van de Vlaamse Gaai
EEN BELANGRIJK DEEL
VAN DE DIENST
vijftiende jaargang No. 6 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag i augustus 1959
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
Misschien denkt iemand, dat we nu
over de prediking gaan praten. Toch
niet.
Geen ogenblik valt te ontkennen, dat
de preek een belangrijk deel van de
dienst is. Opening van het Woord
Gods. Laten allen, die er toe geroepen
worden, het elkaar maar toeroepen
maak er werk van
Volsta niet met een gemoedelijke
toespraak, maar probeer de diepten der
Schrift open te leggen.
Maar, dit keer niet over de preek.
Over het gezang der gemeente.
Onlangs ontdekte ik ergens, dat er
nogal wat „zwijgers" onder de zangers
waren. Waarom Allemaal ineens keel
aandoening Natuurlijk niet.
In de gemeente moet je méézingen
Want, het is een taak voor de gemeen
te, een opdrachtzingt Hem een nieuw
lied, Zijn lof zij in de gemeente.
Dat zijn de ogenblikken van belijde
nis. Zingen is zéggen, en in dat zeg
gen antwoorden wij op de openbaring
van God. Het lied vertolkt de geeste
lijke rijkdom in de Kerk. Wanneer het
geestelijk leven bloeit, dan is er ook
vraag naar het lied. Opmerkelijk is, dat
in sommige tijden van de Kerk véél
geestelijke liederen naar voren kwamen.
In onze tijd is dat niet het geval.
Wij schijnen wel heel goed te weten
tegenwoordig, hoe het niet moetKomt
er, na véél vóórarbeid, een nieuwe
psalmberijming voor de dag, dan lees
je van verschillende kanten hé
neezó niet
Of dit van welwillende beoordeling
getuigt, moeten wij daar laten. Het zal
zeker allemaal wel „deskundig" zijn,
wantwe zijn nog al deskundig op
kerkelijk gebied. Maar, laat er ons te
gelijk bij zeggen, dat wij „arm" zijn met
betrekking tot het lied.
Geestelijke liederen behoren tot de
bronnen, waaruit wij het geloof der ge
meente op een bepaalde tijd leren ken
nen. Wanneer wij deze bron raadple
gen voor onze tijd, komen wij niet veel
verder. Het is jammer, dat er zo weinig
enthousiasme is op dit gebied. Wat
hébben wij op dit gebied aan kritiek,
die ons zegt, wat er niet deugt. Som
migen hebben de psalmberijming van
regel tot regel nagegaan, en er schijnt
niet veel van te deugen. In 1773 zal
het wel anders gegaan zijn, hoewel er
ook toen véél tegenzin was tegen de
nieuwe berijming, 't Liep op relletjes,
soms met bloedneuzen uit
Waarom proberen wij niet liever,
eerst lezende, dan zingende, kennis te
riemen van een nieuwe berijming
Naast deze aktie van de psalmberij
ming, die, naar te hopen valt, het zin
gen van de psalmen ten goede zal ko
men, zal er ook een enkel woord moe
ten gesproken worden over de voor
stellen voor een nieuwe gezangenbun
del. Er is een rapport van deputaten
bij de synode ingekomen met een bij
lage, waarin 134 gezangen voorkomen.
Bij sommigen staat vermeld, dat het
overleg over dat bepaalde gezang nog
gaande is. Jammer is, bij no. 27, dat
het begin van het gezang buiten de af
gedrukte tekst gekomen is. Niemand
kan zich nu een oordeel vormen over
de inhoud. Gelukkig is het maar één
keer gebeurd, verder maakt de uitgave
een verzorgde indruk.
Er komt dus nu een ruime keuze
voor te zingen liederen. Dat was no
dig. Het bundeltje van 30 gezangen,
dat er sinds Leeuwarden bijkwam, is
al vele malen door gezongen. Een goed
teken. Het zegt ons, dat deze liederen
de gemeente hebben toegesproken.
Maar, nu kan men van alle kanten te
recht.
Van de eerste 29 gezangen is een
enkele verdwenen. Tevergeefs zult u
zoeken naar de berijming van de 10
geboden. Alleen het laatste vers heeft
het kunnen „halen". Och, of wij uw
geboön volbrachten
Het staat er nu wel een beetje een
zaam, ter opening van een omvangrijke
bundel. Gaat dit voorstel er door, dan
gedenkt u niet meer, met vee en magen,
de sabbat na zesdaagse vlijt. Voor ve
len zou dit in letterlijke zin ook niet
meegevallen zijn. Ergens 2 of 3 hoog,
en dan veeEn „magen", nog wel
in het meervoud Overigens, dat
woordje „zesdaagse" deed wel aardig
sportief aan. Hoewel hier ook weer
moeilijkheden lagen, wanneer het tot
de vijfdaagse werkweek komt over de
hele linie, de dominees uitgezonderd.
En, u kunt dan ook uw hart niet
meer ophalen aan dat 7e vers gij zult
niet doodslaan, noch u wreken, breekt
nooit de echt, steelt niemands goed, en
wat voor verheven dichtregels hier ver
der mochten volgen.
Deze „merkwaardige produkten"
hebben het toch al lang volgehouden,
al vermoed ik niet, dat ze veel op de
briefjes van de te zingen liederen voor
kwamen.
De bekende 3 lofzangen zijn behou
den. Van het gebed des Heren wordt
naast de bekende berijming ook voor
gesteld die van Luther.
Dan komt er nu een ruime keuze
Kerstliederen. Daaronder ook het be
kende stille nacht. Wat zullen de kin
deren meezingen
Voor de lijdenstijd is er ook ver
scheidenheid, voor pasen 8 liederen,
voor hemelvaart 3 en voor pinksteren 2.
Hier schijnt het erg moeilijk om tot een
wat ruimer voorstel te komen.
Ruim 60 algemene liederen volgen
dan, waaronder u de bij ons bekende
haast allen terug vindt.
Dan volgen een paar liederen, toe
passelijk bij doop en avondmaal, „de
psalm der natie", oftewel het Wilhel
mus, terwijl zelfs gedacht is aan eerste
steenlegging van een Kerk, en de inge
bruikneming er van.
De eerste indruk is, dat deputaten
wel gelukkig zijn geweest in de keuze.
Wie zal niet graag gezamenlijk zingen
no: 58
God in den hoog' alleen zij eer
en dank voor Zijn genade.
Of, no. 65
Het Lam voor ons op aard geslacht
is eeuwig waard t' ontvangen
de wijsheid, rijkdom, eer en macht
en dank'bre lofgezangen.
Dit zijn maar enkele aanduidingen.
Het is niet mogelijk om 134 liederen
met een enkel vers te vermelden. De
greep, hier gedaan, mag ons er van
overtuigen, dat er in de aangeboden
bundel veel te vinden is.
Het is te hopen, dat straks de be
sprekingen hierover in Utrecht als mu
ziek voor ons zullen klinken. Dan zal
de aan te nemen bundel wel meer een
definitief karakter krijgen.
Belangrijk is ook, dat over al deze
gezangen overleg geweest is met de
hervormde commissie over de gezan
gen. De tekst is dus over en weer be
keken, zodat daardoor verwarring
wordt voorkomen. Wel heeft dit er toe
geleid, dat een enkel gezang in her
vormde kring werd opgenomen en niet
door onze deputaten. Ook wel omge
keerd.
Komt er eenstemmigheid voor een
groot deel der liederen, dan zijn wij in
ons land beslist vooruitgegaan.
Enja, dan straks wéér andere
boekjes
U hoort de zucht al opkomen.
Is het niet fijn, als wij een mooie
gezangenbundel er bij krijgen Wij
,,Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen
1 Petr. 3 12a.
Maar wie zijn dat, de rechtvaardigen Bent U dat, en ik
De Rechtvaardige was Jezus. Hij was recht en goed voor God.
Maar deze Jezus loopt nog op aarde rond. Jezus loopt op aarde
rond in alle mensen, die naar Hem zijn toegegaan. De rechtvaar
digen zijn dan de mensen, die Jezus vragen om vergeving en om
kracht om Zijn geboden te houden (dat laatste ook!!).
Bent U dat En ik
Ja Dan zijn Gods ogen op ons.
God heeft geen ogen zoals wij God is een Geest, maar wat wij
kunnen en doen met onze ogen, kan en doet God ook.
En wat kunnen ogen
Ogen kunnen zien, kijken, iets ontdekken. Maar onze blik is
beperkten onze ogen blijven steken op de buitenkant van de
dingen.
Gods ogen zien alles (het Alziende Oog en zien ook de bin
nenkant. God ziet het, waar we mee zitten. God ziet de zorgen
opwellen. Die angstige gedachten. Dat tobben. Die moeilijkheden.
Is dat niet fijn Dat er Eén is, die met ons meeleeft Die alles
van ons weet Hebben wij daar geen behoefte aan
Wat doen ogen nog meer
In de ogen van de ander staat ons beeld, als we voor hem staan
(„ik zie me zelf in uw ogen"). God kijkt naar ons en er staat
ons beeld in Zijn ogen. En dus in Zijn hart. Zo kan God ons niet
vergeten, want Hij ziet ons elke dag in de schijn van Zijn ogen.
Er gaat geen minuut voorbij, of Hij denkt aan ons. Want ons
beeld staat in Zijn ogen.
Ogen kunnen zich ook sluiten.
De mens raakt moe en sluit de ogen. God is geen mens, Hij
raakt nooit moe. Leest U maar (Ps. 121 3a en 4): Uw Bewaarder
zal niet sluimeren.
Zie, de Bewaarder van Israël sluimert noch slaapt.
God waakt. God is klaar wakker. Hij zal er voor waken, dat er
niet tijdens een slaperig ogenblik van Hem iets verkeerds met ons
leven gebeurt.
Ogen kunnen afkeuren.
Toen Petrus dit schreef, zal hij gedacht hebben aan dat moment,
waarop Jezus naar hem keek in het gerechtgebouw, toen hij Hem
verloochend had.
„Jezus keerde zich om, keek Petrus aan. En Petrus ging naar
buiten en weende bitter."
Als wij Jezus verloochenen, kijken Gods ogen afkeurend. Maar
dan zo, dat ze ons terug willen halen. Zij kijken bedroefd om ons
te herinneren aan Gods liefde.
Ogen kunnen ook bemoedigen.
De blik van iemand, die ons het liefste is, kan een stoot in je
rug geven.
Gods ogen ook. Gods ogen leven mee. En zorgen mee.
Mensen kunnen zo slecht meeleven en meezorgen. Omdat ze
vol zitten van zichzelf. God kan het wel, omdat Hij vol is van de
mens.
Die blik uit Zijn ogen zegtGa maar door. Ik sta naar je te
kijken. Het gaat goed.
Met Gods ogen óp ons gaat het toch gemakkelijker
Zonnemaire. P. MELSE.
leven „sneller" dan onze vaderen.
Daarom kennen wij meer veranderin
gen. Als je in de gezinnen komt, merk
je groter veranderingen dan in de Kerk.
Daarom is het niet erg, wanneer de
Kerk nu een zangbundel krijgt, waarin
alle gezangen zijn opgenomen. Komt
daar binnen afzienbare tijd nog een
nieuwe berijming van de psalmen bij,
dan zijn we met recht „ingespannen".
Er komen toch wel heel grote dingen
ter synode aan de orde. Psalmen, ge
zangen en geestelijke liederen brengen
de gemeente in aktie voor haar grote
roeping de lof des Heren te zingen.
C. St.
Telkens twee seconden, dan komt er
een grote lichtbundel van de vuurtoren
over en veegt met een zwaai de ge
dachten door elkaar, die ik bezig ben
te ordenen. Daardoor komen mijn ge
dachten misschien ook wel wat dwars
op het papier te liggen. Het zou echter
ook wel kunnen komen van de indruk
ken, die ik in de vacantie achter elkaar
op deed.
Die indrukken waren heel verschil
lend.
Wat een wonderlijke gewaarwording
is het te preken op een vliegbasis, voor
bijna allemaal „hoogvliegers", als men
zelf nog nooit van de grond is geweest!
En wat een vreemde zaak, als men
merkt, dat de kerk gevuld is met uit
sluitend meisjes van 12^14 jaar!
Een flink deel van de voorbedachte
preek moet men dan maar inslikken.
Wat voor ervaring is het ook onver
wacht op visite te komen bij een oud
echtpaar van half de tachtig jaar, waar
van de vrouw bleek te zijn de laatst-
overgebleven dochter van de man, door
wie, als middel in Gods hand, onze ge
hele familietak niet in Roomse, maar in
Geref. tuin geplant is Wat een ont
moeting, juist nu ik de wonderlijke be
kering van mijn grootvader aan het re
construeren ben, die bij deze Bart Mi-
chaël als boerenknecht werkte en daar
het Evangelie leerde kennen, hoewel hij
het vaste voornemen had de boer voor
de Roomse kerk te winnen Met name
trof mij het portret van de man te mo
gen ontdekken, van wie ik al zoveel
gelezen hadeen vriendelijk, pienter
gezicht met doordringende ogen, vast
beraden uitdrukking, omlijst met kleine
bakkebaarden.
Hoe verschillend deze zaken reeds
zijn, een nieuwe kwam hier over heen.