van de Vlaamse Gaai EEN VERBLIJDEND TEKEN belangrijke Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland ZEEUWSE KERKBODE VIJFTIENDE jaargang No. 44 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij 6 Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor. Medewerker Ds D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 29 APRIL 1960 Abonnementsprijs: 3per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. De geref. predikantenvergadering, na Pasen te Utrecht gehouden, bracht meer weleerwaarden bij elkaar dan andere jaren. Luidruchtig kunnen ze zijn, die do minees, als zij bij elkaar komen. La chend groeten en rondkijken, voorzover dat uitzicht niet door nevelen wordt be moeilijkt, enjade man vóór in de zaal praat wel/ De latere jaren is het bij de referaten beslist beter gewor den en de gekruide spijs van de voor zitter, Ds P. Kuiper, maakt ook wel be gerig om er van mee te nemen. Maar de gedachte van ,,een paar daagjes uit", speelt nogal een rol. Waarom was het dit jaar uitzonder lijk druk Omdat een vrijgemaakte predikant, Drs Bremmer, tot de vergadering zou spreken. Er was een schare vrijgemaakte pre dikanten uitgenodigd, en er waren er verscheidene gekomen. Dat feit spreekt voor zichzelf. Een uitnodiging van geref. zijde, en daaraan werd gevolg gegeven. Zó moest het, niet alleen tussen de domi nees, maar ook tussen de gemeenten. Elkaar uitnodigen En, er dan ook op ingaan, anders helpt het niet veel. Het is mij nog niet bekend, of er van de zijde der vrijgemaakte ook sprekers uit onze kring worden uitgenodigd. De vergadering in Zwolle stond vrijwel op zichzelf. Maar, als de vrijgemaakte pre dikanten hun voorlichting zochten ook in onze kring. Zij zullen ongetwijfeld krachten ge noeg hebben om dit alles zelf tot stand te brengen. Daar niet van. Maar denk u in :.prof. dr. Herman Ridderbos sprekend tot die ambtsdragers, zeg over de jongste exegetische vondsten op Nieuw-Testamentisch gebied. Dat zou heel wat meer helpen dan altijd praten over hetzelfde. De ontvangst temidden van onze pre dikanten was hartelijk. Men voelde zich er thuis. Zo kan het toch ook, want wij belijden één Heer, één geloof, één doop. Uit dat belijden moet het kerke lijk leven voortkomen, waarin de liefde de meeste is. Wij zagen in Utrecht, dat de geref. predikanten dat begeren. Zo trad drs Bremmer op voor een gehoor, dat hem gaarne aanvaardde. Of ze het allen met hem eens waren? Dat is een andere zaak. Gezien de schematische uiteenzetting, door hem gegeven over de geschiedenis van de kerk sinds 1920 tot heden, zal de spreker zelf niet verwacht hebben, dat allen daar zo maar bij konden aan sluiten. In 1920 was er de afsluiting van de periode Kuyper-Bavinck, waarop al spoedig volgde Assen, de strijd om het dogma van de Schrift. In die jaren viel mijn studententijd. En als jong predikant maakte ik de strijd van Assen mee. Ik moet u eerlijk zeggen, dat ,,een kijk", als drs Bremmer de vergadering in Utrecht probeerde bij te brengen, door mij nooit bij anderen werd aangetroffen. Laat men toch niet vergetennamen van vooraanstaande theologen, die in de vrijmaking meede den, komt men ook tegen rondom As sen, en dan wel een beetje anders. En dan zouden de synodes een re formatorische beweging in de kerk sinds 1930 hebben getracht tegen te houden Is het nog niet wat vroeg in de tijd om te spreken van reformatorisch van een beweging die omstreeks de 30er ja ren opkwam Ja, als men met bewogen heid staat voor reformator invloeden, in waarachtige bekering en toeloop tot het evangelie, als een vernieuwende kracht des geestes in de kerk merkbaar wordtdan is het begrijpelijk, dat wij daarbij stil staan als een hervor ming". Was daarvan meer naar voren geko men, het kerkelijk leven zou wellicht een ander verloop gehad hebben. Het zal vrijwel voor allen, die deze tijden hebben meegemaakt, moeilijk val len om tot zulk een kijk op de geschie denis te komen. Daarbij kan men de vraag stellen ook al dénkt iemand er zo over, en hij vindt een kring gelijk gezinden waar dat ook gebeurt, is het dan aan te be velen om deze kijk vóór te leggen aan een heel andere kring Persoonlijk geloof ik, dat wij niemand hard moeten vallen om een bepaalde kijk op de geschiedenis. Wel mag altijd het advies gegeven worden, om ,,een kijk" later weer kritisch te herzien aan de hand van mogelijke nieuwe gegevens. Dat doen de geschiedkundigen toch ook Daardoor verdwijnt in later jaren wel eens een opvatting, die niet te hand haven bleek, om plaats te maken voor een andere uiteenzetting. In het kerkelijk leven hebben wij ze ker dat niet minder nodig. Dat is ook echt reformatorisch, steeds ons inzicht „beproeven". Verder laten wij de kwestie van het onderwerp rusten. Progressieve taal viel hier niet te beluisteren. Maarwat het mooiste was dat zij daar bij elkaar als broederë bijeen waren Dat is een daad, die voor zichzelf spreekt en waar toe over en weer de bereidheid bleek. Dat zijn van die wolkjes, die een milde regen kunnen voorspellen. Dat men eindelijk „opstapt", naar el kaar toegaat, en dan is de ontvangst een verrassing Het gaat er nu om, hoe de gemeen ten over en weer bearbeid worden. Als op de achtergrond dit ideaal verrijst Uw kinderen samendan zal het de gemeenten moeten toegeroepen wor den, dat zij in dit leven tot elkaar moe ten naderen. Zoals de predikanten samen kwamen. Zo ook gemeente-samenkomsten, met toelichting over en weer. Een nieuwe lente Let op het teken van Utrecht C. St. 3O april I960 Onze Koningin mag op deze datum verjaren. Wij willen ook in onze kerk bode aan Hare Majesteit onze harte lijke gelukwensen aanbieden. Wij doen dat zeker namens al onze lezers. Want Koningin Juliana is geëerd en geliefd bij allen. Wij hopen, dat haar nog een reeks van gelukkige jaren zullen geschonken worden. Dat ons Koninklijk huis in de persoon onzer Vorstin een zegen mag ontvangen die zich in de loop der jaren verdiept. En dat ons volk onder de re gering van Hare Majesteit vrede en veiligheid moge genieten. God zegene onze Vorstin C. St. Wij praten samen nog even door over de vraag of de welvaart van onze tijd noodzakelijk moet leiden tot „verschra ling" van het geestelijk leven. Dat er grote gevaren zijn is duidelijk. Maar dat hier een noodzakelijk verband zou liggen betwist ik. Naar mijn smaak wordt al te licht vaardig gezegd, dat welvaart schadelijk is voor ons geloof. Als dat waar is, dan heeft de HERE Abraham wel zéér in verzoeking gebracht, toen Hij hem rijk maakte. Datzelfde deed Hij tot tweemaal toe met Job. Om van vele andere bijbel figuren maar niet te spreken. Als ge lovig mens verwacht ik de gezegende aarde als erfenis. Ik kan het niet laten om, waar ik ook kom, de aarde daar nü al op aan te kijken mijn erfenis in de toekomst, in gemeenschap met al Gods volk. „De zegen des Heren, die maakt rijkDat moet men niet krachteloos maken door het maar aanstonds te „ver geestelijken". Rijkdom is als zodanig beslist niét in strijd met de zegen van God en zonder meer zeker niét gevaarlijker voor het geestelijk leven dan armoede. Het is maar de vraag welke rol die rijkdom in ons leven speelt, welke kijk wij op de welvaart hebben en hoe we die wel vaart al-dan-niet in ons dienen van God een plaats weten te geven. Als we de zaak zó stellen, zijn het vooral twee vragen, die onze aandacht opeisen. De eerste is „Wat is welvaart De tweede, is „Wat dóér we er mee Welke richting gaan w er mee uit Welvaart is een woord dat alles omvattend is. Wanneer „varen" we „wél"? Wanneer maken we het „goed"? Als we gezond zijn, maar arm Néén Als we rijk zijn, maar ziek Néén Als we werk hebben, maar ongeluk kig zijn in de liefde Néén Als we gelukkig getrouwd zijn, maar op straat gezet zijn, ontslagen Néén Wél-varend zijn we als we alles- tegelijk hebben wat ons gelukkig en voorspoedig maakt. Wil dat dan zeggen, dat we, als we gezond zijn èn rijk, gelukkig-in-de-lief- de zijn èn opgenomen in het arbeids proces, de vlag in top kunnen hijsen en onszelf „welvarend" kunnen verklaren? Dat hangt er van af in welke richting zich ons leven beweegt. Van God af Dan is onze gezondheid, onze rijk dom, ons liefde-geluk en ons werk „mèt-ons-ten-verderve". Dan gaat het Het land van Cadzand is de laatste tijd weer vol van activiteiten. Aan de Noordgrens, bij de Bressiaan- ders, kon men het grote nieuws lezen, dat er een predikant komt wonen. In het uiterste Westen, tevens de Zuidelijkste badplaats van Nederland, zijn geheel andere activiteiten in de maak. Er wordt immers een evangelisa- tie-tentcampagne in Cadzand voorbe reid. In het midden om het woord „cen trum" maar te vermijden in Oostburg zocht men de activiteit meer in het mu zikale. Des avonds op de eerste Paasdag was er een muziek- en zangavond ge organiseerd. Behalve door het kerkorgel werd de samenzang begeleid door trom petgeschal. Dat klonk bepaald feestelijk. Fluiten, violen, een cello, klarinet, alt fluit en een wat moderner instrument, waar ik de naam niet meer zeker van weet, en een zangkoor werkten samen of in afwisseling, terwijl een soliste met orgelbegeleiding zong, enkele broeders declameerden, een van de meisjes een meditatieve toespraak hield over „Dood en opstanding". Het geheel vormde een feestelijk slot van een toch reeds zo schone dag. Schoon was de dag, niet zozeer om de stampvolle kerk hoewel ook dat een schone zaak is maar vooral om de openbare geloofsbelijdenis van vele jongeren, die getuigden van hun geloof in de opgestane Heiland door het een voudige, maar tegelijk zo veel omvat tende „ja", waardoor hun de toegang tot het Heilig Avondmaal ontsloten mocht worden. Dit feest zullen de mees te zusterkerken in deze weken soort gelijk beleefd hebben. alles in Gods toorn zijn ondergang te gemoet. Maar richt ons leven zich op God, oriënteert het zich aan Zijn geboden, trekt het zich op en klemt het zich vast aan Zijn vergevende liefde in Christus, dan pas kunnen we zeggen, dat we met onze gezondheid en rijkdom, met ons liefde-geluk en onze arbeid „wèl-va- rend" zijn. Want wél-varen is niet alleen een kwestie van „varen" (draaiende moto ren en ruim sop), maar het is vooral een kwestie van „koers" en wel van de juiste koers houden. Men kan met volle- kracht-vóóruit op de rotsen te pletter varen. Met een pracht-schip, waar niets aan mankeert. Dat laat zij het met andere beeld spraak Psalm 73 zien schijnbare welvaart. Maar in feiteeen over „glibberige" plaatsen zich voortbewegen in de richting van een peilloos-diepe afgrond. Dat is de huiveringwekkende werkelijkheid van het leven der godde- lozen. Daar moet maar niemand jaloers op zijn. Al hun successen liggen onder de vloek. Werkelijke welvaart begint daar, waar achter gezondheid, rijkdom, liefde, arbeid en wat niet al in ons leven het kruis van Jezus Christus staat, waar door de schat van Gods genade ons deel kan worden. Maar wij zullen die schat van Gods genade óók in „aardse" zegeningen dankbaar moeten begroeten en aanvaar den. Dat is iets dat velen nog moeten leren zien. Dan zal de welvaart ons niet van God vervreemden, maar ons juist aan Hem binden, als wij de „aardse" zegeningen niet langer aan onszelf toeschrijven. Is de welvaart schadelijk voor het geestelijk leven Dat hangt er van af, hoe het ant woord zal uitvallen op die andere vraag: „Hebt ge Uw hart aan de Here gege ven óf niét Want alleen het hart van de mens kan de koers van zijn leven bepalen. A. V. Dit was dan het begin van de dag. De middag verliep stiller, zonder dat van slechte opkomst kon gesproken worden. In de avondsamenkomst liep de kerk echter weer vol. Velen van allerlei groe pering, van „uiterst rechts" tot „links", stroomden samen Zij voelden zich zeker niet teleurgesteld, toen ze weer uiteen gingen. Het program was heel eenvoudig en populair gehouden. Het eenvoudige geestelijke lied in sobere uitvoering, werd gebracht door overv. egende jeug dige amateurs. Er was een prettige afwisseling van declamatie, zang, gesproken woord en instrumentale muziek. Naar ik meen, en velen zijn dit met mij van oordeel, heeft de organisatie zich niet vergeefs alle moeite getroost, want het is een passend feestprogram, wanneer ook buiten de normale kerk diensten om, er gelegenheid geboden wordt om samen met velen buiten de eigen kerkelijke kring God en Christus te loven met stem en snarenspel en al lerlei instrumenten. Intussen is het andere feit, dat van de hulpprediker in Breskens, van nog verder gaande strekking. Dat men in Breskens met gejuich de nabij toekomst tegemoet ziet, valt ten zeerste te be grijpen. Alle voorbereiding van deze te ver wachten gebeurtenis in het licht te stel len, is niet "v^el doenlijk. Maar dat er heel wat aan te pas gekomen is, l^at zich verstaan. Men mag het in geen enkel opzicht een „werk-van-de-nacht" noemen men zou hier echter toch toe geneigd zijn, indien men denkt aan de

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1