wat wii je worden en het is nog nacht! zestiende jaargang No. 3 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 15 juli i960 Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren Ds a. Koning, Ds j. b. van Mechelen, Ds y. j. Tiemersma, Abonnementsprijs: ƒ3,- per half- ten tot dinsdagsmorgens te zenden Drs A Verschoor. laar (bi) vooruitbetaling). aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg Drukkers; Littooij Qjthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm. ZEEUWSE KERKBODE Dit profetisch woord typeert wel heel bijzonder de omstandigheden waaronder wij leven en waaronder het bestaan der volken voortgaat. Er is nog al véél moois verkondigd over de dag, waarop het kolonialisme zou verdwijnen en de vrijheid als hoog ste goed aan de vroeger gebonden vol ken zou worden geschonken. Daarbij zijn nog al eens onjuiste opmerkingen gemaakt aan het adres van die volken, die vroeger koloniën hadden. Onlangs werden wij van pacifistische zijde nog beschuldigd van agressiviteit ten op zichte van Indonesië, door wat er ge beurde rond Nieuw-Guinea. Jammer dat zoiets uit eigen land en eigen volkskring, zelfs uit christelijke kring moest komen. Men kón beter we ten. Na het vele, dat ons is voorgehouden, wat er aan winst zou komen tussen westerse en oosterse volken, is het ge heel nogal teleurstellend. Er is met woorden, beloften, toezeggingen ge speeld en van onkreukbaar recht viel weinig op te merken. Het westen is maar meegegaan. Vrij wel in alles. Ook al, omdat het niet an ders kón Toen het oosten op drift kwam, was het niet te stuiten. Het ver langen om zichzelf te zijn is té sterk geworden. Wij moeten nu niet komen aandragen met het feit, dat de eigen volken het toch niet zo goed doen als voorheen wij. Hun ontbreekt de organi satie, soms ook het inzicht, om aan te passen bij de kuituur, die zij aantreffen. Ook schijnt het politiek beleid van dien aard te zijn. dat daardoor de ver houdingen bepaald niet verbeteren. Hun eigen ingrepen" van nationalisatie en wegsturen van Nederlanders, gaan hen opbreken. Wat er overbleef van het gereformeerde kerkelijke leven, dat is een schaduw van voorheen. Ondanks de hoop van kerk en zending bleven deze terreinen niet gespaard. Uitwijken naar Nederland betekende dat zij ont trokken werden aan het kerkelijk leven daarginds. Intussen is Indonesië een bepaalde toestand aan het vertegenwoordigen. Niemand weet er iets aan te doen. Een bewogen woord over onrecht aan Am- bon zal er misschien best ingaan maar, wie dringt de Zuid-Molukken binnen Heeft het enige zin dit telkens weer naar voren te brengen, als het een bij voorbaat afgesneden zaak is Nog macht. In deze weken spreekt dat heel sterk door de gebeurtenissen in Congo. Ook hier is héél wat aan de daar wonende Belgen beloofd. Door niemand minder dan door de minister-president Loe- moemba. Een man, die opgepropt vol" zit over wat de Congolezen is aange daan. Ach, wat zal een buitenstaander hier van zeggen Feit is, dat er heel wat mensen in hutten woonden en dan is het niet best. Dat hier sprake was van verwaarlozing van een andere ras, kan wel worden aangenomen. De Congo heeft voor Bel gië wel „iets" opgebracht, blijkbaar meer dan voor de Congolezen. Wij hebben nu een halve eeuw ach ter ons, waarin het woordje „sociaal" altijd aan de orde was. Maar, blijkbaar zijn wij in het gecultiveerde Europa zó ver niet gekomen, dat wij het „voelden" als een gewetenszaak opheffing van de inlanders, die toch het eerst èn het meest van de welvaart van het land mochten „trekken". Toen kwam het nationalisme. Twee wereldoorlogen gingen er aan vooraf. Vooral de laatste oorlog bracht in de verhoudingen een grondige wijzi ging. Het westerse meerderheidsbewust- zijn werd tot een begrip, waaraan de werkelijkheid niet meer beantwoordde. Het „ontwaken" van de kleurlingen werd overal geconstateerd. Dit was niet „een wolkje", dat wel weer voorbij zou drijven, maar dit sprak van een totale omkeer tussen oost en west. Geen ge dachte van. dat nu de leiding vanuit het westen weer net als vroeger wordt aanvaard. Ook al gaat het lang zo goed niet als voorheen, als de oosterling het maar zelf mag doen. Natuurlijk zijn zij niet vergeten, wat zij hebben ondervonden. Dat bleek wel uit wat zij in deze dagen sommige blanken hebben aangedaan. Ondanks het feit dat de verlangde vrijheid kwam, is voor die volken de rust niet aangebroken. Het werd mor genstonden het is nog nacht Stel Loemoemba eens naast Kasavoe- boe. De eerste is altijd bereid om het westen van alles de schuld te geven. Maar Kasavoeboe is veel meer redelijk ènbeschaafd. Hij wil een toekomst voor Congolezen en Belgen. Loemoem ba houdt van de chaos Worden zulke mensen met verant woordelijkheid en gezag bekleed, dan dreigt inderdaad het nachtelijk donker. Zo kunnen de volken wel spreken van idealen, maar zij kunnen met elkaar de dag niet doen aanbreken. Dat be wijzen allerlei mislukte stappen tussen oost en west, waarbij de grootmachten waren betrokken. Ende kerken zouden gezamen lijk bidden voor het politieke welslagen op hoog niveauIs de communist dan de meerdere van de kerk, èn van God Waar dwingt Hij ze, als in het Oude Testament, waar vernietigt God de raadslagen der volken Voor deze moeilijke vraag blijven wij staan. Sedert het einde van de wereldoorlog spreken wij van dageraad, morgenstond. Maar, wie rondziet in Europa en Azië, wie denkt aan Cuba en aan honger- problemen, die moet het zeggen het is nog nacht. Daarin schuilt geen vermoeidheid, maar het getuigt van werkelijkheidszin. Juist omdat een christen wéét, dat de dag komende is, gaat hij aan de duis ternissen niet voorbij. God stuurt de wagen van het wereld leven door het donker heen naar de morgen, waarin die voor altijd zal blij ven stilstaan. Ook de kerk werkt in die richting. Misschien is de kerk meer „bij" dan de meesten denken. Zij verwerkt de opdrachten van haar Koning en wil op aarde voorbereiden voor het grote gebeuren, dat er geen tijd meer zal zijn. In de nacht van dit leven heeft zij het licht van Christus om bij te werken. Zo moet zij schijnen in deze wereld. Dan brengt het donker tot steeds meer vluchten tot de Heer Zijn wij daar voldoende bij behulp zaam C. St. In memoniam PROF. Dv. f. RIDDERBOS. Op de leeftijd van 80 jaar nam God hem van ons. Niet alleen uit de familiekring, waar hij zulk een bijzondere plaats innam, of uit de kring onzer Theol. Hogeschool, waar hij zovele jaren een voortreffelijk docent was, maar uit de kring van heel ons geref. volk. Prof. Ridderbos nam daar een aparte plaats in, heeft voor de Kerken véél betekend, ènbij het ouder worden wist hij zelf van terug treden. God geve, dat zowel in het familie als in het kerkelijk leven zijn nagedach tenis bewaard blijve en ten goede zal werken voor onze jongere generatie. C. St. Ds A. SCHIPPERS. Ds A. Schippers vertrok deze maand van Colijnsplaat naar Hallum. Daardoor is dus ook de relatie tot de kerkbode verbroken. Hij was een trouwe mede redacteur, die altijd zorgde voor copy. Bij zijn vertrek danken wij hem voor alles, wat hij voor de kerkbode deed en wensen hem een gezegende ontwik keling van zijn ambtelijk leven in zijn nieuwe woonplaats. C. St. Echt een vraag voor de maand juli de maand waarin de beslissende keus moet vallen in het leven van vele jonge mensen. Ik denk aan de velen die hun mid delbaar examen achter de rug hebben of die juist het mulo-examen presteren in de hoop, dat het resultaat verblijdend zal zijn. Dan komt er een kritieke tijd. Dan móét de beslissing genomen wor den „Wat nu Beroepskeuze een moeilijk onder werp. Een héél grote verantwoordelijk heid voor ouders en opvoeders. Ook voor de jonge mensen zelf. Hoe komen we tot een keus Wat willen we worden En langs welke weg bereiken we ons doel Hebben deze vragen ook iets met onze godsdienst te maken Zijn het vraagstukken, die ons gelóóf raken of niet Moet je, als je tot een beroepskeuze komt, daar God ook in kennen Of heb je in dergelijke dingen alleen met je zelf te maken Dat is de vraag, die ik in dit verband eens graag onder ogen wil zien. Om dan maar gelijk mijn mening te zeggen ik geloof dat je in geen enkel ding alleen met jezelf te maken hebt. Ik sta op het standpunt, dat je God in alle dingen „kennen" moet. Het kiezen van een beroep is daar al een heel belangrijk voorbeeld van. Want dat „beroep" -het woord zégt het al is als het er op aan komt een roeping, waarmee God je roept tot een bepaalde levenstaak, die HIJ voor je weggelegd heeft. Niets meer en niets minder. Het woord „roeping" wordt vaak al léén betrokken op bijzondere ambten en diensten. Bijvoorbeeld een ambt in het kerkelijk leven. Ook wel functies waar veel naastenliefde aan te pas komt of waarbij veel zelfverloochening ge- eist wordt. Neem bijv. de krankzinnigen-verple- ging. Men zegt„Daar moet je roe ping voor hebben". Dat geloof ik ook. Dat is dan een „roeping", waarvan men zich duidelijk bewust moet zijn, m.n. moet men de consequenties van een dergelijke keus wèl overwegen. Maar dat neemt niet weg dat elk beroep in feite roeping is. Wij moeten allemaal óók wat de beroepskeus betreft ons leren bewe gen in de weg waarin God ons róépt. En dan is elke functie en elke dienst „roeping van Godswege". Maar dan mogen we ook aannemen dat God ons duidelijk maken zal waar en waarvoor HIJ ons in het leven ge bruiken wil. Daar krijgen we geen telegram voor uit de hemel. Maar dat moeten we in de weg van onze verantwoordelijkheid voor God in overleg met onze ouders en opvoe ders zélf zien uit te vinden. Dan zullen we de mogelijkheden die voor ons open staan moeten aftasten. Mogelijkheden die onze weg begren zen. Want er is wel niemand voor wie alles mogelijk is. Dat is al een echt gelovige overwe ging bij onze beroepskeuze, dat wij onze mogelijkheden en on-mogelijkheden uit Gods hand ontvangen en bereidwillig aanvaarden. Wat wil je worden Daar heb je het al je kunt maar niet alles worden wat je wilt. Je moet er geschikt voor zijn lichamelijk èn geestelijk. Daar zijn beroepen die zéér aantrekkelijk zijn, maar die je alleen aankunt als je een oersterke body hebt. Stel dat je een zwakke gezondheid hebt, dan is dat een duidelijke aanwijzing dat je daar niet aan hoeft te beginnen. Er zijn beroepen die een bijzonder scherp gezichtsver mogen vereisen. Stel het geval dat je een bril draagt, dan weet je dus dat dat niet kan. Zulke dingen moet je nu echt leren aanvaarden. Dan moet je eenvoudig denken dié kant roept God mij dus niét op. Ik weet wel dat dat wel eens grote strijd kan kosten, als je iets héél graag wilt en het kan niet om gezondheids redenen. Toch zal je zover moeten ko men dat je Gods wil met je leven in die dingen leert eerbiedigen. Dat is trouwens het grote probleem van het volwassen-worden het aan vaarden van je eigen leven zoals het is, met de mogelijkheden, die je hebt. Dat is ook zo met je geestelijke kwa liteiten, die heb je of die heb je niet. Als ik een technische aanleg heb. ligt daar een aanwijzing in in welke rich ting ik moet zoeken. Heb ik die technische aanleg niet, dan moet ik niet persé ingenieur wil len worden. Dat is dwaasheid. Als ik moeite heb met mijn talen, dan word ik geen leraar Engels natuurlijk. En zo voorts. Behalve lichamelijke con ditie, speelt ook je aanleg bij de be roepskeus een zeer belangrijke rol. Ook daarin zal je Gods beschikking over je leven moeten aanvaarden. Je moet wil len zijn die je bént, niet die je niét bent. Je moet een beroep kiezen binnen de cirkel van je eigen mogelijkheden, niet daarbuiten. Dan kunnen er ook andere bindingen zijn, die de keus voor je beperken. Denk eens aan de finantiën. Je kunt wel van alles willen, maar het moet ook te be talen zijn. Er kunnen omstandigheden zijn, dat het finantiëel onmogelijk is om je ideaal te verwezenlijken. Dat wil nog niet zeggen dat het uiteindelijk niet luk ken zal. Maar voorlopig zul je misschien een tussenweg moeten zoeken. Zo zijn er vele jongens, die leraar willen wor den. Maar de studie is te kostbaar. Misschien mogen ze van thuis wèl on derwijzer worden. Ik zou zeggen Grijp je kans Er zijn massa's onderwijzers later leraar geworden. Ze hebben hun eigen studie zelf verdiend. En er zijn prima krachten onder. Natuurlijk kan datals je wéét wat je wilt en je hebt er wat extra inspanning voor over, waarom zou het niet kunnen Zo zijn er ook voor andere beroepen wel eens deugdelijke bruggen te bou wen in de goede richting. Daar komt bij dat de finantiële mo gelijkheden tegenwoordig veel gunsti ger liggen dan vroeger. Allereerst wordt er in het algemeen gesproken meer verdiend. En verder zijn er tal van instanties waartoe men zich kan wenden om op gang geholpen te wor den. Het is al te simpel om te zeggen waar een wil is, is een weg. Maar het is toch wèl zo, dat eerst de wil er we zen moet om de weg te kunnen vinden. Waar géén wil is, is in elk geval géén weg. Wat wil je worden Prachtige tijd, die tijd van de jeugd, als je je die vraag nog kunt stéllen. Denk er ernstig over na. Praat met je ouders en opvoeders. Laat je op alle manieren inlichten en voorlichten. Daar wordt tegenwoordig véél meer aandacht aan besteed dan vroeger. Gelukkig maar. wordt vervolgd op pag. 2

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1