Kerknieuws KLEINE VOSSEN r vJ Officiële Berichten BERICHT "A Aangezien de Kerkbode op Vrijdag 26 december a.s. NIET kan verschijnen, wordt men verzocht de predikbeurten tot en met 1 januari a.s., heden aan ons op te zenden LITTOOY OLTHOFF woordelijkheid niet veel meer overblijft. Met name de uitverkiezing is dan nog al eens het struikelblok. Als God nu toch al van eeuwigheid bepaald heeft, hoe het alles gaan zal, wat kan ik daar dan nog aan veranderen? Kunnen wij op Gods eeuwig besluit ook maar enige invloed uitoefenen? Kunnen wij zijn Raad ver anderen Dan hoor ik m'n catechisanten zeggen „toch niets aan te doen! Van wie God bepaald heeft, dat ze niet zalig worden, die zullen er niet komen ook, hoe zij zich er ook voor uitsloven misschien. En staat het eenmaal vast, dat ik er wèl kom, dan komt het toch alles prima voor elkaar". Nu zit er natuurlijk in heel deze redenering een lelijke fout, want de niet-uitverkorene zal zich heus voor de zaligheid niet uitsloven, hij wil het ook niet en de ander is voor deze dingen niet zo onverschillig, als hij zich voordoet. Toch meen ik, dat we onze jonge men sen in hun bezwaren een eind tegemoet kunnen komen. Het ligt er aan, hoe we ons het be grip „eeuwig" denken. Daarbij kan ik de voorstelling hebben van een oneindige reeks eeuwen, zowel wat het verleden, als wat de toekomst aangaat. Niet één, niet twee, niet tien of duizend, maar een oneindig aantal eeuwen geleden heeft God een besluit genomen, toen er nog geen wereld was, laat staan, dat ik er was. En nu is Hij aldoor maar bezig, met dat besluit uit te werken en Hij doet het met grote preciesheid. Dan is al mijn doen en laten en ook de zaak van de eeuwige zaligheid, het aangeno men of verworpen worden iets, dat on wrikbaar vaststaat. Dan is het van de oertijd af, ja zelfs heel, heel ver daar vóór, alles al in kannen en kruiken en daar kan ik geen speld meer tussen krij- gen. Maar 'ik kan me de eeuwigheid ook denken als boven alle tijd verheven. Dan zie ik het besluit Gods niet als iets, dat een schrikkelijk lange tijd geleden al ge nomen is, maar dan zie ik de besluitende God, die vandaag en morgen precies de zelfde is als vóór de schepping der we reld. Hij is immers altijd dezelfde, gister en heden en tot in eeuwigheid. Het begrip „tijd" speelt ons hier par ten. Wij kunnen dat niet op God over brengen. Hij is zelf de tijd-loze. Hij heeft ook de tijd geschapen, .maar dan is Hij dus ook hier Schepper. En de eigenschappen van de schepping mogen wij niet op de Schepper overbrengen. Ik mag niet zeggenik ben zo erf in de wereld om mij heen zie ik dit of dat en nu zal God ook wel zo zijn, alleen in wat versterkte mate, in overtreffende trap, nee God 'is geheel anders. Daar staat God oneindig boven. Hij is 'vol strekt boven de tijd verheven, altijd de zelfde. Bij God is geen oneindige op eenvolging en aaneenschakeling van ogenblikken. Er is bij God geen gister en morgen, geen vroeger en straks. Het is bij God vandaag. Want duizend jaren zijn in uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is en als een nachtwake. Onze oude vromen hadden daar een aardige uitdrukking voor: in de hemel tikt geen klok. Als God Abraham voor de beslissing stelt, of hij zijn zoon Izaak zal offeren of met, dan is dat precies hetzelfde als de beslissing, waar één van mijn cate chisanten voor staat, of hij de omgang- met dat ongelovige meisje zal verbreken of voortzetten. Dat zie ik als een be slissing, die God vandaag van die jongen vraagt en voor Abraham was het ook vandaag, want bij God is het altijd van daag. En als Hij die cipier van Filippi en even later koning Agrippa en vandaag mijzelf voor de beslissing plaatst, wat ik doe met het aanbod van genade, de prediking verwerpen of ter harte nemen, dan 'is dat in de grond der zaak precies hetzelfde. Dan is daar de besluitende God, die (ik kan dat niet doorgronden), maar die toch min of meer tegelijk met mij een besluit neemt. Als ik voor de beslissing sta, dan is dat niet reeds een voldongen feit, waar toch niets meer aan te veranderen is, maar dan moet dit nog een feit worden en van mijn beslissing- hangt het af, wat het worden zal, ja of nee. Daarmee wil ik niet zeggen, dat wij het dus in de hand hebben, natuurlijk- niet. Gods Geest moet het hart veran deren en een horend oor heeft de Iiere gemaakt. Maar dat is in het gewone leven ook zo. Wij spreken dan immers wel van eerste en tweede oorzaak. Als 's morgens de wekker afloopt, dan moet ik opstaan en als ik blijf liggen ben ik zelf oorzaak, dat mijn dag in de war loopt en ik met mijn werk niet klaar kom. En als ik ondergeschikte ben, moet 'ik me niet al te zeer verwonderen, als ik, bij herha ling van dergelijke kunsten, mijn ont slagbriefje thuis krijg. Maar als ik op sta, doe ik dat in de kracht, die God mij verleent. Het lijkt me toe, dat zo de eigen ver antwoordelijkheid in scherper licht komt te staan. We hoeven niet te trachten, alles tot een oplossing te brengen. Laten we maar de moed hebben, tegen onze cate chisanten te zeggen„beste jongens, ik begrijp er ook niets van". De dingen van Gods Woord blijven altijd dingen, waar wij met het verstand niet bij kunnen. Hoe zou het ook! Hoe kunnen wij ooit Gods doen narekenen en zijn liefde be grijpen. Maar het lijkt me toe, dat we op deze manier onze jonge mensen, met hun tel kens weer terugkerende moeilijkheden, wel een eind tegemoet komen. K.-B. v. d. L. We horen nog al eens verklaren, dik wijls met enige ergernis in de stem „ze moesten". Bij 't lezen van een rechts zitting, waarbij een beklaagde terecht staat voor een o.i. ernstig misdrijf, een misdrijf dat weerzin oproept, werpt men de krant neer onder de uitroep„ze moes ten" die vent levenslang geven. Mensen, die buiten de kerkeraad of 't schoolbestuur staan, hoor je mompe len: „ze moesten" die zaak heel anders aanpakken, „ze moesten" veel strenger optreden. Lieden, die weinig aan politiek doen, verklaren vrijmoedig„ze moesten" kras se maatregelen treffen; „ze moesten" de regering op haar nummer zetten, 't is tegenwoordig wet op wet en regel op regel. En zo maar verder! Zo sprak ik, niet zo lang geleden, een zuster uit Zeeland, die diep onder de indruk leeft van een bepaald enthousiast prediker, inderdaad een evangelist-bij-de-gratie-Gods. Ook ik, die hem éénmaal hoorde, acht hem hoog en ben jaloers op zijn gaven, op zijn van liefde-brandende betoogtrant. Maar nu verklaarde die zuster: „ze moesten" zo allemaal preken, „ze moesten" name lijk de predikanten allen zo met hei lige bezieling getuigen, dan zou 't er an ders uitzien in onze kerken, dan waren de kerkgebouwen gauw te klein! „Ze moesten", evenals hij, zo helder, fris, levendig, 't Woord verkondigen, 't is nu alles vaak zo dor en schools. Nu stem ik deze van-liefde-brandende zuster waren er maar meer zo ik stem haar toe, dat er aan de preken en ik kan in hoofdzaak oordelen over mijn eigen preken heel wat mankeert, 't Is dikwijls confectie, maatwerk; je moet toch twee preken hebbenEn daar om zou ik tot me zelf willen zeggen, niet „ze moesten", maar „ik moest" met veel meer gloed en overtuiging spreken. Nu moet die zuster en velen met haar voorzichtig zijn met dat „ze moesten". Ik zei haar: je hebt in 't dierenrijk aller lei klankenleeuwengebrul, duivengekir, gepiep van zwaluwen, het orgelen dei- nachtegalen als we nu eens alleen 't gebrul van de leeuw hoorden, of alleen 't geblaat van schapen, of 't loeien van koeien't zou niet uit te houden zijn. Je hebt bij een zanguitvoering: so praan, alten, tenoren en bassen. Als 't allen bassen waren, wat een gebrom zou 't zijn; waren 't allen sopranen, je zou je oren dichtstoppen. Zo heeft de Here bijzondere gaven gegeven: 't zijn niet allen Apollossen, of Stephanussenje had al dadelijk „aarden vaten", waarin de schat des evangelies werd gedragen. Daarom, lieve zuster, als U dit onder ogen mocht komenverander dit „ze moesten" in „wij moesten". Wij moes ten veel meer bidden voor de voorgan gers; „wij moesten" zelf steeds meer ge tuigen. Je hebt Debora's, die krachtig getuigen, maar ook stille Maria's, en vrouwen die „zonder woord" belijden. Zijn we allen apostelen, zijn. we allen leraren, zijn we allen Apollossen, zijn we allen Stephanussen? We beschikken niet allen over lieren en luiten om de Evangelieboodschap melodieus te ver klanken Paulus zelf schijnt ook geen Apollos te zijn geweest maar we heb ben allen al onze gaven in te zetten. Zowel hoorders als sprekers moeten niet komen met „ze moesten", maar met „wij moesten" veel meer zijn voor God en onze Heiland. Uit het oude-Vossenland. Beroepen te Maasdijk, A. J. Dondorp te Domburg te Nieuwerbrug a.d. Rijn, J. H. Nawijn, kand. te Katwijk aan Zee te Balk en te Echten, C. H. van den Berg, kand. te Hilversum te IJssel- monde, K. Schouten te Lisse te Dus- sen (N. Br.) en te Mariënberg, Th. P. van Belzen, kand. te Arnemuiden te Werkendam (2de pred. pi.), A. J. Don- dorp te DomlDurg. Aangenomen naar Wilnis, G. de Vries, kand. te Almkerk, die bedankte voor Mariënberg en voor Nieuwlande (Dr.) naar Nieuwerkerk a. d. IJssel, J. Nie- mantsverdriet, kand. te Barendrecht, die bedankte voor Hijlaard, Oldemarkt, On- derdendam, Ottoland en voor Zwarte- waal-Abbenbroek. Bedankt voor Gouda (vac. J. M. Vla ming), W. Griffioen te Nijkerk voor Borne en voor Nunspeet, A. Wiersinga te 's-Graveland voor Rijswijk (3de pred. pl.) en voor Utrecht-Oost (vac. H. W. H. van Andel), P. Pleinen te Noordwijk-Binnen voor Veenwoud- sterwal, A. Schippers te Colijnsplaat voor 's-Gravenhage-West (vac. W. Rees kamp), C. Goeman te Iiaarlem-Zuid. Examens. De classis Arnhem heeft praeparatoir geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heer G. O. N. Veenhuizen, kand. te Ede, Schaapsweg 157, die ter stond beroepbaar is. De classis Utrecht heeft na gehouden examen op grond van het artikel der K.O. waarin sprake is van singuliere gaven beroepbaar ver klaard de heer G. van Driel, kand. te Utrecht, die terstond beroepbaar is. Afscheid en intrede. Kand. G. de Jong te Nijega, zal a.s. zondag door Ds. PI. Hempel van Nijega (Fr.) te Neede worden bevestigd. Ds. N. J. Go ris te Barchem heeft tijdens een te Zutphen gehouden simul- taanwedstrijd schaken de Russische grootmeester Botwinnik verslagen. Amersfoort. De kerkeraad besloot op voorstel van de commissie van beheer slechts dan in te gaan op een aanbieding van een kerkorgel dat voor 10.000, kon worden geleverd als de leverancier daarbij de schriftelijke garantie geven kan, dat het instrument later ook ten volle bruikbaar zal zijn in een kerkge bouw van 500 a 600 zitplaatsen. Het gaat hier om een gebruikt pijporgel in de Kruiskapel. Tot dusver zijn steeds ge bruikte instrumenten aangeschaft met alle nare gevolgen van dien als hoge repara tiekosten etc. Barchem. De kerkeraad heeft ad- haesie betuigd aan het adres van de ker keraad van de Plerv. gemeente te Laren (Geld.) te richten aan het gemeentebe stuur, verzoekend dansvergunningen de zeven zondagen vóór Pasen te weigeren. Bussum. De kerkeraad heeft een stichting in het leven geroepen, die be doeld daadwerkelijke bestrijding van de woningnood, omdat hij van oordeel is, dat men niet kan volstaan met het be jammeren van die nood. De nieuwe stich ting gaat zestien huizen bouwen, waar van de kosten worden geraamd op ƒ291.300,-. Daar zal ongeveer ƒ70.500,- aan premie afgaan, zodat een bedrag van 220.800,resteert. De gemeente is verzocht 85 pCt. van de bouwsom te wil len garanderen wat de rente en aflossing betreft. Resteert nog 15 pCt. of met de bijkomende kosten een bedrag van 45.000,dat men vinden wil door het uitschrijven van een lening met een loop tijd van 50 jaar en een rentevoet van 3Yl De woningen zullen ƒ75,huur per maand doen. 's-Gravenhage-Loosduinen. De ker keraad wil naast de Petrakerk een be jaardencentrum bouwen en in okt. 1960 met de bouw een aanvang maken. Plet gemeentelijk grondbedrijf heeft grond gereserveerd aan de Appelstraat naast de Petrakerk. Er komt ruimte voor een honderdtal bewoners. De kosten worden met inbegrip van de grond geraamd op ongeveer een millioen gulden, waarvan de overheid een deel verstrekken zal. Rotterdam. De kerkeraad besloot, dat in elke kerkdienst 's avonds dezelfde afdeling van de Catechismus zal worden behandeld, zodat de predikanten hun Ca- tecbismuspreek niet meer tweemaal kun nen houden. Rotterdam-Delf shaven. De kerke raad heeft in principe vijf evangelisa tie-ouderlingen benoemd, waarover iedere sectie zich beraden zal. Hij zal voor deze ambtsdragers een instructie opstellen en het evangelisatiereglement herzien. - Sittard. De voltallige kerkeraad heeft een samenspreking gehouden met de Plerv. kerkeraad. Men zal de concrete raakpunten tussen beide kerken concreet gaan bespreken, waartoe uit elke kerke raad drie personen zijn benoemd. Beide kerkeraden waren het er over eens, dat Christus allereerst centraal moet worden gesteld. Een speciale commissie zal het vraagstuk van de school nader bezien. De generale synode in zicht. Nog geen half jaar na sluiting van de synode van Assen komt die van Utrecht reeds in het zicht. De ontvangende kerkeraad van Utrecht-Oost heeft een regelings commissie benoemd om de synode te ontvangen, bestaande uit de heren Ds. H. W. H. van Andel, J. v. d. Berg, G. M. A. Laernoes, W. van Vliet en L. Vlijm. Centrale diaconale conferentie. In de vacature van Dr. J. W. Noteboom is benoemd tot voorzitter van de centrale diaconale conferentie de heer J. de Vries te Amsterdam en in de vacature van wijlen de heer J. Hofman tot secretaris de heer J. de Boer te 's-Gravenhage. Bond van Geref. Vrouwenvereni gingen. Te Amsterdam, Koudum, Wage- niiigen, Wommels, Wons en Zaandam zijn verenigingen tot de bond toegetre den. Giften en legaten. De kerk van Ommen ontving 'n legaat groot ƒ9700,12 en een aandeel in onroerend goed groot 1589,Voor de stichting „Ons Honk" te Apeldoorn werd van een werk gever een gift van 1200,ontvangen voor de aankoop van meubilair. De kerk van Harderwijk ontving een spaar bankboekje met een saldo van ƒ1100, voor schuldaflossing van de kerk. Het ging niet door. Gezien de vele aanvragen om steunverlening die telkens weer ter tafel komen, stelde een van de kerkeraadsleden in Hoogkerk voor, om het roken te staken, en de aldus be spaarde gelden in de kas voor algemeen christelijke doeleinden te storten. Het voorstel werd in de kerkeraad echter niet ondersteund ven kon derhalve ook geen onderwerp van bespreking uitmaken. Bij voorbaat U dankend KORT VERSLAG van de vergadering van de classis Middelburg, gehouden op 13 nov. 1958 in de Hofpleinkerk te Middelburg. 1. Namens de roepende kerk van Oost- kapelle opent Ds de Groot de vergade ring; leest Js 57: 1621, laat zingen Ps. 29:1, gaat voor in gebed. 2. De afgevaardigden van Meliskerke en Souburg zien de credentiebrieven na; alle kerken zijn wettig vertegenwoordigd vier hebben instructies, n.l. Domburg, St. Laurens, Vrouwenpolder en Westkapelle. 3. Het moderamen neemt zitting: prae- ses Ds Boot, scriba I Ds Streefkerk, assessor Ds v. Wouwe, scriba II Ds Vlaardingerbroek. 4. De praeses heet allen welkom, voor al Ds Bohlmeijer, die voor 't eerst ter vergadering is; memoreert het langzame herstel van Ds Boon, waarover br. Koole enige mededelingen doet. Aan Ds Boon zal namens de classis weer een attentie worden gezonden. 5. Ds Bohlmeijer ondertekent de Drie Formulieren van Enigheid. 6. De notulen van de vergadering van 11 sept. j.l. worden gelezen en onver anderd vastgesteld. 7. De 2de scriba doet verslag van ge voerde correspondentie. 8. Ingekomen stukken: a. Van Gen. Deput. v. Gescheurde ker ken over nog niet ontvangen bijdragen, met het verzoek deze uiterlijk 31 dec. 1958 aan deputaten te doen toekomen. Naar aanleiding hiervan enige medede lingen van Ds Elshout (class, deputaat voor deze zaken) en Ds Verschoor. Na enige discussie besloten dat Ds Elshout deze zaak verder behandelen zal. 9. Voordat de behandeling van de in komen stukken verder gaat, heeft het praeparatoir examen van cand. Th. P. van Belzen te Arnemuiden plaats. Deze houdt zijn preekvoorstel over 2 Kon. 7:1. Aan gezien hiertegen geen bezwaren zijn, kan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 2