Het probleem der volken Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE van de Vlaamse Gaai ZEEUWSE KERKBODE VIJFTIENDE jaargang No. 41 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg Hoofdredacteur Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor. Medewerker Ds D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 8 APRIL 1960 Abonnementsprijs: ƒ3,'— per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. „VERBODEN TOEGANGWEGGENOMEN. En zie, het voorhangsel van den tempel scheurde van boven tot beneden in tweeën Matt 2751a. Jezus' vijanden hebben gehoopt en verwacht, dat met Jezus' sterven het ook met Zijn invloed uit zou zijn, dat ze voorgoed van Hem af zouden wezen. Maar het blijkt al direct, dat ze zich daarin vergissen. Juist op dat moment komt immers alles in beweging de aarde beefde, en de rotsen scheurden graven gaan open en doden wor den opgewekt. Ook in de tempel is er beweging het voorhangsel scheurt. Het zijn een paar woorden van geweldige betekenis. Lees er niet oppervlakkig overheen Onder het Oude Testament woonde" God bij de ark in het heilige der heiligen. Niemand mocht daar binnengaan dan alleen de Hogepriester en dan nog maar éénmaal per jaar (Hebr. 9:7). Voor ieder ander gold daar het „verboden toegang". In het heilige mochten alleen de priesters komen en ook daar gold dus voor het volk verboden toegang. Nu is niet met zekerheid uit te maken, wélk voorhangsel gescheurd is, dat voor het heilige, of dat voor het heilige der heiligen. Maar de bedoeling van God met dit scheuren van het voorhangsel is wel volkomen duidelijk de tempel heeft zijn dienst vervuld en kan gesloten worden. Er behoeft geen dier meer geslacht en geofferd te worden nu HET LAM Gods geslacht is. Het voorhangsel sprak van verberging gij, zondige mens. kunt niet tot God naderen. Dat mag alleen de hogepriester met het bloed. Het voorhangsel maakte scheiding. Het beeldde onze zonde af: uw zonde maakt scheiding tussen God en u. Wie kan nu God zien en leven Ge kunt en moogt niet inzien in dat heilige der heiligen. En nu het voorhangsel scheurt van boven tot beneden in tweeën! God Zelf grijpt in op wonderlijke wijze. Nu ligt de weg naar het heiligdom open. De brief aan de He breeën geeft hiervan de verklaring „Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs de nieuwe en levende weg, dien Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs(Hebr. 10 19—22). Ge vraagt misschien hoe kan dat nu, dat het voorhangsel beeld van de zonde was en tegelijk Zijn vlees God heeft Hem zonde voor ons gemaakt, uw Heiland heeft uw zonden gedragen in Zijn vlees. Breek deze tempel af En de tempel is afgebroken. Een nieuwe is herrezen ten derden dage. Een tempel, die nooit meer afgebroken zal worden. Het voorhangsel is gescheurd. Er is een nieuwe, een levende weg naar Gods troon de verzoening door het Kruis Vrij moogt gij tot Jezus gaan, Jezus neemt de zondaars aan Ziet ge de poort wijd openstaan Is het einde van Jezus' leven op aarde rust zacht, zachte rust Gaan we op Goede Vrijdag een lieve Dode bewenen Of gaan we zingen ter ere van het Lam dat om onzentwil ge slacht is Ziet ge de nieuwe tempel „Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont Koudekerke. A. ELSHOUT. Wij zijn in ons goede vaderland ge wend om ons bij de kerkelijke vragen nogal te beperken tot de grenzen waar binnen wij wonen. Als u eens nagaat, hoe veel 'er over volkstoestanden en kerkelijke toestanden bij ons, geschre ven en gesproken wordt, en u zoekt eens op, wat er van over de landsgren zen onder onze aandacht komt, dan is het verschil wel héél groot. Zo kan het ook gebeuren, dat gereformeerde men sen zich. druk gaan maken over kwes ties, die voor het wereldgebeuren van zeer geringe betekenis zijn. Ik geloof, dat wij op dat wereldge beuren meer moeten letten. Tenslotte staat de Kerk in de samenleving der volken en vervult daar haar dienst. Een dienst, die de volken moet steunen. De Kerk in de wereld, niet van de wereld, het is een opmerking die sinds de eerste wereldoorlog nogal opgang maakte. In verband met ons onderwerp bedoel ik er alléén mee te zeggen, dat de Kerk zich in het brandpunt van het wereld leven bevindt, met een opdracht van God. Ieder, die tot enige geestelijke ar beid wordt geroepen, moet zich dat be wust zijn. Dat leven rolt aan onze ogen voorbij. Wij nemen er kennis van en stellen de vraag in welk opzicht ziet u de invloed van de Kerk, de invloed van het evan gelie, in die volkerengemeenschap wer ken De toestanden in Zuid-Afrika dwin gen ons, dat wij ons hiermee bezig hou den. LI weet, Zuid-Afrika heeft een in vloedrijk kerkelijk leven. De nederduits- geref. kerk telt wel anderhalf millioen leden. Die geref. kerk daarnaast is erg klein, telt, voorzover mij bekend, nog geen honderd-duizend leden. Al kunnen wij op een afstand de kerkelijke toe standen niet precies beoordelen, men zou toch wensen, dat deze beide krin gen toenadering tot elkaar kenden. Een onderwerp, dat ik eens met prof. Sny- man besprak van die geref. kerk, en met Dr. de Villiers van die nederduits- geref. kerk. Over verdere kerkelijke zaken aldaar (er is ook nog een Herv. Kerk!), wil ik nu niet schrijven. Ik wil alléén laten uitkomen, dat de gereformeerde invloed toch niet gering is. Denkende aan het feit, dat er goed 3 millioen blanken wonen, kan deze in vloed zelfs „groot" zijn De televisie, nee, daar doen ze niet aan mee. Ook zijn er kringen, waar het roken contrabande is, wat voor vele neder- landse herders wel heel zwaar zou val len Dat kerkelijk leven is niet opgaande in wuftheid en wereldzin, maar men wil de dienst van God waarnemen. Ook bij die nederd. geref. kerk houdt men zich terug van de vrijzinnige theologie, en van een modern predikant wist Dr de Villiers niets. Zodat ik maar zeggen wil dat is geestelijk nog niet zo verkeerd. Gaan wij nu het apartheidsvraagstuk na, dan weten we het niet meer. Apart heid, strenge scheiding tussen blanke en kleurling, niet alleen op postkantoren en in openbare gebouwen, maar ook op school, zelfs in de kerk. De blanken hebben wel wat over voor de Bantoes, zij mogen, wat hen betreft, tot akade- mische studie toe, krijgenmaar, met handhaving van de gescheidenheid van de rassen Het schijnt voor velen in Zuid-Afrika niet moeilijk te zijn om deze apartheids politiek toe te passen. De stem uit de geschiedenis kan daartoe wat bijdragen. Maarwij moeten daar toch voor zichtig mee zijn. Het meerderheidsge voel van de blanke mens is hier zeer bedenkelijk. Om twee redenen. Ten eerste omdat het leven zo radi- kaal is veranderd. Men „neemt" alles zo niet meer als in vroeger eeuw. Het ontwaakte mensbewustzijn spreekt bij de kleurling mee. Hij is zeer zeker „an ders" dan de blanke, maar er worden ook onder de kleurlingen mensen met intelligentie aangetroffen. Denkt U maar aan de Kongo. U kunt verbaasd staan, in hoe korte tijd er mannen klaar staan, die het zelfstandig beleid straks zullen voeren. België heeft, nog nét op het nippertje, zijn tijd begrepen. Zuid-Afrika begrijpt daar nog weinig van. Het geweld wordt ingezet, maar daarmee is „de drang", die hier werkt, niet uit te roeien. Eens komt de dag van het verschrikkelijk antwoord op deze geweldpolitiek Wat hébben wij begrepen van de ziel van de kleurling, van zijn levensbegeer te en zijn vrijheidsdrang Zuid-Afrika mag dan, geheel apart, voor opvoeding zorgen, de kleurling voelt zich gekrenkt in zijn recht van mens-zijn. Men zal hem uiteindelijk niet in banden houden, en de drie millioen blanken mogen daar goed aan denken. Dan is er nog een tweede reden. In hoever kunnen christenen bij het Woord Gods die streng doorgevoerde apartheid volhouden Dit is in velerlei opzicht niet te verantwoorden. Natuurlijk zijn er wel begrijpelijke dingen. Een „blank" meisje zal wel niet met een Bantoe thuis komen, of omgekeerd. Uit de wijze, waarop de rassen daar apart hebben geleefd, volgt stellig, dat men tot zulk „samengaan" niet komt. Maardaarmee hebben wij ons bij de apartheidspolitiek niet neergelegd. De christelijke kerk mag niet rusten, eer dat de rassen elkaar aannemen in Christus, als broeders en zusters. Hier moet iets in ons overwonnen worden van menselijke hoogmoed en majesteits- gevoel, en wij zullen erkennen, dat Christus óók daar vergaderen wil tot het eeuwige leven. Daaruit zal wel voortvloeien, dat de kerk in Zuid-Afrika zich verklaren zal tegen een apartheidspolitiek, die een levensgevaar dreigt te worden. Er zijn reeds protesten geuit. Hoe doen de gereformeerden daar ginds Politiek of evangeliewat moet hier de doorslag geven Er zijn allerlei begrijpelijke redenen, om de apartheid te verdedigen. Maar, daarmee dringen wij tot de kern niet door. Als Christus roept tot alle volken en natiën, dan zal de kracht van Christus dóór de christelijke kerk moeten uitgaan, om de oproep door te geven. Er zijn al veel referaten over ethiek gehouden. Het komt er in de praktijk op aan, hoe of blank en bruin leren denken over de roeping in deze wereld in verband met de toekomende Dan moet er halt geroepen wor den, bij wat zich nu afspeelt in Zuid- Afrika. Zo zullen de moeilijkheden van de kerk in de wereld door ons worden ingedacht. Het zal ons eigen kerkelijk leven ten goede komen. C. St. In de jaren 1540 1541 gebeurde in Regensburg iets zeer opzienbarends. De tijdgenoten hebben de betekenis van het feit niet dadelijk opgemerkt. De ge schiedschrijver was er voor nodig om het uit de veelheid van gebeurtenissen op te delven als een zaak van markante betekenis. Indien ik u de gebeurtenis noem, zult u het waarschijnlijk weinig zeggend noemen. Noch de namen, noch het raam van de tijd, noch het feit zelf zeggen u voldoende. Regensburg 1540/41 is belangrijk door de Rijksdag van het Duitse Rijk, die bijeen kwam om o.m. te spreken over godsdienstzaken betreffende.de verhou ding Rome-Reformatie. Daar deden ook Jezuïsten voor het eerst hun intre de, m.n. een zekere Faber. Tijdens de zittingsperiode van de Rijksdag volgden velen de „Exercitiën", de geestelijke oefeningen van de Jezuïet Faber. On der deze was de oude kampwachter te gen de Reformatie Johannes Cochleüs. Is dit een belangrijk feit, dat ons eventueel nog wat zegt Voor velen is de kerkgeschiedenis een gebied, dat men binnengestrompeld is over een pad van hobbelige keien of „kinderhoofdjes" in de vorm van jaar tallen en dorre feiten. De mooie verha len ziet men vaak voorbij als slechts een romantische omlijsting. De beteke nis van de historie beperkt men daar om, met tegenzin, tot een dorre stof, die enkel betreft, wat geweest is, en waarmee wij niets te maken hebben, althans waarvoor wij slechts onderge schikte belangstelling hebben op te brengen. Hoort bovengenoemd feit niet onder de dorre beenderen van de verleden tijd Ik meen van niet. Het verband met onze tijd zie ik ge legd in het woord „verschraling". Van Rooms Katholiek en zelfs van breder Christelijk standpunt bekeken was de voor-reformatorische tijd een tijd van verschraling-tot-op-het-bot. De grote kracht van Luther was, dat door de diepte heen tot zijn geloofs overtuiging was gekomen. Daarvoor had hij een geestelijke worsteling door gemaakt van zeldzame omvang. Doch daardoor hadden zijn woorden ook een sterk geconcentreerde lading. Tegen over hem stond in dispuut de bijzonder geleerde Johannes Mayer uit Egg, in de geschiedenis doorgaans bekend als Johannes Eek. In geleerdheid en kennis, zelfs in technische vaardigheid en tac tiek van disputeren was hij Luthers meerdere maar één ding ontbrak hem de diepgang. Hij disputeerde spelender wijs hoewel overtuigd Rooms, sterk overtuigd van het recht van de „Katho lieke" kerk, miste hij het met smart en strijd verworvene. Het sprak voor hem als vanzelf. Hij meende met twistge sprekken en geleerdheid de tegenstan der te winnen. Daarom was de zege toch aan Luther, want Luthers sterk geladen geest trof de hoorders door zijn diepere ernst. Men voeldehier staat de hele man met zijn diepste we zen achter. Dit vond men zó niet bij Eek, al be sefte men dit niet in volle duidelijkheid. Soortgelijk was dit met Cochleüs, een niet-theoloog, die zich tegen de Refor matie in het strijdperk wierp, waar de theologen geen interesse hadden. Deels uit gebondenheid aan de „Moederkerk", deels in het begin vooral uit eerzucht om met de beroemde Luther in het strijdperk te treden, kwam hij naar vo ren, maar ook zijn woorden sleepten de menigte niet .mee.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1960 | | pagina 1