Ons medeleven Tweeërlei Weg
KLEINE VOSSEN
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vrijdag i6 januari 1959
ZEEUWSE KERKBODE
VEERTIENDE jaargang No. 29
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. j. Tiemersma, Drs A. Verschoor
Medewerker: Ds D. j. Couvée, Bennekom.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs: ƒ3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm
Een brief uit Arnhem, van een paar
leden van de geref. kerk, tevens leden
van de A.R.-kiesvereniging, brengt een
onderwerp naar voren, dat in deze maan
den zeker aktueel moet worden genoemd.
Het gaat n.l. over de vraag, of er ge
noeg politieke belangstelling onder ons
bestaat, en met name voor de christelijke
politieke arbeid.
Er leeft een zekere vrees, dat de jon
gere generatie niet zó zich bezig houdt
met het doel van de chr. politiek, als
voorheen het geval was. Daar is in onze
kerkbode meer dan eens op gewezen.
Van verleden jaar bewaar ik nog de her
innering, dat meer dan één dominee vóór
de verkiezingen er blijkbaar niet aan
dacht, dat voor deze zaak God wel mocht
gevraagd worden. Zoiets was in vroeger
tijd haast ondenkbaar.
Nu kan men zeggen: vroeger ging het
om vragen, die direkt het bestaan van
het christelijk leven raakten. Dat was
iedereen duidelijk te maken, en dan loopt
men gauwer warm.
Misschien dat wij hier al een schade
lijke vrucht hebben van de na-oorlogse
politieke verhoudingen, dat sommigen
wat apathisch werden ten opzichte van
de christelijke politiek. Het ging toch
immers mooi in NederlandIeder kreeg
zijn ouderdomspensioen, waarvan ook
vele christenen je innig konden verzeke
ren, dat zij dat aan „Drees" dankten.
Haast kunnen wij iets leren van de
P.v.d.A. Sinds de verkiezingen van vorig
jaar is het daar in het kamp nogal on
rustig. Zo moest aan het eind van het
jaar het kabinet vallen, ja.waarom?
Omdat de P.v.d.A. de Kamer nu niet
kon laten struikelen. Bij de aangevoelde
verzwakking van de positie wilde deze
partij ineens de trom roeren.
Is het op christelijk erf, bij gestadige
achteruitgang na de oorlog, niet erg mak
gebleven Er zijn wel een paar kritische
brochures verschenen, maar die hebben
de zaak echt niet beter gemaakt. Een
enkele heeft ons alleen geleerd, dat men
b.v. in sommige kringen in Friesland an
ders a.r. „denkt", dan b.v. op de linker-
Maasoever en in andere gebieden. Maar,
daar schieten wij geen steek mee op.
Wij moeten ons weer goed bewust zijn
of worden, dat de christen ook in het
politieke leven een dienst heeft waar te
nemen. Voor God, en het volk ten baat!
In een land, waar zoveel is opgebouwd
in christelijke geest, waar wij aan de
christelijk politieke ijver de rechtspositie
van het christelijk leven danken, vergt
het ons aller inspanning, om dit verkre-
gene te bewaren en in het algemeen
volksbelang uit te bouwen.
Wie maar even in de gelegenheid is,
die moet de politieke vergaderingen be
zoeken. Meeleven, en tonen, waar u bij
wilt behoren.
Voor mijn part lacht u om de politieke
grappen van Wim Kan, als u maar wéét,
dat wij in ons volksleven iets hebben te
bewaren, te winnenof te verliezen.
En het maakt een deel van onze eredienst
uit, of wij door de kracht van het evan
gelie bewogen worden, om ook in het
politieke leven op te komen voor het
Koningschap van Christus.
Onder hetzelfde opschrift: ons mede
leven, kunnen wij wel even vermelden,
dat er toch wel iets in beweging kwam
door het artikel over de katechisaties.
Centraal Weekblad nam het in hoofd
zaak over, met enkele treffende opmer
kingen. Door middel van dit blad komt
er ook „instemming" vanuit centraal-
Nederland. In onze eigen provincie
schijnt men niet zo „schrijflustig" te zijn.
Vooral over een onderwerp, waar wij
feitelijk allen mee zitten. Het gaat er
slechts om, of er wegen kunnen geopend
worden, waarin wij een betere beharti
ging van dit werk onder de jeugd kunnen
tegemoet zien.
De redaktie van Centraal Weekblad
was zo vriendelijk, een brief door te
zenden, waarin vooral instemming blijkt
op de volgendde punten: le. de uitga
ven, die de kerk per jaar doet voor het
katechetisch onderwijs; 2e. de methode,
die bij het onderwijs moet worden ge
volgd 3e. het feit, in hoever de dominee-
katecheet is; 4e. de worsteling om in
deze tijd met ter beschikking staande
middelen te werken.
Het blijkt, dat de strekking van het
artikel goed gevat is, en de belangstellen
de lezer zou iets willen bereiken.
Nu is dit laatste nog een lange weg.
Men kan zó maar niet een methode op
tafel leggen; het zou ook goed zijn, wan
neer de generale synode zich hiermee
bezig hield. Niet door een vraag uit de
kerkende synode benoeme enz. Want
dan vergroot men de problemen zonder
deze op te lossen. Maar, doordat de sy
node inzage kreeg van een bepaalde me
thodiek met toelichting.
Over de figuur van een katecheet in
de Ned. Herv. kerk durf ik niet te oor
delen. Oök daar wordt naar gevraagd.
Het is best mogelijk, dat de opleiding
hiertoe goed is. Maar men krijgt toch
weer andere figuren naast de ambtsdra
gers, die zich op de duur misschien wel
een beetje-semi-ambtelijk gaan gevoelen,
en daer ben ik geen voorstander van.
Wij moeten nog zien hoe het instituut
van jeugd-konsulent zich zal ontwikkelen
en wat daar voor de toekomst inzit.
Als het medeleven ontwaakt, dan ko
men de katechisaties meer in het middel
punt van het gesprek.
Of ze beslist 7 maanden, of 8 maan
den, of nog langer worden gegeven, lijkt
mij niet de hoofdzaak. Platteland en
stad zullen hier blijven verschillen. Of
schoon..... als het „examentijd" is in
de schoolwereld, moet men mij eens aan
tonen, dat de „betrokkenen" dan ook
„katechisatie-getrouw" zijn. Laten wij
reëel blijven!
Juist omdat het niet betreft een exa
mencursus, waar een bepaalde hoeveel-
hed stof in een bepaalde tijd moet wor
den bewerkt, moet men bij de katechisa
ties andere maatstaven aanleggen. De
verhouding: katecheet-jeugd, is belang
rijk.
De bespreking, het vragen-uitlokken en
samen behandelen, het „bezig-zijn" met
de geestelijke vragen, dat is bij de ka-
techisatie hoofdzaak. Waar dat enigszins
tot stand komt, daar slaagt het werk. Dat
zit in de eerste plaats niet in het aantal
maanden, maar in het gebruik van de
maanden, waarin dominee en jeugd el
kaar ontmoeten.
Nooit genoeg kan het medeleven van
allen voor deze arbeid worden gevraagd.
Het is nu de eerste vraag, of we ooit
dichter bij het ideaal komeneen vaste
methodeQ. St.
De wijsheid van het christelijk geloof
wordt uit de Schrift gevoed en onder
houden. Zij is geen wijsheid in de zin
van intellectuele kennis of wetenschap.
Maar zij is gericht op het dagelijkse, op
het praktische leven. Daarin wijst zij de
weg. Om iets „recht te maken", om iets
goed te doen. Om de juiste weg te vin
den in het leven.
De meeste mensen maken de dingen
te ingewikkeld, voor zichzelf en voor an
deren. Zij komen niet tot de eenvoud
van het geloof, dat zich door het Woord
van God leiden en richten laat.
Neem bijvoorbeeld de eerste psalm
wat een eenvoudWat een schat aan
praktische levenswijsheid. Wat een ver
eenvoudiging van onze menselijke pro
blemen, die zo gecompliceerd zijn, zo in
gewikkeld en moeilijk.
Dan komt Gods Woord en spreekt ons
aan en wijst ons de weg. Als wij naar
dat Woord van God met een ontvanke
lijk hart luisteren, wordt alles eenvoudig
en duidelijk.
Er wordt in deze psalm gesproken
over de twee wegen, die er zijn. Er zijn
er heus maar tweeEr zijn er geen dui
zend en één. Het is niet zo moeilijk om
tot een beslissing, tot een keuze te ko
men, als wij vaak voorgeven, ter ver
ontschuldiging van onze weifelende le
venshouding, om onze geestelijke traag
heid en onze dubbelhartigheid te excu
seren.
Wij zeggen dan, dat het moeilijk is in
onze tijd een duidelijke levenshouding
aan te nemen. Er zijn zoveel principes,
zoveel leuzen, zoveel meningen en op
vattingen. Wij komen er niet meer uit,
zeggen wij. En daarom kiezen we niet
duidelijk. We worden heen en weer ge
worpen in de stroom van het mensen
leven. De mensen weten niet wat ze aan
ons hebben, omdat we zelf niet meer
weten en vaak niet meer willen we
ten waar wij staan en hoe onze po
sitiekeus moet zijn. In het algemeen zijn
we bang van positiekeus; van stelling-
name moeten we niet zo heèl veel heb
ben. Want dan moet men ook staan voor
zijn zaak, voor zijn overtuiging. Dan
kan men worden aangevallen en moet
men zich willen verdedigen. Wij vinden
dat allemaal veel te omslachtig. Liever
pikken we overal een graantje en snoe
pen we mee van alle schotels op het ge
bied der levensovertuigingen en kiezen
zélf niet. Dan kunnen we ook nergens
aan „gehouden" worden en hoeven we
ook nergens voor te „staan". Geen won
der dat op die manier ons geestelijk le
ven een armetierig leven leidt. Daar la
menteren we wat over. Voor de show.
Dat is de verwereldlijking van het le
ven, die we overal om ons heen zien in
deze tijd.
Maar te excuseren is deze levenshou
ding niet. Zeker niet voor de christen!
Die móét (behóórt te) kiezen. Hij mag
zich het evangelie niet schamen. Hij moet
het kruis op zich nemen en de Heiland
We hebben hedendaags niet veel last
van diep-denkerij, tenminste niet op 't
gebied van het geestelijk leven.
Wel is de mensheid diep ingedrongen
in de structuur van de stof en is ze te
gelijk bezig haar vleugelen uit te, slaan
in 't onmetelijke heelal en spreekt de ge
leerdheid zowel over een millloenste deel
van een milligram, als over duizend licht
jaren, maar men heeft weinig lust in te
dringen in de verborgenheid der god
zaligheid en op te klimmen tot de aan
bidding van Gods hemelse heerlijkheid.
Het wordt in 't kerkelijk leven steeds
vlakker en holler. Velen, vooral jonge
mensen, drukken zich heel gemakkelijk
uit in allerlei technische termen, sport-
bewoordingen, die voor mij Chinees of
volgen. Hij moet zijn geloof belijden;
niet getuigen van zichzélf, maar van Zijn
Heiland. Hij moet zich altijd en overal
als cgelovige presenteren en een duidelijk
geluid laten horen, dat niet voor tweeër
lei uitleg vatbaar is.
Om zover te komen, moet de gelovige
zich in zijn bijbel verdiepen. Die is de
bron van zijn levenswijsheid. Die wijst
hem de weg en brengt hem tot een dui
delijke levenshouding in de wereld.
Als wij naar „alle wind van leer" luis
teren en overal ons hart voor openstellen,
komen we nergens toe. Maar als we de
bijbel lezen en herlezen en tot ons laten
doordringen, als de lioodschap van het
evangelie „vlees en bloed" bij ons wordt,
komen we verder.
Dan leren we dat er een „weg der
goddelozen" is én een „weg der recht
vaardigen". Alle menselijke overtuigin
gen, ideeën, meningen, opvattingen, on
dernemingen en praktijken zijn tot deze
tzvee terug te brengen.
Want „weg" betekent hier levensop
vatting en praktische levens wijze.
En dan staan tegenover elkaar ze
zijn niet met elkaar te verzóénen de
levensopvatting van de goddelozen én de
levensopvatting van de „rechtvaardigen".
Dan staan tegenover elkaar ze zijn
niet tot elkaar te herleiden de levens
praktijk, de levenswijze van de goddelo
zen èn die van de „rechtvaardigen". Een
„derde weg" is er niet. Kan er niet zijn.
Mag dus ook niet door ons gezocht wor
den.
Het zal in het licht van de gehele bij
belse boodschap duidelijk zijn, dat er
geen „rechtvaardigen" zijn, die dit in
eigen naam, op eigen gezag, op grond
van afkomst, kwaliteit, opvoeding, ont
wikkeling, prestatie of verdienste zijn.
Zó is niemand rechtvaardig. „Rechtvaar
digen" zijn we alleen in de oriëntatie
van ons leven op het Woord der genade.
Onze „lust" moet zijn in Gods wet. Onze
vreugde moeten we beleven in het ge-
nadewoord Gods. Dag en nacht moeten
we die overpeinzen. Daar „vol" van zijn.
De „leer" van het oude testament, de
door God gewekte verwachtingen, in
Christus „ja en amen", moeten ons leven
behéérsen. In deze oriëntering van ons
leven op het Woord Gods, in deze ver
ankering van ons hart in Jezus Christus,
ZIJN wij „rechtvaardig voor God".
Maar nu wil God daar ook iets van zien
en terugvinden in ons leven.
Daarom is er voor ons geen plaats in
het sanhedrin van de spotters. We mogen
ons daar geen zetel laten aanbieden.
Daarom mogen we ons ook niet begeven
in de speculaties, de ijdele overleggingen
en leuzen, der goddelozen of verpozen
op de „weg" der zondaren, die in het
overtreden van Gods ordinantiën geen
bezwaar zienDie levensopvatting
mag de ónze niet zijn en dié levenswijze,
die „weg", kan ónze weg niet zijn.
(Wordt vervolgd) A. V.
Soendanees klinken, maar als je aan deze
techniek-acrobaten vraagtwat is een
waar geloof, ofhoe zijt ge rechtvaardig
voor God, dan stokt 't antwoord in de
getrainde kelen en raakt de radde tong
aan 't stotteren.
En als je vraagt: wanneer heeft Cal-
vijn geleefd of zelfs: wanneer leefde en
werkte Dr Kuyper, dan vergist men zich
eeuwen.
Nu maakte ik dezer dagen met een
groep predikanten een excursie naar de
bekende Bruynzeel houtfabriek in de
buurt van Zaandam en daar zagen we
vol verwondering toe hoe, langs allerlei
kunstbewerkingen uit een zware boom
sierlijk keukeninterieur te voorschijn
kwam en hoe door allerlei, voor ons on-