DE ONTVANGST
Portretten
kleine vossen
zestiende jaargang No. 2 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 8 juli i960
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg
Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds Y. J. Tiemersma,
Drs A. Verschoor.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs: ƒ3,— per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
De laatste weken hebben wij samen
wat gepraat over de prediking en de
dienst. Wij hebben daarin te maken
met Gods uitzending in de Kerk, en
door de Kerk in de wereld.
De andere kant van de zaak is de
ontvangst van de kant der gemeente.
Is zij er voldoende op ingesteld en hoe
ontvangt zij het levende Woord
Onlangs heb ik ergens gelezen, dat
de Schrift véél meer nadruk legt op
het horen dan op het spreken. Ziet toe,
hoe gij hoort. Het is dus terdege van
belang, hoe wij verkeren onder Gods
proklamatie, die wij in de prediking ont
vangen. Wij kunnen ons daar heus
niet met een hand-omdraaien van af
maken. 't Is er zo saai en 't geeft je
zo weinig
Wij zijn daarmee niet klaar.
Zie toe, hoe gij hoort.
Nou, daar zijn gelukkig nog hele
scharen, die je aantreft in de dienst,
onder de verkondiging.
Vroeger ging de fsraëliet min of
meer huppelend naar de synagoge. Hij
zou de Wet weer horen, en deze af
kondiging van God, gevoegd bij de an
dere lezing uit de profeten en de psal
men, met het gezang der synagoge,
hield een geestelijke verheffing in.
Voor het uiterlijk kun je aan de
schare, die ter Kerk gaat, niet zo dui
delijk zien, dat ze blij zijn, omdat het
uur der verkondiging heeft geslagen.
Er was feest op ons dorp. De drie
kleur wapperde alom grote en kleine,
nieuwe en oude vlaggen, pas-gewassen
en minder-heldere doeken vervrolijkten
de straten.
Tegenover ons Woont een jong gezin,
waarvan het oudste kind een broekje
van 2j/2 jaar is. Dit ventje verlustig
de zich in het steeds meer verschijnen
van het rood-wit-en-blauw.
Ook zijn vader had de vlag uitgesto
ken. En dat was de trots van het zoon
tje, dat tegenover iedereen, die voorbij
kwam en ook tegenover mij, z'n over
buur, pochte ,,wij hebben de mooiste
en de grootste vlag. Jullie hebben er
zo niet een, lekker hé". Leuk was dat
te horen uit kindermond, die trots op
alles, wat Vader doet of Moeder zegt.
Maar kinderen vertonen openlijk en
eerlijk, wat er leeft aan zelfdunk en
zelfgenoegzaamheid bij grote mensen.
Het gebeurt, dat oudere mensen kin
derachtig kibbelen over een stukje
grond, over 't bezit van een of ander
erfstukje, over het aftroggelen van een
klant of zo iets, gelijk kinderen kibbe
len over een glazen knikker of priktol.
Zo zie je 't gebeuren, dat men el
kander de ogen uitsteekt door de aan
koop van een bromfiets of auto en zeg
gen zachtjes natuurlijk lekker,
die van mij is toch veel mooier, dan die
van buurman.
Vooral komt er jalouzie, wanneer 't
gaat om de bekwaamheid en vakkun
digheid van een concurrend, of van
iemand, die 't zelfde vak hanteert. Dat
is een lelijke vos, die we een vorig maal
aantroffen in de gaarde van een kleer
maker, maar die ik ook ontdekte in
eigen hof.
't Viel me 't laatste halfjaar nog al
eens te beurt een collega te beluisteren.
En dat is zeer aan te bevelen, vooral
een collega in levende lijve op de kan
sel en niet alleen voor de radio, al ver
goedt een televisie-preek veel, van wat
je anders niet kunt waarnemen maar
zo'n duur apparaat bezit ik niet.
Als je dan je oren en ogen extra de
kost geeft, wanneer je een collega be
luistert, dan betrap je je zelf, als je niet
oppast, op diezelfde vos ,,vakjalouzie",
die ik bij de kleermaker trappeerde. De
inleiding was te lang, klopte niet op
Het horen van Gods Woord zal nu 't
leven opheffen tot God Zelf
In dat horen" schuilt onze persoon
lijke verantwoordelijkheid. Daarin blijkt
dan, hoe ons innerlijk leven bezig is met
God, vraagt naar God. Te Antiochië
en Pisidië wilden de buitenkerkelij
ken", dat tot hen dezelfde woorden
zouden gesproken worden als in de sy
nagoge. Daar ontstond tumult en bit
terheid, maar hier voelden zij zich aan
gegrepen door de Heilige Geest, Die
het oude Woord levend maakte.
Het evangelie bracht innerlijke rijk
dom. Het leven onderging er de invloed
van. Zo komt u het telkens tegen in
het boek Handelingen. Ook als Paulus
bij een bepaalde gelegenheid lang, té
lang spreekt, dan is er toch bij het ge
hoor de doorwerking van het Woord.
Het heeft iets, dat bekoort en boeit
en helemaal vangt" onder de invloed
des Heren. Daardoor wordt het leven
geheiligd aan God. 't Wordt ..anders"
van binnen dan het eerst was. Er komt
wijding in het dagelijks bestaan. De
mens met zijn gebreken wil kind des
Heren zijn en zich daarnaar gedragen.
Daarin wordt de invloed van het heilig
Woord zichtbaar en tastbaar.
Wij gaan er niet te veel van zeggen.
Van Gods kant de uitzending
Aan uw zijde de ontvangst
En zo werkt God verder tot Zijn
werk voltooid is. C. St.
't vervolg de verklaring was niet dui
delijk de beelden niet juist gekozen,
het geheel wat verward en wat
stond die man er stokstijf bij of wat
maaide hij met z'n armen enz. enz. Niet,
dat ik dit hardop uitsprak, maar die
jalouzie werkte terdege in 't hart.
In plaats van te denken wat kwam
het Evangelie toch goed door en wat
heeft die prediker toch een heerlijke
gebedsgaven, dringt zich naar voren,
wat naar onze smaak anders had moe
ten zijn. In plaats van fier te erkennen,
dat God die collega met vele goede ga
ven versierd heeft, meer dan ik bezit,
is er de hoogmoed van dat jongetje
mijn vlag is toch veel mooier, dan die
van buurman.
De allereerste vereiste voor de predi
ker is ik geloof, dat 't Spurgeon zei-
de ootmoed" de tweede is .oot
moed" en de derde vereiste is ..oot
moed". ,,Leer van Mij", zeide onze
Meester, ,,dat Ik zachtmoedig ben en
nederig van hart."
O, dat oude hooghartige .ik", het is
zo moeilijk die klein te krijgen - je
hebt er een leven lang toe nodig
Uit het oude-Vossenland.
P.S. Door Ds Lindeboom van Zwijn-
drecht werden de ontvangen giften voor
Franse Pastorieën doorgezonden. Eén
van de Franse dominé's zond een har
telijke dankbrief, die ik met ontroering
las. Lees zelf
St Hippolyte-du-Fort 28-6-60.
Gelie[de Collega en Vriend
Ik ben zeer bewogen geweest, toen
ik uw vriendelijke brief ontving en de
chequè van 250 nieuwe Francs, die U
ons deed toekomen van de zijde der
Hollandse Christenen.
Inderdaad, de geldzorgen zijn zeer
groot in onze pastorie, maar het is zo
goed te weten, dat onze hemelse Vader
zo trouw voor Zijn kinderen zorgt.
Juist nu we deze zomer de finantiële
problemen niet wisten 't hoofd te bie
den, hebben wij de Here gebeden
en Hij heeft ons verhoord.
Hij heeft LI geïnspireerd. Er is nog
niets veranderd sinds de tijd van Elia
er gebeuren nog wonderen en Hij zendt
zijn raven
Wij willen LI uit de grond van ons
hart danken. Dank aan LI en aan alle
gevers in Holland. Wil hun onze er
kentelijkheid overbrengen.
Dat God U vergelde in blijdschap en
zegeningen, voor wat U voor ons hebt -
gedaan.
Ontvang, geliefde collega en vriend,
onze allerhartelijkste, groeten in' Jezus
Christus,
F. RICHARD.
Beschamend en verwarmend
Er is dus wel grote nood Het barm-
hartigheidsnummer 220659 moet ik wel
open houden
A. Koning, Oud-Vossemeer.
,,Ik vind het helemaal niet belangrijk,
dat David in Gath zich als een waan
zinnige aanstelt en z'n speeksel in z'n
baard laat lopen."
Zo ongeveer was de reactie van
iemand in een gezelschap, toen er ge
sproken werd over de betekenis van het
persoonlijk bijbellezen. Hij meende we
lezen aan tafel, we horen er van in de
kerk en het N.T., ja, dat is nog wat
anders, maar al die verhalen uit het
O.T. vond hij onbelangrijk.
Op zo'n opmerking zou ik willen ant
woorden merkwaardig, dat God de
Here het dan toch blijkbaar wél belang
rijk vindt, want het is ons onder de lei
ding des Geestes in de bijbel bewaard
gebleven.
Dan zal het ook zeker z'n betekenis
wel hebben. In alle eenvoud heb ik altijd
gedacht, dat er in de bijbel geen woord
te veel en ook geen woord te weinig
staat. De bijbel is Godsopenbaring en
die openbaring komt tot ons in 'n histo
risch kleed. Ze is met de geschiedenis
van Israël en met die van de andere
volkeren van het Oosten op het aller
nauwst vervlochten. Ook met de gedra
gingen van allerlei personen, met wie
we in de bijbel kennis maken. En al wat
tevoren geschreven is, dat is tot onze
lering tevoren geschreven. Naar die
lering hebben we biddend te speuren en
als we dan letten op Gods reacties op
al die gedragingen van de mensen, dan
is dit zeer zeker Godsopenbaring. Dan
zien we, hoe God zich openbaart, de
éne keer in zijn recht, hoe Hij de zonde
niet duldt en dat ook duidelijk laat uit
komen in het vervolg van de geschiede
nis en de andere keer in zijn wondere
goedheid en barmhartigheid, hoe Hij
zijn kinderen toch weer uit allerlei be
narde posities bevrijdt en hen het gevaar
doet ontkomen.
Dat is de ene kant van de zaak. Maar
er is nog iets. Augustinus moet eens ge
zegd hebben ik begeer maar één ding
God te kennen en mezelf te kennen,
niets meer en niets minder.
Nu, die zelfkennis is ook belangrijk.
In heel het leven, maar bizonder in de
dienst van God en de ware godsvrucht
is ze van de allergrootste betekenis. We
weten, dat de heilige Geest ons tot die
zelfkennis leiden wil. Hij wil, dat we
onszelf kennen in onze armoede en
kleinheid, dat we heel duidelijk leren
zien, hoe het eigenlijk met ons gesteld
is, opdat we dan met die armoede en
met een verbroken hart tot de Here
vluchten.
Hij wil ook, dat we in de bijbel ons-
eigen portret zullen zien. Natuurlijk kan
de Here het ons in zijn Woord recht
streeks zeggen, dat we zondaren zijn
en tot verlossing de Here Jezus nodig
hebben en dat doet Hij ook. Maar Hij
laat het ons ook zien in het beeld van
anderen en als Hij dan die anderen
helpt uit alle nood, dan leren we daar
uit zijn vergevende liefde en grote
barmhartigheid.
Daartoe lijken me nu die bijbelse ver
halen zo uitnemend geschikt. Dat zijn
nu eigenlijk net portretten. Allereerst
natuurlijk van die mensen zelf, maar
ook van ons. Want wij spiegelen ons
aan hen. In het boek Spreuken staat
zoals het water het gelaat weerspiegelt,
zo weerspiegelt het hart van de mens
de mens.
We kunnen onszelf immers kennen,
door in een spiegel te zien. Tenminste
uiterlijk en dan nog gebrekkig, want
een spiegelbeeld geeft nooit een zuiver
beeld. Ik ben er zeker van, dat de an
der ons anders ziet en kent. dan we
onszelf door middel van de spiegel ken
nen. Het is er net mee als met de stem.
We kennen.ook onz.e^ei.gen stem niet.
Wie het niet geloven wil, moet z'n eigen
stem eerst maar eens van een bandje
horen. Dan schrikken we en we willen
niet geloven dat wij nu zo spreken.
Daarom zullen we onszelf ook beter
kennen, als we onszelf spiegelen aan
onze medemensen. Het spiegelbeeld is
gebrekkig, maar het hart van de mens
weerspiegelt de mens. Als we de moed
hébben, om stil te luisteren naar wat er
zo in de mensenwereld omgaat en hoe
het met de mensen gesteld is, dan zul
len we ontdekken, dat althans in grote
trekken dat beeld ook het onze is. Dat
vinden we allemaal bij onszelf terug.
Daar hebben we nu die gekke" Da
vid. Maar doen wij vaak ook niet gekke
dingen, als we in nood zijn Zeggen
wij ook niet vaak ik zal wel proberen
me er door te slaan, als we bang zijn,
dat de hulp des Heren wel eens te laat
kon komen
De portretten in de bijbel worden
heus niet bijgewerkt. Ze worden ons
vertoond, zoals ze zijn. Abraham, de
geloofsheld, die zijn zoon kon offeren,
liegt, als hij bang is, dat zijn mooie
vrouw wel eens in gevaar kon komen.
David, de man naar Gods hart, had
ook z'n struikelingen in liefde en sexua-
liteit en ja, toen hij in de benauwdheid
zat, heeft hij zich aangesteld als een
dwaas.
Laten wij er ons maar aan spiegelen.
Het kan zo ontdekkend zijn. Het kan
ons zelfkennis leren, dat we eerlijk er
kennen moeten zo ben ik eigenlijk ook.
Wat wel allereerst geldt van de bij
belse verhalen en personen, maar het is
ook van betekenis voor het leven onder
de mensen en voor het leven in de ge
meente.
Hier is een stuk levenswijsheid en
levensrijkdom, waar we misschien al te
veel aan voorbij gaan. Echter tot onze
schade.
Hoe vaak zitten we niet in de een
zaamheid. Dan gaan we maar onze
eigen weg, we sluiten ons in onszelf
op en dan mokken we wat en we menen
maar, dat wij in het hoekje zitten, waar
de slagen vallen.
Maar dat hoeft niet, als we maar de
moed hebben, om in de spiegel te zien.
Want dan zal het blijken, dat andere
mensen in hoofdzaak dezelfde zorgen
hebben, dezelfde smarten en dezelfde
vreugden.
Zeg, daar is een bepaalde zonde,
waar ge telkens weer mee te vechten
hebt en die ge maar niet de baas kunt,
b.v. in de puberteit, in het huwelijks
leven, in het zakenleven en ge denkt
dat is nu echt iets van mij.
Maar dat is niet waar. Als de harten
voor elkaar open staan, zal het wel
blijken, dat andere jongelui daar ook
weet van hebben, dat in andere huwe
lijken dezelfde moeilijkheden wel ge
voeld worden, dat uw collega met de
zelfde zorgen zit.
Bizonder in dit opzicht zal de ge
meenschap der heiligen kunnen opbloei
en. We moeten elkaar leren kennen en
dan zal het wel blijken, dat er bij Gods
kinderen is dezelfde zonderouw, het
zelfde schuldbesef, dezelfde behoefte
aan vergeving en dezelfde blijdschap,
als we het woord der verzoening mogen
horen, dezelfde dank, als de Here redt
uit grote nood.
Zo zijn de bijbelse verhalen wel de
gelijk Godsopenbaring, want we leren
er uit, hoe God in liefde en trouw over
zijn volk waakt, terwijl Hij ook hun
zonden niet en bagatel neemt. Dan zul
len we er ook iets van leren zien, hoe
we pas met al de heiligen van oud- en
nieuw verbond zullen verstaan de liefde
van Christus, die alle verstand te boven
gaat.
K.-B. v. d. L.