Zending, Psalmen en Evangelisatie van de Vlaamse Gaai vijftiende jaargang No. 16 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag i6 oktober 1959 De Offerzondag MEDITATIE Laatste herinnering ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor MedewerkerDs D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. De onderwerpen horen toch wel bij elkaar, al staan ze ieder op zichzelf. Enige aandacht mogen wij wel wij den aan het feit, dat onze synode het kontakt met de internationale zendings raad niet heeft verbroken. Er zijn wel voorwaarden genoemd, met het oog op de wereldraad, maar het kontakt voor de zending is er. Een besluit, waarvoor wij dankbaar moeten zijn. Wij spreken nog al eens over de Kerk in de veranderde wereld van vandaag. En, inderdaad ziet u op kerkelijk erl gebeuren, wat b.v. 10 jaar geleden nauwelijks denkbaar was. Zou dan de zending niet eveneens moeten rekening houden met gewijzig de wereldverhoudingen De zending komt onder de volken en vindt daar niet meer de toestand van voor de oorlog. Het Oosten is op drift gekomen, het vraagstuk van de rassen kan zó maar niet worden afgedaan. Daarom heeft de zending kontakten nodig aan alle kanten, met de werkers uit andere krin gen, opdat door onderling overleg men wete, wat of het overbrengen van de blijde boodschap vereist. Voor dit besluit onzer synode mogen wij dankbaar zijn. Dankbaar ook, dat wijlen Dr W. G. Harrenstein dat nog heeft mogen beleven. Hij heeft daaruit begrepen, dat het werk kon doorgaan. Wie deze nu ontslapen predikant heeft gekend, moest wel van hem hou den. Wat bracht hij overal een levens blijheid mee, terwijl een moeilijk levens kruis hem drukte. God had hem ge troffen met blindheid. Hoeveel werk heeft hij nog verzet sinds hem dit kruis werd opgelegd. Ge holpen door anderen, die hem voorla zen uit de boeken, waarin hij zich wilde verdiepen, kwam Dr Harrenstein tot zijn preken. En, dan het zendingswerk. Wij kun nen ons de ontwikkeling op het thuis front niet denken zonder de persoon van de nu overledene. Als getuige werkte hij voor het Koninkrijk Gods. Op de synode kon hij van antwoord dienen en cijfers en feiten geven uit het hoofd. En, in de wandelgangen ging in zijn omgeving het ene lachsalvo na het ander. Een christen, die zijn kruis vrolijk achter Jezus droeg, en die de strijd bewaarde voor de stilte. Een bij zonder begenadigd figuur, destijds als prediker erg gewaardeerd. Onder de arbeid ging hij heen, bij het dikteren van een brief. Die hem ge kend hebben, zijn dankbaar dat zijn einde zó mocht komen. Als werker af gelost. Hij heeft inspirerend gewerkt op zijn omgeving. Hij heeft als aparte per soonlijkheid in ons kerkelijk leven mee geleefd als een bewijs voor de veelkleu rige wijsheid Gods. Wij danken God voor alles, wat Hij in Dr Harrenstein voor een reeks van jaren aan de Kerken wilde geven. Nu komen we op het terrein van de zingende gemeente. Het is al lang geleden, dat wij in de Kerkbode „proeven" gegeven hebben van de 110 psalmen, die door de inter kerkelijke kommissie voor psalmberij ming was samengesteld. Men zégt, dat de overige 40 ,,op komst" zijn. Het gaat met de psalmberijming niet zo vlot als met het psalmgezang. Want de synode gaf deze bundel nog niet eens aan de Kerken, om er in de ere dienst eens gebruik van te maken. Té veel kritiek, weet u Nu is dat in de kerkelijke wereld ge bruikelijk, en met name de gereformeer den kunnen een flink nummertje weg geven. Het zal wel hier vandaan ko men, dat het bij ons „degelijk tot en met" moet zijn. Blijft alleen de vraag over, waarom de berijming van 1773 het zó lang kon houden, terwijl wij die nog blijven omarmen, al bleef er zo'n 40 jaar geleden van deze bundel onge veer niets over. Maar ja, wie heeft dat heden ten dage nog gelezen De his torie „ligt" ons niet, en wij leven meer bij het heden. Als wij het dan in dat heden maar eens kunnen worden over de vraag wat nu Want aan die bun del van 1773 zijn wij toch wel wat „eng gebonden". Er komen wel berijmingen, maar in de veelheid der berijmingen ligt nog niet der Kerken heerlijkheid. Eén be rijming voor de verschillende Kerken met elkaar, dat is het ideaal. Is er ook maar één, die dat niet zou toejuichen In elke Kerk weer een andere bundel, dat werkt niet opbouwend. We moeten dus voorlopig maar af wachten, wat er voor „psalmbesluit" zal komen. Mogelijk zijn wij in deze tijd er niet geschikt voor, om een behoor lijke bundel tot stand te brengen of te waarderen. Wil men er aan denken, als het een berijming moet zijn, naar ieders genoegen, in iedere psalm, dan zal ons geslacht de totstandkoming niet meer beleven. Verder heb ik wel eens gehoord, als een tijd „arm" is aan het lied, dat zulk een tijd ook geestelijk geen bloei laat zien Eindelijk hebben onze Kerken in de evangelisatie-arbeid vrijheid gekregen, om aparte kerkdiensten te houden voor degenen, die zich in het gewone kerke lijke milieu niet op hun plaats voelen. Jaren geleden heeft Dr Buskes uit Amsterdam hier ook eens op gewezen. Mensen, die geregeld onder het evan gelie kwamen in een bepaalde zaal, wa ren niet te bewegen om naar de Kerk te gaan. Eer lieten ze verstek gaan dan dat ze een voet over de drempel van een kerkgebouw wilden zetten. Blijkbaar stuit onze evangelisatie ook op dit verschijnsel. Men komt nog wel tot het horen van het Woord, maar voelt geen band met hen, die onder dat Woord reeds als gemeente zijn verga derd. De maatschappelijke verschillen spre ken daarin mee. Vooral, wanneer de bearbeidde kringen haast a-sociaal zijn te noemen. Men heeft dan niet alleen een kerkelijk of geestelijk vraagstuk, maar dit is een totale levensvraag laat het a-sociale zich „ordenen" in de ge wone maatschappij of Kerk Men mag van zulke mensen een soort van aparte kerkgemeenschap maken, waar zelfs de sakramentsbediening kan plaats hebben. Althansin voor lopige zin. Het moet tenslotte toch op de Kerk aangaan. De praktijk zal leren, of dit ideaal te verwezenlijken is. Men zou kunnen stuiten op onoverkomelijke hinderpalen. In ieder geval spreekt er uit, dat ook de synode zo vér mogelijk wil gaan, om het zwakke te brengen onder de red dende kracht van het evangelie. Daar zijn wij dankbaar voor. C. St. Het resultaat van de opbrengst der op 4 oktober j.l. gehouden kollekte hebt u gelezen. Wij zijn over het millioen heen Ook hebt u wel gezien, dat onze Zeeuwse Kerken zich niet onbetuigd gelaten hebben, maar een prachtige bij drage hebben geleverd. Zo kan de aktie van de kerkbouw doorgaan. Met grote dankbaarheid maken wij hiervan melding. Juist dit gezamenlijk bijeenbrengen was zo mooi. Het is te hopen, dat ook verder de oefening van de gemeenschap der heiligen mag ge zien worden. Hebt u nog een nagift, die zal graag worden ontvangen. Zegene God verder ons kerkelijk in alle provincies, voor heel ons volksle ven. C. St. EEN VREEMDE REKENSOM Want aan eln ieder, die heeft, zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben. Maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden." Matth. 25 29. Daar heb je nu weer zo'n vreemd woord in de bijbel. Wordt dit nu heus letterlijk zo bedoeld Moeten de verhoudingen in deze wereld nog scherper worden afgetekend dan ze al zijn Is dit misschien een soort van orakeltaal, waar we in de practijk niets mee kunnen doen Ik kan me begrijpen, dat dit de eerste opwelling is van een mens, die dit woord van Jezus leest zonder het in het verband te bekijken. Want dan wordt het ons inderdaad veel dui delijker, wanneer we de gehele gelijkenis, nl. die van de talenten, lezen, waarvan deze bovenstaande volzin de korte verklaring is. Dit woord laat zich trouwens niet alleen door het tekstverband ver klaren, maar ook door het leven van elk kerklid. Wie heeft, dat is in de gelijkenis de man met de tien talenten, die er tien bij wint. Wie niet heeft, dat is die met het ene talent, die er geen enkel bij heeft gewonnen, maar het renteloos in de grond heeft gestopt. Nu mag dit niet verwarring wekken. Het is best mogelijk, dat de man van het ene talent de hebbende blijkt en die van de tien als niets hebbende aan de kaak wordt gesteld. Het gaat er om, dat degene, die met wat hij heeft winst maakt voor God, steeds rijker wordt. Omgekeerd, dat hij, die het zijne voor zich houdt en het niet in 's Heren dienst besteedt, eenmaal alles kwijt zal raken. Deze vreemde rekensom zien we in de Gemeente bewaarheid. Hoeveel mensen met weinig talenten sloven zich uit om maar actief te zijn in de wijngaard des Heren. Het is verheugend om ze bezig te zien, niet alleen om de arbeid, die ze presteren en de gewaardeerde dienst, die ze vervullen. Het is ook zo verblijdend deze heilige ijver te zien, omdat ze al hebbende nog rijker worden ook en in de overvloed mogen leven. Steeds blijft de mens nog dromen van de perpetuus mobile, de motor, die altijd werkend, toch ook tegelijkertijd zichzelf van kracht voorziet. In werkelijkheid is deze motor hier gegeven in boven genoemd raadselachtig woord. Al gevende kun je in deze wereld armer worden en tenslotte zelf aan de bedeling vervallen. Maar in het Koninkrijk Gods nooit. Al gevende wordt een mens daar rijker en roemt hij steeds meer in de overvloed van Gods genade. Het slotwoord van deze tekst blijft echter ook waar. „Wie spaart, die gaart", zegt het spreekwoord. Maar wat in de stoffelijke wereld waar is, geldt niet van de geestelijke. Wie hier spaart en gaart, die verzuurt, vereenzaamt en verarmt. Die verliest alles totdat hij zelf een verlorene is. Deze bizondere levensles van onze Heiland is één van de sleutels tot het Koninkrijk Gods. Middelburg. J. YTSMA. aan de Zeeuwse Ouderlingenconferen tie op zaterdag 17 oktober a.s„ namid dag 2 uur in de Oosterkerk aan de Bergweg te Goes, waar Ds. P. D. Kui per te Sassenheim spreekt over de nieu we psalmberijming. Brengt U het proef bundelt je vooral mee, broeders We zingen er uit. Het Comité. Over hoge leeftijden gesproken ik ben enige tijd geleden, zoals U zich misschien herinnert, over de Schelde gevaren om een 95-jarige te feliciteren. Ditmaal kon ik dichterbij blijven, want Oostburgs oudste kerklid zr Jansen—* Bakker werd niet minder dan zeven en negentig jaar. Het land van Cadzand kent veel hoge leeftijden, maar leeftij den van tussen de 95 en 100 zijn toch vrij zeldzaam. In alle stilte is deze ver jaardag verlopen, hoewel de jubilaresse, de hoge leeftijd in aanmerking geno men, het nog vrij goed maakt. Wij mochten dan ook samen de Here dan ken voor deze grote gave, temeer daar onze zuster in het vertrouwen mag le ven, dat zij de poort der eeuwigheid, die toch ook gestaag naderbij komt, in het geloof op Christus' beloften tege moet zien kan. Een meer algemeen Zeeuwse aange legenheid was de start van de cursus voor weekclubleiders en -leidsters. In Goes op zaterdag 3 oktober o.l.v. Mej. C. C. Ie Clercq. Wat het aantal opge- komenen betreft, dit was al dadelijk bemoedigend 28 dames en heren uit Terneuzen, Goes, Middelburg, Vlissin- gen en Oostburg. Ik kies deze volgorde omdat de figuur, die hierdoor ontstaat mij doet denken aan de „halve maan", die in een veel gelezen boek „De Bij bel heeft toch geLijk" naar voren ge bracht wordt als een gebied van grote culturele betekenis. Nu hebben wij dus hier in Zeeland ook zo'n „halve maan- gebied" gekregen, dat misschien voor Zeeland betekenis kan krijgen als start punt voor de jeugdevangelisatie. Het zal overigens helemaal niet verdrietig zijn als de halve maan meer en meer gaat gelijken op de volle maan, want ook hier geldt hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Niet alleen de opkomst was goed, maar ook de samenkomst zelf. De geest was allerprettigst en belooft m.i., dat wij de vijf volgende samenkomsten op hetzelfde peil kunnen handhaven. Wat er dan alzo gebeurd is Kort gezegd er is gesproken, gezon gen en gesprongen. Zelfs is er geslo pen. Dit laatste was, gelijk zich laat ver moeden, een deel van een spel om een geblinddoekte schatbewaarder van zijn kostbaarheden te beroven. Voor gegadigden, die belang zouden kunnen hebben bij deze cursus, moge hieruit blijken, dat we ons niet uitslui tend met theorie hebben bezig gehou den, maar door zang en spel ons ook hebben bekwaamd in practisch werk. De estafettespelen kostten bij een tem peratuur van 25 graden Celsius trou wens ettelijke straaltjes transpiratie- vocht. Bij de zang profiteerden wij van het voorlichtingsblad voor het weekclub- werk Positief"waaruit we het mooie

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 1