De brief aan de Philippenzen PREDIKBEURTEN KERKNIEUWS dig is. Terwijl dat toch misschien ook af en toe nog raadzaam is. Van mijn hooggeschatte leermeester Hoekstra herinner ik me een woord, dat me altijd is bijgebleven. Zeker, om dat ik er later zoveel troost uit putten moest. Dit „mijne heren, het is verras send wat een zegen de Here geven wil op slechte preken. Want wij zijn maar knechten, het is eigenlijk de Here zelf, die zijn Woord verkondigt en het door zijn Geest wil toepassen aan het hart". Zo ongeveer letterlijk moet hij het ge zegd hebben, nu meer dan dertig jaar geleden. Natuurlijk zei hij dit niet, om dan maar met een slechte preek tevreden te zijn. Hij heeft er heus wel zijn best toe gedaan, het ons zo goed mogelijk te leren. En toch heb ik later zo vaak aan deze woorden teruggedacht. Omdat ze zo letterlijk zijn uitgekomen. Och ja, wat een troost, dat de Here het inderdaad zelf doet. Wanttoe passen op het leven der gemeente Maar wie weet het, wat al die mensen nodig hebben Met wat voor puzzle's ze zitten Welke strijd daar woedt in het hart Welke zorgen er zijn in al die huizen, waarin ze wonen Dat weet de Here alleen. En ik ge loof, dat zijn Geest troostend èn hel pend rondgaat onder die schare, om ieder dat brood te reiken, dat hij nodig heeft. Ik zei, dat ik dat geloof, want het komt ons heus niet altijd ter ore. Ook in dit opzicht moeten we wel uit het geloof leven. God de Here doet zijn eigen werk wel, wat openbaar wordt (en dit is dan het zichtbare) hierin, dat die gemeente door de middelen der genade toch staande blijft. En dit, ter wijl ze toch bestrijding genoeg heeft. Ze wordt dan blijkbaar toch zó gevoed, dat ze midden in een wereld vol tegen kanting zichzelf blijven kan. Maar een enkele keer horen we er ook wel eens iets van. Een lid van mijn gemeente komt bij mij een praatje maken. Hij vertelt mij, dat ernstige moeilijkheden in zijn leven allengs tot een bevredigende oplossing beginnen te komen. En, voegt hij er aan toe „daar hebben uw preken het hunne toe bijgedragen". Waaruit hij meende te moeten afleiden, dat ik zijn bizondere omstandigheden dus moest gekend heb ben. Ik kon hem echter met de hand op het hart verzekeren, dat ik die niet ken de en dat het voor mij gloednieuw was, wat mij op dit ogenblik ter ore kwam. Een paar grote ogen, een lichte wij- feling, maar hij moest het dan wel aan vaarden. Hij voegde er echter aan toe „en toch kreeg ik telkens weer een klein duwtje in de goede richting, tot dat ik eindelijk mijn weg met klaarheid vóór mij zag". Zie, dat is het nu. Preken naar de behoeften van de gemeente, maar wie ter wereld kent die behoeften, die zor gen, die misschien zeer bizondere en acute omstandigheden Als je in pas toraal gesprek van al die bizonderhe- den wordt verteld, gaat het misschien nog, wat leiding te geven, hoewel ook dat vaak ontzettend moeilijk is, maar als je er nu totaal onkundig van bent Dan is het de Heilige Geest, die zelf het Woord brengt, daar, waar het no dig is. Dan is het de pijl, in eenvoudig heid afgeschoten, die doel treft. Natuurlijk is hiermee de algemene re gel niet opgeheven. Het spreekt van zelf, dat de toepassing altijd zo con creet mogelijk moet zijn en inderdaad afgestemd naar de behoeften van de gemeente. Waarom we ons ook moeite moeten geven, die behoeften zo goed mogelijk te leren kennen. Maar dan nog blijft alles maar zo heel gebrekkig. Van individuele zorgen en noden en vreugden zullen we zeker niet altijd op de hoogte zijn. Ook bij de meest nauwgezette pastorale arbeid, als we toch waarlijk geen vreemde zijn in eigen gemeente, is er nog zoveel, dat in de binnenkamer blijft en waar wij onkundig van blijven. Wat vertroostend, dat Koning Jezus zelf het witte paard berijdt (Openb. 6). Wij zijn maar stalknecht en niet meer. Het Woord van God keert niet le dig weer en het zal voorspoedig zijn, waartoe Hij het zendt. K.-B. v. d. L. II. De gemeenschap aan het evangelie. Phil 1:3-6. „Ik dank mijn God" begint Paulus zijn brief aan de Philippenzen. Een merkwaardig begin voor een brief uit de gevangenis, geschreven door een man, die het zwaard van de scherp rechter al boven het hoofd hangt. Maar met deze troostende woorden kan Pau lus zijn brief aan een gemeente, die voor hem in angst en zorg zit, begin nen. Hij schrijft het niet, omdat hij zich voor hen goed wil houden. Dat komt wel uit, als we horen, waarvoor hij zijn God dankt. Dat is namelijk niet weinig. De verhouding tussen Paulus en de Philippenzen is uitstekend. De Philip penzen hebben hem destijds aan huis vesting geholpen. Zij hebben hem meer dan eens financieel gesteund. Zij leven met hem mee, ook nu hij in de gevan genis zit. Epaphroditus is door de ge meente naar Rome afgevaardigd om de apostel te dienen. Het kan niet mooier. Er is dan ook alle aanleiding voor Palus om zijn brief te beginnen met de Philippenzen hartelijk te be danken. Er is alle aanleiding om de gemeente in het aangezicht te prijzen. Toch doet hij het niet. Niet omdat daar door de Philippenzen te veel eer zou worden bewezen, maar omdat Paulus meer voor hen heeft. Het is mooi wat de Philippenzen gedaan hebben en er zouden mooie dingen over te zeggen zijn, die de Philippenzen aangenaam in de oren zouden klinken. Maar Pau lus schrijft nu het allermooiste wat er over te schrijven valt. God, de God in wiens dienst hij werkt, heeft te maken met wat tussen hem en de gemeente is gebeurd. God heeft er zelfs zo veel mee te maken, dat Paulus Hem dankt, zo dikwijls hij aan de Philippenzen denkt. Daarom kan hij niet volstaan met een woord van dank aan de Phi lippenzen. Daarvoor is het te veel. Het medeleven van de gemeente met hem en met zijn werk, en alle bewijzen daar van zijn voor Paulus even zo vele te kenen van hun gemeenschap aan het evangelie. Maar voor die gemeenschap aan het evangelie kan Paulus de Phi lippenzen niet bedanken. Zij is het werk van niemand minder dan God Zelf. God heeft Paulus in zijn dienst naar Griekenland laten komen. En God heeft door de dienst van Paulus daar beslag gelegd op mensen, zodat zij het evangelie ter harte namen. En door Gods genade leven ze daar in Philippi nu van het evangelie van de Here Je zus. Paulus is er bij geweest, van de eerste dag af tot nu toe. Tot in de ge vangenis krijgt hij de tekenen van hun gemeenschap aan het evangelie te zien. Daarom kan hij nu niet minder schrij ven dan Ik dank mijn God, zo dikwijls ik uwer gedenk, over uw gemeenschap aan het evangelie van de eerste dag af tot nu toe. Die mensen in Philippi zullen er ook wel behoefte aan gehad hebben om zo af en toe eens wat geprezen te worden. Maar Paulus bewijst ze een grotere dienst, doordat hij hen herinnert aan wat de Heere is in hun leven. Daarmee zijn zij meer geholpen dan met de lof van een gevangen apostel, die hen zou prijzen voor wat zij voor hem beteke nen. En Paulus laat het bovendien niet bij danken alleen. Hij bidt ook voor de Philippenzen, te allen tijd in al zijn gebed. Want mensen, die gemeenschap hebben aan het evangelie, kunnen daar geen moment zonder. Heiligen in Chris tus Jezus zijn mensen, voor wie gebeden moet worden. Niet omdat zij als een soort koorddansers gedurig in gevaar zijn om te vallen, maar omdat zij in Gods hand zijn. Hebben zij iets nodig, wilt u iets voor hen doen, dan moet u bij God zijn. En zij hebben veel nodig. Mensen, die leven van de vergeving, die de Here Jezus navolgen, zijn im mers mensen, die hun leven niet meer zelf in de hand hebben, die het op gegeven hebben om zelf hun positie te handhaven, die het opgegeven hebben om zelf hun geluk te veroveren. Alles wat zij nodig hebben moet van God komen. En zij hebben ontzettend veel nodig. Anders redden ze het niet. Zon der God en zonder de Here Jezus en anders dan samen met de broeders en zusters hebben zij geen leven. Daarom bidt Paulus ook voor de Philippenzen. Maar hij doet het met vreugde, schrijft hij. Bidden met blijdschap is eigenlijk een vreemde uitdrukking. Bidden is im mers vragen, omdat we in nood zitten, omdat we gebrek hebben. Maar Paulus doet het met vreugde. Zelf geeft hij daar een verklaring van, als hij schrijft hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, ZONDAG 2 AUGUSTUS 1959. CLASSIS MIDDELBURG. Middelburg (Hofpleinkerk) 9.30 uur 2.30 uur 5 uur (Noorderkerk) 9.30 uur 5 uur Ds J. Boonstra, Zondag 37 Ds J. v. d. Wal Ds A. Vos te Londen Ds A. Vos Ds J. Boonstra, Zondag 37 J/2 collecte Kas Dep. Emigratie, Yi collecte Telefoon-commissie Luth. Kerk, avond 7.30 uur Ds D. Bouwknegt te Wolfaartsdijk Arnemuiden 10 en 2.30 uur Domburg 10 uur 2.30 uur Grijpskerke 10 uur 2.30 uur Gapinge 9.15 uur Ds M. Boot, Koudekerke 9.30 en 2.30 uur Meliskerke 9.30 en 2.30 uur Oostkapelle 10 en 2.30 uur Serooskerke 10 en 2.30 uur Ds H. K. Poelman Ds A. J. Dondorp Cand. Nusselder te Dinxperlo Drs J. Vlaardingerbroek Ds C. J. Tissink 2 uur Ds A. Vos te Londen. Ds A. J. Radder te Kamperland Ds M. E. van Heesen Ds S. J. de Groot Ds O. Bouwman te Nijverdal St. Laurens, Vergaderlokaal 10 u. Ds C. J. Tissink te Rijswijk(N.B) 2.30 uur Herv. Kerk Drs J. Vlaardingerbroek Souburg 9.30 en 2.30 uur Ds G. D. L. Brederveld Veere 10.30 uur Ds M. Boot, 2.30 uur Ds J. Boonstra. Vlissingen 9.30 en 5 uur Ds C. Meijer te Beverwijk Vrouwenpolder 9 en 10.30 uur Ds J. v. d. Wal 7 uur Ds D. Kuiper te Bedum Westkapelle 9.30 uur Cand. Nusselder te Dinxperlo 2.30 uur Ds A. J. Dondorp CLASSIS AXEL, Aardenburg 10 en 3 uur Axel 10.30 en 3 uur Breskens 10 en 2.30 uur Hoek 10 uur Cand. v. d. Veere te den Haag Ds P. de Feyter te Lekkerkerk Ds Moens te Heerlen Ds A. van Leeuwen te Axel Bevestiging Cand. A. J. Verbeek Ds A. J. Verbeek, Intrede Ds M. van Wijk te Rotterdam Ds G. W. van Houte te Ulrum Dr H. Holtrop te Scheveningen Ds P. de Feyter Ds A. van Leeuwen 5.30 uur Schoondijke 9.30 en 2.30 uur Terneuzen 10 en 3.30 uur Oostburg 10 en 3 uur Zaamslag 9.30 en 2.30 uur Zoutespui (Chr. School) 9 uur 2.30 uur CLASSIS GOES. Baarland 9.30 en 2 uur Leesdienst Borssele 10 uur Leesdienst, 5 uur Ds A. F. Goedendorp. Driewegen 9.30 uur Leesdienst, 2 uur Ds G. Aalbersberg. Goes (Westerkerk) 10 uur Ds G. Aalbersberg te Vlaardingen 5 uur Ds J. van Wattum te Milwolda (Oosterkerk) 9 uur Dr C. Stam 5 uur Ds G. Aalbersberg Collecte voor de Evangelisatie onder studerenden. s-Gravenpolder 10 en 2.30 uur Ds C. de Ruijter Heinkenszand 10 en 2.30 uur Drs Chr. van Ulden ber. predikant te St. Laurens. Kapellé 10 en 2.30 uur Ds J. A. Gravestein van Rinsuinageest Kruiningen 10 en 2.30 uur Ds J. van Wattum te Midwolda Lewedorp 9.15 en 2.30 uur Ds D. Kuiper te Bedum Nieuwdorp 10 en 2.30 uur Ds A. F. Goedendorp Wemeldinge 10 en 2.30 uur Ds H. A. Starrenberg te Kantens (Gr.) Wolfaartsdijk 10 en 2.30 uur Ds D. Bouwknegt Yerseke 9.30 uur Leesdienst, 2 uur Ds C. Meijer te Beverwijk CLASSIS THOLEN. Anna Jacoba Polder 10 en 2.30 uur Dr Arntzen te 's-Gravendeel Bergen op Zoom 9.30 en 5.30 uur Hoogerheide (Schapendreef 21) 10 en 4 uur Krabbendijke 9.30 en 2.30 uur Ds J. v. d. Klaauw Oud-Vossemeer 10 en 6.30 uur Ds A. Koning Poortvliet 10 uur Leesdienst, 2.30 uur Cand. G. Gommer Rilland-Bath 10 en 2.30 uur Ds G. J. Pontier te Vlissingen Tholen 10 en 5 uur Candidaat G. Gommer te Schoonebeek CLASSIS ZIERIKZEE. Brouwershaven 10 en 2.30 uur Ds M. C. Kersten Bruinisse 10 uur Ds C. A. Wielemaker, 5 uur Dr J. H. Becker Colijnsplaat 10 en 6 uur Ds A. Schippers Geersdijk 10 en 2.30 uur Ds H. L. van Aller Haamstede 8.30, 10 en 5 uur Ds W. v. d. Zwaan te Amersfoort Kamperland 9.30 en 2.30 uur Ds J. v. d. Leek te Kapelle-Biezelinge Nieuwerkerk 10 uur Dr J. H. Becker, 5 uur Ds C. A. Wielemaker Oosterland 10 en 3 uur Ds J. D. van Ginhoven te Westervoort Renesse (Evangelisatiegebouw) 7.30 uur Scharendijke 10 en 2.30 uur Ds T. Kamper Wissenkerke 10 uur Ds A. Schippers, 2.30 uur Leesdienst. Zierikzee 10 en 5 uur Ds D. L. Dorst te Hardenberg Zonnemaire 10 en 2.30 uur Dr Masselink te Rotterdam-Z. dat Hij die bij u een goed werk is be gonnen dit ten einde toe zal voortzetten tot de dag van Christus Jezus. Bidden voor de heiligen in Christus Jezus kan heel spannend zijn, maar het is geen benauwd werk. De Heere, die begonnen is de gemeenschap aan het evangelie te geven, zal zijn werk ook af, ook vol maken. Dit vertrouwen, deze zekerheid is natuurlijk geen reden om het bidden nu maar te staken „omdat het toch wel goed zal komen. „Het" zal immers niet „toch wel goed komen." De Heere zal het goed maken. Maar wie dat wil vasthouden, die moet de Heere, die het doet, vasthouden. En dat is bidden, de Heere aanklampen met het oog op de goede afloop. Maar dat mogen we doen met vreugde, om dat we zo ons vastklemmen aan de Heere, die niet moe wordt, die zijn werk doorzet tot de dag van Christus Jezus, de dag waarop onze Here Jezus Christus groot zal zijn. Met het oog op die dag kunnen wij bidden met blijdschap. Colijnsplaat. A. S. OFFICIEEL. ST. LAURENS. De kerken in de classis Middelburg, die zich willen doen vertegenwoordigen bij de intrede van Cand. Chr. van Ul den op 9 augustus a.s., 's avonds 7 uur en bij het afscheid van Ds C. Boon op 16 augustus, 's middags 2.30 uur, wor den vriendelijk verzocht daarvan tijdig opgave te doen aan S. Simonse, St. Laurens, Noordweg 248. Beroepen te Domburg-Westkapelle, J. A. A. de Boer, kand. te Naarden te Westeremden, H. Lijesen, kand. te Beverwijk te Ferwerd, 's-Graveland en te Wormer, J. Rinzema, woonachtig te Baarn te Harmeien, G. van der

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 3