Als de tijden veranderen H#jaar zestiende jaargang No. io Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland 1/Ui/LL waardering van gezag r~ cTïleditatie ONZE BESTEMMING ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur ten tot dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 2 SEPTEMBER '60 Abonnementsprijs: 3per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. Enkele weken geleden hebben wij stil gestaan bij de weelde van de va kantie. Dat het tegenwoordig zo an ders" is dan vroeger. Daar zijn wij het wel over eens. Nu haalde ik een enkel voorbeeld aan uit de praktijk om duidelijk te ma ken, dat ieder het niet eens was over de vakantie. Ik noemde o.a. als voor beeld een paar rentenierende landbou wers. Waarom Eenvoudig omdat deze mensen dicht bij mij woonden en ik van hun doen en laten nogal op de hoogte was. Het geval had zich ook kunnen voordoen, dat er verschillende rente nierende fabrieksdirekteuren dicht bij mij gewoond hadden. Maar dat was niet zo. Is het dan zo onbegrijpelijk, dat een beeld genomen werd uit de praktijk Het was geen fantasie, maar werkelijkheid. Met deze renteniers leefde ik in een goede verstandhouding zo goed als met andere mensen. Zij stonden alleen véél te scherp tegenover de samenle ving en hadden niet de mildheid, die nodig is om de medemens te naderen. Ja, dat er op velerlei gebied zich veel heeft afgespeeld, dat ons achteraf niet tot eer kan strekken, is waar. De tij den, in de fabriek doorgebracht, wa ren van 6 uur 's morgens tot 7 uur 's avonds, 's Zaterdags ging het werk door tot 4 uur in de middag. En ook daar gold niet werkendan ook niet uitbetalen Wanneer ik aan het schrijven ge slagen was over sociale misstanden aan het begin dezer eeuw, dan was er nog heel wat anders gekomen. Gebrek en ziekte kwamen al te gemakkelijk bin nen. Toch waren er nog geestige ar beidersvrouwen, die van de humoris tische kant de zaak bekeken. Zoals die éne, die bij 't slijpen van haar mes de opmerking maakte eer we in de ham gaan snijen, even 't mes aanzetten Er kwam nooit een stukje ham op tafel. Laat dus niemand van gedachte zijn, dat de boerenstand hier méér wordt aangewezen dan een ander. Jammer is, dat de christen-boer óók aangewezen kon worden en het geld daar ook geen middel bleek tot reformatie van het leven. Als u zich de strijd om de sociale gerechtigheid wegdenkt, dan was de werkende bevolking overgeleverd aan degenen, die de maatschappij maar al te graag beheerden. Zij hebben dat echter niet gedaan in de geest van Cal- vijn meer bezit, ook meer verantwoor delijkheid. In dit opzicht is het ontwa ken in christelijke kring wel heel laat gekomen en vond het socialisme geen maatschappij vorm, waarin het dienen om Christus' wil duidelijk naar voren kwam. Zó kon het socialistisch ideaal voort gang hebben. Het zal nodig zijn, dat wij bij een terugblik naar het verleden hierin onze nalatigheid en schuld verstaan. Het christendom kan immers een nieuwe samenleving bevorderen maar het heeft zich helaas veel te lang bezig gehouden met ,,het leven der ziel", en van Gods glorie op aarde verstond het weinig. Merkwaardig is, bij betere toestan den op aarde, dat het zakenleven daar door niet verminderd is. Er is over heel de linie een betere welvaart. De ar- beidsmoeilijkheden zullen blijven voor verzorging van het vee is men aange wezen op de krachten van het gezin. Straks, als de 5-daagse werkweek al gemeen gaat worden, komen er allerlei problemen bij. Voor de dominees zal het ook wel zó zijn, dat zij voor 7 da gen paraat moeten blijven. Doktoren e.a. krijgen ook een andere toestand. Arbeidsvreugde moet weer de bood schap zijn, die uitgaat en waarnaar het leven zich regelt. Men zal in deze maatschappij nim mer een orde halen", die voor allen tegelijk verandering ten goede brengt. Wanneer het dan over christenen gaat, dan is dit de belangrijke vraag streven zij naar verlossing van het le ven Dit is de roeping, waarmee God ons heeft geroepen. C. St. Mina 31 augustus blijft nog altijd de da tum, die tot ons spreekt. Het is de ver jaardag van onze vroegere vorstin, prinses Wilhelmina. Wij eerbiedigen gaarne haar wens, dat deze gedenkdag zonder opzettelijk feestvertoon zal voorbijgaan. Maar wij willen tegelijk vaststellen, dat het ons onmogelijk is, om op 31 augustus te doen alsof er niets aan de hand is. Vele rustige jaren heeft de destijds regerende vorstin al genoten. Tussen 1880 en 1960 ligt haar geschiedenis tot dit ogenblik. Het werd een tijd van omkeringen op maatschappelijk en so-' ciaal gebied, het ontwaken van een nieuwe orde van zaken. Vaak was er bittere kritiek op het vorstenhuis, denk maar aan het optreden der socialisten bij de inhuldiging van de jonge konin- ging. En er waren de spanningen tus sen de volkeren, die tot twee maal toe hebben geleid tot een oorlog. Daar was het loskomen van Indonesië van Nederland met de daarop volgende bittere verhoudingen. Daar was de vlucht uit het moederland in 1940, om dat het niet mogelijk bleek om hier te blijven. Zo was er telkens onrust en gevaar. Met wijs beleid heeft Wilhelmina als regerend vorstin het land bestuurd, het volk gesteund. En zij heeft op tijd haar regeringstaak overgedragen aan haar dochter. Het geestelijk leven heeft haar voortdurende belangstelling, eigenlijk nog meer schijnt het wel dan het ker kelijk leven. De persoonlijke sfeer heeft in het geestelijke iets aantrekkelijks, met name bij het ouder worden. Geve God aan prinses Wilhelmina om vredige dagen op aarde te kennen èn een vertrouwend uitzien naar de toekomst. Ons volk gedenkt dankbaar aan wat God in haar ons heeft ge schonken, en bidt voor haar, dat er ,,open vensters naar Jeruzalem" zullen zijn. C. St. van de Waardering voor gezag wordt in sterke mate beïnvloed door twee fac toren het beginsel, waar men uit leeft en het gedragspatroon van de gezags dragers zelf. Wat de eerste factor betreft is het duidelijk, dat ons chr. beginsel tot ver schillen in de practijk aanleiding geeft, als we ons standpunt vergelijken met dat van anderen. De strijd om Indonesië heeft het ons getoond. Daarna, om maar een voor beeld te noemen, de opstand der so cialisten tegen koning Leopold. Men ziet het duidelijk gedemonstreerd bij Want allendie door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. Romeinen 8 14. In dit eenvoudige woord wordt gesproken over onze bestemming. Een bestemming reeds in dit aardse leven. Welke deze bestem ming is Het is het kind-, het zoon-zijn van God. Zijn wij dat dan niet altijd al geweest Aanvankelijk wel. In den beginne als Adam geschapen wordt ontvangt hij deze naam van zoon van God. Maar dit zoonschap ging verloren, dit kind-zijn raakte hij kwijt en wij met hem. Doch het troostvolle is, dat dit zoonschap, dit kind-zijn weer is hersteld. Het is in Jezus Christus, als de tweede Adam, ten volle hersteld. Door het geloof in Hem zijn wij weer tot kind van God aangenomen. Door het geloof in Jezus Christus. Anders is het onmogelijk om deel te krijgen aan dit zoon-zijn, dit kind-zijn. Maar dan hebben wij ook een opdracht in dit leven. Wij zijn aan God ook iets verschuldigd, als Zijn kind. Wij blijven op aarde zondige mensen. Daarin verschillen wij met geen enkel ander mens. Toch is er onderscheid. Iets anders is er bij gekomen. Een ver plichting, een roeping. Wij zijn schuldenaars geworden om c zondige werkingen van het lichaam te vernietigen. Het licha^ vceft God ons gegeven om ons te uiten. Daarin zijn wij hogp Maar wanneer wij dat lichaam in diei misbruiken om zondige neigingen en z- productief te maken, zijn wij geen tegen elke actie of beweging door de Het is een haten en vlieden van de zonde, een vernietigen van de zondeneigingen in ons. Maar deze opdracht behoort toch tot het onmogelijke De apostel wijst ons echter heen naar een kracht die ons gegeven is. De kracht van de Heilige Geest. Dit vereist een gelovig biddend leven. De Heilige Geest wil ons weer aan onze bestemming doen beantwoorden ons kind-, ons zoon-zijn van God. En dit kindschap Gods komt openbaar in het doden van de zondige werking in ons lichaam door de Heilige Geest. Daarin openbaart zich de leiding van de Heilige Geest als blijk van ons kindschap Gods en verzekering daarvan. En Hij leidt ons heen naar Jezus Christus als onze Middelaar, om Hem in ons te ver heerlijken. Door Hem doet Hij ons tot God, de Vader komen. Zo brengt Hij ons tot onze oorspronkelijke bestemming weer terug. Want die Vader ontvangt ons als Zijn kind om Christus' wil. Wij zijn van Hem, voorwerp van Zijn liefde en genade. Daartoe heeft de Here Jezus ons Zijn gebed gegeven, met dat heerlijke begin ,,Onze Vader, die in de hemelen is", om Hem dit ontvangen kind schap gelovig te belijden. steld dan de engelen, lien van de zonde, dus de begeerten of prikkels /an God. Wij hebben e opgewekt te strijden. Geersdijk. H. L. VAN ALLER. allerlei revolutionnaire bewegingen. Er is overal een duidelijk verschil waar neembaar tussen het standpunt van hen, die het gezag ontlenen aan God en degenen, die het ontlenen aan eni gerlei menselijke instantie. Enerzijds ontdekt men krachteloosheid om het gezag te handhaven, anderzijds een dictatoriaal optreden, dat zijn normen ontleent aan het belang van het mo ment, dat betekent doorgaans aan het belang van hen, die de macht hebben. Wij staan uiteraard op het stand punt, dat het wettig gezag moet er kend worden daar het komt van God. Zelfs bij het constateren van grove fouten, in het gedrag der gezagsdra gers, zal men dezen trachten te eer biedigen in hun kwaliteit. Toch is het gedrag van de gezags dragers zowel in de kerk als in de staat en waar ook van het grootste belang. Dat het in de gezinnen vaak aan voldoende gezag ontbreekt kan men helaas maar al te zeer ontdekken. Dit is bijzonder betreurenswaardig, omdat het heel moeilijk is kinderen begrip voor gezag bij te brengen, als ze thuis dit niet op goede wijze leren kunnen. Als er thuis geknoeid wordt, door dat moeders haar opdrachten moeten ko pen met snoep of vaders al maar bui gen voor nukken van zoonlief of om koopbaar is door speculaties op zijn zwakste punten, dan is het niet zo best gesteld. Dit klemt omdat de hoogachting voor het gezag telkens weer aan zware drukproeven onderhevig is. In het bijzonder merken we dat te genwoordig in de opspraak die om ver schillende burgemeesters ontstaan is. Er is een periode geweest, waarop gedurig dominees in de pers kwamen wegens schorsingen op grond van on toelaatbare gedragingen. Dat was zeer pijnlijk. Het leek wel of juist de pre dikantenwereld een zwak punt vormde in de christelijke samenleving. Thans hoort men telkens van moeilijkheden rond de leidende figuren van de plaat selijke overheden. Ook dit is vanzelf sprekend een zaak, die bedroeft. Het gebeurt zo licht, dat onschuldigen een smeur mee krijgen of dat toch een be paalde stand de gevolgen mee krijgt te dragen van de misstappen van enkelen. Heel gemakkelijk wordt ook over ge vallenen een vernietigend vonnis uit gesproken. Ieder zal toestemmen, dat men geen zwart wit mag noemen. Zonde is en blijft zonde, ook bij hoog geplaatsten. Toch mogen we wel bedenken, dat de positie van veel leidende figuren tame lijk eenzaam is. Critiek wordt hun doorgaans niet bespaard. Ondank is vaak het loon van hen, die aan de weg timmeren. Het goede, dat zij deden en doen, wordt meermalen voorbij gezien, maar het geen niet naar de wens is van hun onderdanen, wordt, liefst aangedikt, tegen hen in stelling gebracht. Meer malen heb ik de klacht gehoord, dat men zo alleen moet strijden. Ook onze eigen mensen in over heidspositie hebben daarmee te maken. Nu is het zo menselijk, zondig men selijk, dat de man, die moe is van het strijden, die zich weinig gedragen voelt door hen, die achter hen moesten staan, langzaam maar zeker vergroeit aan die kant, waar hij het zwakst is. De verleiding is voor personen met een zekere machtspositie bijzonder groot, want doorgaans zijn er voldoen de mensen met een ruim geweten, die graag van iemands zwakke zijden ge bruik maken om zich zelf te bevoor delen. In plaats van ware vriendschap, die steunt, is er een ander soort „vriend-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1