -JARIG BESTAAN .J EEN WONDERLIJKE TUINMAN V*. Van de wijde, ruige Heide 16e JAARGANG No. 16 14 OKTOBER 1960 OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur Dr. C. Stam, Goes Westwal 2, Telefoon 5906 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, VlissingenDs. D. J. Couvée, Bennekom Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. C. van Hattem, Terneuzen Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer "Ik worstel Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg. en ontkom r Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 ct. Drukkers-Uitgevers Littooij 6 Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, Tel. 2438 Giro no. 42280 LJ Op 20 oktober a.s. viert onze Vrije Universiteit haar 80e verjaardag. Dit instituut heeft dus nu een respektabele leeftijd verworven, zonder dat ,,de ouderdom" haar parten gaat spelen. Integendeel Naarmate de jaren klimmen, is de ontwikkeling van deze universiteit op geref. grondslag toegenomen. Bij de opening in 1880 waren er enkele" stu denten, meer niet. En, men moest nog vragen wat voor studenten Een en kel staaltje zegt ons genoeg. Men zou in het latijn onderwijs geven. Dus het diktaat werd opgenomen in die taal. Eén der theol. hoogleraren, die gauw last van kou had, wilde graag dat de studenten een openstaand raam in de kollegezaal zouden sluiten. Vriendelijk verzocht hij er om, in een korte, latijn- se zin. Wat deden de studenten Zij schreven het netjes op in hun diktaat... en bleven zitten. M.a.w. zij begrepen er niets van. Dat waren zo de eerste ,,aankomertjes", weinig belovend voor de toekomst. Thans gaan wij naar het getal van 3000 studenten toe En, men rekent, dat over enige jaren dit getal nog veel groter zal zijn. De pogingen om tot nieuwe gebouwen te komen, zijn dus waarlijk niet zonder reden. Wij moeten een gebouwen-komplex hebben, dat in staat is om al die studenten plaats te geven om te studeren. Er is natuurlijk véél veranderd wat het interne leven betreft. In vroeger jaren was bijna iedere student lid van het studentencorps. In deze tijd is nog niet de helft lid van dit instituut. Dit is jammer. Naast het zitten op banken of stoelen in een collegezaal is het onderling verkeer van studenten een haast onmisbare faktor. De uit spraak is bekend véél heb ik geleerd van de professoren, méér van de boe ken, het méést van de vrienden. Het corps draagt bij tot een zekere levens vlotheid, die een dominee, een leraar, een advocaat, en wie u verder wilt, altijd van pas komt. Je kunt „maar eens" zo'n scholing ontvangen, en dat is tijdens de studentenjaren. De Vrije Universiteit begon eens met de studie in de theologie, letteren en rechten. Nu kunt u alle kanten uit. Wiskunde, chemie, medicijnen, econo mie, moderne talen, voor al deze op leidingen geeft onze universiteit moge lijkheden. De invloed van de theologie is dan ook anders geworden dan in de eerste levensperiode. Wél vormen de theolo gen een behoorlijk deel van de duizen den studenten, maar het is niet meer overheersend. Er moeten trouwens heel andere ambten worden ingenomen, en daar werkt de universiteit op. Nog altijd komt een aanzienlijk be drag bij elkaar door lidmaatschap, con tributie, enz., waardoor het bestaan van deze stichting wordt gedragen. Want de subsidies zijn niet voldoende om heel dit bedrijf op gang te houden. Wie wel eens de stoet van hoog leraren en lektoren heeft gezien, die kwam onder de indruk van zoveel ge leerdheid. Voorname mannen waren aan deze stichting verbonden. De plaats, die de V.U. in het volksleven inneemt en de invloed, die er van uitgaat, zijn van dien aard, dat wij met grote dankbaar heid het 80-jarig bestaan mogen her denken. God heeft daarin véél gege ven. Bij de enorme uitbreiding, die haast niet bij te houden is, mogen wij voor ogen houden, wat eens de opzet was een geloofstuk Een bolwerk in de vorige eeuw, om de destijds heersende invloeden tegen te gaan. Van zekere zijde werd de stichting met enige hoon ontvangen. Men vond de opzet nogal twijfelachtig en belachelijk. Helaas hebben daar ook wel aan meegedaan mensen, van wie men anders had mogen verwachten. Maar, de arbeid is voortgegaan. Het ene geslacht hoogleraren volgde het andere op, en de wetenschappelijke ar beid van de V.U. mag worden gezien. Naast de andere universiteiten neemt zij haar plaats met ere in. Welke mogelijkheden hier liggen voor de geestelijke vorming van onze studenten, straks de leidslieden in gro ter of kleiner kring, kan ieder zich wel enigszins voorstellen. Wij hadden na tuurlijk een zekere achterstand, omdat aan verschillende takken van weten schap niet voldoende aandacht was besteed. De tijd lag ver achter ons, dat een dominee zee-wegen bestudeerde en andere predikanten zich bezig hielden met natuurkundige vraagstukken. Er was in de vorige eeuw de moeilijke strijd om het bestaansrecht van het christelijk leven. Daar kwam toen bij de erkenning van het recht van de wer kende stand. Onkunde en misverstand moesten weggewerkt worden. Ook daar hebben de mannen van de V.U." hun bijdrage bij geleverd. De uitbouw ging verder, ook omdat de wet er om vroeg. Toen is de oor logsellende over ons volksleven gegaan en na de bevrijding heeft de V.U. een ongekende uitbreiding gehad. Ook uit de kring van professoren en studenten, alsmede uit verdere univer sitaire colleges, waren er, die zich heb ben ingezet voor de nationale zaak. Sindsdien is men deze stichting in ons land ook anders gaan waarderen. Wij cTïleditatie Want indien gij uit den wilden olijf, waartoe gij naar uw natuur behoort, weggekapt en tegen uw natuur op den edelen olijf geënt zijt, hoe veel te meer zullen dezen, naar hun natuur, op hun eigen olijf geënt worden. Rom. 11:24. Ja, daar gaat het over in dit zinnetje uit die lange brief aan de gemeente in Rome, een gemeente uit de heidenen, die zich niet inspande voor de Jodenzending. Ook in onze kerk vindt u mensen, die geloven, dat de rol van Israël uitgespeeld is dat er voor Israël niet meer beloften klaar lig gen, dan b.v. voor Frankrijk Waarom Paulus zich in Rom. 9^11 haast te verklaren, dat het Joodse volk in Gods plan beslist nog niet uitge speeld is Paulus zegtGod is een Tuinman, die twee olijfbomen bezit. Een wilde boom, die geen vruchten draagtde heidenen. En een edele olijf, een kostbaar bezit Israël waarvan hij goede vruchten mag verwach ten, wanneer het wortelt in Zijn liefdevolle zorg. Deze verwachting is echter beschaamd. Israël versmaadde de edele sappen van Zijn liefde, ze hebben zelfs hun Messias verworpen. Er schijnt een plasticlaag om hun hart gegroeid te zijn ook Paulus ervaart dat, b.v. in Thessalonica. Maar zulke plastic-harde, onvruchtbare takken hakt de Tuinman weg. Maar dan doet de Tuinman iets wonderlijks Hij neemt wilde olijf takken en ent die in op de edele olijf, wat een boomkweker in Kapelle niet spoedig doet. Die ent juist een edele tak op een wilde boom Gods fantasie is groter Hij ent wilde takken (de kamerling, Cornelius, u en mij) in de edele stam van Zijn Verbond. Wonderlijke Tuinman. En wat doen we nu met zoveel liefde Nu gaan we toch zeker niet tegen die afgehakte takken opscheppen God heeft het met ons toch beter ge troffen, dan met jullie Dat zou misplaatst zijn. God ent ons immers niet op, maar tussen de gelidtekende plaatsen (vs. 17): er blijft een uit nodiging voor Israël Geen wonder, zegt Paulus, want, als er zoveel heidenen geënt wor den, hoeveel te meer zullen dan de kinderen Israëls op hun eigen olijf geënt worden. Want de Tuinman wil niet alleen de oogst, de volheid", uit de heidenen binnenhalen. Hij wil ook uit het Joodse volk de uitge lezen volheid" in Zijn schuur brengen. De ingeënte takken hebben een boodschap voor de afgehakte God raapt u weer op. We zullen ons hebben te bekeren van onze kortzichtigheid en Israël moeten herinneren aan Gods plan, d.w.z. .Israël jaloers maken" ,,Want," schreef Dr. Kui per reeds in 1910, ook. voor de Joden komt eens de tijd, dat ze weer in grote getale voor de van God over Sion gezalfde Koning zullen buigen. Wanneer hun uur precies komt, dat weten wij niet, maar hun bestendig voortleven zegt nog, dat hen een toekomst wachtGerust vertrouwen wij Israël daarom toe aan de zorgen van die Tuinman, Wiens beschik kingen ondoorgrondelijk zijn en Wiens wegen onnaspeurlijk. Hem zij de heerlijkheid tot in eeuwigheid. Amen. Aardenburg. J. D. DE VRIES. kunnen veilig zeggen, dat onze univer siteit van alle kanten achting verwerft en een beslist geluid laat horen. Er wordt wel eens gefluisterd, dat de theologie van Kuyper niet erg meer in trek is en weinig gelezen wordt. La ten wij nu met dank aan God geden ken, wat Kuyper deed door de oprich ting van de Vrije Universiteit. Welk een inzicht, en welk een innerlijke kracht moet hem vervuld hebben, om zich in te zetten voor dit christelijk hoger onderwijs. Hier heeft toch iets geniaals gesproken, dat Kuyper het zó ver heeft kunnen krijgen, om met mede werking van anderen, onder véél tegen- werking, voor dit hoger onderwijs ruim te te verschaffen. Terwijl wij de vruchten van dit werk genieten, mogen wij niet vergeten met eerbied de inzet tot deze geestelijke strijd te herdenken. Daartoe zal het lustrum dienen. Geven wij met hart en ziel en met milde hand voor deze Universiteit Haar 80e verjaardag roept om ons ant woord. Wij hopen, dat er algemene belang stelling onder ons moge zijn voor de .Vrije", en dat haar werk een geze gende ontwikkeling moge behouden. C. St. Bemoedigende rondrit. Wie zondag op zondag op een an dere kansel staat, een andere kerkeraad ontmoet, een andere gemeente voor zich ziet, een andere liturgie te volgen krijgt, een andere organist begeleiden hoort en 's middags de gast is in een ander gezin, die verheugt zich wanneer hij toch niet steeds weer aan „ver schraling" denken moet. Dreigt ook dit diep-ernstig woord niet reeds weer te slijten tot een al te gemakkelijk gehanteerd cliché, zoals ook bijvoorbeeld het steeds minder goed begrepen woord facet, dat links-rechts wordt misbruikt door handelsreizigers en ministers, die spreken van de „fa cetten", die één of ander taai wetsont werp, de toto of zelfs scheerkwasten zouden hebben, alsof „facetten" niet bij voorkeur zouden flonkeren aan de geslepen edelsteen of aan het weer schijnend oog van een insekt, instee van aan alle mogelijke en onmogelijke banale dingen, die hoogstens zeer pro zaïsch slechts allerlei vaak zeer onge slepen „kanten" kunnen hebben. Ik hoorde het nog gisteravond door drie verschillende televisie-sprekers misbrui ken Maar Excellentie dagbladschrijver vakbondsfeestredenaar maar margari nehandelaar noem de dingen dan toch bij hun naam Verschraling. Is zij er Volgens velen zelfs in niet geringe mate. Ik hoorde eens iemand dit profetisch, pijnlijk onderwerp inleiden, waarbij 't gegrinnik van zijn toehoorders haast niet van de lucht was. Of hij ook van de „vele facetten van de verschraling" sprak, herinner ik mij niet precies meer, maar bij zijn „vlotheid" acht ik het niet uitgesloten. Het meest treffende van die avond was wel, dat misschien ieder na deze lezing over geloofsverschraling, zo opgewekt pratend enkel over de spreker huiswaarts keerde. Nou, dat was er nog 's één Die kon ze kwijt raken Kwinkslagen, meppen, links en rechts, bedoelde men. Doch bepaald verslagen over die volgens spreker zo schrikkelijke „verschraling", ging mo gelijk niemand heen, of het moest zijn over de mishandeling van een zó pijnlijk thema. Menigeen wéét dat maar zó natuur lijk was het vroeger, vooral héél vroe ger, zoveel beter in onze kerken, ploeg de men zoveel dieper in 't gezin, in de preek, in 't gesprek daarna bij de kof fie thuis, op een begrafenis, bij een bruiloft Zou het een eenvoudig statistisch te constateren feit zijn Hoe wéét, hoe méét men dat O, ongetwijfeld, de geleidelijke klim dier „kleine luyden" vóór de oorlogen, de sprongsgewijze welvaartsstijging na de laatste oorlog, deed lang niet ieder enkel goed. Het likkebaarden aan cultuur of wat daarvoor doorgaat en al te gretig soms wordt geaccepteerd, het al meer krant en radio- en televisie-tijdgemors laat bij meer dan één nauwelijks tijd voor

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1