^eewuj<)e 3£erkbocle r v ELKAAR niet bemoeilijken kleine vossen Geldt het wel VOOT lij 16e JAARGANG No. 15 7 OKTOBER 1960 OFFICIEEL WEEKBLAD TEN DIENSTE VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN ZEELAND Redacteur Dr. C. Stam, Goes Westwal 2, Telefoon 5906 Medewerkers J. A. van Bennekom, Middelburg Dr. A. J. Boom, Vlissingen Ds. D. J. Couvée, Bennekoin Drs. A. Elshout, Koudekerke Ds. W. C. van Hattem, Terneuzen Ds. A. Koning, Oud-Vossemeer "Ik worstelJ Dr. P. C. Kraan, Vlissingen Ds. J. v. d. Leek, Kapelle Ds. P. van Til, Middelburg. cn ontkom Abonnementsprijs 3,per halfjaar bij vooruitbetaling Advertenties 12 cent per mm. Bij abonnement lager Losse nummers 12 ct. Drukkers-Uitgevers Littooij Olthoff Spanjaardstraat 47 Middelburg, Tel. 2438 Giro no. 42280 cÏTled.ltatie ,,Of weet gij niet,u wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens konden wan- delen." Romeinen 6:3 en 4. Het kan een angstige vraag zijn, die ons kwellen kan „Geldt het nu ook voor mij ,,Is Christus nu wel voor mij persoonlijk ge storven Er zijn er altijd nog, die dat niet met zekerheid kunnen zeggen. Vooral onder de ouderen. Zullen we samen eens eerlijk naar de Bijbel luisteren Paulus zegt in Rom. 6 (een moeilijk hoofdstuk, maar als je het steeds weer leest, is het een lied dat allen, die in Jezus gedoopt zijn in Zijn dood gedoopt zijn. En in Jezus zijn we gedoopt, nietwaar Want er is bij onze doop gezegd N.N. Ik doop U in de naamdes Zoons Prachtig, we zijn dus in Jezus gedoopt. Dan zijn we, zegt Paulus, in Zijn dood gedoopt. Met andere woorden onze doop beeldt af, dat we samen met Jezus de dood zijn ingegaan. Toen Jezus stierf aan liet kruis, stierven wij, die gedoopt zijn, daar dus ook. Het gaat dus nog even verder, dan wij in onze angst ons afvra gen Onze doop zegt niet alleen, dat Jezus voor ons gestorven is die doop zegt ook, dat mijn oude mens (zie Catechismus vraag 43, Zondag 16) ,,er al aan is". Om dat even duidelijk te stellen Vroeger doopte men met on derdompeling. En nu stelde dat onderdompelen voor, dat je onder water zou verdrinken, maar je kwam weer boven en kon weer verder leven. Paulus zegtDus beeldt je doop af, dat je gestorven bent en weer opgestaan bent. Onze doop beeldt afmet Christus gestorven en opgestaan (zie vers 6) tot een nieuw leven. Wat er dus met Christus is gebeurd, is ook met mij gebeurd. En dat dit ook met mij gebeurd is, dat beeldt mijn doop af. Mijn doop zegtJe bent al bekend en al wedergeboren. Er hoeft in die zin niets meer met mij te gebeuren. Het is gebeurd. En nu de conclusie. Ik moet me dus niet angstig afvragen Geldt het wel voor mij Nu ik moet juist leven als een mens, die al door Jezus is over gebracht naar Zijn rijk. En van daaruit moet ik verder leven. Met Christus. Hij is mijn bekering en mijn wedergeboorte. Omdat ik al een nieuw mens ben (de belofte bij mijn doop), moet ik als een nieuw mens leven. Mijn doop heeft mij met Jezus één gemaakt. Wat er met Christus is gebeurd, is met mij gebeurd. Daarom met Jezus moeten we leven als nieuwe mensen, die we (dank zij Hem al zijn. Zonnemaire. P. MELSE. Een simpel berichtje kan soms aan leiding- zijn voor ons, om grote levens vragen te overwegen. Reizen met elkaardaarvan is in een bekend gezang sprake, dat bij ons niet zo erg fijn uit de bus gekomen is in gewijzigde vorm. Als je met elkaar reist, dan betekent dat, dat je jezelf ook naar een ander schikt. Dan doe je wel eens iets terwille van een ander, waar je nu zelf niet zo erg op gesteld waart. En, als het over „rechten" gaat, dan spreekt het vanzelf, dat wij in de kerk een ander zijn recht niet willen onthouden. Deze dingen zijn onder ons niet in geding. Toch kan het gebeuren, dat wij el kaar het toekomend recht onthouden. Zo ging er een berichtje door de pers, dat „ergens in ons land" aan de kerkeraad gevraagd, ja gesmeekt was door de zusters der gemeente, om haar nu toch eindelijk te laten deelnemen aan de verkiezing van ambtsdragers. Niet, dat die zusters zelf graag ambtsdrager wilden worden, maar dat zij met de mannelijke belijdende leden samen aan de verkiezing mochten bij dragen. Het antwoord van de kerkeraad was niet bemoedigend. Latermaar nu nog niet U denkt misschien in welk gehucht heeft zich dat nu afgespeeld Een ge hucht is het niet Een belangrijke plaats ergens in het Noorden, waar de gemeente over de duizend zielen telt Dus, wel een kring die een beetje kan meetellen. De kerkeraad stond zonder meer af wijzend tegenover de vraag. Althans, als men de kerkelijke berichten geloven mag. LaterDat zeggen wij ook wel eens tegen kinderen als zij iets willen. Later, dan zul je het hebben. Een schrale troost, als je nu met lege handen weggestuurd wordt. Intussen is het bij die vraag van meergenoemde zusters nog wat anders gesteld. Zij vragen om een recht, dat door de Kerk aan de vrouwelijke be lijdende leden is gegeven. Een recht, dat zij behoren te bezitten. Tenzijer leden van het manne lijk geslacht naar voren komen, die zo'n beetje in de zin van de wereld van de islam een vrouw beschouwen als een minderwaardig wezen. Een jonge man, die pas komt kijken en vroeg belijdenis deed, spreekt mee zijn meer bezadigde moeder moest haar mond houden. Er heeft heel wat misverstand ge heerst, ook onder gereformeerden, in zake de erkenning van de vrouw. Op dat punt heeft de ontwikkeling van de r.k. hiërarchie toch wel flink doorge- Het was in Vorden, U weet wel, een van die heerlijke, door de natuur rijk- getooide dorpen in de Achterhoek. Ik was daar indertijd consulent, een jaar of 12 geleden, 't Heugt me nog, dat ik daar op een zomerse dag tegen de avond rondfietste en dat op eens de rust werd verstoord door een luchtge vecht. Een grote zwerm kraaien, kouw- tjes en spreeuwen kluwden om en door elkaar, al krassende en kwetterende. Ik begreep niet, wat dit spectakel had te betekenen. De mussen kunnen in 't voorjaar ook veel gedruis veroor zaken, wanneer een troep mannetjes vechten om een veelbegeerd wijfje. Maar dat was hier niet het geval de liefde was niet in 't spel. En opeens zag ik uit de wervelende werkt. De man regeertwat zou de vrouw daarnaast Blijkbaar is er een kerkeraad onder ons, waar men in meerderheid de ge dachte is toegedaan: zusters... zwijg Mogelijk is het natuurlijk, dat deze broeders in het dagelijks leven niet zo veel te vertellen hebben in de huiselijke kring, als 's avonds laat op een kerke- raadsvergadering. En, dat zij nu met elkaar een kans zagen, om te heersen. Let welheersen, nietregeren. Wie regeert, houdt rekening met de om standigheden, met het recht van ieder; maar wie „baasje speelt", die houdt een ander „er onder". Hoeveel schade voor het geestelijk en kerkelijk leven kan daaruit voort komen De verhoudingen onderling worden er niet beter op. Het kan niet anders, of die zusterenschaar gevoelt dit als een onrecht. Elders wélzij daarentegen nietTerwijl toch ook daar de kerkeraad wéét van besluiten van de meerdere vergaderingen. Het heeft door héél het land heen gunstig gewerktwaarom wordt er dan op een enkele plaats geen recht gedaan Dit is een verbreken van de orde on der ons. En „vrome" redenen kunnen hier niet baten. Het lijkt wel, alsof men oude beproefde paden wil bewandelen, maar men is „buiten de orde". Dat is zeker onjuist. Nu gaan wij geen weeklage houden voor die verdrukte zusters, maar wij wijzen op het onrecht, dat broeders de vrouwelijke klasse aandoet. Op deze wijze komen er verbeten gezichten en veel moois gaat te niet. Enwaar moeten deze zusters haar stem verhef fen Op een gemeente-vergadering Pardon Dat de vrouw in de gemeente zwijge. Ja, het is toch maar fijn, wanneer je „Bijbelvast" bent. Nu wordt er ook in de Schrift gesproken tegen de mannen, dat zij bij haar vrouwen moeten wonen met verstand en dat zij aan de vrou wen eer zullen bewijzen. Het wil mij voorkomen, dat dit niet gebeurt, wan neer wij met breed-principiëel gebaar tegen de vrouwen zeggenhoudt je mond Dit is een bemoeilijken van elkaar. Ergernis op eikaars pad brengen. Als wij samen door het leven gaan, in de kerk willen dienen, dan zullen wij ook eikaars recht hebben te eerbiedi gen. Daar wordt de samenleving rijker van en daarin blijkt, dat wij elkaar „eren om Christus' wil". Het is in het Noorden wel eens kou der dan in het Zuiden. Maar, hier heeft de lagere temperatuur beslist geen goed gedaan. Mogen wij er allen onze winst mee doen C. St. kluwen een grote vogel naar beneden vallen, die zich liet neerploffen in een schoorsteen. Na nog wat lawaai, hield de voge- lendrukte op. De opgebrachte, aangevallen, bepik- te vogel bleek een uil te zijn, wellicht een kerkuil. Toen ik van onze Uitgever het over zicht kreeg, waarin de stoet medewer kers werden aangekondigd, voelde ik me die uil, die van alle vogelen werd aangevallen en uitgewezen. Als ik die rij van penvoerders, romanschrijvers, literair-geschoolden, brede-blik-schouwers, psychologen, paedagogen overzie, dan voel ik me als die „Uil-van-Vorden". 'k Hoop niet, dat U denkt, dat ik bedoel iets te heb- ben van de bont-gevederde vogel uit Jer. 12:9, die door roofvogels werd benard, want dan zou ik van. m'n mede werkers een niet al te hoge dunk heb ben, als zouden zij behoren tot de roof ridders en ik tot onschuldige, schoon- geverfde vogeltjes, die met hun wel luidende zangstemmen 't oor ontroe ren. De „vossenjager", zoals de Uitge vers de „uil" willen betitelen, zal zich wel heel kleintjes houden en wegschui len in een of andere schoorsteen, van waaruit hij dan nog steelsgewijze op wat kleingoed schieten kan misschien dat d'an het edelachtbaar gezelschap hem dan niet zo opmerkt en hem stil laat betijen. Als ik 't geheel overzie, mag ons blad wel in forser formaat verschijnen, of de medewerkers moeten wat véren worden gekort, opdat hun vleugelslag niet te breed worde dus korte arti keltjes gezellig En daarompunt, en duik ik weg en mik van Uit een schoorsteen in 't oude-Vossendorp. P.S. Ja, Uitgever, dit moet er weer in, hoor. Als je de ontroerende dank betuiging leest van een andere Franse Dominé, dan moet ik wel doorgaan. Hier zijn weer de van liefde en dank baarheid getuigende giften J D. te G. ƒ5,- B. te A.J.P. ƒ5,- D. te N. ƒ5,-; W. te VI. ƒ30,-; B. te M. 5,- N.N. te St. L. 20,-; B. te St. L. 2,- Ds N.N. 5,- Mej. G. te M. 5,— v. D. te M. 10,— Mevr. Ds H. te N. 15,— N.N. te H. 10,- D. te M. 10,- A. M. te O. 2,50 B. te M. 5,- de Gr. te Gr. 5,- R. te Z. 5,- N. te B. 10,— v. K. te A. 2,50 W. te G. 2,50 Mej. v. d. W. te Kr. 2,50 K. te St. L. 2,50 A. B. te S. 2,50uit coll. te Wolphaartsdijk 15,- de K. te Sch. ƒ20,- S. te L. 2,50 N.N. te O.V. 5,- H. te G. 2,50 H. te VI. 2,50 H. te R. ƒ5,-. Behalve Zeeuwen waren er nu weer Hollanders en tevens uit Utrecht en Overijssel, die hun warme hart lieten zien. Waren 't in vroeger eeuw Hollan ders en Zeeuwen, die de Fransoos weerstonden, nu helpen alle Provincies de Franse Broeders en zusters bij te staan in hun moeilijk pastorie-bestaan. Naast Gallische dank, betoon van vreugde in de Vosmeerse pastorie bij 't opnemen der giften, gestort op 220659 van de girohouder Ds A. Koning, Oud-Vossemeer.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1