wat zoudt GIJ doen van de Vlaamse Gaai Het gezicht van de Geest vijftiende jaargang No. i Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 3 juli 1959 MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren Ds A. Koning, Ds J. B. van Mechelen, Ds A. Schippers, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs3,— per hall ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds D. J, Couvée, Bennekom. jaar (blJ vooruitbetaling), aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm. En hij zeide „Zie, ik zie de hemelen geopend Hand. 7 56a. Sinds de Pinkster-Geest met onweerstaanbaar geweld rge- broken is in het midden der kerk, gaat door alle eeuwen heen het profetisch woord van Joël in vervulling uw jongelingen zullen gezichten zien en hoe spoedig werd het bewaarheid in dat alles overstralende gezicht, dat de jonge Stefanus te zien kreeg, toen hij de dood in de ogen keek maar de holle grijnslach van de koning der verschrikking kon deze jonge geloofsheld geen angst aanjagen de Geest gaf hem het gezicht op de poort van de hemel, die wijd open stond. En al greep een duivelse, moordlustige bende hem in een onheil spellende, worgende greep, zijn gelaat straalde als dat van een engel, want hij zag de heerlijke, vertroostende glimlach van Jezus in het dal met zijn zwarte schaduwen van de dood keek hij naar de blinkende Morgenster, die vol beloften schitterde aan de eind streep van Zijn levenshorizont. En al kletsten de moordende stenen op zijn wegstervend lichaam, hij zag de Trooster en Behouder voor zijn aangezicht, voorop reeds de doodstrekken zich begonnen af te tekenen ;j.ie, ik zie de hemelen geopend. Tweemaal zie Stefanus kan er niet over uit, zo heerlijk is dat gezicht, dat de Geest, de Trooster hem scherp laat zien voor het oog was het voor deze jonge man, die menselijkerwijze het leven nog voor zich had een en al benauwdheid, maar in werkelijkheid was het een en al ruimte en openheid Het leek, alsof hij helemaal was ingesloten, of hij aan alle kanten beklemd was, maar hij kende de opening naar boven hij had vol doende ruimte om eeuwig te leven, de ruimte van de geopende hemel. Naar schijn zat deze jongeman geheel klem, muurvast, geen uit weg ter ontkoming, niet meer wetend „waarheen maar hij had juist een brede uitweg, hij kon er wel doorheen door die wijd ge opende hemel hij zag alles, wat hij nodig had daar had de Geest voor gezorgd hij zag de liefde van Christus Zijn licht straalde hem in de ogen. Wat is dat een heerlijk gezicht geweest voor die Stefanus hij had uitzicht zelfs in de benauwdste ogenblikken, in de grootste dreiging. Allen, die het nu met hem van deze Geest verwachten zien dat zelfde gezicht zo beklommen de martelaren de brandstapel zo gingen de gelovigen naar het executie-peleton, zingende dan ga ik op tot Gods altaren d.w.z. ze zagen de liefde van Christus op 't altaar van Golgotha zo mogen onze broeders en zusters leven in de landen achter het IJzeren Gordijn, die geplaagd en verdrukt worden om Christus' wil. Zo mag u ook leven, als u zich door deze Geest laat leiden als u ogenblikken kent. dat u voor uw gevoel heen noch weer kunt, dat u ingeklemd zijt door de raadsels, de teleurstellingen van het leven. Er zijn momenten in het leven, dat we nergens kunnen vluchten, dat we het leed over ons moeten laten komen Stefanus kon ook nergens meer heen ja toch hij had een uitweg, hij liep niet met het hoofd onherroepelijk tegen de muur, hij kon vallen in de handen van Zijn Koning, Zijn Heiland Als u het ook van die Geest verwacht, dan houdt u toch altijd nog de ruimte open naar Boven dat is de Lebensraum, dat is het venster, dat steeds open valt, als in uw leven verscheidene deuren voor goed kunnen dichtklappen de deur naar uw man of vrouw, de deur naar uw kind, de deur naar uw allerbeste vriend, uw ver loofde kan plotseling in het slot vallen, maar de Geest zal zorgen, dat die deur van de hemel open blijft totdat u zelf na uw levensstrijd voor eeuwig moogt binnengaan Komt, laten wij bidden om dat gezicht van de Geest zie, ik zie de hemelen geopend Want deze Geest is ook nu nog Dezelfde Krabbendijke. J. v. d. KLAAUW. De generale synode heeft haar ope ningszitting gehouden. Een moderamen is benoemd, en het werk is bekeken. Meer nog niet. U hebt zelf al begrepen, dat de ker ken het de synode weer niet gemakke lijk maken. Dat behoeft ook niet, want de synode is tot dienst der kerken. Sommigen hebben in het gebied der synoden hiërarchie ontdekt. Het ligt ze ker aan mij, maar ik heb die kwaal er nooit ontdekt. Maarhet gebeurt meer, dat mensen die er niet geweest zijn, er meer van weten dan de „deel genoten". Er is nu de laatste tijd heel wat ge schreven in verband met de vervan gingsformule. Enige jaren geleden heb ik daaruit een belangrijk stuk in de kerkbode opgenomen. Misschien weet u het nogmisschien ook niet. Het is jammer, dat er niet meer aan gedacht is, om deze vervangingsformule meer bekend te maken. Heeft men in die ver schillende gemeenten en kerkbodes, waar nu de leus wordt aangeheven hef opwant het spreekt niet tot ons geref. volk, wel al het mogelijke gedaan, opdat die formule wèl zou spreken Nu er zoveel over gehandeld wordt, wil ik onze lezers nog een keer die vervangingsformule voorleggen. Op hoop, dat u deze zult lezen en herlezen en met elkaar bespreken. Hier komt dan de uitspraak van de synode van 1946, te vinden in de acta van de vergade ring van de buitengewone generale sy node te Utrecht, van 22 januari-8 maart 1946, op bladz. 48 e.v., in ar tikel 197: 1In het verbond der genade be haagt het den Here, den in Adam ge vallen mens uit zijn ellende te verlossen en wederom in zijn gemeenschap op te nemen. Daartoe heeft Hij ons aller onge rechtigheid doen aanlopen op de Mid delaar Jezus Christus, die door zijn dood en bloedstorting het nieuwe en eeuwige testament, het verbond der ge nade en der verzoening, besloten heeft. Door de Heilige Geest maakt de Here dit door Christus verworven heil de zijnen deelachtig, in welke genade, hun eenmaal gegeven, Hij hen barm hartig bevestigt en ten einde toe be waart. 2. In dit verbond komt de Here tot ons met de belofte des heils en op grond daarvan met de eis tot geloof en be kering. Deze beide, belofte en eis, zijn op zulk een wijze aan elkander verbonden, dat de menselijke verantwoordelijkheid ten volle wordt gehandhaafd en noch tans de Here in zijn verbond niet af hankelijk is van het doen des mensen. In de belofte immers betuigt Hij niet alleen, dat een iegelijk, die in de Zoon gelooft het eeuwige leven heeft, maar zegt Hij ook de Heilige Geest toe, die het geloof werkt, waardoor Hij ons Christus en al zijn weldaden deelachtig maakt. Dienovereenkomstig werkt Hij in zijn uitverkorenen hetgeen Hij van alle eist, vervullende aan hen al de beloften des verbonds, rekenende niet „de kinderen des vleses", doch „de kinderen der be lofte" voor het zaad. 3. Volgens het Woord Gods zijn de kinderen der gelovigen zowel als de volwassenen in het verbond Gods en in zijn gemeente begrepen, en in Chris tus geheiligd, zodat zij deel hebben aan de belofte en gesteld zijn onder de eis des verbonds. Tevens leert ons de Schrift, dat niet allen Israël zijn, die uit Israël zijn. Nochtans moet de kerk, daar het haar niet gegeven is -over het verborgene te oordelen, geen onderscheid maken tus sen leden en leden, doch bouwende op Gods belofte en overeenkomstig het spreken der Schrift de kinderen tenzij zij zich als ongelovigen openbaren, be schouwen en behandelen als zulken, die delen in de wederbarende genade van de Heilige Geest. (De Synode heeft deze uitdrukking gekozen, om ruimte te laten èn voor de opvatting, dat de kinderen te beschouwen zijn als reeds we dergeboren, èn voor de opvatting, dat zij zijn te beschouwen als kin deren, die wedergeboren zijn of zullen worden, waarbij uiteraard beide opvattingen gebonden zijn aan hetgeen in het vervolg der ver klaring wordt uitgesproken over de vrijmacht Gods.) Dit houdt niet in, dat aangaande de tijd, waarop de Heilige Geest zijn we derbarend werk in de uitverkorenen aanvangt, op grond van Gods Woord enige stellige uitspraak gedaan kan worden de Here vervult zijn belofte naar zijn vrijmacht op zijn tijd, hetzij voor, onder of na de doop. Voorts zeggen wij met onze belijde nis, dat godzalige ouders niet moeten twijfelen aan de verkiezing en zalig heid hunner kinderen, die God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt, aan gezien zij heilig zijn. niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond. Eveneens zullen de ouders bij de op voeding hunner kinderen altijd uitgaan van de belofte des verbonds, en daarop pleiten. Degenen, die in ongeloof en onbe- keerlijkheid het verbond des Heren ver achten, heeft de kerk uit haar gemeen schap uit te sluiten. Zij spreekt daar mee uit, dat de zodanigen geen deel hebben in het Rijk van Christus, en als bondsbrekers onder het oordeel Gods liggen, zolang zij zich niet bekeren. Nochtans zal de kerk ook voor deze af- kerigen, op grond van de belofte des Verbonds, den Here blijven aanroepen. 4. De kinderen der gelovigen beho ren op grond van Gods belofte en be vel gedoopt te worden, welke doop de afwassing der zonden door het bloed en de Geest van Christus betekent en verzegelt. Daarom dankt en looft de Here voor zijn vaderlijke goedheid en barmhar tigheid, die Hij „ons en onze kinderen" bewezen heeft en roept zij allen tot geloof in de belofte des Evangelies, welke in de doop tot hen komt. Want zonder geloof zal het sacrament hun geen nut doen, doch het oordeel ver zwaren, gelijk ook onze belijdenis zegt, dat de goddeloze wel het sacrament ontvangt tot zijn verdoemenis, maar niet de waarheid van het sacrament, dat is Jezus Christus, zonder wien de sacramenten niet met al zijn zouden. 5. Het verbond des Heren verplicht een ieder zich steeds ernstig te beproe ven, of hij wel waarlijk in de Christus Gods gelooft en vruchten der dank baarheid voortbrengt, want de Schrift zegt, dat alleen die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. In overeenstemming met het boven staande wijst de synode af elke opvat ting die in de leer des verbonds niet tot haar recht laat komen de verkiezing Gods en de krachtdadige werking van de Heilige Geest, en die de verbonds- belofte laat opgaan in een voorwaarde lijke toezegging. Tenslotte wil de synode er nog ern stig op wijzen, dat wij bij het gelovig nadenken over het verband tussen Gods vrijmacht en onze verantwoorde lijkheid niet wijs~ zullen zijn boven het geen men behoort wijs te zijn. Ook hier geldt het woord de verborgen dingen zijn voor de Here onze God, maar de geopenbaarde zijn voor ons en onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet. Hier hebt u dan de vaak genoemde, weinig gekende, vervangingsformule. Nu roept men van verschillende kan ten wèg met die formule Niet, omdat die onschriftuurlijk is, maar omdat hier een „ergernis" zou liggen op de weg naar de hereniging. Hierover een volgende keer iets meer. C. St. Ditmaal ben ik wat verder uitgeflad- derd, totdat ik boven Zuidhollands pol derland aangetrokken werd en dus neerstreek op tomaten Tomaten Ik kwam bij mijn gastheer. Deze had een groot tijdschrift voor zich of een andersóortige periodiek. Eén ding was echter wel duidelijk, want met zeer grote, rode letters stond er boven het artikel, dat de kennelijke aandacht had genoten TOMATEN. Met enige fantasie zult U misschien vermoeden, waar ik was beland in Bleiswijk, waar Ds Grashoff zijn scha pen zal weiden niet in grazige gras vlakten, hoezeer zelfs zijn naam dit zou doen vermoeden, maar tussen de to maten. Aangezien ik. afgezien van het ver orberen, niet zoveel verstand heb van tomaten, vroeg ik, om toch enige be langstelling te kunnen tonen, naar de gevolgen van de droogte voor de to maten. Ik wierp zo uit de auto eens een blik op de waterstand en veronder stelde, dat men hier het water maar voor het oppompen had. Klaarblijkelijk voldeed deze vraag de aangesprokene, want ze demonstreerde, dat een domi nee nog veel kan leren, tenminste be treffende tomatenteelt. Van regen of niet-regen schijnt men zich in de wa renhuizen niet veel aan te trekken en

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 1