HET JAAR
1959
Statistiek
vijftiende jaargang No. 28 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 8 januari i960
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren Ds a. Koning, Ds j. B. van Mechelen, Ds a. Schippers, Drs a. Verschoor
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom.
DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm
WIE VERKLAART ZICH BEREID
om heden de Hete zijn gave te schenken
I Kton. 19 5.
Deze vraag is van koning David. Er moet een tempel komen en
daar is geld voor nodig. Wie helpt er mee En koning David doet
geen vergeefs beroep. Van alle kanten dringen ze op hem aan. Een
kapitaal komt er binnen.
Wij kunnen er echt plezier in hebben, als er mensen zijn, die
voor een goed doel de schare in vlam weten te zetten. Wat hebben
die mensen toch Ik weet het niet precies. Maar je moet denken
aan een vonkje, dat overspat en terecht komt in een hooiberg. Is
koning David ook zo'n vonkje, dat de hele zaak in lichterlaai zet
En hebben de mensen na de actie met een glimlach tegen elkaar
gezegd die koning van ons heeft er slag van de mensen hun por-
temonnaie te laten omkerentjonge, wat een aartsbedelaar
Het is best mogelijk, dat koning David er slag van had. Maar ten
diepste gaven de mensen toch om een andere reden het kómt alles
van U en wij geven het U uit uw hand
Er moet nog steeds gebouwd worden aan de tempel. En daarom
klinkt ook nog steeds de vraag wie verklaart zich bereid Wie
wil heden de Here zijn gave schenken We kunnen aan heel veel
denken de gave van je belangstelling, van je medeleven, van je
beste krachten en eigenschappenCalvijn nam alles bijeen, toen
hij in z'n familiewapen koos eenbrandend hart. Dat is het,
wat er gevraagd wordtde gave van je hart
Ja, maar ons hart is zo leeg. Wat hebben wij God anders aan
te bieden dan onze armoe en onze schuld Dat zei de man met het
ene talent ook na eerst een diep gat gegraven te hebben en z'n
gave daarin gegooid. Maar z'n heer ontmaskerde hem met z'n
vrome praatjes en zeijij luiaard... 't Was een onwaarachtige man.
Er is een oud verhaal, waarin de engelen Adam na z'n val schat
ten komen brengen goud, wierook en mirre. Deze schatten waren
eerst gedrenkt in het water, dat stroomde langs de boom des levens.
Goud hoort bij de koning. Wierook bij de priester. Mirre bij de
profeet. Toen de engelen hem dat kwamen brengen, zong het in
Adam het komt allemaal weer goedEn wij zingen het is
goed gekomenEens zijn we immers gedompeld geweest in het
water bij de boom des levens.
Nu hebben wij écht weer onze gave. Maar ziet u de hand, waar
uit die komt En ziet u, dat deze hand niet teruggetrokken wordt,
maar naar u blijft uitgestrekt, nu als een vragende hand
Let er op, het collectezakje, de vereniging, devult u maar
in, vormen samen de hand, die u vraagtwie is er bereid de Here
z'n gave te schenken
Vrouwenpolder. J. v. d. WAL.
De eerste Kerkbode die in 1960 ver
schijnt. Wij mogen er de wens aan
toevoegen, dat voor dit jaar de geregel
de verschijning zal volgen, en dat wij
onze Kerkbode zien als het orgaan van
onze eigen zeeuwse kerken. Dan helpen
W/ij allen, om de verschijning mogelijk
te maken.
Er ligt wel een jaar van betekenis
volle besluiten achter ons. Onze kerken
waren ,,in beweging" en zochten het
uiterste tot het bevorderen van liefde
en vrede.
Onze generale synode is daarin
voorgegaan.
Dat kan ook moeilijk anders.
Alle particuliere synoden zijn daar
vertegenwoordigd, en de afgevaardig
den beraadslagen samen over wat nut
tig en nodig is voor ons kerkelijk leven.
Zeeland werkt daar net zo goed in mee
als Groningen. In bepaalde gevallen ko
men er heel wat bezoekers uit de ge
meente, die de beraadslagingen en de
beslissingen meemaken. Synode en
volk leven dan bij elkaar. In de pauze
-begeven de synodeleden zich onder de
bezoekers, en van een „synodale hoog
heid" hebben alléén zij iets gemerkt, die
er praktisch niet kwamen ennou
ja, die nu eenmaal het werk van een
synode niet goed kunnen zetten.
Héél veel danken wij ook aan de ad
viezen van onze hoogleraren. Baasje
spelen, denkt u Och, weet u wie daar
moeite over hebben Die zelf graag
baasje spelen. De hoogleraren zijn le
den onder de anderen en gaan zo met
allen om. Alléénde afgevaardig
den van Zeeland hebben stemrecht
en dat hebben de hoogleraren niet. Zij
oefenen dus op geen enkele beslissing
invloed uit, dan alleen, dat zij in de
beraadslagingen hun mening geven, zo
goed als de anderen dit kunnen doen.
Op die vergadering van onze synode
dan, waar in januari ook de Zeeuwse
kerken weer zullen zijn, is het besluit
gevallen, waarin de begeerte naar een
heid met andere gereformeerden dui
delijk sprak. Ik bedoel de opheffing van
de vervangingsformule.
De bazuin is aan de mond gezet
Hoe zijn ze bij anderen gehoord
U hebt gelezen van een vergadering
in Zwolle, waar vrijgemaakte predikan
ten voorlichting kregen van drs O. Ja
ger van Almelo. Zij zijn uiteengegaan
om met het besprokene hun winst te
doen. Er schijnen nog al wat punten
op hun programma te staan, die ver
vuld moeten worden, anders
Persoonlijk geloof ik, als je elkaar
werkelijk wilt, dat je dan niet té veel
noten op de zang moet hebben. Zeker
zijn er veel weerstanden te overwinnen.
Zo was het ook vóór 1892, het jaar
van ,,de vereniging". Maar, Kuyper zei
toch lang van te voren al tot Gispen
„broeder, wij horen bij elkaar en God
„zal ons samenbrengen
Deze begeerte naar elkaar zal nog
moeten groeien.
Onze synode deed een heel belang
rijke stap.
Nu moet blijken, dat er aan de op
roep wordt gehoor gegeven. Voorzover
mij bekend, is Goes de eerste plaats,
waar de predikant van de vrijgemaakte
kerk zich na Utrecht met zijn gezin
weer heeft gevoegd bij onze kerken.
Ook een ander gezin volgde hem
daarin. Zo zagen wij de laatste jaren
verschillende gezinnen tot ons weder
keren, die met vreugde hun plaats in
nemen, en die ook met vreugde zijn ont
vangen. Van hiërarchie merkten zij
nietsmisschien voelde een enkele
zich juist ontkomen aan een soort hiër
archie.
Andere „gevallen" uit het land kwa
men nog niet naar voren. Maar, er is
wel enige „deining" gekomen. Ondanks
waarschuwingen om niet te gaan, kwam
een derde deel van de vrijgemaakte pre
dikanten daar bij elkaar. Ik hoorde na
men noemen, waarover ik wat verbaasd
was. Als het nu maar niet blijft bij een
spreken onder elkaar. Wij moeten spre
ken mét elkaar
Straks wil men een vergadering in
het Concertgebouw van de hoofdstad
van ons land. Daar moeten dan de vrij
gemaakte broeders en zusters worden
voorgelicht.
Eerlijk gezegddat Concertge
bouw kennende, houd ik mijn hart vast,
wat dat worden moet.
Het moet echter allemaal duidelijker
in de richting van wij horen bij elkaar
en God zal ons samenbrengen. Als dat
onder vrijgemaakten ging spreken, dan
zou de hartewens van alle leden onzer
synode in vervulling gaan.
Dit zal wel „hét punt" blijven, waar
naar Utrecht genoemd wordt. Wij had
den al: „Utrecht 1905", en hebben er
nu bij „Utrecht 1959". Als dit laatste
net zo gezegend mag werken als eer
tijds Utrecht 1905, dan valt er nog veel
te verwachten.
Niet alles van de generale synode
was zo ingrijpend. Daarom willen wij
op deze hoofdzaak even het licht laten
vallen. Straks moeten nog komen de
psalmen en de gezangen.
Een zingend gezelschap behoort de
Kerk te zijn. Daarbij mag er wel ver
scheidenheid zijn. Wij behoeven niet
alle tijden door precies hetzelfde te zin
gen. Wat er aan geestelijke liederen in
de loop der eeuwen in de kring der
Kerk ontstaan is, daar kunnen wij'
dankbaar gebruik van maken. Het is
te hopen, dat het gereformeerde volk
ook het nieuwe lied tot Gods eer zal
gebruiken.
Natuurlijk is ook hier verschil van
„ligging". Toch is dit geen afdoend ar
gument.
Als ik de laatste jaren las, van ge
meenten, waar zelfs de 29 gezangen
niet in gebruik waren, dan vraag ik mij
af, welke invloed hebben kerkeraad en
predikant in zulke gevallen uitge
oefend
Zijn daar dan geen jeugdklubs en
jeugdverenigingen, en zangverenigin
gen Het gezonde inzicht mag niet al
tijd opzij gezet worden voor ongezond
konservatisme.
Wij willen toch naar Jeruzalem, waar
het lied van Mozes en van het lam
worden gezongen Een beetje voor
oefening kan geen kwaad.
Wat de statistiek betreft, vindt u een
apart stuk in ons blad. Groeien in getal
doen wij niet sterk. Al was „de klap"
in 1958 te wijten aan de droeve zaak
van Wolvega, het is toch ook verder
zo, dat de geref. kerken op het verove
ringspad niet sterk worden aangetrof
fen. En dat, ondanks aanpassing op
evangelisatiegebied aan het leven van
vandaag. De evangelisten krijgen een
opleiding, waar men vroeger niet .van
droomde.
Er wordt wel gearbeid op dit ge
biedmaar de tijd om te oogsten
schijnt nog niet te zijn gekomen. Dat
mag ons niet doen verslappen in de
aanpak van het werk.
Ik noemde zoéven Wolvega. Wat
zullen wij zeggenhet raadsel van
Wolvega, of het drama van Wolvega?
Het heeft de jaarwisseling al weer
overleefd.
Gereformeerde mensen bidden en
werken daar tegen elkaar in. Is dat
biddenof moet ik het anders noe
men Enwerken ze daar, of is de
kerksloperij aan de gang Wie er gelijk
heeft Zeg liever, wie de eerste is, die
zo geen dag langer durft voort te gaan.
Dat kan allemaal maar
Intussen werden wij het gewaar, dat
er op het gebied van de christel. prak
tijk vreselijke dingen kunnen gebeuren.
Bidden in de kerken knielen voor
de afgod van het geld God helpe ons,
dat wij, bang voor onszelfnaar op
rechtheid zullen staan.
Er was hulpvaardigheid, denkt u aan
onze bijdrage tot de bouw van het pro
testantisme in Frankrijk.
Er was diakonale ontwikkeling. Het
maatschappelijk werk kreeg onder ons
een ruime en goede plaats.
't Zijn maar een paar grepen
en dan vooral op het terrein onzer ker
ken. Komen wij daarbuiten, dan komen
de vragen.
Onze kerken zullen, met behoud van
haar liefde tot Schrift en belijdenis,
der gereformeerde kerken
over 1958.
Wij mogen het Alg. Kerkelijk Bureau
dankbaar zijn voor de vroegtijdige be
handeling van de statistiek. Vóór dat
ons jaarboek uitkomt, hebben wij nu
al de beschikking over de gegevens.
Het aantal kerken in 1958 bedroeg
801, precies gelijk aan het aantal van
1957. Van een „toename" van gemeen
ten is dus geen sprake. Van deze ker
ken zonden 772 de meeste gegevens in,
waaruit blijkt dat men het werk van de
statistiek steeds meer gaat waarderen.
Tegenover een vertrek in 1958 naar
de vrijgemaakten van 154, staat een
overkomst naar ons toe van 353. Van
een uittocht in die richting was dus
geen sprake. Evenmin naar de Ned.
Herv. kerk, waarheen 1594 leden ver
trokken, maar waaruit 1626 naar ons
kwamen. Van de geref. gemeenten
kwamen er 58 naar ons, en er vertrok
ken 53 leden. Naar de chr. geref. kerk
trokken er 193 op, maar 308 leden
kwamen van daar tot ons. 68 gingen
er naar Rome, maar 131 kwamen van
daar tot ons. Zo is het vrijwel over heel
de kerkelijke linie, met een paar kleine
uitzonderingen. Naar de kant van de
sekte verdwenen er gereformeerden,
naar Jehova-getuigen, pinkstergemeen
te, stromen van kracht. Geen getallen
langs andere wegen moeten voortgaan
dan voorheen. Een veranderende we
reld, daar hoort u nog al eens van. Dat
zal ook op de praktijk der kerk invloed
uitoefenen.
Hebt u de sterke wil om mee te doen
voor dit jaar Er is altijd werk voor u.
Waakzaam op onze post, zo vinde
God ons voor 1960. C. St.
van betekenis, maar het feit spreekt
toch, dat er dwalenden van hart onder
de gereformeerden bevonden worden.
De grote aderlating ondergingen wij
in Wolvega, waar een vrije geref. kerk
ontstond. Nog steeds blijft deze zaak
in het duister gehuld, en onverklaarbaar
voor degenen, die op een afstand de be
richten ontvangen. 492 leden gingen
van ons heen In eigen kring beleefde
men de kerkelijke afbraak, die een over
komst uit andere kringen tot ons te niet
deed Zodoende is er slechts een ver
meerdering van 6 leden.
Enkele cijfers over gelden. Voor
eigen kerkelijk leven gaven 741 kerken
6.728.173, Voor de gemeenschap
pelijke arbeid der kerken 2.467.572,
Voor de diakonie: 6.471.910,— voor
de zending 2.387.545,voor de
evangelisatie: 1.007.589,—.
Dat loopt dus met elkaar behoorlijk
in de millioenen. Er is dus toch wel be
geerte tot geven. Voor de evangelisatie
zien wij de geringste opbrengst staan.
Blijkbaar moet hier en daar dit werk
nog meer in de belangstelling komen.
Dit zijn maar een paar grepen, maar
u krijgt nu toch een indruk van de toe
stand in onze kerken in 1958.
Zegene God de kerken en make Hij,
dat haar werfkracht, haar aantrekkings
kracht groter worde, en dat afbraak als
in 1958 in eigen kring zal uitblijven
C. St.