KERK en cfeugcl van de Vlaamse Gaai vijftiende jaargang No. ii Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 11 september '59 MEDITATIE j. vlaardingerbroek. ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Abonnementsprijs3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. Het is een groot verschil, het leven in augustus of in september. In augus tus dromen ze aan het strand of duiken onder in de golven. Het is fietsen, brommen (in de goede zin), en zoal meer. Oud en jong genieten van va kantie-vrijheid, hebben rust, of spannen zich nog méér in dan anders, zodat zij na de vakantie behoefte heb ben aan rust. In ieder geval ligt allerlei arbeid stil. In augustus vergaderen we niet, debat teren we niet en we hebben ook liever, dat men ons maar niet lastig valt. Dat verandert ineens, wanneer de r in de maand komt. In september is het maatschappelijk bedrijf volop aan de gang. De scholen gaan weer open en over héél de linie wordt de jeugd on derwezen. Ook op kerkelijk erf komt er bewe ging. De kerk laat weer de gezinnen bezoeken en wil ook de jeugd graag verzorgen. Kerk en jeugd horen bij el kaar. Een kerk zonder jeugd zou een gemeenschap zijn zonder toekomst. Een bloem, die straks uitgebloeid is. En, een jeugd zonder kerk zou een opgroei end geslacht betekenen zonder kerke lijke leiding en hulp. Bestemd om te verwilderen. Zonder idealen voor het Koninkrijk Gods. Bootjes op drift, waarvan het stuur defekt is. Er kan wel eens een enkele goed aan de kant terecht komen, maar het gevaar is veel groter, dat ze verongelukken. Kerk en jeugd, nauw saam verbon den, daar blijven wij bij. De kerk met veel begrip voor de jongere generatie. Laat ze maar gerust een paar bokke- sprongen maken. Liever een jeugd waar haast té veel vuur in zit, dan een jeugd, die alles flauw vindt en overal nee op schudt. De kerk kweekt het leven voor de toekomst. Dat is de jeugdzorg. Zij be dient zich daarbij van eenvoudige mid delen. Boekjes voor het katechetisch onderwijs, een enkele keer een kaart, en daarmee gewapend vangt de kerke lijke vorming aan. Juist in deze tijd gaan de lcatechisa- ties weer beginnen. Tenminstedat is wel te hopen. Ik heb eens een kerke- raad horen aanspreken" door een de- putaat, nu art. 53, dat het aantal ka- techisatie-uren beter omschreven moest worden. Ik heb er een beetje bij ge lachen. Al de andere kerkeraden, waar het precies zó toeging, zwegen in alle talen, lieten de één standjes maken over dankdag tot biddag, enhad den thuis dezelfde stijl. Traditie, weet u. Inderdaad is de tijd véél te kort, van eind november tot begin maart. Als men in september .start", is er al heel wat werk verzet vóór dat de dankdag aan breekt. Het gaat immers om de vor ming van de jeugd, om het gesprek met de jeugd Zij moeten straks onze plaat sen innemen. Daarom, voer zo tijdig mogelijk ,,de jeugdkerk" in. Wat dat is Een weke lijks uur, waarin dominee en jeugd over en weer met elkaar praten. Ik zou wel eens willen weten, hoe het met dat wekelijks uur verloopt in die kringen, waar het begrip jeugdkerk wat anders inhoudt. Hoe daar de op komst is en wat daar de resultaten zijn. Elke week weer ,,geref. jeugddien sten", voor de jongelui van verschil lende leeftijd. Waarbij de jeugd moet leren, hoe rijk Gods Woord is, wat de inhoud van de belijdenis is, en verder allerlei kerkvragen over geschiedenis, eredienst, enz. Zo komt de kerk er ach ter, wat haar eigen jeugd bezig houdt en moet zij leren hoe met deze jeugd om te gaan. Katechisaties als ik in mijn eigen jonge jaren heb meegemaakt, zullen naar ik hoop in die stijl niet meer ge houden worden en daar kan de kerk alleen maar bij winnen. Wij zeggen heel gewichtig, dat de katechisaties ook vallen onder .dienst des Woords". Dan moet de kerk tonen, dat zij daar ernst mee maakt, en de jeugd moet er in de goede zin een beetje ernst leren, want daarvan hebben wij in onze kringen geen overvloed. De kerk bidde en arbeide, dat er een jonger geslacht klaar gemaakt wordt voor de dienst des Heren, waar uitein delijk alles onder valt. (Ook eerlijk en goed je werk doen.) Niet alleen het kerkewerk begint voor de jeugd, ook de eigen organisaties ko men weer op gang. Nu de bonden .saamverbonden" zijn, krijgt het vergaderen een gezelliger aanzien. Jongens en meisjes bij elkaar. Ik geloof, dat ze hier wat laat aan toe gekomen zijn, maar goed, wij zijn nu zover. Het is te hopen, dat deze samenwer king bevorderlijk zal zijn aan de pret tige ontwikkeling onzer jongeren, waar bij inspanning en ontspanning elkaar behoren af te wisselen. Er zal hier wel verschil zijn naar gelang van de plaats of streek, waar het jeugdwerk plaats vindt. Hier zal altijd ruimte voor ver scheidenheid moeten blijven, net als bij de arbeid van de kerk. Dat gaat ook in verschillende plaatsen niet precies gelijk. Laat de jeugd zich dan weer zetten om Schriftgedeelten te lezen en te be spreken. Om daarnaast ook de belijde nis der kerk in te zien, en wat er ver der ter tafel zal komen. Onder elkaar sal men zich vrij gemakkelijk kunnen uiten, en men kan op die manier veel van elkaar leren. Zo is er een werken de jeugd in vrij verband. Samen op ontdekking uit, om tot het resultaat te komen van de vreugde van het geref. leven. Helpt elkaar, om te weten, waar om God jullie als gereformeerden doet leven in deze tijd De bond van jong-gereformeerden zal daarbij wel leiding bieden in onder werpen en schetsen. Wie iets weten wil, staat in deze dagen heus niet ver legen. Er is allerlei geschikte lektuur over de Schrift, de kerk, de hervorming, de afscheiding en de doleantie, en niet te vergeten over 1892, het heuglijk jaar, toen de geref. kerken uit afscheiding en doleantie samenkwamen. Daar moet de jeugd iets van weten. Je moet een antwoord hebben over de vragen van de weg der geref. kerken tot heden. Niet een ander napraten, maar onder zoekenen begrip krijgen voor de moei ten, waarmee de kerken in generale sy node te worstelen hebben. Je moet we ten, in welke richting wij de kerkelijke ontwikkeling hebben te zoeken. Als onze jeugdbeweging in dit op zicht iets mag bereiken, dan doet zij voortreffelijk werk. Het startsein klinkt in september. Werkende jeugd, tracht iets te zijn in het kerkelijk en geestelijk leven. C. St. Daar had de Vlaamse Gaai bijna een ongeluk gehad Hij viel zo maar van de bovenste tak van de boom, waarin hij zat te zonnen en de krant te lezen. Een goed blad overigens, niets minder dan „Trouw". Daar las hij „Vredes oproep van de kerken in discussie". U herinnert zich nog wel, dat er voor de nu mislukte conferentie op hoog niveau te Genève een oproep is rondgezonden, mede namens de Hervormde, Rooms Katholieke, Remonstrantse, Doopsge zinde a.e. kerkelijke gemeenschappen tot het houden van een bidstond met Opvarenloopenwandelen. Jes. 40:31. Het zou mooi zijn, wanneer het in ons leven ging van kracht tot kracht. Steeds hooger, steeds beter. Een mensch gaat nu eenmaal niet graag achteruit. Hij wil het bereikte liefst niet weer verliezen. Excelsior Zoo moet het gaan. Het is zelfs heel triest als het an dersom gaat. Opgroeien is mooi, maar aftakelen is droevig. Maar helaas, zoo is nu juist het leven. Opgaan, blinken ja, maar dan verzinken. Onafwendbaar volgt na zonsopgang en mid daghoogte de neergang en tenslotte de ondergang. Wij weten dat allemaal wel, en als we 't niet wisten zou de Bijbel het ons wel vertellen. Hij zegt ons hier in Jes. 40 zelfs, dat het, ook wanneer het leven zich nog in opgaande lijn beweegt, met onze menschenkrachten niets gedaan is. „Jongelingen worden moede en mat, zelfs jonge mannen struikelen." Dat wacht dus niet eens totdat wij het hoogte punt gehad hebben. Eigenlijk blijft er zoo van de stijgende lijn niets over. Dat is erg. Gelukkig, dat er ook nog wat anders staat. „Die den Heere ver wachten, putten nieuwe krachtzij varen op met vleugels als aren den ze loopen, maar worden niet moede ze wandelen, maar wor den niet mat." Gelukkig er is nog een andere en betere kracht. Eén, die niet opraakt en niet aftakelt, maar steeds nieuw is. Daar vertroosten we onszelf en elkaar mee, wanneer de neerbuigende lijn van het leven ons bedroefd maakt. Maar, helaas, nóg een teleurstelling. Ook wanneer wij „den Heere verwachten", ook wanneer we bij Hem kracht putten, gaat 't niet steeds hooger, van kracht tot kracht. Integendeel. Ook hier weer de afloopende lijn. „Zij zullen opvaren met vleugels als de arenden." Dat is ge weldig, dat gaat hoog, dat gaat snel. Het gaat hoog boven alle moeizaamheden en moeilijkheden „Daarom verliezen wij den moed niet, maar al vervalt ook onze uiterlijke mensch, nochtans wordt de innerlijke van dag tot dag vernieuwd." En wij wij worden niet moe. Zoo komt de genade in, juist in ons neergaande leven zoo komt Gods kracht juist in onze zwakheid tot uiting. Een christenleven is, uitwendig bekeken, net als dat van de anderen opgaan, blinken en verzinken. Maar dit blijft Gods genade is eiken dag nieuw en Zijn krach ten takelen niet af, want Hij wordt moede noch mat. En daarom wij ook niet als we 't van Hem verwachten. Grijpskerke. Axel had toen een schrijven doen uit gaan naar de zusterclasses in Neder- het oog op deze conferentie. De classis land om haar verontrusting te uiten, niet over het houden van een bidstond zelf want in de classis werd en wordt elke zondag gebeden voor de overhe den, ook in verband met de internatio nale toestand zo vaak hier aanleiding voor is maar wel over hetgeen er als begeleidend schrijven aan werd toe gevoegd. De classis heeft dit gedaan in de op rechte mening, dat het haar recht en roeping was een ander geluid te laten horen. Zij stond daarin niet alleen, want o.m. een blad als „Trouw" had zeker geen mindere bezwaren. Ik noem slechts de verkeerde voorstelling van zaken, alsof deze conferentie van zulk een betekenis was, dat deze beslissend was voor de wereldvrede en de betui ging, dat de wereld staat vernietigd te worden door het atoomgeweld. Van dit rondschrijven is aan betref fende deputaten mededeling gedaan, evenals aan de Particuliere Synode van Zeeland. Nu heeft de Generale Synode als een van haar eerste daden uitgespro ken, dat zij „de wijze, waarop de classis Axel reageerde, methodisch onjuist acht". Dit is nog maar een kleinigheid Het volgende is nog heel wat erger „Met name prof. dr. D. Nauta laakte dit op treden van de classis Axel. Een derge lijke handelwijze, zo zeide hij, kan wij hebben het gezien in ons kerkelijk leven kerkverwoestend werken". „Kerkverwoestend" Dus niet een heilzame correctie op naar „Kerk en Vrede" riekende tenden- zen, maar kerkverwoestend Dat kan tenminste zo werken Met iets anders was de hoogleraar gelukkiger! Ik citeer weer „Trouw": „De hoogleraar was zeer gelukkig met het feit, dat de oproep gemeenschappe lijk van de kerken was uitgegaan dit heeft een bijzonder gunstige indruk ge maakt. Zulks ongeacht de bezwaren, die men tegen de formuleringen van dé oproep kan hebben". Als men zulke zware projectielen ziet vallen in zijn omgeving, projectielen met een professoraal en synodaal merk, dan voelt men de boom onder zich toch wel even zwiepen van de luchtdruk en als dan de rook van de explosie op trekt naar de blauwe hemel en men ziet daar in slierten geschreven „gevaar voor kerkscheuring, wij hebben het in het verleden gezien" (vgl ook de ver melding daarvan in het verslag van het „Zeeuws Dagblad"), dan gaat het on der de snavel van een gaai allicht wat kriebelen en hij voelt neiging tot nie zen proost Ik geloof eventuele ernstig veront ruste mensen aanstonds gerust te mo gen stellen. Neen, enige, zelfs de ge ringste, neiging, begeerte of gedachte in de richting van kerkscheuring is bij iemand dergenen, die eenparig tot de „Oproep" besloten, niet opgekomen. Laat men verschillen over de juistheid van de gevolgde methode, hier valt over te spreken, maar, indien men een rustig gesprek wil, bevordert men het klimaat voor dit gesprek toch allerminst door het oproepen van dergelijke her senschimmen. Wil men de classis Axel een verkeerde methode ten laste leggen, dan bewijst degene, die zulke dingen zegt, toch gebrek aan tact. Dit dan, geheel afgezien van de juistheid der stelling. Ik zou dus willen beginnen de zaak geheel uit die sfeer te halen. Laat ons, wanneer we uit de achter ons lig gende kerkscheuring iets wil leren, eer der in ogenschouw nemen, dat drijven en toespitsen meer kwaad dan goed doet.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 1