DE UITSPRAAK
onzer Generale Synode
VOLMAAKT
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
VIJFTIENDE jaargang No. 14
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 2 OKTOBER 1959
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
Gij zult volmaakt zijngelijk uw hemelse Vader
volmaakt is. Matth. 5 48.
„Wij moeten wel volmaakt zijn, maar wij zijn niet volmaakt."
Dat is wel de gebruikelijke reactie, die wij geven op zo'n woord
als hier boven staat afgedrukt. Wij vinden het zo'n gevaarlijk
woord, volmaaktheid, en zien dan al gauw spoken van volmaakt-
baarheidsdrijvers, zoals dat met een ouderwets woord werd aange
duid. Wij wijzen op een ijverig man als de apostel Paulus die open
lijk erkent, dat hij niet volmaakt is. Wij vrezen zelfs een roomse
zuurdesem, die zo gemakkelijk insluipen kan als een Christen zo
veel praat over de volmaaktheid. En uit reactie voelen wij ons beter
thuis bij de catechismus als die ons vertelt, dat de allerheiligste nog
maar een klein beginsel heeft van de volmaakte gehoorzaamheid.
En toch staat het hier zó „Gij zult dan volmaakt zijn En het
model gaat zelfs boven het schepsel uit -God zelf is model. Zó
volmaakt dus als de hemelse Vader.
En weer gaan wij redeneren, want de klem van dit woord jaagt
ons anders in 't nauw. Wij achten de oplossing welkom in deze
richting, dat Christus dit zó overdreven zegt, om ons in één keer
te laten zien dat wij stumpers zijn, brekebenen, die er niets van
terecht kunnen brengen, geheel boos en verdorven en dat wij dus
uit de vergeving in Christus moeten leven. Wij zullen deze tekst
moeten hanteren om de arme zondaar te prediken en de rijke Chris
tus. Pracht redenering Ze klinkt goed, in elk geval vertrouwd.
Maar bij al deze „wijsheid" ontbreekt hier één ding. En dat éne
is de ziel van de zaak de zin van deze tekst. De zin is toch
duidelijk, dat Jezus bedoelt uw christelijk leven onder de spanning
te brengen van het jagen naar een volmaaktheid, waar God model
van is.
Maar met onze wijsheid ontladen wij de tekst, en houden ons
aan het klein beginsel der volmaakte gehoorzaamheid als het hoog
ste streefdoel van de mens op aarde. Wat wil je meer. Wij zijn
toch maar mensen. Of wij zijn tevreden als de kerk maar een volk
is dat zijn zonde kent en van vergeving leeft.
Maar Jezus bedoelt heus meer. Hij wil door dit woord in de
christen levendig houden de volle spanning naar de volmaaktheid.
De weg der heiligmaking wordt hier op aarde niet ten einde toe
bewandeld, maar niemand bevindt zich op die weg die niet God
als model ziet in zijn levenswandel.
Wie slechts het „kleine beginsel" als model neemt staat niet op
die weg. En hoe graag Jezus ook ziet dat u uw zonde kent, Hij
heeft niets aan hem en geeft niets aan hem, die alléén maar zijn
zonde beweent en niet opstaat tot een nieuw leven.
Maar slaat juist dat hoge model, God zelf, niet onze moed neer
Natuurlijk nietMag ik een voorbeeld noemen. Het is wel wat
militant, maar dat past misschien wel in dit verband. Als de sol
daten schieten moeten leren, dan hebben ze van die schijven met
allerlei ringen er op. Laat ik zeggen „12" is het hoogste. En nu
wordt al die jongelui gezegd „Mikken op de 12". Ze halen niet
alle de 12. Sommigen maar een één en anderen raken de schijf
misschien wel niet eens. Maar ze mikken op de twaalf.
En dan kan het gebeuren, dat er één is die denkt, die twaalf
krijg ik toch nooit. Ik richt maar zo'n beetje op de schijf. Dat is de
manier om zelfs de schijf niet meer te raken. De spanning is er ook
uit. Hij leert nooit schieten.
Zo is voor het christelijk leven nodig zegt God, dat wij op de
12 mikken. Op de 12 mikken in je verhouding tegenover de naaste.
Zelfs de vijanden liefhebben. Wie dat niet beoogt, zal nooit de
rechte liefde raken.
Op de 12 mikken in je huwelijk. Wie dat niet doet zal nooit de
echte zegen van het huwelijk ervaren.
Op de 12 mikken in je kerk. Wie dat niet voor ogen heeft zal
de kerk laten wegzinken in zonde, verwarring en verkilling.
Gods schijf moet u voor ogen staan en wij moeten niet door
onze listen deze schijf aan ons oog onttrekken.
Als Jezus komt om onze zonden te betalen dan doet Hij het,
opdat wij weer op 't pad der geboden zullen wandelen. Want dat
is het Koninkrijk der hemelen, het leven met God.
Middelburg. Ds. P. VAN TIL.
In de vorige week is de beslissing ge
vallen. Het besluit is genomen inzake
de hereniging.
Het zal niemand, die de gang van
zaken heeft gevolgd, vreemd gevallen
zijn, dat deze uitspraak er kwam.
Het besluit inzake de hereniging
volgt nu. Het is wat lang, wat met ker
kelijke stukken meer het geval is.
In 5 punten onderverdeeld leest u
hier alles.
Besluit inzake de hereniging.
A. Inzake de hernieuwde aandrang
tot hereniging met de vrijgemaakte
kerken.
Te midden van de beschamende ker
kelijke verdeeldheid van de Gerefor
meerde gezindte, welke de synode blij
vend met verdriet en zorg vervult, heeft
zij met blijdschap opgemerkt de krach
tige aandrang in de kerken tot hereni
ging met de vrijgemaakte Gereformeer
de Kerken en zij verenigt zich van harte
met de daarbij openbaar wordende be
geerte naar eenheid en verzoening. Zij
verheugt zich ook, dat de toenaderings
pogingen op sommige plaatsen tot aan
vankelijke resultaten hebben geleid,
waarbij zij in het bijzonder denkt aan
Almelo en Baarn. Zij acht de bereid
heid tot samenspreking en verzoening,
zowel voor de Gereformeerde als voor
de vrijgemaakte Gereformeerde Kerken
de onafwijsbare eis van het gebod van
Christus. Zij herhaalt met nadruk de
opwekking van vorige synodes, dat zo
wel de kerkelijke vergaderingen als de
afzonderlijke leden alles zullen doen
wat in hun vermogen is om de hereni
ging te bevorderen. Zij betuigt daartoe
ook gaarne haar instemming met de
daarop betrekking hebbende brief van
de Vereniging tot herstel van de kerke
lijke eenheid der Gereformeerde belij
ders. Tevens maant zij de kerken aan
niet in overhaasting, maar met bezon
nenheid en onderscheiding te werk te
gaan en haar kracht niet te zoeken in
het nemen van geforceerde beslissingen
of in het doen van eenzijdige uitspra
ken, die de eenheid niet bevorderen,
maar veeleer in het geduldig overwin
nen van de vervreemding en het wan
trouwen, welke beide kerkengroepen
nog in sterke mate gescheiden houden
opdat op deze wijze onder de zegen van
God en de leiding van Zijn Geest, een
zodanig klimaat worde geschapen, dat
de pogingen om ook tussen de synodes
tot toenadering en overeenstemming te
komen met een gunstig resultaat mo
gen worden bekroond.
B. Inzake de leeruitspraken van 1946.
De synode overweegt, dat de leeruit-
spraak van 1946, hoewel zij in vele op
zichten zegenrijk en samenbindend
heeft gewerkt, anderzijds, mede van
wege misverstand en onjuiste interpre
tatie, in de kerken niet tot een zodanige
erkenning is gekomen als verwacht had
mogen worden en ook een struikelblok
blijft vormen voor de hereniging met de
vrijgemaakte kerken. Hoewel de synode
de bezwaren, als zou deze leeruitspraak
in strijd zijn met Gods Woord en de
belijdenis der kerk, niet aanvaardt en
daarom vasthoudt aan haar rechtmatig
heid, besluit zij niettemin, ter bevesti
ging van de eenheid in eigen kerken en
ter bevordering van de landelijke en
plaatselijke toenadering tot de vrijge
maakte kerken alsmede om uit de sfeer
van misverstand te geraken, haar ter
zijde te stellen, zonder een andere in
haar plaats te stellen, en zich voor de
regel des geloofs inzake de leer der kerk
aangaande genadeverbond en doop te
houden aan hetgeen de Drie Formulie
ren van Enigheid zelf daarover uitspre
ken.
Ten aanzien van de geschilpunten,
die nog mochten overblijven, oordeelt
de synode, dat deze geen oorzaak be
hoeven te zijn voor een blijvende kerke
lijke verdeeldheid, wanneer men zich
daarbij naar de geest der liefde ge
draagt en wanneer men wederzijds aan
hetgeen blijkens de Formulieren der
kerk in de leer van het verbond steeds
tot zijn recht behoort te komen, n.l. de
souvereine, verkiezende genade van
God en de krachtdadige werking van
Zijn Geest, de roeping tot geloof en
bekering en de menselijke verantwoor
delijkheid niet tekort doethetzij door
dat men de verbondsbelofte doet op
gaan in een voorwaardelijke toezegging
of Wanneer men de krachtdadige wer
king van de Heilige Geest niet tot de
verbondsweldaden rekent hetzij wan
neer men de verbondsbelofte zou doen
opgaan in een onvoorwaardelijke toe
zegging, waarbij voor de oproep tot ge
loof en bekering als eis van het verbond
geen plaats of slechts een verzwakte
betekenis zou overblijven.
C. Inzake de met de leeruitspraken
samenhangende tuchtmaatregelen.
De synode overweegt, dat de hierin
aan de orde gestelde zaak een uitermate
teer punt raakt. Teer voor de vrijge
maakte broeders, omdat dezen zich
daarin aangetast achten in hetgeen zij
als hun recht en eer als ambtsdragers
in Christus' kerk beschouwen. Teer
voor de Gereformeerde Kerken, omdat
zij daarin herinnerd worden aan het
geen zij als een pijnlijke aantasting ge
voeld hebben van de kerkelijke trouw,
waarmee de thans vrijgemaakten eens
met haar verbonden waren en tot de
onderhouding waarvan met name de
predikanten onder hen zich in het on
dertekeningsformulier verplicht hadden.
Waar deze overtuigingen zozeer tegen
over elkaar staan, acht de synode het
niet mogelijk in dit opzicht over het ver
leden van één zijde zodanige algemene
uitspraken te doen, dat aan de waar
achtigheid niet tekort gedaan wordt en
tevens de onderlinge toenadering kan
worden bevorderd.
Wat het heden aangaat moet het
duidelijk zijn, dat de synode geen han
delingen of uitspraken kan doen, die
voor de ambtelijke status van degenen,
die niet tot het verband der Gerefor
meerde Kerken behoren, enig effect
zouden hebben. Wel wil de synode
gaarne verklaren, dat zij met hartelijke
begeerte uitziet naar de dag, waarop
de door haar nagestreefde hereniging
het haar mogelijk zal maken de thans
in het verband van de vrijgemaakte
Gereformeerde Kerken dienende ambts
dragers weer in vollen rechte te erken
nen, zij het in de ene en ongedeelde
Gereformeerde kerk.
Het is mede om dit doel te bereiken,
dat de synode de onder B genoemde
beslissing heeft genomen.
D. Inzake de pogingen tot samen
spreking en toenadering.
De synode heeft met droefheid ken
nis genomen van de weigering van de
generale synode van de vrijgemaakte
Gereformeerde Kerken te Bunschoten-
Spakenburg d.d. december 1958, als
antwoord op het van de Gereformeerde
kerken tot haar geuite verzoek om sa
menspreking. Zij besluit aan de e.k.
vrijgemaakte synode de thans door haar
genomen beslissingen sub A, B, C ter
kennisneming toe te zenden en haar
mede op grond daarvan nogmaals met
de meeste aandrang te verzoeken met
de synode in een zodanig contact te
willen treden, dat gericht is op de her
eniging van beide kerkgemeenschappen.
Met name wil de synode de vrijgemaak
te kerken verzoeken zich vóór alles met
haar hierover te willen bezinnen, of
beide kerken, uitgaande van de Drie
Formulieren van Enigheid, voor de toe
komst niet weer een gemeenschappe
lijke weg zouden kunnen vinden en al
dus tot een nieuw begin zouden kunnen
komen. Hoewel de synode hetgeen in
het verleden geschied is ten volle ern
stig wil nemen en bereid is, voor haar
deel daarvan aan de vrijgemaakte Ge
reformeerde kerken rekenschap af te
leggen, is zij toch overtuigd, dat wan
neer zulk een nieuw begin gevonden
zou kunnen worden, het verschil in de
beoordeling van wat in het verleden ge
schied is, het samengaan in de toekomst
niet blijvend zou mogen verijdelen, doch
dat beide kerken dan, in het bewustzijn
van beider tekort, deze zaken met oot
moed aan het oordeel van God zouden
mogen overlaten.
De synode wil daarbij voor twee door
haar aan te wijzen afgevaardigden toe
gang tot de vergadering der vrijge
maakte generale synode verzoeken, om
haar brief aldaar persoonlijk te mogen
aanbevelen. (vervolg pag. 2)