JULIANA
50 f
Jt.M. I^OIlUlCjUl
dCVL
1909
1959
RAPPORT
De zekerheid
van het geloof
veertiende jaargang No. 44 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrij dag i mei 1959
MEDITATIE
Oecumeniciteit en Pluriformiteit
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
PloofdredacteurDr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
RedacteurenDs A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm,
De dag van gisteren was in de kring
van onze Koninklijke familie een dag
van blijdschap, en voor ons volk even
eens. Ónze Vorstin mocht met Haar
Gemaal en kinderen en met haar Moe
der, haar 50e verjaardag vieren.
In goede gezondheid heeft zij deze
halve eeuw doorgebracht. Ziekte is
haar merendeels bespaard gebleven
slechts enkele malen werd zij getrof
fen, en steeds van voorbijgaande aard.
In dit opzicht zijn grote voorrechten
haar deel geweest.
Velen onder ons zullen nog persoon
lijke herinneringen hebben aan het jaar
1909, toen op de 30e april de tijding
werd verbreid er is een prinses ge
boren.
Ik heb het vernomen in een school
lokaal in Amsterdam. Er volgde van
zelfsprekend een traktatie, waardoor de
vreugde van de kinderen nog zoveel
te groter werd.
Overal in het land was er dankbaar-
heid'en blijdschap. Het Oranjehuis zou
mogen voortbestaan, en wij hadden
een Kroonprinses.
Ons volk heeft steeds met grote be
langstelling de ontwikkeling van onze
Kroonprinses gevolgd. Haar eerste
jeugd- en meisjesjaren, later haar ver
keren aan de Leidse universiteit.
Bij meer dan één gelegenheid is ge
bleken, dat Kroonprinses Juliana mocht
beschikken over een bepaalde origina
liteit, en dat zij graag blijdschap om
zich heen bracht.
Daarna kwamen in de toch al kleine
kring van ons Oranjehuis de dagen van
rouw, door het heengaan van de ge
liefde oud-regentes, en kort daarop van
Z.K.H. Prins Hendrik. Er is toen veel
voor de Koningin en prinses Juliana
gebeden.
Andere tijden braken aan, toen de
verloving bekend werd van prinses Ju
lia met prins Bernhard.
Daarop volgde het vorstelijk huwe
lijk, met grote luister gevierd. Heel ge
lukkige jaren mocht het prinselijk paar
beleven, waarin geen staatszorgen be
slag legden op beider leven en tijd,
maar waarin zij onbezorgd mochten
genieten in het midden van ons volk,
dat in grote meerderheid zijn aanhan
kelijkheid en sympathie had getoond.
Slechts werd die levensvreugde (gro
ter geworden toen in het prinselijk ge
zin een prinsesje haar intrede deed),
nu en dan overschaduwd door wolken
op staatkundig gebied, door de span
ningen in de europese volkerenwereld.
Het ging verkeerd tussen de volken.
De machtswellust van de nationaal-
socialist ontzag niets. Polen, Sudeten-
Duitsland, Oostenrijkom niet
meer te noemen, het wees er op, dat
wij in Europa opnieuw de oorlog zou
den beleven.
De hoop, die sprak uit de naamge
ving van het tweede prinsesje (Irene),
werd niet vervuld. De vrede werd voor
een reeks van jaren weggenomen van
de aarde. Ons volk werd geknecht, ons
oranjehuis ontkwam gelukkig aan de
strikken, door de vijand gezet, en van-
30 APRIL
uit Engeland bleef Koningin Wilhel-
mina het bewind voeren, terwijl kroon
prinses Juliana met haar kinderen naar
Canada vertrok. Prins Bernhard kon
zich telkens voor korte tijd bij zijn ge
zin voegen, om verder deel te nemen
aan de strijd.
Die moeilijke oorlogsjaren hebben de
banden met ons Oranjehuis nog ver
stevigd. De terugkeer naar het vader
land, eerst van de Vorstin, daarna van
Kroonprinses Juliana met haar drie
dochters, was ontroerend en feestelijk
tegelijk.
Het heeft toen nog maar enkele ja
ren geduurd, eer wij Koningin Juliana
op de troon kregen.
Met wijs beleid trok prinses Wilhel-
mina zich terug, na de bewogen jaren,
die waren doorleefd bij de ontzagge
lijke taak van de wederopbouw onder
geheel veranderde omstandigheden oor
deelde toen koningin Wilhelmina, dat
een jongere haar plaats moest innemen
en zij deed afstand van de troon vóór
haar Koninklijke dochter.
50 jaar telt nu Koningin Juliana.
Bij tal van gelegenheden heeft zij
bewezen, dat zij met ons volk wil mee
leven. Over een brede kulturele belang
stelling blijkt zij te beschikken en zij
mag genoemd worden idealiste in een
onrustige tijd, naar wij hopen een ge-
loofsidealiste.
De eeuwen zijn verstreken.
De verhoudingen in de ,,lage landen"
hebben zich wel grondig gewijzigd.
Nog altijd hebben wij een afstammelin
ge van de grote Willem de Zwijger,
die over ons mag regeren.
Wonderlijk is de zegen, die in de
verbondenheid van Oranje met Neder
land steeds lag. Al is ons volk zeker
niet in alle opzichten een gemakkelijk
te leiden en te besturen volk, het blijkt
telkens weer, dat het zich gelukkig
voelt in het zich scharen rond de troon
van Oranje. Opmerkelijk is, dat iets
van de volkseenheid het beste tot uiting
komt, als het gaat om Oranje. Hoogtij
dagen in het Oranjehuis brengt het be
sef van saamhorigheid als volk het
meest voor de dag. Bij Koningin Juliana
is dat er zeker niet minder op gewor
den.
God zegene en beware onze Vorstin,
met Z.K.H. prins Bernhard, en de vier
Vorstenkinderen, van wie de twee oud
sten al volop aan het leven deelnemen,
terwijl ook de beide jongere prinsessen
al „kontakten" met het volksleven heb
ben.
Oranje moge in Nederland blijven
de naam, die de rijkdom van het ver
leden bewaart, en die als samenbinden
de kracht voor de toekomst zal werken.
Het zal een feestdag worden voor
heel ons volk, de 30e april. Ook in de
kerken zal God gedankt worden voor
wat Hij aan Koningin Juliana en in
Koningin Juliana aan ons volk heeft
gegeven. Strale het licht van Zijn ge-
nadetroon over onze 50-jarige Vorstin
C. St.
Job 19 vs. 25a: maar ik weet: mijn Losser leeft.
Joh. 21 vs. 28b Mijn Here en mijn God.
Het geloof werkt altijd met bezittelijke voornaamwoorden. Dat
kan wel niet anders. Zoals een magneet het ijzer aantrekt, zo eigent
het geloof zich toe al de schatten van Gods genadeverbond.
Niet alleen anderen, maar ook mij
In al zijn armoede en nood is Job toch een gelukkige bezitter
gebleven, het rijkste en voornaamste kon ook satan hem niet ont
nemen maar ik weetmijn Losser leeft.
Een Losser dat was iemand, die het voor zijn naaste bloedver
wanten opnam in een situatie van armoede en nood. Zo'n Losser
droeg er zorg voor, dat zijn verarmde bloedverwanten weer in het
bezit gesteld werden van land en huis. Ook trad hij wel op als
bloedwreker, om dus het geschonden recht te herstellen.
Zo ziet Job nu God. God is zijn Losser. Hij zal ook op zijn tijd
recht doen en hem uit alle nood verlossen. Een kéér brengen in
zijn lot.
Hij weet nog niet, hoe dat zal gebeuren. Maar dit weet hij wel
Mijn Losser leeft.
In de schaduwen van het oude verbond mag Job op de puin
hopen van zijn bestaan toch weten, dat de Almachtige, eeuwige
God, wiens wegen zo ondoorgrondelijk zijn, zijn Losser is, die
alles weer goed zal maken.
In Uw licht zien wij het licht ook bij al het donker van deze tijd.
De donkerheid van een Thomas is ineens radicaal weg, als hij
geconfronteerd wordt met de opgestane Heer Mijn Here en mijn
God.
In die ontmoeting is tenvolle vervuld wat Job van verre gezien
heeft en omhelsd.
Dit mag ook onze troost zijn.
Jezus leeft en wij zullen leven.
Wij staan niet alleen. In alle nood is er ook steeds voor allen,
die de Here kennen, het nochtans. Nochtans zal ik in de Here
van vreugde opspringen.
Sion loof met dankbre stem, God uw Heer, die eeuwig leeft.
Borssele/Driewegen.
J. v. d. VEEN.
11
De voorstellen, die deputaten bij de
a.s. synode zullen indienen, zijn heel
belangrijk te noemen. Het gaat in de
eerste plaats over de vraag, of de geref.
kerken bereid zijn en in hoever zij be
reid zijn in de veelheid der Kerken een
grondslag voor oecumenisch verband te
aanvaarden, die niet samenvalt met
haar eigen belijdenis. Hét voorname
punt, waarmee alles verder staat of
valt.
Deputaten gaan dan verder, of het
de geref. kerken mogelijk zal zijn, om
de christologische belijdenis als zulk
een grondslag te aanvaarden of, dat
een andere belijdenis daarvoor moet
genoemd worden.
Het is niet onze bedoeling, vooruit
te lopen op e.v. beslissingen van de
generale synode. Wel mag gezegd wor
den, dat deputaten hier het hart der
zaak raken en dat de zaak van de oecu
meniciteit hier wordt voorgedragen op
een wijze, als voorheen nog niet is ge
beurd.
Over deze centrale vraag willen de
putaten zich in verbinding stellen met
de wereldraad, de oecumenische raad
van Kerken in ons land, de reeds eerder
genoemde I.C.C.C., met de bedoeling,
dat deze instanties met ons deze vra
gen zullen overwegen. Verder willen
deputaten aan andere Kerken van ge
ref. belijdenis deze vragen voorleggen,
en verzoeken eindelijk toezending van
hun rapport aan verschillende kerkelijke
kringen in ons land.
Een oplossing
Neen, die geven deputaten niet.
Maar zij wijzen wel een richting, waar
in voor de toekomst een oplossing kan
komen.
Kennisname van dit rapport zij allen
aanbevolen. Alleen zo kan het gewenste
meeleven met de komende generale sy
node worden verkregen, die op dit punt
ook zal hebben te oordelen.
C. St.
1.
In de afgelopen periode hebben weer
vele jonge mensen belijdenis van ge
loof afgelegd en wellicht ook al voor
de eerste maal in hun leven het heilig
Avondmaal met de gemeente gevierd.
Zij waren de gasten van de Here Jezus
Christus, die niet maar brood breekt en
vissen laat ronddelen, maar die óns
doet genieten van de meest wonderbare
spijziging die er is. Hij heeft Zijn eigen
gave leven gegeven tot een offer voor
onze zonden en Hij wil ons aan het
Avondmaal te meer leren gelovendat
wij uit Zijn sterven mogen leven, dat
Zijn lichaam waarlijk spijs is en Zijn
bloed waarlijk drank. Want even zeker
als wij brood en wijn tot Zijn gedach
tenis ontvangen, worden onze zielen
gespijzigd met Christus' waarachtig li
chaam en bloed ten eeuwigen leven,
door de genade-werking van de Heilige
Geest in ons hart.
Men zou zo zeggen zekerheid in
overvloed. Wie de genademiddelen ge
lovig gebruikt, is van zijn léven, van
zijn behoud, nu én voor de toekomst
tenvolle verzekerd.
Want geloof brengt altijd zekerheid
mee. Immers geloof is overgave aan de
liefde van Christus. En waar die over-