Problemen bij
de Zielszorg
van de Vlaamse Gaai
vijftiende jaargang No. 20 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 13 november '59
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren Ds a. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds a. Schippers, Drs a. Verschoor
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
IHMIMWUJH
VERONTRUSTENDE PREDIKING
En Jezus zeide Ga heen, doe gij evenzo.
Lukas 10 37b.
Er zijn gelijkenissen, die zó bekend zijn, dat ze kleurloos dreigen
te worden. Dat komt niet door de gelijkenis, maar door ons opper
vlakkig lezen. Grijpt het ons eigenlijk wel aan, dat in de gelijkenis
van de barmhartige Samaritaan de kerk in de persoon van priester
en leviet verstek laat gaan en de daad der barmhartigheid van ,,een
Samaritaan" komt.
Beseffen we wel, wat het voor een Jood betekende, dat het doen
van zo'n verachte Samaritaan hem ten voorbeeld wordt gesteld
door Christus
Komt de vraag wel eens in ons op, of deze gelijkenis vandaag
nog heel actueel zou kunnen zijn, doordat de kerk en dat zijn
wij dan, want opgeven op ,,de kerk" is gemakkelijk genoeg
haar taak niet ziet en aan de nood voorbijgaat
Hoeveel geschonden mensenlevens zijn er niet, die „halfdood
langs de weg liggen", die dringend behoefte hebben dat een ander
hen helpt Maar die ook de kunst verstaan, weg te gaan op het
goede moment en de ander aan Gods zorg over te laten
,,Ga heen, doe gij evenzo."
Er wordt ons hier dus een voorbeeld gegeven ter navolging.
De belangrijkste regel in deze gelijkenis is misschien wel deze,
„toen hij hem zag, werd hij met innerlijke ontferming bewogen".
Wat betekent de beste technische hulp, als daar geen hart achter
staat. De dokter, de dominee, de sociale werker, ze komen elk met
een groot brok levensnood in aanraking, te veel soms om te ver
werken. Zeker, je kunt over de gevallen heen lopen, maar dat is
voor je zelf levensgevaarlijk.
Wie anderen helpen wil, moet „betalen met zijn persoon". En
ook hier geldt „wie wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart".
Het gaat nu eenmaal niet zonder „jezelf geven". En dan zijn
„innerlijke bewogenheid" en de nuchtere daad ten nauwste ver
bonden. Toon me uw geloof uit uw werken. Dat is hier heel nuchter:
olie en wijn in de wonden, een behoorlijk verband aanleggen, van
je eigen gemakkelijke plaatsje op het rijdier afkomen en er naast
gaan lopen, in je portemonnaie tasten, want aan „ga heen en wordt
warm" heeft de naaste ook al heel weinig.
Het gaat ook niet om je een reuze reputatie van „goeie ziel" te
verwerven. De Samaritaan is „naamloos".
We zullen moeten indringen in de nood van de naaste om zo
effectief mogelijk te kunnen helpen. En ook moeten kunnen los
laten, „verder reizen", de man in bed moet straks weer op eigen
benen staan. We moeten alleen zo lang het nodig is „begeleiden",
er naast lopen.
En dan voel je de moeilijkheid ik kan de nood van den naaste
niet overnemen. Ik kan geen middelaar, ik kan geen verlosser zijn.
Ons begeleiden heeft de grote taak te wijzen op Hem, die onze
ziekten op zich genomen heeft en onze smarten gedragen. Als we
niet op Hem wijzen, heeft ons „begeleiden", ons „met den ander
zijn" al heel weinig betekenis.
Op onze beurt hebben wij er zelf behoefte aan. De dokter kan
patiënt worden, de trooster kan straks zelf dringend behoefte heb
ben aan een trooster, die wijst naar de grote „TROOSTER", de
Heilige Geest. En het is heel goed eens „aan de andere kant van
de tafel" gezeten te hebben. Misschien wordt je dan eigenlijk pas
enigszins in staat tot het „ga heen, doe gij evenzo".
„Geloofd zij de God en Vader van onzen Here Jezus Christus,
de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die
ons troost in al onzen druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn,
troosten kunnen met den troost, waarmede wij zelf door God ver
troost worden." (Cor. 1 3—4.)
Koudekerke. A. ELSHOUT.
Zielszorg, om dit woord nu maar te
gebruiken, is de bepaalde ambtelijke ar
beid, waarbij het persoonlijke kontakt
sterk op de voorgrond komt. Het is een
groot verschil, of wij predikanten en
ouderlingen spreken op een vergade
ring, in een pauze, op een receptie, dan
dat wij een intiem gesprek hebben, het
zij bij ons thuis, of in de pastorie. Al
leen in die laatste gevallen is sprake
van een geestelijke bearbeiding.
De laatste jaren is hier veel aandacht
aan besteed.
Vroeger was je al blij met een enkel
boekje over het huisbezoek en een prak
tische les „bij onze zieken".
Tegenwoordig is er lektuur, zowel
over huisbezoek als over zielszorg. On
der onze professoren zijn er, die hier
over heel wat geschreven hebben, ter
wijl wij ook bij sommige psychiaters te
recht kunnen.
Het blijkt hieruit, dat „de benadering
van de mens" metterdaad een vraag is,
waarbij voorlichting gewenst is. Hier
liggen dan de problemen van de ziels
zorg, waar wij eens heel eenvoudig over
willen praten.
Daar zal b.v. iemand bij een dominee
komen in een sterk overspannen toe
stand. Persoonlijk heb ik dat meege
maakt ten huize van een jongere kol-
lega.
De „patiënt" kwam binnen, deed ver
geefse pogingen om een sigaretje te
rollen, en sneed meteen de diepste pro
blemen aan. Maar, zó verward, dat het
aanstonds duidelijk was hier moet je
geen gesprek beginnen.
Ik trachtte dat de jongere kollega
duidelijk te maken, die met het „geval"
al meer verlegen werd.
Toen paste ik een ander middel toe.
Ik ging de straat op, hield de eerste de
beste van de gemeente aan, en zei
roep direkt de dominee uit zijn huis.
Hij moet dadelijk komen. Toen moest
de patiënt ook wel mee de deur uit,
die gelukkig de dokter opzocht. Daar
hoorde hij, en de volgende dag was hij
al opgenomen.
Zulke krasse staaltjes komen voor.
Daar zijn ook andere problemen, voor
't oog minder erg, waar we toch mee
kunnen zitten. Hoe moet u aan met
iemand, die „werken" goed vindt voor
de domme mensen, van hoog tot laag,
maar die zichzelf onder een eed beloofd
heeft, dat hij nooit „door het werk"
tegen de grond zal gaan
Hier moet u nauwkeurig onderschei
den. Daar kan een of andere kwaal ach
ter zitten, een bepaalde „remming",
waardoor zo iemand niet op gang komt.
De goedwilligen hieronder zullen met
een steuntje in de rug toch nog wel de
weg naar 't leven kunnen vinden, voor
al, wanneer zij inzien, dat God hen het
leven gaf, en zij eens aan Hem moeten
vertellen, wat zij daarmee hebben ge
daan.
Is het mogelijk, met véél zorg, om
dergelijke personen wat vooruit te hel
pen, dan is hier een belangrijke ziels
zorg verricht. Wanneer iemand een
waandenkbeeld kwijt raakt, dan is zo'n
leven weer wat hersteld en kan een
beetje aan de dienst van God in het
dagelijks leven deelnemen. Ipe dienst
op zondag gaat erg makkelijk, want dat
kost weinig energie.
Anderen lopen er onderdoor, die u
echt eens graag flink onderhanden
zoudt nemen. In de regel is dat niet
verstandig om dat in gezelschap te
doen. Dat kweekt verzet. Maar, als er
eens een gelegenheid komt, dan moet
toch héél ingrijpend de zelfzuchtige
mens, die geen cent waard is voor de
maatschappij, worden aangepakt. Of
het helpt
Vaak krijgt u een oorlogstoestand
Maar, dat is helemaal niet erg
Eigenlijk moet dat, want overdreven
„zachtheid" maakt hier, dat men nog
veel meer schik in zichzelf krijgt.
Dit zijn dingen, die u bij het gewone
huisbezoek, eenmaal per jaar, moeilijk
kunt behandelen. Men zal scherp moe
ten opletten, in hoever de algemene toe
stand normaal kan heten, en hoe de
verhoudingen ten opzichte van elkaar
liggen.
Wanneer wij niets naders weten, dan
is het geestelijk gesprek weinig meer
dan een slag in de lucht.
Natuurlijk ontmoeten wij in de ziels
zorg de geestelijk zwakke mens, die té
gemakkelijk in elkaar zaktof de mens,
die gedrukt door 't leven gaat door te
genslagen, die hij niet aankon. Hier zal
het onderkennen van de kwaal van
grote waarde zijn voor de geestelijke
verzorging.
Er is altijd veel geduld bij nodig,
want van een snelle verandering is nim
mer sprake. Maar het is toch mogelijk,
dat door geregelde verzorging hier wat
gewonnen wordt. Een enkel woord uit
de Schrift, dat wij er dan trachten in
te brengen, en een samen bidden, kun
nen héél veel doen. In veel gevallen
moet men erg oppassen, om al te per
soonlijk te worden bij lezing en toepas
sing van Gods Woord. Wij kunnen
daarmee meer bederven dan goed ma
ken. Wij moeten veel meer overlaten
aan de leiding van God Zelf, en Hij
heeft onze hulp niet nodig.
Zoeken naar ordelijk gezinsleven, dat
is wel één van de belangrijkste dingen
in huisbezoek en zielszorg. Wanneer
dat ontbreekt, komen de kinderen al
dadelijk te kort. Een tekort, dat door
niets anders kan worden goedgemaakt.
Wanneer zij later wat „dwars" zijn, en
kritiek hebben op het praten van de
Kerk, dan is de grondslag daarvoor ge
legd in min of meer onordelijke gezins
toestanden. Wat zijn die ouders geluk
kig, die na de dagtaak over vrije tijd
beschikken om zich aan het gezin te
wijden Wie veel buitenshuis moet zijn,
ondervindt dit als een ramp, omdat op
die manier véél kansen worden gemist
voor het gesprek en het vertrouwen tus
sen ouderen en jongeren. Zij, die dit
opzettelijk zoeken, laden een grote ver
antwoordelijkheid op zich. In de ziels
zorg is dit wel een teer punt, maar het
mag toch niet worden verwaarloosd.
Bij het vele, dat over de jeugd geschre
ven wordt, is dit de gewetensvraag voor
de oudere generatie, of er genoeg be
scherming en leiding was, om het jonge
leven door de moeilijkheden heen te
helpen.
Wie zich met de zielszorg heeft bezig
te houden, komt tot de ontdekking, dat
er geen mogelijkheid is, overal op de
zelfde wijze op te treden. Telkens staat
men voor vragen, waarbij het nodig is,
zich te laten voorlichten.
Oudtijds heeft men in de Kerk wel
eens wat bedorven, doordat men som
mige gevallen niet wist te onderschei
den. Dat behoeft nu niet meer het ge
val te zijn. De arbeid wordt er interes
santer door, wanneer wij de typen van
mensen uit elkaar leren houden, om
tenslotte ieder te behandelen naar zijn
aard.
Het is tenslotte de vraag, of de be
schikbare krachten hierbij toereikend
zijn. In de „wijngaard" is nog wel ar
beid om geschikte arbeiders moeten
wij vragen. C. St.
De maand oktober was rijk aan ver
gaderingen.
Dat ieder met deze opeenhoping ge
lukkig is, is teveel gezegd. Ik heb al
thans niet alles bij kunnen wonen, dat
interessant was of zelfs zeer belang
wekkend, zeker niet wanneer een da
tum, waarop men rekende intussen
moest gewijzigd worden.
Eigenlijk had er deze maand een uit
tocht uit Zeeland moeten plaats vinden
naar Baarn. Van het evangelisatiecen
trum uit zijn n.l. besprekingen georga
niseerd met allerlei provinciale en clas-
sicale deputaten. Op een gegeven mo
ment waren natuurlijk ook de Zeeuwse
deputaten aan de beurt. Maar in Zee
land was het gevoelen blijkbaar één-
parig wij verlaten ons grondgebied
niet Wilt li ons spreken, dan bent U
welkom op Zeeuwse bodem. Zo kwa
men dan Ds W. A. Wiersinga, Dr D.
v. Swigchem uit Kampen en br. Antheu-
nisse van het evangelisatiecentrum naar
Goes, daardoor aan de Zeeuwse men
sen een grote en langdurige reis be
sparend.
De samenkomst droeg deels een in
struerend karakter, hetgeen het mar
kantst uitkwam in de inleiding van Dr
Van Swigchem over het missinair ka
rakter der gemeente. Het tweede deel
droeg een informatief karakter. Verslag
werd uitgebracht over wat hier en daar
gebeurde. Vrij uitvoerig kon worden
gesproken over het werk van het wes
telijk en oostelijk deel van Zeeuws-
Vlaanderen, het werk in de classis Zie-
rikzee, zoals in Zierikzee gebeurt, in
bearbeiding van ziekenhuispatiënten en
in seizoenwerk in de omstreken van
Haamstede en Renesse. Van de classis
Goes kon wegens gebrek aan voldoen
de ingelichte informator vrijwel alleen
over het schipperswerk worden gespro
ken. De classis Tholen ontbrak geheel.
Van de zijde van deputaten werd ge
wezen op het besluit van de Generale
Synode om de zgn. EV200-collecte
jaarlijks te doen plaats vinden. Ook