Almelo en Baarn
van de Vlaamse Gaai
WIE ZIJT GIJ?
veertiende jaargang No. 49 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 5 juni 1959
MEDITATIE
j. b. v. M.
ZEEUWSE KERKBODE
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs: ƒ3,- per hall
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. 'aar (b'> vooruitbetaling),
aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm.
Maar de boze geest antwoordde en zcide tot hen
Jezus ken ik en van Paulus weet ik, maat wie
zijt gij Hand. 19 15.
Ja, wie zijn zij Toch eigenlijk mannen van niets 't Is waarlijk
geen wonder, dat duivelse hoon hun deel wordt. Al zijn ze dan
met zeven man sterk, die zonen van Scaeva, het lukt hun niet om
die bezetene van de boze geest te bevrijden. En met hun mooi
klinkende bezweringsformuleIk bezweer u bij de Jezus, die
Paulus predikt, bereiken ze niets. Ja, dit bereiken ze er mee, dat
ze de kous op de kop krijgen. De bezetene vliegt hen aan en ze
worden zo volkomen afgetuigd dat ze „zonder kleren en gewond"
de benen moeten nemen. Ze hebben dus niet alleen builen en
schrammen opgelopen, maar ook en dat is wel het ergste
ze staan lelijk in hun hemd Letterlijk en figuurlijk Het succes
van de duivel dus.
Waarmee we maar zien Je kunt wel in de naam van Jezus de
duivel te lijf gaan, maar als dat niet gepaard gaat met een levend
geloof in Jezus, dan kun je lelijk in je hemd komen te staan
Levend geloof, dat misten die zeven zonen van Scaeva juist. Zeiden
ze niet Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt Let wel
zij prediken Jezus niet. Dat laten ze rustig aan Paulus over. Ze
willen alleen maar gebruik maken van de naam Jezus. Wie weet,
misschien is met een dergelijke bezweringsformule wel iets te be
reiken Maar, ze bereiken er niets mee. Daar leent Jezus Zijn
Naam niet voor
Willen we in de strijd „tegen de duivel en zijn ganse rijk" geen
modderfiguur slaan, dan zal de naam Jezus voor ons iets meer
moeten betekenen dan een formule, die we prevelen. Dan komt het
dus aan op levend geloof in Hem Maar, dan zij we ook verbonden
met Jezus, die de Overwinning reeds heeft behaald Die in Zijn
kruis en Opstanding over de machten der duisternis heeft getrium-
feerd. Dan zullen we 't merken
Ons staat de sterke Held terzij,
Dien God ons heeft verkoren.
Nieuwdorp. A. F. GOEDENDORP.
LI hebt de laatste tijd wel eens ge
lezen, dat in beide plaatsen „samen-
spreking" mogelijk bleek tussen gere
formeerden en vrijgemaakt gerefor
meerden. Eerst tussen de predikanten.
Daarna ook kwam het tot een ont
moeting of vruchtbare korrespondentie
tussen de beide kerkeraden. Dit zijn
zaken, waar wij bij moeten stilstaan.
Er is een zekere beweging ten goede.
Onlangs kwamen jongeren samen
van de beide gereformeerde kerken in
Amsterdam, waar Dr Kunst en Drs
Bremmer spraken. Zulke „tekenen"
hebben zich nog niet voorgedaan.
Het is nog meer opmerkelijk, omdat
van vrijgemaakte zijde deze kontakten
allerminst worden toegejuicht. Ik weet
niet, of men in Almelo en Baarn ge
regeld „de reformatie" leest. Dan komt
men wel tot de overtuiging, dat er nog
heel wat moet gebeuren, zal men het
gehoopte ideaal verwezenlijkt zien. Als
ik denk aan gemeenten, waar de bur
gerlijke beleefdheid zelfs niet wordt in
acht genomen, dan moet er nog veel
kracht van God „het menselijke" aan
banden leggen. Maarwij mogen
werkelijk niet klein denken van onze
God Hij kan méér doen dan wij van
Hem vragen.
Er zit in het kontakt in beide ge
noemde plaatsen véél, dat warm aan
doet en ons toespreekt. Dit is beter te
verwerken, dan b.v. de rede, die voor
enige tijd prof. Veenhof hield over „de
Kerk" in Utrecht, op uitnodiging van
het komitee voor eenheid gereformeerde
belijders.
De uitgesproken wil, om elkaar te
benaderen, kan men opmerken in alles
wat nu wordt uitgegeven. Vanzelf zijn
daar zaken bij van een plaatselijk ka
rakter. Als b.v. in Almelo een schor
sing van weleer wordt ongedaan ge
maakt, dan zal de kerkeraad hebben
ingezien, dat het beter ware geweest,
tot deze tuchtmaatregel niet over te
gaan. Of dit toen geschied is, in samen
werking van een andere kerkeraad, met
daarna een uitspraak van de klassis,
kunnen wij niet beoordelen. Als dit het
geval is geweest, dan zal voor zulk een
opheffing toch ook wel nadere bespre
king nodig zijn. Maardat maken
wij hier niet uit.
Een juiste handeling is, dat men in
Almelo het eigen kerkverband niet
voorbij wil gaan, en dat men van vrij
gemaakte zijde wacht op een ontmoe
ting van elkaar, nadat onze synode een
uitspraak zal hebben gedaan. Trou
wens, dat zal aan vrijgemaakte zijde
eveneens het geval zijn. Hoe men het
plaatselijk ook goed vinden kan met
elkaar, een plaatselijke kerk kan op
zichzelf geen diep-ingrijpende verande
ringen aanbrengen. Wat ik mij meen
te herinneren van de laatstgehouden
synode van vrijgemaakte zijde, geeft
niet veel grond voor spoedige vorde
ringen. Maarook daarbij moet
onze hoop hoger gericht zijn dan de
aarde.
Er zijn ook wel uitspraken, waarbij
voorlopig een vraagteken kan worden
Met het vertrek van Ds Pestman uit
Terneuzen, en daarmede uit de classis
Axel, heeft onze streek zeker een ern
stig verlies geleden.
Onder de menselijke sterren zal er
wel geen zijn, die naar alle kanten
straalt. Zo zal de criticus zeker ook wel
kans zien minder sterke plekken in het
werk van onze vertrokken collega aan
te wijzen. Dit kan bij voorbaat worden
toegegeven. De betekenis van het werk
van collega Pestman wordt daardoor
zeker niet weggenomen.
Wat wij in hem bezaten was een
man van ervaring en evenwicht. Zijn
leiding en adviezen waren afgewogen
geplaatst. Als de geref. kerkeraad
schrijft „dat wij verlegen staan ten op
zichte van de leeruitspraken van 1942
„en 1946, en dat de geref. kerken heb-
„ben terug te keren tot de drie formu-
.lieren van enigheid zonder meer", dan
betekent dit metterdaad een terugkeer
achter 1905.
In geen enkel opzicht wordt er op
gewezen, waarin die verlegenheid dan
bestaat. In beginsel veranderde in die
jaren niets. Daarom is niet zonder meer
duidelijk, waarin die verlegenheid dan
moet gezocht worden.
Bovendien zal men zich in Almelo
wel herinneren, dat onze Synode her
haalde malen kontakt zocht met de vrij
gemaakte kerken, waarbij als basis voor
de bespreking genoemd werd het
Woord Gods, naar de belijdenis van de
drie formulieren. Meer niet. Zodat onze
kerken noch van 1905. noch van 1942-
'46 een struikelblok hebben gemaakt,
waarop alles moest vallen.
Het verzoek om de vervangingsfor
mule weg te doen, is niet nieuw. Op
elke synode kwamen dergelijke ver
zoekschriften, zonder dat werd gekon-
stateerd. dat die formule onjuist was
en daarom weg moest. Thans zijn Al
melo en Baarn hierin eenstemmig, dat
zij tot overtuiging kwamen „geen dog
matische konstruktie is bij machte de
„volle rijkdom van verkiezing en ver-
„bond, zoals die tot ons komt in het
„levende en beweeglijke woord van
„God. zó samen te vatten, dat ons ver
zwakte denken volkomen bevrediging
„vindt".
Baarn zegt wat anders dan Almelo,
maar het ontloopt elkaar toch niet veel.
Alleen had men in Almelo bij de uit
drukking „het levende en beweeglijke
Woord van God" wel een kleine toe
lichting mogen geven, wat men daar
onder verstaat. Het klinkt erg dyna
misch, maar zal toch moeilijk kunnen
inhouden, dat in verband met de „be
weeglijkheid" van het Woord ook het
denken inzake verkiezing en verbond
telkens wijziging ondergaat. Hierover
zou toch een nadere verklaring niet
overbodig zijn.
In Almelo blijkt er in de vrijgemaakte
kerk dankbaarheid te zijn over dit ver
loop. Dat geeft ons allen reden tot
blijdschap.
Er is dus een begin.
Wij zullen de ontwikkeling met be
langstelling afwachten. Alles wat de
eenheid der kerk, ook in haar zichtbare
gestalte, ten goede komt, roept om mee
leven en meebidden. Mits natuurlijk bij
de eenheid ook de waarheid wordt ge
diend.
Onze synode zal zich dus met de
zelfde zaak van vele jaren hebben be
zig te houden. Misschien willen wij al
len er aan denken, dat wij voor haar
vragen om wijsheid, hoe zij in deze
moet handelen. De ernst, waarmee vo
rige synoden zich met de zaak bemoeid
hebben, zal stellig ook op de komende
synode aanwezig zijn. De eenheid van
Sion gaat onze kerken, ook in meerdere
vergadering, ter harte C. St.
en getuigden doorgaand van scherp in
zicht. Hierdoor voelde een classis zich
veilig in zijn aanwezigheid. Zijn ac-
coord gaan met conclusies verhoogde
zeker de waarde en kracht van een
besluit.
De kerk van Terneuzen in de eerste
plaats en daarna ook die in classis en
provincie zijn hem dank verschuldigd,
mede van het warme medeleven, dat
telkens weer van zijn optreden uitging.
Het blijkt in heel de gang van het
beroepingswerk, dat ervaring op de
meerderheid van onze kerkmensen en
zelfs op die der kerkeraden een niet
te grote indruk maakt. Jeugd en jonge
kracht zijn favoriet. Daarom is het
heengaan van een kracht, die geschoold
is, niet gemakkelijk te compenseren.
Wij zullen stellig zo iemand geruime
tijd blijven missen.
Dit betekent niet, dat wij gedeci
meerd zijn geworden. Zelfs niet nu
binnenkort slechts drie predikanten
voor al het werk staan. Er zal wel het
een en ander moeten blijven liggen.
Dat is nu al duidelijk. Een tweetal
Evangelisatiecampagnes moest in het
westelijk deel teruggebracht worden op
één. We hopen dat onze gelederen
voor het nieuwe seizoen versterkt mo
gen zijn.
Het is ook reeds gebleken, dat jon
geren op een classisvergadering heel
wat werk kunnen verzetten. Onder lei
ding van onze jongste predikant heeft
de classis zich in haar laatste vergade
ring heen geworsteld door een program,
zoals we dat in een mei-classis in geen
jaren gekend hebben.
Daar onder was een voorstel van de
kerk van Aardenburg betreffende de
laatste inter-kerkelijke bidstond en de
aanvrage van de kerk van Breskens om
een evangelisatie-predikant voor West-
Zeeuws Vlaanderen, met als stand
plaats Breskens.
Intussen moest ook het aandeel van
coll. Pestman in de redactie van de
Zeeuwse Kerkbode worden overgeno
men. „Hier is Vlaanderen" is uitgeval
len. Met name de kerk van Zoutespui
zal deze rubriek niet licht vergeten. Nu
de definitieve vorm van de kerk steeds
duidelijker wordt, zal de dank voor wat
Ds Pestman, met achter zich een stoet
van gevers en geefsters, voor de bouw
gedaan heeft, meer en meer verankerd
worden in de harten van allen, die daar
straks hopen te kerken. Een korte tijd
van behelpen nog, en zo God wil, is
dit leed spoedig geleden.
Na het stemvaste en statig-blijmoedi-
ge „Hier is Vlaanderen" zult u voort
aan kunnen luisteren naar een minder
solide klank, de stem van de Vlaamse
gaai.
Er ligt, als men zo tot het uiterste
zuiden behoort, iets natuurlijks in om
aan deze vogel te denken. Wanneer
men dan nagaat, wat dit toch wel voor
een vogel is, dan knikt men beurtelings
hoopvol of schrikt teleurgesteld. De
Vlaamse gaai behoort tot de zangvo
gels. Dat is goed nieuws, maar hij
is helaas familie der kraaien. Dit stelt
teleur. Herman Löns, een befaamd vo
gelkenner, beschrijft hun als schuw en
teruggetrokken in de eenzaamheid van
het bos. Dit zou kunnen wijzen op be
scheidenheid, maar ook, er is niets wis
selvalliger dan een Vlaamse Gaai, want
soms is hij brutaal en astrant. Nu eens
verraad hij de vos aan de jager, wan
neer dit sluwe dier zich al te voortva
rend op de jacht heeft begeven, maar
een andere keer speelt hij de jager par
ten, die juist een hert onder schot tracht
te krijgen. Met lawaai en beweeg waar
schuwt hij tot iets bruins tussen de tak
ken snel verdwijnt.
Zo is de Vlaamse Gaai allesbehalve
constant, een vreemde vogel op Zeeuw
se klei, tussen de gestadigheid van het
monotone leven, steeds in de weer,
steeds zinnend op wat anders, als hij
met het ene nog niet klaar is.
Zo is de Vlaamse Gaai, aanvallend,
zelfs rovend, en dan weer de minzaam
heid zelve, al naar men hem aantreft.
Een wondere vogel. Men schrikt, als
men zo'n symbool gekozen heeft en
keert tot zich zelf in ter eigen lering.
Intussen zat de Vlaamse Gaai kort
na Pinksteren in de bossen van Woud-
schoten. Daar is wellicht iets uitge
broed, dat voor Zeeland van belang
zou kunnen zijn.