Zijn lof in de gemeente
Van de wijde, ruige Heide
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
veertiende jaargang No. 48 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag^ 29 mei 1959
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs: 3,— per halt
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden MedewerkerDs D. J. Couvée, Bennekom. Jaar (blJ voormtbctaling)-
aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentien 12 cent per mm.
En de gemeente weid opgebouwd.
Hand. 9 31a.
Stel 11 voor, dat Koningin Juliana op een zondag ergens in één
van de kerken in onze provincie of waar ook, zou kerken wat
zou 't dan vol zijn
In Amerika wil men graag daar naar de kerk, waar de president
ook komt. Zaterdagsavonds krijgen dominees soms telefoontjes,
of ze ook weten, waar de president kerkt. Eén, die dwaasheid
moede, zei ,,Of de president er is, weet ik niet, maar de Here
Jezus komt er wel".
Hiermee hebben we het eigenlijke van onze kerkgang.
Gelóven we, dat de Here Jezus zelf er is Hij heeft 't zelf
gezegd en beloofd. Maar gelóven we 't
Velen geloven het niet, of althans, de gedachte daaraan komt
niet eens bij hen op en daarom ervaren ze het ook niet.
Het is Christus, die Zijn kerk in het leven riep en vergadert
en opbouwen wil.
De kerk heeft een ontzaggelijke betekenis, en wil stuwing geven
aan héél het leven. De invloed van de kerk reikt veel verder dan
haar muren, als haar leden bezielde christenen zijn.
De kerk heeft enkel de roeping om te verkondigen, wat er in
het hart Gods geweest is voor een verloren wereld en een diep
gezonken mens. ,,Alzo lief heeft God de wereld gehad" dat is
haar verkondiging. En anderzijds staat de kerk als smekeling voor
u ,,Kom tot die Jezus. Kom tot Hem met uw zonde en schuld.
Laat u door Hem reinigen".
En als de kerk dat in getrouwheid doet, dan is Jezus in haar
midden, al wordt er nog zo gebrekkig gepreekt en hoe stuntelig
ook gebeden.
De kerk zal haar plaats en invloed behouden en vergroten, niét
door allerlei nieuw-modische vondsten, maar door trouw te zijn
aan haar roeping te dringen tot verootmoediging, tot geloof en
bekering.
En dan is 't ten diepste Jezus, die vanuit de kerk héél het leven
bestrijken en opeisen wil.
Daarom is heel uw handel en wandel er bij betrokken.
Uw huwelijk, dat u sluit, staat in verband met de opbouw van
de gemeente uw betrekking, die u kiestuw stem, die u uitbrengt
op uw stembiljetuw bond, uw vereniging, waarvan ge lid zijt
de beweging, waarin ge meeloopt.
Veelal worden deze dingen uitgemaakt op eigen gelegenheid,
met allerlei overwegingen over nut en voordeel.
Maar het hele leven van maandag tot zaterdag staat in verband
met de opbouw van de gemeente en van uw eigen geestelijk leven.
Het is onze Heer en Heiland zelf, die door middel van Zijn kerk
heel het leven doordringen wil.
Dan wordt de gemeente opgebouwd.
Kruiningen. J. KOOLSTRA.
Met 'n tweede tong.
Wij hebben de vorige week al ge
zien, dat het voorlopig wel zal blijven
bij praten" over verandering in de
avondmaalsbediening. De beide vor
men, die in de kerken voorkomen, aan
gaan aan tafel, en blijven zitten in de
banken terwijl brood en wijn worden
rondgedeeld, mogen zeker bestaan, al
zullen wij zeker de voorkeur geven aan
tafelgemeenschap. Maar, bij het groeien
van de gemeente komen dan de prak
tische bezwaren.
Voor een meerdere malen avondmaal
houden, zou men zeker het eens moeten
worden over de aansluiting van de
sakramentsbediening aan de preek,
waarvoor nu in de grotere kerken het
formulier in de plaats is gekomen. Ook
de praktische vraag van de inrichting
van de tafel.
Een bedienen van het sakrament als
zegel op het evangelie, dat verkondigd
werd, geeft meer een komplete dienst
dan wanneer Woord en sakrament van
elkaar gescheiden worden. Maar het is
de vraag, of de bestaande praktijk ooit
ingrijpende wijzigingen zal ondergaan.
Bij de herziening der formulieren heeft
men er blijkbaar niet mee gerekend.
Enfin, een herziening van de herzie
ning" zou mogelijk nog iets goeds kun
nen brengen, met name ten opzichte
van het z.g. „verkorte" formulier, dat
voor de tweede dienst op zondag be
stemd is. Wij moeten toch niet toege
ven aan de gedachte, dat de formulie
ren even belangrijk zijn als de sakra-
menten, en een belangrijke bekorting
zou zeker aan de dienst ten goede ko
men. Het gaat er toch om, dat de ge
meente de dood des Heren verkondigt
Daar wordt zij op voorbereid een zon
dag te voren, en bij de avondmaals
dienst spreken de formulierenBij
de instelling van het sakrament is dit
iets anders geweest.
Zo is men geneigd door te praten
over onze gevolgde avondmaalspraktijk.
Wij zijn er nog lang niet uit.
Nu snijden we iets anders aan.
Het gebed in de eredienst.
Wij kennen het „vrije" gebed, waar
in ook de voorbeden worden gedaan.
Er bestaan ook formulier-gebeden, die
voor de eredienst destijds zijn opge
steld, maar niet zo veel meer gebruikt
worden. Zo waren er ook formulier
gebeden voor kerkelijke vergaderingen.
Bij mijn weten hoorde ik één keer in
mijn leven een classisvergadering ope
nen met een formuliergebed.
Er schijnt op 't ogenblik een neiging
te zijn, om net als in de Anglicaanse
kerk, en in de R.K. kerk, in het begin
van de dienst telkens korte gebeden op
te zenden, steeds eindigend met deze
woordendoor Jezus Christus, onze
Heer.
Deze korte gebeden worden ingeleid
met een formuliergebed voor schuld
belijdenis. i11 een enkele dienst voor de"
radio heb ik zo'n liturgie meegemaakt,
waarvan mij niet bekend is, of deze in
de vrijheid der kerken staat. Wat mij
betreftmen beproeve gerust. Bo
vendien zijn wij een vrij volk.
Toch is het niet onmogelijk, dat velen
bij deze wijze van bidden iets zullen
missen. Zeker, men kan mij direkt te
genwerpen, of dat bij een andere me
thode van bidden ook niet het geval
kan zijn. Het gebed blijft altijd een
teer punt, zeker het publieke gebed in
de dienst. De vastgestelde, korte ge
beden blijven gevrijwaard voor wille
keur. Maar, men zal op geregelde tij
den de tekst er van toch moeten her-
:zien.
Zo is er ook het hardop meebidden
van de gemeente aan het einde van de
dienst van het Onze Vader. Het kan,
dat het meer spreekt tot de aanwezi
gen. Het kan ook, dat er in de dienst
aanwezig zijn, die het niet meer kun
nen volgen.
Over onwilligen spreek ik niet. Zij
behoeven de dienst niet uit te maken.
Als de gemeente er goed op inge
steld is, dan is er geen bezwaar tegen
in te brengen. De gemeente wordt dan
biddende gehoord. Misschien is er in
deze richting wat te bereiken, mits men
er geen overdreven betekenis in ziet.
Wat het slot van de dienst aangaat,
men ontdekt daarin allerlei variatie. De
spreker ter ouderlingen-konferentie
pleitte voor dankzegging, en dan di
rekt de zegen uitspreken. Hiertussen in
kan toch het lied geen kwaad doen.
Ofmen moet aldus redeneren er
is pas gezongen na de preek, dan volgt
de zegen als antwoord Gods op de
dankzegging. Er zal nog wel enige tijd
nodig zijn, vóór allen in onze kerken
dit meemaken.
Na de preek zou ik persoonlijk liever
stil orgelspel hebben, vóór de dankzeg
ging. Men bereidt zich vóór, om God
te ontmoeten. Mag het dan na de preek
niet even stil zijn
Verder nog een heel ander punt in
de eredienst.
Wij kunnen druk bezig zijn over
„het deel van het volk" in de eredienst.
Belangrijker is het deel van God, Die
zich zegenend en troostend, onderwij
zend en vermanend, wendt tot de ge
meente. Door middel van de opening
van het Woord.
Hier zal de gemeente op ingesteld
moeten zijn. Al de elementen in de
eredienst moeten daartoe meewerken.
Het is wel eens goed, om een werkje
van vroeger dagen over liturgie op te
slaan. Voor mij ligt de zin der liturgie,
door dr J. l. Koole, thans hoogleraar
te Kampen. Het is van het jaar 1946,
dus zo héél oud is het ook weer niet.
Maar in onze „vaart" van vandaag ver
liezen wij wel eens wat uit de toch be
langrijke „bagage".
Op bladz. 28 e.v. van genoemd boek
je staat, dat het bij een preek gaat om
het duidelijk maken van de tekst. Er
wordt een pleidooi gevoerd voor gron
dige tekstverklaring. Verklaring en toe
passing horen in de preek aanwezig te
zijn. Een preek, zo luidt het letterlijk,
„zal ik alleen dan kunnen volgen,
„wanneer ik de vinger houd bij die be
haalde tekst, die voorgelezen werd.
„De preek is bediening des Woords.
„Zij wil niets anders zijn dan over
brenging, uitwerking en accentuering
„van Gods Woord".
Op deze wijze gaat de schrijver nog
verder. Ik geloof, dat menig prediker
er „lering" uit kan trekken. En
wat de gemeente betreft, met de vinger
bij de tekstdat zie je nou ook
niet bepaald van bank tot bank.
Samen, in gemeenschap met ande
ren, komen tot het éne Woord, dat
redding brengt. De preek desnoods
straks vergetenals de tekst maar
ging spreken. Hoe rijker de Bijbel voor
ons, des te fijner bearbeiding van ons
geestelijk leven.
Want, het is het belangrijke bij de
eredienst de Heer is aan deze plaats,
en Hij spreekt tot ons door de verkon
diging. Dit moeten wij weer gaan be
grijpen, niet één uitgezonderd, en door
dat Woord zal God ook heden nog
grote dingen doen. De gemeente, die
Zijn lof vertelt, zal daardoor eeuwig
leven C. St.
telefoonnummer.
Het Alg. Kerkelijk Bureau in Utrecht
heeft een nieuw telefoonnummer ge
kregen, dat er aldus uitziet 0 30—
10441. Men lette hier goed op.
C. St.
Naar het schijnt, maakt het ook op
sommigen onzer leden 'n grote indruk,
wanneer zij in bepaalde saamkomsten
in „vreemde talen" horen spreken door
lieden, die deze talen nooit hebben ge
leerd.
Ook op de Dikkenberg ving ik uit
'n gesprek van 'n reeds overtuigde met
enkele gasten dit op ja, u zoudt het
niet geloven, maar dan spreekt er op
eens één zo maar Latijn. Ik ken zelf
wel geen Latijn, maar
Stel eens, dat metterdaad ik acht
zulke berichten moeilijk controleer
baar maar stel eens, dat inderdaad
'n eenvoudig dienstmeisje ergens in 'n
„Pinkstergemeente" in Duitsland zo
maar opeens Latijn gaat spreken. En
dat ook Latinisten het als zodanig her
kennen. Wat moet dat dan
Dat vooral ongeletterden hierbij op
kijken en denken aan het Pinksterwon-
der of aan 1 Kor. 14, begrijp ik wel.
Maar het is er volstrekt naast.
Immers, wat zóii Latijn spreken in '11
Hollandse of Duitse bijeenkomst voor
nut hebben
Het doet mij denken aan spiritische
séances, waarvan men beweert dat
geesten door '11 dikke deur heenkomen
of dat door tafel-beweeg of glasgetin-
kel ,'n gestorvene meedeelt dat „ze daar
allemaal bij elkaar zijn" en „het goed
hebben" of meer dergelijke onbenullig
heden.
De Almachtige doet nooit dwaze of
onnutte dingen. Dat laat Hij over aan
de verdwaasden, die van hun religie of
„occultisme" 'n kijkspelletje maken.
Géén van Jezus wonderen was louter
show.
Ook de Pinksterwonderen allerminst.
Wind. vurige tongen, het zich uiten
met 'n „tweede" tong, het had alles zin.
'n zinnebeeldige betekenis. Maar ook
'11 rijke, blijvende inhoud, waarmee de
kerk méér dan genoeg tevreden kan
zijn, zonder zich te laten verlokken tot
buitenissigheden.
Let maar eens op, hoe Paulus juist
dat spreken met 'n andere tong waar
deert.
„Jaagt de liefde na en streeft naar
de gaven des Geestes, doch vooral naar
het profeteren
Want wie in 'n tong spreekt, spreekt
niet tot de mensen, maar tot God, want
niemand verstaat het."
Hoe duidelijk blijkt hier, dat de echte
tongspreker géén Latijn of Grieks
sprak, want dan zou er allicht iemand
zijn geweest, die dit onmiddellijk be
greep.
Maar zij spraken, 'n ogenblik in ver
rukking met 'n andere tong, 'n tweede
tong. Juist géén gewoon-menselijke
taal, géén Latijn of Grieks door wie
deze talen nooit had geleerd. Er von
den géén „toverachtige" kunststukjes
plaats, zónder énig nut, behalve dan
om naar zich te laten kijken als iets
bijzonders
Dat was het immers ook niet op de
grote, eerste Pinksterdag.
Petrus en de andere apostelen en
moeder Maria vingen niet aan ieder
één der 15 verschillende talen te spre
ken.