ïnkóterei\ 9n van de Vlaamse Gaai Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland van de Hoofdredacteur Rektifïkatie Stand Paaskollekte editatie ZEEUWSE KERKBODE VIJFTIENDE jaargang No. 49 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor. Medewerker Ds D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 3 JUNI 1960 Abonnementsprijs: ƒ3,— per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. Wij vinden het pinksterfeest altijd een moeilijke bezigheid. Er is zo weinig concreet. Er zijn werkingen en leidin gen van God, maar wij kunnen niet zeg gen, dat dit alles tastbaar voor ons wordt. U kunt niet spreken van engelen, want zij worden niet zichtbaar. Mensen ziet u slechtsmensen zoals wij zijn. En het bijzondere van pinksteren moet duidelijk worden in wat het leven van die mensen vervult. Wanneer wij nu die mensen van pinksteren in Jeruzalem bekijken, moe ten wij onwillekeurig denken aan het schaduwbeeld in het oud-testamentisch oogstfeest. Pinksteren was een groot oogstfeest. De vrome Israëliet kwam naar de tempel en het voltooide brood werd daar voor Gods aangezicht bewogen. De natuurlijke gave van God, met de arbeid van de mens, werd aan God ge wijd. Niet eerder ging Israël genieten van de vrucht, vóór het God erkend had voor Zijn zegen. Deze erkenning van God was de grondtoon van het feest. Daarnaast kwam de blijdschap. Men genoot het feestmaal met elkaar, en ver gat daarbij de minder bedeelden niet. Elk feest was een oproep om de strijd tegen de armoede gezamenlijk te strij den. Gods gave stelde er toe in staat en men wilde in deze dienst God ver heerlijken. Zo lag in het schaduwachtige der oude bedeling een zinrijke betekenis. Wanneer u, met deze boodschap van het oogstfeest in uw gedachten, kijkt naar de pinksterkring in Jeruzalem, dan lééft het daar allemaal van erkenning van God. Gehoorzaam zijn zij in de stad ge bleven en blijmoedig hopen zij op de vervulling van de belofte Gods. Daar is een geest van eendracht, die ons beschaamd maakt. Al die verschil lende typen", waar die kleine gemeen te ,,vol" van is, eendrachtig bij elkaar. Daar is iets, dat samenbindt, en dat is uit de Heer Want, de Geest, Die nederdaalt, is de Geest des Heren Deze Geest komt op Gods werkterrein, d.i. de kerk En Hij laat daar het geloof tot uiting komen, dat verscholen lag in die Oud testamentische beelden. ,,Wij hebben alles aan God te dan ken." Petrus wist dat, op een geheel eigen manier. Maria Magdalena kon er ook van meepraten. En zo hadden velen hunner treffend ondervonden, hoe zij gezet waren in de rijkdom en de vreug de der kerk. Die blijdschap is kenmerkend op het feest dat zij vieren. Allen, die met de kerk in aanraking komen, hebben hun vreugde in God opgemerkt. Die verborgen kracht des Geestes komt openbaar. Daar moeten het chris telijk en kerkelijk leven dan ook telkens op getest" worden. Een verzuurd le ven legt zeker geen getuigenis af van pinksterwerking. Handelingen 2 leert ons, dat het duidelijk te zien is in het gewone leven van de kerk. Zoals zij dagelijks met elkaar om gaan. Zoals zij de inzettingen des Heren nakomen. Zoals zij met blijdschap werken vóór- en bidden óm het Koninkrijk Gods. Een nieuwe samenleving, waarin zij elkaar helpen en bijstaan. Zij zijn zó rijk in de Geest, dat zij de uren in de tempel aanvankelijk ook nog bijhouden. Voor het gesprek met de Joden staan zij voortdurend open. Daarmee is de jonge kerk in Jeruza lem wel een aangrijpend voorbeeld, hoe het moet en hoe het kanwanneer de Heilige Geest aan het werk is. Zó komt het fijne van het pinkster feest naar voren. Nu blijven wij niet zeggen het is alles zo moeilijk. De Heilige Geest laat hier het leven zien, dat het zondige en vreemde van onze menselijke natuur overwint. Daarin steekt een frisheid, die blijft. Want, in het wonder van pinksteren gaat het van kracht tot kracht. Nu is de kerk zelf vervuld van het leven, dat van boven is. En, die kerk gaat haar taak volbrengen en verkon digen. Inplaats dat wij naar de engelen horen, luisteren zij naar ons, in de ver kondiging van de grote werken Gods. Als de kerk nu maar leven kan in deze roeping, en zich daaraan geven wil. Daar is in de kerkelijke wereld van vandaag erg veel, dat deze pinkster vreugde niet laat uitkomen. O, dat gelijk willen hebben Die vooropgezette meningen En dandie boosheid ten op zichte van elkaar, inplaats van een ver langen naar eendracht. De viering van pinksteren wordt ons gegeven van God, zeker óók, dat een geest van vernieuwing door het kerke lijk leven trekke, en het zóver komen, dat broeders en zusters elkaar willen aannemen. Het zou een onvergetelijk pinksteren zijn dit jaar, wanneer daarvan iets open baar werdook bij anderen. Gebed en prediking mogen in die richting drijven. En, Gods Geest geve de vruchten op de akker C. St. Op radicale wijze heeft Ds D. J. Cou vée, onze medewerker, de knoop door gehakt. Een discussie in de classis Axel, waarvan de redacteur in Z. Vlaanderen ons iets vertelde, werd voor hem aan leiding tot heengaan. Persoonlijk had ik om een lief ding gewild, dat Ds v. Mechelen zijn stuk niet had geschreven. Alle dingen stich ten niet, en wanneer men dan in een bepaalde discussie de goede toon even kwijt was, dan behoeft dat nog niet wereldkundig te worden. Van buiten Zeeland kwamen hierover vragen bin nen, terwijl tal van abonné's van hun ongenoegen blijk gaven. Ook de overige leden van de redac tie konden er maar moeilijk mee instem men. Zelfs al zou men een zaak vanuit bepaalde achtergronden menen te moe ten beoordelen, dan nog moet men zich inhouden. Het blijkt nu, dat het niet zo moeilijk valt. een vaste medewerker weg te pra ten. Om zijn stukken en journalistieke gaven was Ds Couvée in het land be kend en erkend. Onze kerkbode heeft daarvan de vruchten geplukt, en wij zijn hem dankbaar voor zijn getrouwe mede werking. Ik kan mij nog niet goed voor stellen, wat de uitgave nu zijn zal of worden zal. Trouwens, de synode zal deze week over het lot van de kerkbode beslissen, en dan hopen wij, dat er rust komt na opwinding. Collega Couvée, het spijt mij, dat al les zo is gelopen. Uw medewerking houdt op. Moge uw arbeid nog velen tot zegen zijn. C. St. In mijn „afscheid" sloop 'n fout in. Ik dankte niet voor de „verminderde", doch voor de nooit verminderde belangstelling van vele lezers uit allerlei oord en kerk. B'kom, 27 mei '60. D. J. Couvée. voor generale deputaten voor de evangelisatie. Bericht is ontvangen van 595 kerken. Opbrengst 1960: 92.045,58. Opbrengst 1959: 76.305,38. Doch, Ik zeg u de waarheidHet is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden. Joh. 16:7. Afscheid nemen is niet zo prettig het wijst op het voorbijgaan van de tijd op de vergankelijkheid van het leven. Er wordt een periode afgesloten. En alleen de herinnering blijft. Nu was de Here Jezus niet met blijdschap welkom geheten op de aarde. En de vijandschap en haat waren steeds groter geworden. Er was maar een klein groepje gelovigen. Maar hun hart was dan ook met droefheid vervuld. Want een mooie tijd behoorde met de afscheid tot het verleden de tijd van de intieme omgang met Jezus, Die zo vol erbarming was over hen, die zwak waren in het geloof. Weldra was het voorbij. Alleen de herinnering bleef. Zo moet ge het niet zien. Dit afscheid is tot uw bestwil, zegt Jezus. Is het in andere gevallen zo, dat een afscheid verarming betekent, hier is het verrijking. Ik ga naar Hem, Die Mij gezonden heeft, om voor u te bidden, om u plaats te bereiden. Dat is al een grote zegen. Maar, er is nog meer. Alleen zo kan en zal Ik de Trooster zenden. Trooster is Pleit bezorger. De H. Geest is de advocaat van Jezus. Ge weet toch wel, dat uw geloof zwak is, dat ge Mijn evangelie spoedig vergeet. Daarom komt de Geest u er telkens weer aan herinneren, dat Ik voor u op aarde kwam, dat Ik het grote zoenoffer bracht, dat Ik u vrede en troost geef. Ik ga heen, maar dan komt de Trooster. Daar kunt ge zeker van zijn. Hij zal in u woning maken. Uw lichaam en ziel worden 'n tempel van Hem. En Hij neemt uit het Mijne en zal het u verkon digen. Telkens weer put Hij uit de schat, die Ik voor u verwierf. Hij blijft u zo geven. Het is een blijvende stroom van genadege schenken uit Mij door Hem voor u. Zo betekent Hemelvaart en Pinksteren, dat we twee pleitbezor gers hebben ontvangen één in de hemel voor Gods aangezicht, Jezus, onze Heiland, en één op aarde, in de Kerk, in ons hart, de H. Geest. Daarom ga Ik naar de hemel. Het is voor uw bestwil. Dit is een afscheid, waarvan ieder, die om Gods genade roept, beter wordt. Hoe kan het anders Zoekt Christus niet steeds het beste voor ons Zou Hij, Die al Zijn heerlijkheid losliet, en het offer van Zijn leven voor ons bracht, niet steeds weer bewerken, wat tot ons heil dient Dacht ge nu werkelijk, dat Hij u in de steek liet Dat bestaat niet. Ook al zien wij het niet, toch zijn deze twee pleitbezorgers voortdurend bezig. Dit is een afscheid tot ons bestwil. Daarom kunnen de discipelen met blijdschap van de Olijfberg naar Jeruzalem terugkeren blijdschap na het afscheid, ook al was op dat moment de Geest nog niet gekomen. Zo kunt gij uw weg met blijdschap gaan, ondanks donkere wolken in uw persoonlijk leven, of in het leven dér volkeren. Zo, als gij weet van de twee pleitbezorgers door Hemelvaart en Pinksteren. Zo, als gij gelooft in deze twee pleitbezorgers. Zo, als gij u toevertrouwt aan die twee, en aan Hem alleen. Ermelo. Ds J. van den Berg. (Bovenstaande meditatie van de oud-Souburgse Pastor troffen we aan in het „Veluws Kerkblad". Deze komt in de plaats van die van een onzer medewerkers, die door ongesteldheid verhinderd werd 'n bijdrage te leveren.) Een van de belangrijke vragen waar we in de evangelisatie mee te maken krijgen, is die van het evangelisatie/teel Zowel wanneer men onder kinderen het evangelie gaat brengen als wanneer men onder oudere jeugd werkt of wan neer men grote samenkomsten organi seert voor anderen, komt men voor ver schillende vragen te staan. De betekenis, die van het lied uit gaat, moet men niet onderschatten. Ik acht het dan ook van groot belang, dat vorig jaar, op de evangelisatieconferen tie te Woudschoten, hierover een refe raat is gehouden door de heer L. Hui- zenga. Dit referaat is uitgegeven door het Evangelisatie Centrum in Baarn in de serie „Evangelisatie Dictaten" als nummer 2. Het uitgeven van referaten in deze vorm lijkt me een goede greep en voor dit onderwerp lijkt het me zeker van belang, dat men zich aan het gespro kene door de heer Huizenga op het on derwerp kan oriënteren. Een van de vragen, die zonder mee^ in elke tijd opnieuw om beantwoording vraagt, is die van de verhouding van het evangelisatielied tot het wereldse volkslied. Huizenga wijst er op, hoe oud deze kwestie al is. Gregorius van Nazianze (329—390) maakte gebruik van de melodieën van liederen uit de revues van die tijd, toen mimus genoemd, deelt hij mede. Voor dit vraagstuk staan wij vandaag weer, gelijk eigenlijk vanzelf spreekt. Wat wij op dit moment aan evange lisatieliederen bezitten, is bepaald niet zo weinig. Men zie er een bundel als van Johannes de Heer maar op na. Uit onze kring is vooral bekend de bundel „.Stemmen des Heils". Hiernaast be staan nog allerlei liederenbundels. Er is b.v. een Westhill-bundel Jeugd- zangen", uitg. J. N. Voorhoeve, en een kleinere Kinderkoren, uitgave van het Int. Kinderevangelisatie Genootschap en deze hebben uiteraard weer uit an dere bronnen geput. Natuurlijk is er nog

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1