De Psalmen veertiende jaargang No. 33 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag 13 februari 1959 iii. MEDITATIE „Met Hen" Christelijke Liefde ZEEUWSE KERKBODE Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs3, - per half' ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. ^aar ^*3 vooruitbetaling), aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm. Toen ging Jezus met hen naar een plaats, genaamd Gethsemané. Matth. 26: 36. De discipelen zijn met Jezus de lijdenstijd ingegaan. Het is natuurlijk uitstekend, dat wij de nadruk leggen op het plaats- bekledende karakter van Zijn lijden. Jezus heeft voor ons geleden. Er kan wezen een heerlijke gedach tenis van het bittere lijden van Christus. Toch moeten wij niet uit het oog verliezen, dat de Heiland niet alleen in de smarten van het lijden is ingegaan, maar zijn discipelen daarin ook hebben gedeeld. Zij hebben het wel niet zo duidelijk zien aankomen, maar toen het begon, waren zij deelgenoot van Zijn lijden. De gesprekken die Christus met hen heeft gehouden, de grote droefheid in Gethsemané, het benauwende moment van de arrestatie, Zijn veroordeling, ging door hun ziel. Voor Judas is het zó onverdragelijk geworden, dat het blijde contact met Jezus nu op deze catastrofe moest uitlopen, dat hij zich van Jezus heeft losgemaakt en in onverschilligheid aan zijn boezem zonde, de geldzucht, heeft toegegeven en zijn Meester heeft verraden. U kent de geschiedenis van Petrus' verloochening en van discipelen die hem wegvluchtende in de steek hebben gelaten. Jezus had zijn discipelen voor al die droeve dingen kunnen vrij waren als hij hen rustig in Galilea had laten vissen. Maar u merkt het, dat hij hen opzettelijk heeft meegenomen. Het lijden is ook voor henzelf een probleem geworden. Zijn „uur" was ook hun „uur". De Satan heeft ook hen gezift als de tarwe. Dit is niet toevallig. Het is ook des Heilands bedoeling, dat Zijn kerk het lijden van haar Verlosser zó zal leren kennen. Hij schroomt niet om Zijn kinderen in situaties te brengen, dat zij zullen verstaan, hoe onnoemelijk zwaar het is geweest voor de Heiland om ons te redden van de zonde. Sommigen van Zijn kinderen moeten in gevangenissen zuchten. Anderen onder de gedurige vijandschap der wereld hun dagen door brengen. Er zijn er die veel lichamelijke pijn moeten ondergaan en de afbraak van hun leven moeten doorstaan. Zij, die op een of andere manier aan het lijden onderworpen zijn, zullen ook met een dieper inzicht dan de rest de lijdenstijd ingaan. Zalig zijn zij, die aan Christus niet geërgerd worden, omdat ook zij een beker te drinken hebben. Zeker, Christus' lijden is geweest voor ons, maar wij zullen evenmin als zijn discipelen destijds de diepte en duurte van dit lijden goed leren peilen op een goedkope manier. Hij neemt u mee. Gij hebt Hem willen volgen in goede dagen, laat Plem nu niet los nu het moeilijk is in uw leven, want Hij liet u niet lo.s; Hij nam u mee Middelburg. P. VAN TIL. Het spreekt vanzelf, dat wij maar en kele psalmen met elkaar kunnen bespre ken. Wanneer u de verschillende bundels thuis bij de hand hebt, dan kunt 11 dit werk zelf voortzetten. Daarover in dit artikel straks nog een enkele opmerking. Wij leggen nu psalm 75 naast elkaar. Eerst de interkerkelijke berijming. vers 1. U alleen, U loven wij Ja, wij loven u, o Pleer, Want uw naam, zo rijk van eer. Is tot onze vreugd nabij. Men vertelt in heel het land Al de wondren van uw hand. vers 2. Ja, Ik kom, Ik kies de tijd, Dat Ik zetel ten gericht. Lijkt het of de aarde zwicht, Wankelt recht en zekerheid, Ik bewaar het wereldrond, Op mijn trouw is het gegrond. vers 7. Maar wat mij aangaat, ik zal 't Loflied zingen voor den Heer, Ik vermeld zijn roem en eer, Ik bewerk der bozen val. Alwie in Gods recht gelooft, Gaat met opgeheven hoofd. Het eerste vers is nagenoeg gelijk aan onze bekende berijming. Alleen het „dies" uit de 5e regel verdween, evenzo de uit drukking uwer hand. De twee andere verzen zijn geheel nieuw. Nu dezelfde verzen uit de berijming Hasper. vers 1. U alleen, U loven wij, U lóven wij, onze Heer; wij verkondigen uw eer, want uw naam is ons nabij. Daarom roemt het ganse land al de wond'ren uwer hand. vers 2. Ik bepaal mijn eigen tijd en óórdeel dan volgens recht. Blijkt geen fondament meer hecht, wankelt de aarde wijd en zijd, „ook al groeit nog het geweld, 'k heb haar zuilen vastgesteld". vers 6. Zo loof ik altoos in lied en psalmzang blijde den Heer; ik zing Jakobs God ter eer; Hij doet 's bozen macht te niet. God, die hoogmoed niet gedoogt, Hij is 't, die zijn volk verhoogt. I11 de tweede regel ligt hier voortdu rend de moeilijkheid. De klemtoon ligt verkeerd, en veroorzaakt bij het zingen verwarring. In een goed zingende ge meente, 11a voldoende voorbereiding, zou men het kunnen proberen. Het is voor geen tegenspraak vatbaar, dat deze psalm niet uitblinkt. Nog een paar verzen uit psalm 87 en 89. vers 1. Op Sions berg sticht God zijn heiige stede. Zij heeft zijn hart, Hij houdt er open hof. O Godsstad, vrolijk zingen wij uw lof; Door uwe poort zal ieder binnentreden. vers 4. Zij zullen saam, de groten met de kleinen, Dansend de harpen en cymbalen slaan, En onder fluitspel in het ronde gaan, Zingend: „in U zijn al onze fonteinen". De laatste regel is zeker niet de sterk ste. Dat men de vrolijkheid -van Israëls eredienst geheel naar de psalm laat uit komen, is goed. Maar het 4e vers zou wellicht een betere lezing kunnen krijgen. Nu de berijming Hasper. vers 1. Op heil'ge bergen ligt des Pieren woning. God heeft zijn Sion, dat Hij zelf verhief, ver boven Jakobs and're steden lief. Hoe heerlijk is de stad van Isrels Koning vers 4. In 't boek der volken schrijft de Heer de namen van wie op Sions berg geboren zijn. In u alleen ontspringt de heilsfontein. Met zang en reidans zal elk dit beamen. Plier is eveneens het vierde vers niet het sterkste. Nu nog psalm 89. vers 1. Ik zal zolang ik leef bezingen in mijn lied Des Pieren milde gunst; het werk aan ons geschied. Mijn mond verkondigt, Heer, aan komendegeslachten Hoe Gij uw trouw betoont aan hen die U verwachten. Uw goedertierenheid rijst op en gaat zich welven, Een altijd veilig huis, vast als de hemel zelve. vers 7. Ploe zalig is het volk dat U de lofzang zingt, Dat uitbreekt in gejuich als de bazuin weerklinkt. Uw lichtend aangezicht zal altijd hen geleiden. Zij zullen in uw naam zich dag aan dag verblijden. Zij gaan in vrede voort, zij wand'len voor uw ogen, Want uw rechtvaardigheid zal hen voorgoed verhogen. Berijming Hasper. vers. 1. 'k Zal eeuwig roemen, Heer, uw goedertierenheid, uw waarheid en uw trouw bezingen te allen tijd. Ik zeg van uwe gunst, die Gij ons hebt bewezen: „Ze is als een vast gebouw, voor de eeuwigheid verrezen. „Zo min de hemel ooit uit zijnen stand zal wijken, „zo min zal uwe trouw ooit wank'len of bezwijken." vers 6. Heil 't volk des Heren, dat den Koningsjubel kent Het wandelt in uw licht, daar Gij u tot hen wendt. Zij zullen in uw naam zich al den dag verblijden, uw goedheid straalt hun toe, uw macht schraagt hen in 't lijden; uw onbezweken trouw zal nooit hun val gedogen, maar uw gerechtigheid hen naar uw woord verhogen. De berijming Hasper is zeer dicht bij de oude berijming. Lees maar de twee laatste regels van vers 1. Ik dacht dat de Bijbel over de verschijningsvorm van de hemel iets anders leerde, en ons doet verwachtennieuwe hemelen en een nieuwe aarde. De interkerkelijke berij ming heeft het wat anders, maar is er m.i. ook niet geheel uitgekomen. Overigens vergelijkt u de verzen zelf maar 0111 u langzaam een oordeel te vor men. Nu maar geen verdere vergelijkingen meer. Wij hebben er nog niet veel ge had, maar alles moet ook weer binnen bepaalde perken blijven. Weet u, wat nu erg mooi zou zijn? Wanneer wij ons allen met de ver schillende uitgaven over de psalmen gaan bezig houden. Dat kan ons geestelijk le ven alleen maar ten goede komen. Be sprekingen in kerkeraden, op gemeente en wijk-avonden en zo mogelijk bijeen komsten om de psalmen met elkaar te beproeven. Hier moet de aktiviteit van de gemeenten blijken. Een enkele kerkeraad berichtte, dat hij de bundel van 110 psalmen maar naast zich neer zou leggen. De gemeente wordt er maar onrustig van, en telkens een an der boekje wordt zo duur Blijkbaar heeft men daar aan de bun del Hasper heel geen aandacht besteed. En danduur? Het derde wat één pakje sigaretten kost! Wat duur hé! Menige man rookt met plezier een stel pakjes sigaretten op. Maar.... die 35 centen voor een proefbundel psalmen is duur hoor! Wel ja, streel het vlees maar, hoe ge vaarlijk dat is, en bedenk, als u één goede sigaar presenteert, dat de proef bundel psalmen niet méér kost. Dit is erg. Konservatisme of onnozel heid. In ieder geval „remmen" wij zó iedere goede zaak. Dacht iemand, dat een psalmbundel zó maar kant en klaar is? Wat betekenen deze uitgaven? Alstublieft, neem er kennis van. Doe mee. Een volk met belangstelling voor psalm en geestelijk lied, is een volk dat geestelijke kracht bezit. Als het zóver komt, dat wij eens „Zijn lof" mogen zin gen met het nieuwe lied, dan moeten wij ons geestelijk daarop instellen. C. St. Wat was het een flinke vrouw, die zuster van wie ik u vertel. Niet, dat zij nu zo'n brede opleiding had gehad. Ik heb een sterk vermoeden, dat zij na haar twaalfde jaar geen voet meer in enige school heeft gehad. We mogen dankbaar zijn, dat er on der ons ook vele academisch gevormde vrouwen zijn, die haar positie in het le ven met ere innemen, maar dit voorrecht was haar niet beschoren. En zij leverde het bewijs, dat het ook zonder speciale opleiding nog wel moge lijk is, iets te betekenen in het leven. Al strekte die invloed dan niet zo ver, in haar naaste omgeving was zij ongetwij feld een vrouw van aanzien. Met voorbeeldige trouw ging zij met haar man, die volkomen met haar eens geestes was, in het kerkelijk spoor. Ik geloof niet, dat zij buiten noodzaak, ooit één kerkdienst zal hebben verzuimd. Daarbij was haar levenswandel onberis pelijk, zodat zij in hoog aanzien stond bij ieder, die haar kende. Kinderen heeft zij nooit gehad en al zal dit stellig ook voor haar wel moeilijk zijn geweest, zij heeft die strijd met ere gestreden. Zij was tot volkomen eens- willendheid gekomen en nu zag zij ook een andere taak, die God haar wilde toe vertrouwen. Juist hierdoor was het haar mogelijk zich met volle toewijding te geven aan anderen, die God op haar weg plaatste. Wel bizonder was haar gegeven de gave der vertroosting. Wat kon zij spreken met hen, die in wegen van zorg en smart waren geleid. Wat wist zij bedroefden op te beuren en hen te wijzen op Gods

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1959 | | pagina 1