Van de wijde, ruige Heide KLEINE VOSSEN trekuur van de bus of anderszins nabij komt. Alle vergadermoeheid echter ten spijt, is een dag van classicaal vergade ren een hoogtepunt, want waar klopt het classicale leven krachtiger clan op een classis. We kunnen het nog wat breder zeggen is niet de classicale ver gadering in het kerkverband de enige meerdere vergadering, die nog dicht bij de plaatselijke kerken staat De parti culiere synode ligt nog enigszins in het gezichtsveld der plaatselijke kerken, ze hebben op de samenstelling nog enige invloed van betekenis, maar daartegen over staat, dat de stof, die op de parti culiere synode behandeld wordt door gaans droog en oninteressant is voor niet-ingewijden. Het program bestaat in een aaneenschakeling van ingekomen stukken, rapporten en benoemingen. De noodzaak van deze zaken kan men doorgaans niet betwisten, maar het staat allemaal ver van de leden der kerk, zelfs van de leden der kerkeraden. De zaken op een Generale Synode spreken vaak veel meer toe. Maar de invloed, de kerken en zelfs classicale vergaderingen en tenslotte zelfs parti culiere synoden daar hebben is zo ge ring, dat deze vergaderingen te ver zijn komen af te staan van onze kerken. De Generale Synoden liggen meer in het krachtenveld van enkele hoogleraren, die besprekingen en besluiten beheer sen, samen met enkele vrijwel perma nente leden van de Synode. Men kan daarom hoe langer hoe minder zeggen, dat de stem der synode ook de stem der kerken is. Er is heel wat nodig, voor de stem der kerken op een synode doorklinkt. Dan spreken wij van een wonder Gods. Dat is nu gebeurd bij het opheffen van de vervangingsformule. Wie had zo iets voor mogelijk ge houden Wie had er, na alle terugwijzingen van alle stemmen uit de kerken van on derop, nog durven verwachten, dat Al- melo/Baarn invloed zou kunnen hebben op de synodale beslissingen Ik sla deze dingen beslist niet te hoog aan. 't Is, dat er een prof. zich voor spande en de synode in zijn krachten veld wist te trekken, anders was er waarschijnlijk nog niets gebeurd, dat neemt niet weg, dat er aldus eindelijk een sluis geopend werd voor de wen sen, die in brede lagen van onze kerken reeds lang leefden, maar eenvoudig af- gesnoerd werden. Als het vaker kon voorkomen, dat stemmen uit de kerken konden doordringen, zou de Generale synode geleidelijk aan dichter bij ons kerkvolk komen en haar gezag zou er door winnen. Ik denk hier b.v. aan de nieuwe kerk orde. Deze is bepaald niet geboren uit aandrang der kerken en heeft als sta- in-de-weg voor toenadering en hereni ging veel meer betekenis dan voor func- tionnering van ons eigen kerkelijk leven. De classicale vergadering mag zich echter verheugen in de omstandigheid, dat ze dicht bij de kerken staat en dat de afgevaardigden der plaatselijke ker ken zich hier regelrecht kunnen uitspre ken. Het is daarom van waarde, dat alle leden der kerk zo goed mogelijk met de handelingen der classis kunnen mede leven. Er waren ditmaal zaken aan de orde, waar de kerken zeer nauw bij betrokken zijn. Ik noem de mogelijkheid van kerke lijke toenadering tot de vrijgemaakte kerken in de classis, de wijzigingen in Wat 'n uitgever al niet verzint om zijn boeken aan de man te brengen La Rivière en Voorhoeve te Zwolle probeert het nü via de vrouw nl. de predikantsvrouw. Zij hebben zich niet tot óns, domi nees, maar tot onze echtgenoten ge wend met hun jongste produkt Hoe vindt U dat er gepreekt moet worden en trachten haar te bewegen ons, man nen, op Sinterklaasavond te verrassen met dit boek Of mijn vrouw het doet Maar ik verkeer vanaf de laatste postbestelling in kinderlijke spanning. Want, ofschoon de post sedert de rechtsgelijkheid van de gehuwde vrouw niet altijd meer het eerst in mijn man nenhand terecht komt, was het dit keer juist het geval mijn vóór-surprise Zo las ik, wat voor haar alleen was bestemd. Het was ook slechts 'n open druk werkje. En ik zit te piekeren, hoe ik het on- de berekening der predikantstractemen- ten, de toetreding tot de regeling der classes Goes en Zierikzee terzake van de gemeenschappelijke financiering der kindergelden, het beroepen van een evangelisatiekracht in West Zeeuws Vlaanderen, het beoordelen van de door deputaten der Gen. Synode aangeboden uitbreiding der gezangenbundel. Ten aanzien van dit laatste was het prettig, dat twee broeders uit Breskens de moei te hadden genomen zich met een uitge breid schrijven tot de classis te wenden om hun gevoelen kenbaar te maken. De classis heeft hier zeker met belangstel ling en waardering van kennis geno men. De grote moeilijkheid was echter, dat de classis zich tengevolge van de sluitingsdatum voor het indienen van opmerkingen, door de Generale Synode gesteld op 1 dec. a.s., in grote tijdnood bevond en de opmerkingen van de broe ders uitsluitend gebaseerd moesten zijn op artikelen van de „Vlaamse Gaai", waardoor, zonder dat dit deze broeders te verwijten viel, hun gezichtsveld be grensd werd. Een zeker bezwaar was ook, dat de rapporterende classicale commissie, die uiteraard het beste in de materie inzat, tevoren geen kennis heeft kunnen nemen van de opmerkingen der twee broeders. De classis heeft getracht haar waardering voor de belangstelling en het werk van deze broeders zo goed mogelijk te honoreren, o.m. ook door hen in de gelegenheid te stellen van de volledige, de classis ter beschikking staande stukken, kennis te nemen. Be studering van deze stukken zal wellicht de broeders niet geheel overtuigen op die punten, waarin zij van de rappor terende commissie verschillen, maar toch wel op verschillende punten een breder inzicht kunnen geven in de aan de orde zijnde zaken en vooral de over tuiging geven, dat hun schrijven maar niet voor kennisgeving is gedeponeerd. De behoefte aan uitbreiding bleek bij de meeste kerken niet zo sterk te zijn. Er werden zelfs stemmen geuit om, als deze bundel dan toch door moest gaan, tenminste vast te stellen, dat deze voor 50 jaar zou gehandhaafd blijven zonder telkens nieuwe wijzigingen. De classis heeft dit standpunt niet overgenomen, maar er valt toch wel uit op te maken, dat er een moeheid ten aanzien van steeds voortgaande wijzigingen te con stateren valt. Vrij algemeen, zo niet algemeen, was de gedachte, dat nu juist niet het ge schikte moment was aangebroken voor uitbreiding. Nu door het wegvallen van de vervangingsformule nieuwe moge lijkheden voor samenspreking met vrij gemaakte en Ghr. Gereformeerden on der het oog moesten gezien worden, leek het zeer ondienstig de onderhan delingsmoeilijkheden, die toch al niet gering zijn, nog te vergroten door een zijdige uitbreiding der liederenbundel onzerzijds. Dienovereenkomstig is dan ook besloten een verzoek aan de Gene rale Synode te doen de zaak van de uitbreiding te verschuiven naar een la ter tijdstip. Mocht de Generale Synode naar deze stem niet luisteren of althans menen er geen gehoor aan te moeten geven, dan zou het rapport der classi cale gezangencommissie kunnen dienen om het standpunt der classis kenbaar te maken. Voorzover dit mogelijk is, hoop ik nog op enkele belangrijke zaken, die op deze classis gediend hebben, terug te komen ter nadere informatie. J. B. v. M. Sinterklaasgeschenk. gezien tussen de eerstvolgende post stukken moffelen kan, zonder dat mijn liefste merkt, dat ik al de hoogte ben Dan kan ik, wanneer ik op het avond je van 5 december onder de gebruike lijke fopperijen met 'n verpakte steen kool, plotseling iets boekachtigs voel. haar verrassen met mijn uitroep Aha Hoe vindt u dat er gepreekt moet wor den Wat zal ze opkijken, wanneer ik de prijs zelfs weet6,90 De grootste verrassing voor mij kan alleen nog hierin bestaan, hoe de sneeuwwitte, gewatteerde, kunstlederen band er uit zal zien. En dan natuurlijk ook nog de in houd Om onze dames beter te vangen, heeft de uitgever bij zijn brief listig ook nog 13 foto's gevoegd van al die knap pe mannen, die hun collega's onderrich ten, hoe er gepreekt moet worden. Vrouwen, ook getrouwde, zijn nu eenmaal gevoelig voor mannelijk schoon, heeft de uitgever gedacht. En zo kijken de zeer eerwaarde en zelfs enkele hoog geleerde heren nu in honderde pasto rieën onze vrouwtjes verleidelijk aan, vier lachend, drie meesmuilend en één zelfs ouderwets gestreng en fluisteren haar met hun suggestieve stemmen in het oor toe kóóp ons nou en leer je man eindelijk eens hoe het moet. Ja, dat „moet", zal mógelijk deze of gene, van de oudere dominesen prikke len wou jij, piepjong, ventje, mijn be gaafde en doorgewinterde man nog het preken léren 'n Andere pastoorse zal misschien vrezen haar „heer" te ontstemmen. En dat nog wel op het heerlijk avondje van Sinterklaas Zij hééft zich al wel eens verstout om haar gemaal iets over zijn prekerij te zeggen en voorzichtig doen gevoelen, dat het niet altijd dat is. En hem nu net vóór het begin van de tiendaagse veld tocht hem met dit boek komen vertellen, dat zijn prekerij nog voor heel wat ver betering vatbaar is Zal zij, heren La Rivière en Voor hoeve, niet aarzelen Om deze overleggingen te toetsen ben ik daarom, nu ik toch niemendal om handen heb, verschillende bevriende pastorieën af geweest, terwijl de heer des huizes zich op zijn studeerkamer opgesloten had of zijn wijk in en bij de koffie heb ik geïnformeerd En, Fen- na, wat vind jij van die 13 mannen? Mannen weerde Fenna haast vin nig af. Dertien mannen Zet ds X. 'n damespruik op en je hebt 'n deftige douairière uit de ouwe doos. die laatste ja, die Fries, dat lijkt tenminste 'n ke rel. En dan die lachebekken Ik houd niet van mannen, die zo innemend doen op het portret. En bijna de helft houdt zijn mond open. Praten maar Nee, geef mij dan maar mijn man. Hij mag dan geen ster zijn, maar als ie het van sommigen van die moet leren Weet je welEn die moet mijn Piet vertel len, hoe er gepreekt moet worden Ga nou Nu, toen ben ik maar gegaan, naar de studeerkamer van Piet en ik vond hem daar op de grond verloren tussen ik weet niet hoeveel komm entaren op de brief aan de Romeinen. Ik zeg „Collega, de preek nog niet klaar „Man, hou op", zuchtte Piet, zijn uilenbril van zijn haviksneus beurend, maar op de grond blijvend, „ik zwoeg nou al enkele dagen op dat Romeinen 7. Maar, hoe meer ik er over lees, Barth en Veldhuizen en Godet en Berkouwer en Ridderbos nou weer, hoe minder ik er van snap. En je zal het toch zelf eerst Ergens in de wachtkamer van een station had ik plaats genomen in de buurt van een tafeltje, waaraan twee Heilsoldaten gezeten waren. Ze waren niet jong meer, deze vrouwelijke Halle luja-hoeden draagsters, ik schatte zo tussen de 50 en 55 jaar. Ze lezen dit toch niet, anders zou ik me wel wachten om naar de leeftijd van dames te raden en 't dan ook nog te publiceren Ze hadden zich blijkbaar verkwikt na een dag van colportage in de stad. Met belangstelling vroeg ik haar ik praat graag met de vertegenwoor digers van het Heilsleger of ze 't niet erg koud gehad hadden met dat gure, miezerige weer, daar ze toch de hele dag langs de huizen hadden ge lopen. Heel vriendelijk zoals men dat van deze strijders in het Leger-des-Heils gewoon is antwoordden ze, dat ze 't in 't geheel niet koud gehad hadden. Zo, zeide ik, dan zal 't zeker van bin nen warm bij U zijn M'nheer, zei de eene, dat vuur brandt altijd, en hierbij kwam er een merkwaardige flikkering in de toch niet-jeugdige ogen. Het ver kwikte haar blijkbaar, dat haar naar de geestelijke temperatuur gevraagd werd. Nou, zei ik, dan bent U gelukkiger dan ik, want bij mij brandt 't vuur niet altijd zo helder, 't is wel eens koud van binnen. Zo, zeide een gesprekleidster och, m'nheer, klonk 't bemoedigend, dat vuur is er wel hoor, maar 't zit wel eens onder de as, 't smeult er wel onder en de vlam zal wel weer uitslaan. Ik vond 't jammer, dat de tijd voor het vertrek van de trein de dames noop te op te staan, want ik had haar graag nog enkele vragen willen stellen, maar moeten begrijpen, wil je het anderen uitleggen. Man, dacht ik, wie legt er tegen woordig nou nog zijn tekst uit. Ik popelde om hem het groot geheim te verklappen koop hoe vindt U dat er gepreekt moet worden. Daar vertelt de jongste hoe je je preek moet voor bereiden. Maar ik dorst het niet en waagde alleen wacht Sinterklaas maar af. Buiten schoot het mij te binnen, dat Piet althans het van zijn vrouwtje stel lig niet cadeau zou krijgen en „Romei nen" dus voorlopig nog zónder zou moeten doen. Toen ben ik op de pastorie van Gon- da afgestevend en in huis gevallen met de vraag En heb je je mans Sinter klaascadeau al aangeschaft Wat bedoel je Wat ik bedoel Je hebt toch zeker ook wel die brief uit Zwolle gekregen met die 13 domineeskoppen over Hoe vindt u „Oh, dat Hoe ik het vind Snert." En tegelijk kwakte ze 'n nog niet ge heel geschilde aardappel in haar teiltje. „En dat voor zes gulden negentig Stel, dat ik die met mijn 5 kinderen kón missen, dan zou ik die toch zeker niet uitgeven voor 'n bundeltje verhaaltjes dominees." Nou, nou, viel ik haar in de rede, zo zijn ze niet allemaal. Er staan er ten minste bij, van wie ik, ouwe man, graag nog wat leren wil, bijvoorbeeld Doch eer ik 'n naam had kunnen noe men, sneed ze afja, en waarom staat er niet één van ónze Amsterdamse, of Utrechtse of Haagse dominees bij Niet één van ónze professoren in de homiletiek. Die zouwen boven menig ar tikel misschien zetten zó moet het niet! Ik durf van mijn huishoudgeld nauwe lijks 10 gulden af te nemen voor heel mijn gezin van 7 personen en dan zal ik 7 gulden besteden voor zo'n eenzijdig boek alleen Weet je wie ze het prospectus moeten sturen aan al die querulanten, wie géén preek óóit naar de zin is. Laten dié nou maar 's zeven piek offeren en dan hun dominee dat sneeuwwitte boek offreren, met 'n rood potloodkruisje bij elke volzin, die ze hun pastor onder de neus willen wrijven. Zo in de trant van: doe jij het nou eindelijk ook eens zo. En, zei ze er lachend bij wie weet, dat het boek dan ook wel als geschenk terecht komt bij één of meer van de 13 schrijvers zelf, met de vriendelijke kant tekening je hebt mooi praten, hoe het moet. Doe je 't zelf zo iedere week Dat zou echt nog 's 'n Sinterklaassur prise voor ze zijn Bennekom. D. J. Couvée. 't afscheid viel al na enkele minuten van gesprek, zoals dat telkens op je reizen voorvalt. Graag had ik haar b.v. nog gevraagd, hoe dat vuur was gaan branden en waar dat vuur het voedsel aan ontleende, of ze nu werkelijk bran den van liefde tot onze Heiland. Maar 't onderhoud was toch lang ge noeg om vast te stellen, dat ze niet han delden uit over geestelijke dweperij, maar gedrongen werden om er op uit te gaan om te getuigen van Jezus en Zijn Woord. Eerlijk gezegd, was ik ja loers op haar, om de warmte en bezie ling, die er uit oog en optreden uit straalde en ik dachtach, wat heeft de vos „lusteloosheid", „traagheid", „ver killing" dikwijls ons kerkelijk leven ge maakt tot een ijverloos en warmteloos zaakje, dat de moeite niet waard schijnt te zijn het overeind te houden. En ik dacht zo 'k wou, dat wij vooral in onze contrijen -in onze kerk wat Ge reformeerde heilssoldaten hadden, die zich zo met volle liefde en toewijding inzetten om mede te werken aan de ver breiding van het Evangelie, aan de ver warming van ons dikwijls verkild-gees telijk leven. Want nu moet dikwijls de dominé alleen de motor zijn, de warmte bron en wanneer die zou opgebrand ra ken, zou alle gloed verdwenen zijn. Wat zou 't heerlijk zijn als er van ons eerlijk kon worden gezongen Elk toont ijver voor Gods huis Ps. 102 8. Ge lukkig, er zijn nog wel enkele warmte bronnen, maar ze zijn zeldzaaip. En zelf verwarmde ik me aan de gloed van deze Halleluja-dames och ja, ze zijn niet Gereformeerd, maar toch zusters-in-de- Here Uit 't oude-Vossenland.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 2