na de UITSPRAAK van de Vlaamse Gaai vijftiende jaargang No. is Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 9 oktober 1959 MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Wèstwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Abonnementsprijs: ƒ3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haatdelen zucht en in barensnood is. Rom. 8 22. Door de poort van deze tekst komen Bello de hond, Mina de koe, Slapoor het konijn Gods en dus ook ons belangenveld binnen stappen. Het afgebeulde paard, het mestkistkalf, de koe met tbc, het konijn met de bloeddorstige fret in z'n nek, ja de ganse schepping zucht. De mens was door God gesteld als spil der schepping. In Frank rijk was een sterke man die op zijn schouders een draaimolen droeg. Er in zaten een kind en een aap, het was me een feest. Opeens zag hij iets liggen, hij bukte, zwikte door de molen, viel om en kind en aap werden gekneusd en gewond, de man brak zijn sleutelbeen. Zijn greep naar het begeerde, het vergeten van zijn verantwoorde lijkheid maakte alles kapot. Een gezucht en gekreun. Arm kind, arme aap. Door de mens werd evenzo de ganse schepping ontwricht. In den beginne speelden mens en dier met elkaar, fret en konijn deden haasje over. Alle dieren aten gras en loof (Gen. 1). De Here zag het vreedzaam tafereel en zeide ,,zie het is goed". Door de ogen van de zieke koe, van het door de fret gegrepen konijn ziet God de mens beschuldigend aan. De ganse schepping zuchttot nu toeen is in barensnood. Het gaat voorbij, het nieuwe leven is in aantocht, God dank. God heeft zelf een nieuwe spil gesteld, een tweede Adam Hij heeft zich voorgenomen al wat in de hemelen en op de aarde is onder een hoofd, dat is Christus, samen te vatten. Hij heeft ,,de Boze" overwonnen. Wanneer hemel en aarde verenigd zijn te zaam heeft ook het dier, Gods schepsel, weer een plaats. Ik denk aan het visioen van Jesaja 11 1—9, ik denk aan Open baringen 5. „En ik zag, en ik hoorde een stem van vele engelen rondom de troon, en van de dieren (vertegenwoordigers van de hele, de ganse schepping) en de oudsten (de kerk). En alle schepsel in de hemel, en op de aarde en onder de aarde en op de zee en al wat daarin is, hoorde ik zeggen Hem, die op de troon gezeten, en het Lam zij de' lof en de eer en de heerlijkheid en de kracht tot in alle eeuwigheden." Wilt U op dit alles Uw paard en hond en koe eens aankijken Middelburg. J. BOONSTRA. Lees de pers van de vrijgemaakt ge reformeerden, zo was het besluit van het artikel van vorige week. Dit is nu beslist nodig. Want, u moet op de hoogte zijn. Soms krijgt men onder gereformeer den de gedachte ze geloven het wel. Het leven verloopt nogal aardig, en... waar zou je jezelf zo druk over maken O ja, dat hebben ze dan wel gehoord, die vervangingsformule moest weg, want dat scheen zo'n verschrikkelijk ding te zijn, dat vrijwel iedereen er zich aan stootte. Kende u die formule goed Needat eigenlijk nietWel eens gelezen Eerlijk gezegd, ik her inner het mij niet meer maar het moet toch wel goed zijn om die formule maar weg te doen. ,,Zegt u dat wel, mijnheer praatgraag en mejuffrouw zwamneus- je." Men susse zijn gemoed. De vervan gingsformule is weg, zonder er een an der voor in de plaats te stellen. De ver dere gedachten over het verbond zijn verschoven naar het slot van B, en de synode hoopt dat de bestaande geschil punten geen oorzaak van gescheiden heid behoeven te blijven. Men zou ook kunnen zeggen zelfs was er nimmer reden, om uit elkaar te gaan, dus ook niet om van elkaar ver wijderd te blijven. Intussen schijnt de synode beschikt te hebben over gege vens, die deze hoop wettigen. Graag had ik hierover iets vernomen, want zelf ken ik ze helaas niet. Waar het in de eerste plaats om gaat, dat is de begeerte om de bestaan de verdeeldheid te boven te komen. Een sterke roep ging er van onze Kerken uit, om toch alles in. het werk te stellen, om de eenheid weer te zoeken tussen de gereformeerde belijders. Wie zou hiermee niet instemmen Wie zou niet graag in één huis ver gaderd zien, en aan één tafel, die Jezus Christus belijden als hun Zaligmaker Als het daarover gaat, dan willen wij haast „ruimer" zijn dan de ruimste on der ons. Intussen blijft het altijd moeilijk, om terug te. winnen wat verloren ging. De geschiedenis van de Kerk der eeuwen geeft ons de voorbeelden, dat „de weg tot elkander" niet eenvoudig te vinden is. Dat zal in het heden ook zo zijn, en daar was de synode ten volle van overtuigd. Teneinde duidelijk te laten uitkomen, dat het om niet anders dan herstel van de eenheid te doen is, ging de synode er toe over, de vérvangingsformule op te heffen. Geen „.slagboom" meer op de weg loop maar op elkander toe. Waar ik dezer dagen véél over na denk Over de geschiedenis van onze Ker ken sinds 1945. Men wil dan nu er toe overgaan, om zich van onze kant zó geneigd tot toe nadering te tonen, dat deze synode ver der ging dan vorige synodes. De voorgangsters wilden het van e.v. samensprekingen laten afhangen, wat er met gedane kerkelijke uitspraken zou gebeuren. Maar deze synode heeft de kerkelijke uitspraak bij voorbaat opge heven, ofschoon zij ten volle instemt met de inhoud er van. Zij hoopt, dat op deze manier de toenadering tot el kander zal worden vergemakkelijkt. Het zal misschien wel goed zijn, om er voor de toekomst aan te denken, dat men niet dan in het uiterste geval de belijdenis in geding moet brengen. Dat een verschil van inzicht geen aanleiding zal worden tot kerkelijke moeilijkheden. Want, het is beter om konflikten te voorkomen dan om ze te moeten bijleggen. Men zal, wanneer de geref. gezindte inderdaad wederzijdse toenadering toont, toch wel moeten be denken dat de verschillende kringen niet op elkaar "zijn afgestemd en dat men toch moet verwachten een min of meer intakt houden van de eigen kring, al wonen ze dan onder één dak. Het is opmerkelijk, dat de christel. gereformeerden het eerst reageerden op de handeling onzer synode, en wel op sympathieke wijze. Maar, dat is dan ook het volstrekt enige sympathieke ge luid, dat werd vernomen. Wat uit vrij gemaakte kring te lezen valt, maakt wel stil, maar niet van dankbaarheid. Het moet natuurlijk alles nog worden afge wacht, maar de eerste inzet stemde niet hoopvol. Ik geloof dat met name ook onze jonge mensen hiervan kennis moe ten nemen. Zij zullen dan wel tot het inzicht moeten komen, dat het niet al léén aan onze Kerken te wijten is, wan neer het nog niet tot toenadering kwam. De uitspraak onzer synode wordt ook onder de ogen gebracht van de vrijge maakt gereformeerden, voorzien van een brede kommentaar. Daarop lettend, vraagt men zich af, waar het heengaat. Zouden wij soms nog erger moeilijkheden moeten ver wachten na de opheffing van de ver vangingsformule Persoonlijk heb ik behoord tot dege nen, die zich dat ernstig hebben afge vraagd. De ambtsdragers, die ik sinds de uitspraak heb gehoord, waren van hetzelfde gevoelen. Te hopen is het, dat deze vrees wordt beschaamd. De eerste geluiden uit vrijgemaakte kring doen metterdaad hierover zorg oprijzen. En, wanneer er geen kerkelijke stappen tot toenadering komen, dan moet u zich goed voorstellen, dat met de nu alom bekende „opheffing" niets is bereikt. Voor persoonlijke gevallen was deze niet nodig. Hoe meer het hierheen kan geleid worden, dat er samensprekingen in rui mer verband komen, hoe beter het is. Dit zal zeker door allen worden toege juicht. Men moet tot het inzicht komen, dat Gods werk óók doorgaat in andere kring, al zijn wij het in alle opzichten dan niet met elkaar eeiis. De grote din gen van het Koninkrijk Gods moeten ons in beslag nemen en dan zal er, zeker in sommige kringen van gerefor meerden, die ons bij voorkeur „gebon- denen" noemen, belangstelling moeten komen voor kerkewerk, dat'anders is, in opzet en uitvoering, dan wat zij zelf gewoon zijn. Kan het hiertoe geleid worden, en willen wij elkaar helpen om kerkelijk andere hoogten te bestijgen met wijde uitzichten, dan zou er na de uitspraak onzer synode een tijdperk ko men, waarin de christenen minder vech ten en meer dienen Maar, dan moet men óver en weer die kant uitgaan. Daar hebben wij nu op te letten, welke symptomen zich voordoen in vrijgemaakte kring, die van een begeerte in die richting spreken. God lere ons naar eenheid en vrede te staan. C. St. Voor Oostburg was de 22e septem ber zeker een gedenkwaardige dag. Tien jaar geleden dromde de kerk voor het eerst vol. Alles was nieuw, want uit puin en verwoesting was verrezen een schep ping van de architect Ir. A. Rothuizen, de nieuwe kerk. Dat was toen een groot moment. Oostburg lag nog opgebroken vanwege het nieuwe stratenplan, dat werd aan gelegd in een nieuw dorp. Rond de kerk was het nog een grote wildernis. Langs een noodpad moest men de kerk berei ken. Overal werd gewerkt aan de we deropbouw. Nu kan men zich haast geen voorstelling meer maken van de tijd van toen. Achter de rug lag toen het vergade ren in allerlei noodlokaliteiten, waar de mensen opgepropt zaten en ongeriefe lijk. Voor de organist was het een evene ment, toen het kerkorgel in gebruik mocht worden genomen. Niet dat ieder op dat moment, gedurende de lange dienst de bespeling door bekwame or ganisten van buiten zo ten volle heeft gewaardeerd, het lag wel wat boven het peil, dat de doorsnee kerkganger kon volgen en het duurde ook wel iets langer dan menig minder geduldige kon verdragen, maar het was daarom een grote dag. Zelfs de dominee was nieuw, want hij was nog niet eens bevestigd, toen hij samen met zijn voorganger Ds Oosten brink de sprekersrol vervulde. Nog steeds is de waardering voor het schone kerkgebouw levendig. Reden van dank, omdat ongestoord de dien sten konden voortgang vinden en om dat zoveel mocht genoten worden in de eredienst is daarom aanwezig. Het feit is niet bijzonder herdacht met uiterlijk ceremonieel, maar na tien jaren mag het toch even uit de vergetelheid te voorschijn worden gehaald. De zaken van het heden nemen ook haar plaats in. Het bestaan van vaca tures beheerst nog voor een belangrijk deel het werkschema der predikanten. Wij zijn blij. dat de maand november geleidelijk nadert, want dan hopen wij, dat ons predikantenteam versterkt wordt met een ervaren generaal en een jonge gardist, die overigens ook al over enige ervaring beschikt. De kerk van Terneuzen zal het echter nog wel enige tijd moeten stellen met plaatsvervan gers. Met name de jeugd van deze kerk zal zich moeten voegen naar Ds Van Leeuwen en mij. De meisjes zullen moe ten vergenoegen met Axelaria, in de stellige verwachting, dat daar geen Axel-laria zullen worden verkocht en de jongens zullen, naar ik hoop, niet behoeven te klagen „Vorn Westen nichts Neues". De kerkeraden zullen binnenkort voor een niet zo gemakkelijke opgave komen te staan. Overeenkomstig het classicaal besluit zal van hen gevraagd worden zich een oordeel te vormen over de voorgestelde uitbreiding en correc tie der gezangenbundel. De benoemde commissie heeft hier al een vergadering over gehad en hoopt met ijver voort te gaan, intussen in „huisvlijt" de volgen de vergadering voorbereidend. Om het de kerkeraden wat gemakkelijk te ma ken, wil ik, zonder dat de commissie voor mijn beschouwingen verantwoor delijk is te stellen, al vast iets schrijven over de materie. Ik mag wel zeggen, dat er in de com missie tot nu toe een vrij grote eenpa righeid heerst zowel ten aanzien van de instemming met het rapport van de depp. der Generale Synode als ten aan zien van de critiek op het voorgestelde. Er is eenparig instemming betuigd met de maatstaven, volgens welke de deputaten willen te werk gaan. Kort samengevat zijn deze een ge-r zang moet zijn „Schriftuurlijk verant woord", taalkundig en poëtisch verant woord, geschikt voor kerkzang (d.i. massazang), eenvoudig en begrijpelijk, met vermijnding van oppervlakkigheid, bombast, smakeloosheid, eenzijdigheid, vals sentiment en dergelijke. Er dient overeenstemming te zijn tussen tekst en melodie. Hier stemt de commissie van harte mee in, doch is tevens van oordeel, dat deze maatstaven niet steeds correct ge hanteerd zijn. Een sprekend voorbeeld hiervan dringt zich a.h.w. op bij het kerstlied O Kerstnacht, schoner dan de dagen. De literaire waarde van dit gedicht van Joost van den Vondel wordt uit de aard der zaak niet aangetast, maar wel de geschiktheid als kerklied. De melodie is zeer moeilijk, de taal hoe kan het anders zeer ouderwets „Hij poogt d' Onnooz'le te vernielenZelfs de schriftuurlijkheid is verdacht, als de kinderen van Bethlehem voorgesteld worden als martelaren. Hier komt het Roomse van de dichter om de hoek. Ik geef u ter overweging alleen het laatste vers

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 1