HET FEEST DER GEBOORTE
Hier is Vlaanderen
vrijdag 19 december 1958 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland Veertiende jaargang No. 2526
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs3 per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. jaar (biJ vooruitbetaling),
aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm
Want een Kind is ons geboreneen Zoon is
ons gegeven." Jes. 9: 5a.
Kerstfeest is wel het bijzondere feest der Christenheid. Hier wil
eigenlijk iedereen aan mee doen. Zeg niet, dat dit alleen een zaak
is van gezelligheid en romantiek. Wie dit één keer in de kerk gezocht
zou hebben, die loopt er een tweede keer niet weer in. Toch zitten
alle kerken stampvol. Het is dus wel degelijk de kerstboodschap, die
ook nu nog de van de kerk vervreemden weet te boeien. En geen
wonder, want waar spreekt de boodschap van God de mens dieper
aan Hoe zal hij anders hierop reageren dan met glanzende ogen
te staren op het Kind in de kribbe?
In onze wereldoorlogende, zenuwslopende eeuw, waar de waarde
loosheid van het leven openlijk wordt uitgebazuind, doet de kerst
boodschap het. Een generatie, die groot gebracht wordt bij technische
wonderen kan zeker luisteren naar het verhaal van het wonder van
Bethlehem. Mensen, voor wie nergens het leven noodlottiger verwik
keld is in een genadeloos gebeuren dan waar ze zich buigen over de
wieg van hun kind, zulke mensen kunnen hartverwarmend blij worden
en nieuwe hoop voelen gloeien als ze kerstfeest vieren. Want een
Kind is ons geboren.
Maar tegen deze huidige achtergrond zijn dan ook de gevaren
levensgroot waarneembaar. Welk kind wordt er eigenlijk bedoeld?
Het gaat hier immers niet om een kind als type van alle kinderen,
zoiets als het eren van de onbekende soldaat. Het Kind van Bethlehem
is niet het symbool van een beloftevolle jonge generatie, die in naïeve
eerlijkheid het „vrede op aarde" zal verwezenlijken.
Dit moet die op Kerst kerkende wereld goed wetendit kind is
geen toevallige verrassing in de wereldhistorie, een bewaard gebleven
prentje uit het grijze verleden. Het gaat hier om Het Kind. Dit Kind
is de gave van God. Niet zoals we alles wat ons aan zegen tegenkomt
in dit leven als gave Gods mogen en moeten zien, maar wel zeer
bijzonder. Hij, die geboren werd voor bijna 2000 jaren in de stal
van Bethlehem, is de mens geworden Zoon van God. Dit maakt Kerst
feest zo aangrijpend, dat het niet alleen belangrijk is voor ons mensen,
maar ook voor God. Het Kind, welks geboorte wij vieren is de gave
Gods. Want in dit Kind gaf God het hoogste, dat Hij te geven had,
Zijn Zoon. En niet alleen aan de hemel van Efratha, maar ook in
de hemel van God wordt om dit gebeuren gezongen. Want aarde en
hemel verheugen zich beide in dit Kind, dat hemel en aarde verenigt
tesaam.
Kerstfeest, het feest van de geboorte van het Kind.
Voor de oppervlakkige mens een feest van gezelligheid en roman
tiek.
Voor de ernstige mens een religieus feest met de traditionele sym
bolen van kribbe en kind, herders en engelen en wie weet wat voor
diepe achtergronden van een God in de hemel die ons toch niet ver
geet in onze misère.
Maar voor wie gelooft is deze grote vraag beantwoord.
Voor tienduizenden zal ook nu weer het Kerstfeest betekenen de
scheur in de hemel, waardoor God Zijn Zoon gaf aan een wereld
verloren- in schuld. Voor hen is op dit feest geen plaats voor sentiment,
maar voor stille verwondering, lofzang en aanbidding.
Middelburg. J. YTSMA.
K
Het is al weer heel wat jaren geleden,
dat wijlen Prof. Dr. A. H. de Hartog
bij een Kerst feestviering het versiersel
van de kansel rukte en naar beneden
wierp. Kerstfeest was niet geschikt voor
versiering, het was eigenlijk een begra
fenis.
Ik weet niet, of alle aanwezigen dat
de professor toen in dank hebben afge
nomen. Een feit is, dat in de oude Kerk,
vooral sinds paus Gregorius, de advents
tijd gehouden werd als een tijd van ern
stige boetedoening. De priester verscheen
in rouwgewaad in de Kerk. Er hing een
rouwfloers op het altaar, misschien ook
wel vanaf de kansel. De schilderijen in
de Kerk werden alle bedekt. En het fees
telijk geluid in de vergadering werd niet
gehoord.
Van de verkondiging van de apostel
Paulus was zeker nog niet alles begrepen.
Het is te hopen in onze tijd, waarin véél
veranderingen in de lucht hangen, dat
wij niet „gregoriaans" zullen worden wat
de adventstijd betreft.
Met Kerstmis was alles dan licht en
vreugde. Wat heil, een Kind is ons ge
boren, een Zoon gegeven aan de aard'.
Ik kan het niet helpen, maar de over
denking van het Kerstgebeuren brengt
mij meer in dankbare en blijde stemming,
dan dat ik een begrafenissfeer „aanvoel".
De openbaring van het wonder, waar alle
eeuwen, sinds de zondeval, van gesproken
was. God komt in het vlees wonen, om
zó de weg te bereiden voor de zondaar,
waarlangs deze terugkomt in de heer
lijkheid.
Engelen zijn vol verrukking in Efra-
tha's veld. Zouden wij dat lied der en
gelen dan niet overnemen, en mét onze
kinderen ons verheugen in het heil, dat
is geschonken?
Politieke spanningen in het wereldle
ven, en in eigen land, mogen dat niet
verdringen. Het was zeker een niet min
der bewogen tijd op aarde, toen Jezus
Christus in het vlees verscheen.
Diktatoriale macht beschikte zó maar
over leven en dood. Alle volken waren
gebonden. Het leven van het volk Gods
stond onder zware druk. Maar de vreug
de over de geboorte van de Messias werd
daardoor niet tegengehouden. Het gezang
der engelen is straks door de Kerk over
genomen en zij heeft de boodschap van
het evangelie uitgedragen naar alle kan
ten.
In het bekende hoofdstuk van het
Kerstevangelie, Lukas 2, vinden wij de
wonderen samengevat. Er gebeurt wat
bij de geboorte van het Kind Jezus in
Bethlehem.
Het licht uit de heerlijkheid komt de
aarde beschijnen. In dat licht is het de
engel, de bode Gods, die kontakt zoekt
met de mens.
Dit is al het buitengewone.
Hoe vaak bemerken wij het, dat onder
mensen kontakten verbroken worden.
Zo gaat het in de politiek, zo is het in
de familie-verhoudingen, ja, tot in de
Kerk toe. Kontakt verbroken, en
wit er ook wordt geprobeerd, het wordt
niet meer hersteld. Voortzetting van het
boos begin in het paradijs, toen de mens
het kontakt wegnam, eerst met God,
daarna ook onder mensen. Onder vrome
schijn is dit de bittere ernstwaar het
kontakt niet meer gezocht wordt, daar
is het leven ten prooi aan duistere mach
ten.
Kom nu naar Bethlehem! Denk u de
geschiedenis in, wat daar gebeurde in
Efratha's veld. De hemel geopend, de
hemelbode naar de aarde, met de ver
kondiging, dat het kontakt er nu weer
is. Niet van 's mensen kant, maar van
Gods kant hersteld.
Zo vaak wij het Kerstfeest vieren,
moet dit tot ons spreken. Tegenover de
verwoestende werkingen, waar wij schuld
aan hadden, staat hier de grote herstel-
arbeid van God, in Jezus Christus. Da
delijk worden de vruchten daarvan ge
noten. Want, op het vinden van het Kind
in de kribbe komt de aanbidding des He
ren.
Hoe het nu op aarde moge verlopen
God is nabij de ziel die tot Hem zucht.
Dat is het Kerstwonder: demonstratie
van het komen Gods in de menselijke
ellende. De ellende is dan voor Hem,
waarvan misschien het liggen in de krib
be al een symbool is. Voor Hem de el
lende, voor ons: de redding, om tot een
nieuw leven te komen.
De eenvoudige herders hebben het ge
loofd en ondervonden. Hun maatschap
pelijke positie bleef dezelfde. Simeon en
Anna beleefden geen tweede jeugd.
Maar, de herders wisten nu, dat God
met hem de moeilijkheden zou dragen,
om eindelijk alle last van hun schouders
af te nemen.
En, Simeon en Anna, zagen in dat
licht, dat nu was opgegaan, de dood als
helper en knecht om door te laten naar
hét leven!
Overal bracht de tijding van het Chris
tuskind blijdschap.
Overalzegt ge.
En, u denkt nog eens aan Bethlehem,
wat Herodes daar voor e^n gruwel be
dreef aan de kinderen. Het jonge leven,
om de wille van hét Kind, in groot ge
vaar. Maar dan ook in de dood niet
zonder de vrucht, van Jezus- komst in
het vlees. Tot in het bangst verdriet be
tekent 't wonder van Bethlehemuit
komst en zaligheid. Zelfs dan, wanneer
wij geen woord meer kunnen zeggen,
haast radeloos zijn, door 't onrecht en
de gemeenheid in deze werelddan
nog is de nederdaling van God in het
vleesde kracht, die helpt. Kontakt,
waardoor wij in de gemeenschap met
God worden teruggebracht, als kinderen,
die de terugkeer tot vader beleven.
Dat is in werkelijkheid ons leven op
aarde. Niet, als u alleen naar aardse
maatstaven te werk gaat. Maar, wanneer
u in het licht van het Kerstgebeuren ons
leven hier bekijkt, dan gaan wij, van
kracht tot kracht. Van het jeugdspel tot
de levensstrijd, tot de levensavond en het
besluit, is het een gestadig opschuiven
naar het huis van de Vader!
Het Kerstwonder leert u zó alles te
taxeren.
De oplossing komt.
Het is lang geleden, dat de Heiland
in het vlees verscheen.
Gelooft u, dat u Hem straks zult zien
in heerlijkheid Daarin wordt dan de
zegen van ons Kerstfeest duidelijk!
C St.
„Komt, verwondert u hier, mensen!",
zo klinkt de eerste regel van het sublieme
lied van de onbekende middeleeuwse
dichter, dat wij gelukkig tegenwoordig
ook in onze gereformeerde Erediensten
mogen zingen.
Het is dus n opwekking om ons te
verwonderen.
Echter, kunnen wij ons nog verwon
deren
Kennen wij, mensen van 1958, nog
wel de echte verwondering?
Of.... of is het wellicht zó met ons
geworden, dat wij ons nergens meer over
verwonderen
Men zou het soms wel zeggen wanneer
men zo heel vaak hoort de opmerking:
„Ik verwonder me nergens meer over".
Misschien denkt nu iemand, die dit
leest, „Maar is het eigenlijk wel zon
wonder, dat wij ons zo goed als nergens
meer over verwonderen Want zijn we
er tegenwoordig niet allemaal aan ge
wend, dat er dagelijks dingen gebeuren,
waarvan vroegere geslachten niet hebben
kunnen dromen? Wie zou zich b.v. nog
echt en diep verwónderen wanneer hij
door de radio hoorde, dat er 'n bemande
raket naar de maan was afgeschoten
Of wie verwondert zich in onze tijd
eigenlijk nog over 'n flagrante schending
van het volkenrecht of van de rechten
van de mens? Wie verwondert zich nog
over officiële verdraaiing van feiten of
over 'n geweldige vinding op medisch
gebied? Ach, in zulke gevallen ergeren
we ons alleen maar óf we zijn er blij
om, maarons werkelijk verwónde
ren, neen, dat is er niet meer bij
Ik geloof, dat wie zo denkt, gelijk
heeft.
Alleen, ïk zou de opsomming nog wat
willen uitbreiden en vragen: „Wie ver
wondert zich eigenlijk nog over de god
loosheid van de massa, over de verwe
reldlijking van het Kerstfeest, over de
volle kroegen en de donkere buurten in
de grote steden, over het aantal echt
scheidingen en de toenemende crimina
liteit?"
En dan zou ik zelf op die vraag willen
antwoordden„Niemand
„Komt, verwondert u hier, mensen!"
Is het dan feitelijk niet dwaas, om
dat in deze tijd van de mensen te vragen,
dat ze zich zullen verwónderen
Zeker, dat die middeleeuwse dichter
met deze opwekking tot de mensen van
zijn dagen kwam, dat begrijpen we. Im
mers, toen kón men zich werkelijk nog
verwónderen.
Mogelijk begint nu de één of ander,
bij het lezen van die woorden„toen kón
men zich werkelijk nog verwónderen",
te staren en voelt hij iets als van heim
wee, zoals 'n mens terug kan verlangen
naar de tijd van zijn jeugd, toen alles
nog nieuw en nog verwonderlijk voor
hem was
Dan zou ik alleen dit willen zeggen
Als er voor de mensen uit de middel
eeuwen reden was om zich bij de kribbe
van Bethlehem te verwonderen, dan zé
ker voor de mensen van 1958
Dan zéker voor de ontkerstende we
reld, waarin wij leven!
Want dat God ook óns nog de bood
schap van zijn genade wil brengendat
Hij ook óns nog naar de stal leidt en
ons ontrukt aan de zuigkracht van het
moderne leven, om ons even in de stilte
te brengen bij het Kind Jezus, inderdaad,
dat is feitelijk het enige, waarover wij
ons in deze moderne wereld nog kun
nen verwónderen.
Immers, God zou nu toch zéker alle
reden hebben om zich volkomen van ons
terug te trekken. Van ons, mensen van
de 20ste eeuw, die leven en doen alsof
ze geen ziel te verliezen hebben en alsof
er geen God bestaat.
Echter, nochtans blijft Hij ons wijzen
naar de stal van Bethlehem, d.w.z. naar
dat Wonder, waarbij de wonderen van
de techniek en van de wetenschap ver
bleken God, geopenbaard in het vlees
„O, Heer Jesu, God én mense!"
Ik denk nu aan wat de Heiland eens
heeft gesproken: „Voorwaar, voorwaar
zeg Ik u: Indien gij niet wordt als 'n
kind, ge zult het Koninkrijk Gods niet
binnengaan".
Ja, men moet worden „als een kind",
zó onbevangen en zó blij-verrast, om het
echt weer te kunnen ziénhet ondoor
grondelijke Wonder van de geboorte van
Jezus Christus. Om iets te kunnen ver
staan van het mysterie van die vernéde-
ring, van dat volkomen indalen in onze
nood.
Kerstfeest eindigt dan ook altijd in
'n gebed: „O, God, laat mij toch zelf
ook als 'n kind uw genade mogen aan
vaarden. Laat mij toch zién, dat het
mijn zonde was, die U tot dit mateloze
Wonder van dit mateloze Offer bracht".
Als we zó bidden, daalt er 'n einde
loze vrede in ons hart.
Want zulk bidden verhoort God.
Dan wordt groot, door de kleinheid
van het Kind Jezus.
Dan wordt u innerlijk vrij door Zijn
banden.
Dan wordt u rijk door Zijn nood.
Dan wordt lï blij door Zijn lijden.
En dan wordt lï levend door Zijn dood.
Ach, neen, dan verwonderen we ons
vandaag over niets meer, behalve over
dat ene: dat Kind in de kribbe!
Ja, èn over dat andere, dat wij, zon
daren, weten, dat de grote en heilige
Gód ons in Hem genadig is.
Dat deze moderne wereld ons innerlijk
niet schaden kan.
En dat wij, dwars door haar heen, op
weg zijn naar het betere Vaderland.
„Komt, verwondert u hier, mensen
„Nog is de stal van Bethlehem verlicht,
Nog kunt ge gaan, nog is de deur niet
dicht
Waar bent u, als u dit leest? In 'n
grote stad, waar, naar het woord van
Van Eeden, „de mensheid is en haar
weedom", in 'n provincieplaats, op 'n
dorp, in 'n huis midden in de stilte van
het land? Bent u misschien in 'n zieken
huis, in de kazerne, aan boord, zwer
vend ver van uw geliefden?
Hóé bent u, als u dit leest? Ziek, een
zaam, oud, jong, gezond, rijk, genietend
van de verkwikking van de Kerstdagen,
zittend in 'n gemakkelijke stoel bij 'n
schemerlamp
Hoe vaak hebt u het Kerstevangelie
al gehoord Mogelijk al vele, vele malen
Wat voor nieuws was er vandaag door
de radio?
Ach, ik zou u willen vragen: Laat het
allemaal even wegzinken. Wees even
stil. Wees even alleen maar 'n zondaar,
'n zondares, 'n klein, nietig mens midden
in de denderende drukte van deze ra
zende tijd. Sluit desnoods 'n ogenblik uw
ogen en buig u in de geest over dat stil-
ademende Kind, over dat zachte glanzen
van de goddelijke Genade
Kom, verwónder u hier
Enaanbid! H. P.