Van de wijde, ruige Heide
Kleine Vossen
manier, met een nieuw begrippenappa
raat toegerust, in het leven van onze
tijd willen indragen. Von Balthasar
maakt in dit verband de opmerking, dat
men thomist moet zijn, op de wijze
waavop Thomas zelf het geweest zou
zijn, wanneer hij in deze tijd had ge
leefd. M.a.w. het thomisme behoeft al
leen maar getransponeerd, in onze taal
en denkwijze overgezet te worden. In
dat opzicht zouden wij ons in een his
torische overgangsphase bevinden.
Vooral rondom de pauselijke ency
cliek „Humani generis" van 1950, die
een tamelijk scherpe veroordeling geeft
van alles wat op een betrekkelijk stel
len van de waarheid lijkt, zijn er vele
onopgeloste spanningen, die met de
toekomst van de nieuwe theologie"
nauw samenhangen.
Maar op het ogenblik is de situatie
zó,dat er geen sprake is van een ker
kelijke veroordeling van de nieuwe the
ologie, zoals verscheidene r.k. auteurs
zouden wensen. Wèl is er een strijd
gaande tussen de roomse theologen
onderling over de vraag in hoever de
pauselijke uitspraken deze nieuwere op
vattingen op den duur zullen aanvaar
den of afwijzen. De vertegenwoordigers
van de nieuwe richting doen natuurlijk
hun uiterste best aan te tonen, dat hun
streven in het geheel niet door de pau
selijke waarschuwingen wordt getrof
fen. Wat de diepste bedoelingen zijn,
in het bijzonder van de encycliek „Hu
mani generis", hoe de vermanende
woorden van de paus moeten worden
uitgelegd, verstaan en niét-verstaan, dit
alles vormt op het moment de inzet van
de strijd.
Merkwaardig is en dat is altijd
weer het wonderlijke van Rome dat
er zéker niet van een crisis kan worden
gesproken. Wèl zijn er onderlinge
spanningen wat betreft het inzicht op
velerlei gebied, vooral inzake punten,
die de verhouding Rome-reformatie ra
ken. Maar dit alles laat het aan allen
gemeenschappelij ke rooms-katholieke
levensbesef onaangetast. De eenheid
van de unieke, enig-ware kerk, is blijk
baar een zó boeiend verschijnsel, dat
niemand er ook maar aan dénkt hierop
inbreuk te willen maken.
Wanneer men dit alles overziet, zou
men kunnen vragen, of er dan van dat
perspectief inzake die toenadering nog
wel iets overblijft. De fundamentele
verschillen tussen Rome en de refor
matie blijven onaangetast staan de
kerkopvatting, de sacramentsleer, de
pauselijke onfeilbaarheid, enz. Inder
daad Maar dat neemt niet weg, dat
er verschuivingen en verrassingen op
traden en contacten gelegd werden, die
vroeger onvoorstelbaar waren.
Dat wil niet zeggen, dat er „gebaan
de wegen" zijn of dat men van roomse
zijde naar ons met „witte vlaggen"
zwaait, maar er is een beweging niet
Er schuilen in de bijbel heel wat
woorden, waar wij over heen lezen.
Telkens weer.
Totdat ons oog, in bepaalde omstan
digheden, er plots aan blijft hangen en
wij ze voor het eerst gaan verstaan, in
ons opnemen, genieten.
Wie kent niet, las, herlas, zong de
honderdderde psalm met zijn suggestie
ve aanhef Loof de Here, mijn ziel, en
al wat in mij is, zijn heilige naam
Wie hield het zich zelf niet wel eens
verwijtend voor en vergeet niet één
van zijn weldaden
En het vervolg die al uw ongerech
tigheid vergeeft, sterkte ons wel.
Maar dat deze kwijtschelding van
alle schuld óók inhoudt die al uw
ziekten geneest, dat dringt pas tot ons
door, als wevan ziekten genézen
zijn
In de nieuwe vertaling heeft men
meer van enkelingen, maar van vélen
gaande, waarmee de R.K. kerk ernstig
rekening zal moeten houden.
Juist omdat wij in de fundamentele
stukken van de leer zo hemelsbreed ver
schillen en, wat de belijdenis betreft,
geloofsfaaZ en -klimaat zo geheel an
ders zijn, moet alles wat op wezenlijk
contact wijst gewaardeerd worden als
een mogelijkheid tot toenadering. De
wil om elkaar te ontmoeten is aanwe
zig, bijzonder bij degenen die de nieuwe
richting zijn toegedaan. Die ontmoeting
wil men beiderzijds op het vlak van de
vraagstukken van ónze tijd. Het gaat
er niet om bij voorbaat gelijk te hebben,
het koste wat het koste eigen stand
punt veilig te stellen, maar in de ver
schillen elkander eerlijk te benaderen.
Daarom is ernstige aandacht geboden,
zowel daar waar de lijnen uiteenlopen,
als daar waar zij naar elkaar toebuigen.
De reformatie is daarbij in het voor
deel, doordat zij nooit kerkelijke leer-
beslissingen als onfeilbare uitspraken
heeft gelanceerd.
De kerken der reformatie zijn altijd
bereid het belijden opnieuw aan de
Schrift te toetsen. Bij Rome staat dat
anders. Daar zal steeds op beslissende
punten het onfeilbare kerkelijk leerge
zag de strijdende partijen overkoepelen.
Vandaar dat zelfs ook het spreken
over perspectieven wederzijds bepaald
wordt door de diepte van de kloof die
er is.
Voor Rome is de eenheid van de
kerk, onder het onfeilbaar kerkelijk
leergezag, het hoopvol perspectief voor
de toekomst. Voor ons is dat de on
feilbaarheid van het in de Heilige
Schrift ons gegeven Woord van God.
Dit diepe verschil raakt de uitgangs
punten van ons geloof. Maar hoe ver
strekkend dit verschil in uitgangspunt
ook is, dit alles kan ons niet ontslaan
van de plicht elkaar te zoeken en waar
mogelijk contact op te nemen. Het zoe
ken van contact en discussie, juist om
trent alles wat ons verdeeld houdt, ligt
in de lijn van het geloof, dat wij, sinds
de fundamenten der kerk gelegd wer
den, belijden ik geloof een heilige, al
gemene (katholieke), christelijke kerk.
Dat geloof vindt ons present èn attent
overal waar de strijd om de waarheid
Gods gestreden wordt.
Inderdaad zijn de velden der waar
heid onmetelijk, terwijl onze kennis
-ook ons ge-reformeerd inzicht
ten dele is.
Onafzienbaar veel onderwerpen voor
gesprek liggen vóór ons, als we maar
niet van het oude vooroordeel uitgaan,
dat het tóch niets wordt. Eenmaal zal
het wezen één kudde onder één Her
der. Wie in deze toekomst van de kerk
gelooft, zal dankbaar zijn, dat er men
sen zijn, die met zoveel geduld en lief
de, èn gespannen aandacht, uitzien
naar wat als een mogelijk perspectief
tot toenadering zou kunnen worden
herkend. A. V.
Ps 103:3.
helaas het verouderde „krank
heden" gehandhaafd.
Onbegrijpelijk.
Alsof er iemand in ónze tijd nog
krank is
Mee door dit veel te deftige woord,
zetten we de tekst buiten ons leven.
Lezen we er gemoedereerd over heen.
Het is 'n woord voor doodgewone
zieken, te ziek om iets anders te spre
ken dan alledaagse taal in hun alle dag
ziek zijn. En nu, in hun nood ophoren
bij dat aanlokkelijk die al uw ziekten
genéést
Maar kan dat waar zijn
Hebben we niet pas, na Osborn, vast
gesteld dat dit jammer genoeg niet
strookt met de harde werkelijkheid
Inderdaad ik heb het nog op Paas
dag voor ogen gezien, dpt ook hand
oplegging niet altijd helpt.
Haast aan de lopende band werden
hier op de Dikkenberg verschillende
lijders door 'n broeder uit de kring
„Stromen van kracht" met olie gezalfd
en de handen opgelegd onder steeds
hartstochtelijker herhaald in de naam
van Jézus en zeg nu dank u Jezus
Hallelujah
Ik kon door mijn late komst achter
in de tent niet oordelen of er zelfs maar
enige verbetering ontstond bij 'n rheu-
matieklijdster, 'n ooglijder en enkele
anderen, die ik wel heen en weer lopen
zag, maar niet vóór de behandeling
had kunnen waarnemen.
Doch het arme, achterlijke schaap, dat
het hoofd scheef hield tussen de zege
nende handen, zag ik na het uiteengaan
van de samenkomst, even beklagens
waardig aan de hand van zijn moeder
tje, die hem bemoedigend bleef toe
spreken Jézus leeft, Jézus leeft
En hoe meer ik er over denk, hoe
minder ik mij vinden kan in deze na
bootsing van hetgeen de Heiland en
zijn apostelen hebben volbracht met 'n
enkel, sober woord.
Hier werd telkens, met 'n controle-
blik op het polshorloge van de hand
oplegger „in twee minuten ben je ge
zond", 'n soort kunststuk opgevoerd,
in plaats van 'n wonder verwekt.
Ik wil, ik mag niet twijfelen aan de
oprechtheid van deze enthousiaste
kring, van wie ik ook op die Paasdag
wat geleerd heb, waarover mogelijk 'n
volgend keer.
Maar zó
Ik kón de indruk niet kwijt raken,
dat de twee minuten meer nodig waren
om met 'n stroom van al dringender
woorden de aarzeling van de patiënt
weg te suggereren, dan om de toege
sproken boze ziektemacht uit te drijven.
Hoe kort, hoe almachtig klonk eens
Jezus' bevelsta op en wandel. Of
zelfs Lazarus, kom uit
Hier echter 'n de mensen opwinden
de opeenhoping van snel over elkaar
heenbuitelende kreten, gebeden, beve
len, bezweringen, die althans bij het
kind op moeders schoot geen enkele
uitwerking toonden.
En het herhaald gebaar met pols
horloge en olieflesje maakten het ge
heel allerminst verheffend.
Ik bezit 'n plaat, waarop Franciscus
van Assisi, omringd van echte stakkers,
'n oud man 'n melaatse de hand
oplegt, onderwijl 'n monnik de ontsto
ken arm van de lijder zalft.
Alle opwinding ontbreekt.
Er heerst de stilte van heilige ver
wachting.
Open monden, zonder 'n woord.
Franciscus' lippen lijken te bewegen
in stil gebed.
Zijn oog brandt als 'n kaars zonder
gerucht.
Deze grote in liefde en geloof was
zulk 'n kind.
O, ik geloof ook nü nog aan de gave
der gezondmaking, aan wonderen.
Jezus Christus is gisteren en heden
en morgen dezelfde tot in eeuwigheid
Maar bij de luidruchtige poging om
de boze machten uit te werpen hier op
de Dikkenberg, besprong mij 'n mo
ment zelfs de angst, dat ik weldra de
tegenroep zou horen Jezus kén ik,
maar wie zijt gij
Godlof Dat kwam niet. Doch ook
niet het onweersprekelijk wonder.
Hier heerste voor mij misverstand.
Misverstand ook van 'n troostwoord:
die al uw ziekten geneest.
Eens ja, zal dat zo zijn.
Uitputtend vervuld.
Straks, in het nieuwe paradijs alle
tranen van de ogen gemist.
Nü echter dikwijls nog geween.
Alle ziekten, lichamelijke èn ook alle
geestelijke, voor eeuwig genezen.
Nü echter ook in Jezus' tijd
nog vele blijvende ziekten en kwalen.
Ook Timotheüs werd door Paulus
niet genezen van zijn „gedurige onge
steldheden", maar geraden „een weinig
wijn" in plaats van enkel water voor
zijn zieke maag te gebruiken. (1 Tim.
5:23.)
Maar op weg naar die nieuwe hemel
op 'n totaal vernieuwde aarde, geeft
God nu eens deze, dan weer gene van
zijn doodzieke kinderen reeds hier te
jubelen die al uw ziekten geneest
Zo is het David vergaan.
Daarom spreekt hij zijn eigen be
vrijde ziel toe Loof de Here, mijn ziel,
en al wat in mij is, zijn heilige naam.
Hij belóóft niet ieder, dat de Here
hem steeds weer van alle ziekten ge
nezen zal.
Ook Lazarus is opnieuw ziek gewor
den en gestorven.
Maar David heeft het eens of mis
schien meermalen ervaren dat de Here
hèm tegen verwachting in radicaal ge
nas.
Zo heeft ook Hiskia het ondervon
den, die toch, na vijftien jaren, sterven
moest.
Zo ken ik 'n herstelde, die het na
vijf moeilijke maanden ervaren mocht,
dat God ziekte na ziekte genas
Dood-ziek te zijn, zodat de familie
gewaarschuwd wordt en in de nacht
rondom u staat, zonder dat ge 't zelf
goed beseftzó uitgeput zich te gevoe
len, dat men alle hoop op beterschap
bedroefd opgeeft en soms ook het ge
bed en dan tóch weer te herstellen
En hoe
Zeker, men kan op tal van helpende
middelen ter verklaring wijzen.
Maar de patiënt zelf zal het, zo min
als Hiskia uit de vijgenkoek op de
zweer, uit bijv. de bloedtransfusie ver
klaren.
Doch alleen uit het wonder der red
dende genade Gods die al üw ziekten
genas
D. J. Couvée.
Bennekom, lente 1959.
Met welgevallen constateerden we
verleden week, dat de vos „onverdraag
zaamheid" op ons vossenfeest ter plaat
se geheel afwezig was. Hij viel nergens
te ontdekken. Zelfs wat bij de anders
op ons dorp wel eens voorkomende
luidruchtigheid, brooddronkenheid geen
enkel spoor merkbaar. We waren 't er
over eens, dat het een „beschaafd", een
„hoogstaand" jubileum was.
En zie nu, zo dachten we, rond 't
hoogste feest, dat God geeft en telkens
laat vieren, rond Zijn Woord en Sacra
ment, is het verre van eendrachtig,
verre van vredelievend.
Veronderstel, dat er gekibbeld was
onder de buurtgenoten over de kleur
van de geplooide roosjes, over de plaat
sing van vlaggetjes, over de vraag of
de ereboog moest worden versierd met
groen of met papieren slingers wan
neer men van mening had verschild of
de Burgemeester met een auto of met
een landauwer moest worden ingehaald
en of de kinderen witte roosjes met
oranje hartjes of oranje blaadjes met
rode hartjes moesten dragen, lieve
deugd, wat zou er van ons feest zijn
terecht gekomen
En toch op kerkelijk gebied schijnt
over alles te moeten worden getwist.
Men ging elkander te lijf, in letterlijke
zin, een goede eeuw geleden over de
uitvoering van de nieuwe berijming der
psalmen, zoals we die nu reeds 1J^
eeuw zingen.
Ja, 't is voorgekomen, dat men een
aparte kerk stichtte, omdat men de do-
miné niet in toga op de preekstoel wilde
zien de antitoga kerk in Middelburg.
En hedendaags zou men hier of daar
de kerk uitlopen, wanneer een bouquet
of palm een vrolijke aanblik geeft aan
de Eredienst.
Heel wat kerkjes zijn gesticht om
redenen, die men, na enkele jaren van
bestaan, niet meer kent. Zo heeft men
op ons eiland de Gereformeerde Kerk,
de Chr. Geref. Kerk, de Geref. Ge
meente, de Geref. Gemeente-in-Neder-
land, de Geref. Bondsgemeenten, de
oud-Geref. „Kerk", de oud-Geref. „Ge
meente".
Heus, ik weet het onderscheid en 't
bestaansrecht van al deze groeperingen
niet aan te geven. Wellicht zijn er ver
rezen om pietepeuterige geschilletjes,
doorgaans van personele aard. Zo kan
men verschillen over psalmen èn gezan
gen, psalmen èn 13 gezangen psalmen
èn 29 gezangen, psalmen èn 55 psal
men psalmen op hele noten, psalmen
op hele en halve noten, ja zelfs over
de psalmen van Datheen, de psalmen
van 1773, de psalmen van 1961.
En dan loopt men stuurs en dwars
van aangezicht rond 't hoogste feest
van onze Verlosser en viert men 't Hei
lig Avondmaal een ieder op eigen wijs
en naar eigen trant.
De kerkelijke gevoeligheden zijn vaak
zó vele, dat men zich als een paling
moet kronkelen om ze te vermijden. In
derdaad is deze vos „onverdraagzaam
heid" oorzaak van vele tranen, van veel
verdriet. Het heerlijk feest der vreugde
over het werk van onze Heiland wordt
er deerlijk door ontwijd. Hoe gaarne
zou ik vele broeders en zusters-in-den-
Here gezamelijk, eendrachtig horen
jubelen nooit moet ons nijd of twist
verkloeken, 'k Heb veel verdriet van
deze vos, hij vergalt mijn pastorale le
ven en daarom deed 't me zo goed, dat
we althans één dag eendrachtig waren
en versterkte 11 april me in de ver
zuchting laat ons bidden om de een
dracht van Jeruzalem.
Uit het oude-Vossenland.
„Die al uw ziekten geneest."
houdt U
iedere dag
fris en monter