BEDREIGD BESTAAN vijftiende jaargang No. si Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 17 juni i960 A REKLAME! J ALLEREERST HET ANKER VAST ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur ten tot dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg HoofdredacteurDr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor. Medewerker Ds D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Abonnementsprijs: ƒ3,— per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. cTïleditatii ,,Toen zij nu de vrijmoedigheid van Petrus en Johannes zagen en bemerkt hadden, dat zij ongeletterde en eenvoudige mensen uit het volk waren, verwonderden zij zich, en zij herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren. Hand. 4:13. Reklame is tegenwoordig een machtig wapen in de concurrentie strijd. Grote concerns geven er miljoenen guldens per jaar voor uit. Het is gewoon een wetenschap geworden, waar psychologen en andere vakmensen aan te pas komen. Hoe geraffineerd de reklame vaak is opgezet, kunt u lezen in het boek „Verborgen verleiders". Zelfs een protestants-christelijk dag blad in Zeeland doet mee aan de reklame voor het grote gokspel „Rolot" van een puur humanistische vereniging In Hand. 4 gaat het óók over reklame. Maar dan over mensen, die een reklame zijn voor de Hete Jezus. Er is in Jeruzalem vlak na Pinksteren een verlamde genezen. En dat is nog niet eens het voornaamste maar de naam vaii Jezus is gepredikt! (Hand. 3). En nu moeten Petrus en Johannes niet de „verborgen", maai de „publieke" verleiders zich verantwoorden voor de joodse Hoge Raad. Merkwaardig, nu komt die genezing helemaal op de achtergrond, nu valt het licht van de schijnwerpers op die twee mannen. En achter hen rijst de gestalte van de levende Christus op Dat tweetal zit in het beklaagdenbankje niet te beven. Ze stot teren niet, ze durven nog vrijmoedig antwoord te geven óók. Als de rechter op de dagvaarding kijkt, leest hij tot zijn verbazing dat dit maar gewone mannetjes zijn, uit Galilea. Beroep visser. Maar hebt u dan niet gestudeerd Neen, edelachtbare. Vreemd, zij hebben geen enkel diploma Hoe kan dat dan Waar halen ze het vandaan „En zij herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren." Dat is wel het allervoornaamste. Want dat betekent niet, dat zij tegen elkaar zeiden „O, maar wij hebben die mensen wel eens in het gezelschap van Jezus gezien". Maar het Sanhedrin moet, tegen wil en dank, toegeven, dat de omgang met Jezus gevolgen heeft gehad. Zij herkennen hier de machtige invloed van Jezus Die mannen zijn een levende reklame voor de Here Christus En moeten wij dat niet allemaal zijn, een levende reklame voor de Here Jezus De kerk, een christelijke sportvereniging, een christelijk dagblad, natuurlijk. Maar wij allemaal, in ons persoonlijk optreden, op ons werk, in onze omgang met anderen. Wat moet bijv. een buitenkerkelijke van ons d.enken Wij komen er allen wel mee in aanraking immers. Weet u, de Heilige Geest, wil door de kerk, dat is door ons, de naam van Christus in de wereld schrijven. En wat gebeurt er dan Dit héél gewone ménsen durven voor de Heiland uit te komen. Daar schamen zij zich niet voor. Mensen zonder papieren. Ze zijn niet op een universiteit opgeleid ze heb ben zelfs geen mulo-diploma. En tóch durven zij vrijmoedig voor Jezus uit te komen. Dan moet u niet zeggen je hébt die vrijmoedigheid of je hebt die niét, kwestie van karakter (dan zijn wij meteen fijn gedekt!). Dit is vrijmoedigheid als recht en roeping. Hier hebt u de open baring van de kracht van de Heilige Geest. Daar kunt u het nog mee wagen Die kracht gééft de Heilige Geest, als wij ons gelovig aan de Here Jezus overgeven, als wij met Hem omgaan in geloof. Daar hebt u de bron van alle vrijmoedigheid. En zó wil de Geest de naam van Christus in de wereld schrijven. Bent een levende reklame voor de Heiland Souburg. G. D. L. BREDERVELD. Misschien moet u even glimlachen bij dit opschrift. Het is overal welvaart wat de klok slaatmogen wij dan spre ken van bedreigd bestaan Ik meen van wel. Daar is een bedreiging, die uit de ontwikkeling van het leven voortvloeit. Het wordt een beetje te druk in ons land. Je kunt nog wel op plekjes wijzen, waar het stil is, maar daar staat tegen over, dat op kleine ruimten steeds meer mensen bij elkaar gebracht worden. Terwijl die stille plekjes in de zomer dag ook alle stilte verliezen. Het wordt daarom hoe langer hoe moeilijker', om een plaats te vinden, waar je tot jezelf kunt komen. Zo nu en dan hoor ik een spreker nog wel eens verwijzen naar de „bin nenkamer". Ga in uw binnenkamer. In alle eenvoud denk ik dan maar. dat zulke mensen de moderne woningbouw nog niet hebben gezien en er niet in zijn geweest. Een binnenkamer Het ligt aan alle kanten open En dan is de ruimte wel zó klein, dat er van apartheden geen sprake kan zijn. Men moet, als er enkele kinderen zijn, maar proberen om zich te redden. Maar men is geregeld in eikaars naaste omgeving, zolang men thuis is. Dit kan op het humeur enz. verkeerde invloed hebben. Je moet ook eens een ogenblik „vrij" van elkaar zijn, ook al heb je het in de samenleving met elkaar best. Dan is daar direct de volgende moei lijkheid „de buren" zitten nogal dicht bij. Boven en beneden en opzij. U kunt zeggen zo is het altijd ge weest. Zeker was ook de intimiteit in de oude huurkazernes, b.v. op Katten burg te Amsterdam, niet bijster groot. Maarer was in vroeger jaren nog niet zoveel „lawaai" als een mens nu om zich heen heeft. Zelfs in vacantiekampen moet de ra dio draaien. Denk nu de moderne bouw, met aan alle kanten de radio, die pas uitgaat, als men gaat slapen. Een voort durende aanslag op een van onze be langrijkste levenskrachten: de stilte... Kleine behuizing is er altijd geweest, ook wel op het platteland. Maar, dan waren die huisjes niet op- en tegen el kaar gebouwd, in onafzienbare reeksen. Men had een plaatsje of tuintje, en er was mogelijkheid om de stilte in te gaan. Nu brengt het werkleven velen sa men in grote groepen. De schafttijden brengen „mensen" bij elkaar. Zo is het, bij het naar huis gaan, en nóg voelt men de druk van de massaliteit, wan neer men beland is in zijn eigen ver blijf. Daardoor is de mogelijkheid om tot rust te komen, wel heel gering gewor den. En, daar hebt u de ernstige be dreiging van ons bestaan. Wij moeten op die manier wel gaan lijden aan de kwaal van de tijd overspannen zenu wen. Niet zonder reden heeft men gepro beerd, om protestantse kerken in de week open te stellen, opdat de ver moeide mens daar tot rust zou komen. Bepaald geslaagd is de proef nog niet. De protestantse kerkgebouwen bieden aan interieur heel weinig, dat de on rustige mens aanspreekt en pakt. Vaak was de afstand tussen woning en kerk gebouw een bezwaar. Het heeft in ieder geval geen bijval op grote schaal gevonden. Zodoende bleef de moeilijkheid. Waar vind ik rust en stilte Zonder deze lijdt ons leyen schade. In de stilte moeten wij elke boodschap van God verwerken. In de stilte moeten wij klaar komen met het kruis. Dan krijgt de zelfinbeelding en de ondeugd van de mens een gevoelige knak. Wij horen, boven onszelf en alle levens- rumoer uit, de stem van God Nu kan 't leven u wel zó druk ma ken, dat u toch niet aan de stilte toe komt, al doet de gelegenheid daartoe zich wel voor. Als het wordtéén jacht, om te werken, te verdienen, vooruit te komen, waarbij vergeten wordt om aan de diepste behoeften van het geestelijk leven tegemoet te komen, dan wordt ons bestaan eveneens bedreigd. Ontmoet u ze nooit, met wie een ge sprek over de rijkdom in Christus bijna niet mogelijk is Toch treft u hen aan onder het evangelie. De invloeden van dit leven hebben dan wel de overhand. Het zal niet gemakkelijk zijn, om de schadelijke invloeden van deze tijd het hoofd te bieden. Wij zijn allemaal be trokken bij die wilde jacht, die „leven" genoemd wordt. En wij bevinden ons ook ten dele in huizen van moderne vormen. Van isolement kan geen sprake zijn. Hoe zal de christen op de beste wijze in de moderne levensverhoudingen zijn innerlijke kracht sterken in God, en zijn invloed ten goede aanwenden op zijn naaste Misschien dat hier een geheim ligt. Uit een goede verstandhouding met de buren kan ook voortvloeien, dat de weg gebaand wordt tot het gesprek, èntot de rust, die wij elkaar bij ogenblikken kunnen bezorgen. Mogelijk vinden wij dan meer begrip voor het onderwerp bedreigd bestaan, dan wij zouden denken. Want, ook die mens, die zijn toestel maar niet afzet, heeft innerlijk, net als wij, behoefte aan rust! C. St. We weten, dat de Generale Synode zich voor een zeer omvangrijke taak zag gesteld. Natuurlijk laten de acta nog wel even op zich wachten, maar daarom wordt toch wel het een en ander openbaar van de arbeid, in Utrecht verricht. Dag en weekbladen geven hun resumé van wat besproken en behandeld is, maar ook verder lekt er wel eens het een en ander uit. In de ambtelijke geheimhou ding blijken ook trappen en graden te zijn niet alles ligt onder dezelfde klem als een aanstaande hoogleraarsbenoe ming. Zo hoorden we wel iets over het rap port aangaande de stand van het gees telijke leven, al is het ook, dat bedoeld rapport nog niet officiéél bekend is. Hindert ook niet. Iedereen wist toch wel, dat de Synode de hulp had in geroepen van het G.S.I. en dat dit or gaan bekwame sociologen had gezon den naar enkele plaatsen in ons land, om daar een onderzoek in te stellen naar de stand van het geestelijke leven. Het werk is in geen hoek geschied. In vier gemeenten is dat onderzoek ingesteld, nl. Amsterdam, Eefde-Gors- sel, Drachten en Goes. Men achtte deze vier gemeenten in haar verschillende geaardheid en samenstelling zowat re presentatief voor de kerkelijke kaart van Nederland. Het onderzoek bracht o.m. aan het licht, dat er nog al wat kritiek is op de prediking. Algemeen wordt verlangd, dat de prediking in hoge mate actueel zal zijn en dat ze zich zal richten op onze houding in het leven. De grote vraag hoe hebben we als christenen te staan en te leven in de wereld van vandaag Het komt mij voor, dat dit verlangen gerechtvaardigd is. Onze tijd stelt ons voor zeer bijzondere vragen. De sterke industrialisatie en het veldwinnende materialisme zijn waarlijk geen dingen, waar we zonder meer aan kunnen voor bij gaan. En de mensen die 's zondags in de kerk geweest zijn en verder de hele week weer staan midden in de zuigkracht van het moderne leven, mo gen van uit de kerk heus wel het een en ander meekrijgen, om de rechte koers te kunnen blijven varen. Ik geloof, dat we ontzaglijk dankbaar mogen zijn, dat deze behoefte openbaar werd. Men is zich bewust, dat men midden in het volle leven de ruggesteun van de kerk en de leiding van Gods Woord niet missen kan. En de predi king heeft er voor te zorgen, dat die leiding onbekrompen geboden wordt. Zó sterk zelfs schijnt deze behoefte gevonden te worden, dat de noodzaak van de persoonlijke verhouding tot God hierbij ten achter staat. Men ziet meer naar de uiterlijke openbaring, dan naar de innerlijke beleving. Het oog is meer naar buiten gericht, dan naar binnen. In dit opzicht zal dus een preek, die onze roeping en onze verhouding in het openbare leven- belicht, meer waarde ring onder ons vinden, dan een preek, die de vraag stelt naar het persoonlijke kindschap Gods. Het zal moeilijk van elkaar te schei den zijn en ik geloof ook, dat het on derzoek niet aan het licht gebracht heeft een houding van ófóf, maar van meer of minder. En dan bleek het „meer" te liggen naar de kant van het openbare leven en het „minder" naar de naar binnen gekeerde zijde. We zijn met deze dingen al een paar jaar bezig. Dat kwam, omdat langza merhand een zekere bezorgdheid open baar werd over het geestelijke leven in onze kerken en in dat verband spraken we dan nog al eens van verschraling. Ik ben blij, dat dat woord wat op de achtergrond komt, want het wekt aan stonds de gedachte, alsof het vroeger zoveel beter was dan nu. Als iemand mij immers zegt, dat ik er wat schraal uitzie, dan ligt daar in, dat ik op hem vroeger een meer welvarende indruk maakte. En ten opzichte van het ker kelijke leven staat dit nog te bezien, Ik zal zeker de voorbije tijd niet prijzen en onze tijd zonder meer laken. We weten maar al te goed, dat er vroeger, vooral in de tijd, toen het lidmaatschap van de kerk noodzakelijk was tot de vervulling van een openbaar ambt, in de kerk veel oppervlakkigheid was. Maar toch geloof ik, als het onder zoek inderdaad de dingen zuiver naar voren heeft gebracht, dat waakzaam heid geboden is. Nee, van verschraling wil ik liever niet spreken, maar als het werkelijk waar is, dat dit zo ongeveer de gesteldheid is in onze kerken, dan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1