Kerk en
Katechisatie
Van de wijde, ruige Heide
KLAPROOS-DAG
vrijdag 7 november 1958
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland veertiende jaargang No. 19
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
PloofdredacteurDr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor bonnementsprijs. per ai
Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. jaar vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm.
Vanaf de jeugd is het ons ingeprent,
dat de katechisatie een belangrijke zaak
is. Daar valt ook niets tegen in te bren
gen. De jeugd der gemeente dichter bren
gen bij de inhoud van Gods Verbond en
Woord, daar moet stellig alle aandacht
aan worden besteed.
Hoewel wij daar in de kerk van over
tuigd zijn, mogen wij niet zeggen, dat
wij op het gebied van het katechetisch
onderwijs steeds bezig zijn om te „refor
meren". Jaren geleden is er geroepen
om een kerkelijk leerboek voor de kate
chisatie. Een prijsvraag is er voor uit
geschreven. Maar, het „begeerde" leer
boek is er niet uit te voorschijn gekomen.
Er zijn wel jaren geweest, waarin ver
schillende predikanten zelf een boekje
uitgaven. Wanneer men dan serieus ging
vergelijken, dan rees de vraagwaarom
moesten deze elkaar opvolgen
Ik heb eens de euvele moed gehad,
om er op te wijzen, dat er voor de kate
chisatie behoefte bestond aan een goede
methodiek.
Op veren igingsgebied las ik wel eens
van een methodiek-kommissie en een
methodiekrapport. Op onderwijsterrein is
men steeds bezig over „de methode", te
volgen bij de te behandelen stof.
Las u ooit van een methodiek-kommis
sie voor het katechetisch onderwijs?
Ofmag ieder hier het liedje zingen
op zijne wijs
Omdat deze dingen mij al jaren ter
harte gaan, en een vergelijking met het
gewone onderwijs altijd uitvalt ten na
dele van de katechisatie, moet ik hier
over eens schrijven.
Het gaat mij op 't ogenblik niet zozeer
om de katechisanten. Of ze braaf zijn.
of juist andersom. Hoe belangrijk hiel
de opgroeiende jeugd moge zijn, ik wil
eens ingaan op de vraag: kerk en kate
chisatie.
Natuurlijk leest u wel eens wat ovel
de onder wijs-begrotingen, de aanschaf
fing van leermiddelen, de projektielamp,
de filmstroken, platen langs de wanden,
enz. Hoe staat het met de onderwijs
uitgaven van de kerk ten opzichte van
haar jeugd?
Hoe vaak wordt er in de kerkeraden
„gehandeld" over katechisatie-uitgaven,
en zijn dan alle broeders „hevig geïn
teresseerd", omdat het nu de vorming
van onze jeugd betreft?
Daarmee wordt geen enkele kerkeraad
getroffen, waar dit alles „én bekend èn
behartigd" wordt. Plet wil mij echter
voorkomen, dat het aantal kerkeraden
groter zal zijn, waar deze vragen niet
in behandeling komen.
Waar ligt het toch aan, dat wij ons
inzake de katechisaties zo „makkelijk"
bewegen? Een euvel, dat al jaren be
staat.
Weten de kerkeraden, of de dominees
kunnen katechiseren Enwanneer
zij daar eens wat moeite mee hebben, tot
welke „instantie" moeten zij zich wen
den om advies? Wie zal de dominee hier
vérder helpen
Maardenkt u, er bestaat toch zo
iets als kerkvisitatie. Dat wil zeggen, dat
een paar predikanten uit een classis bij
de verschillende kerkeraden een avond
op bezoek komen. Ieder gemeentelid, als
hij wat heeft, kan dan toegang vra
gen tot die vergadering. En, ja, dan
worden ook een paar vragen gesteld over
het katechetisch onderwijs! In sommige
regelingen leest men daar zegge en schrij
ve, vier vragen over.
Over de tijd, waarin de katechisaties
worden gehouden, het aantal katechisan
ten, de trouwen en de ontrouwen, hoe
veel doen er uit hun midden belijdenis
èndoen de ouders ook nog wat aan
onderwijzen. De leerboeken, die gebruikt
worden, en dan hebt u het gehad.
U fnoogt dit gerust „verouderd" noe
men
Dit isgeen serieuze kennisname van
de hoogst belangrijke zaakhet onder
richt aan de jeugd.
Ik zal het zeker niet op gelijke wijze
zien als het godsdienstonderwijs op een
middelbare school. Maarhet is
onderwijs, daar gaat niets van af. Ver
gewist de kerk zich, dat dit goed ge
beurt
Nee, en nogmaals nee.
De kerk laat het in hoofdzaak aan de
dominees over. En, die werken zonder
enige goede didaktische opzet, ieder op
zijne wijs.
Van toezicht op het katechetisch on
derwijs is beslist geen sprake. Dat enkele
ouderlingen-bezoek is geen toezicht,
'Soms hangt het samen met de orde, en
dan is het helemaal bedroevend.
Endurft iedere ouderling, bij
toerbeurt aangewezen, zich deskundig te
noemen om over katechetisch onderwijs
te oordelen Waarom zouden wij dat
niet eerlijk en openlijk zeggen U kunt
verder gaanvoor de ene predikant is
onderwijs geven een véél zwaarder op
dracht dan voor een ander. Toch worden
zij er allemaal voorgezet. Ik wéét wel,
u kunt uit de kring van het M.O. ook
wel voorbeelden noemen, maar dat is nu
niet aan de orde. De kerk en de kate
chisatie, daar gaat het om.
Hoe kan de kerk zich vergewissen, of
het met het katechetisch onderwijs zó
wel kan Dan moeten de katechisaties
zelf worden bezocht door daartoe aan
gezochte ambtsdragers. En, deze ambts
dragers moeten zelf een staat van dienst
hebben, waaruit gebleken is, dat zij kerk
èn jeugd liefhebben en zelf worstelen
om de stof voor de katechisatie zo goed
mogelijk te behandelen. Zulke ambtsdra
gers komen dan niet als lastige keur
meesters, maar als helpers in de dienst.
Stel dat het ooit tot zulk bezoek komt,
dan zult u eens zien, hoe gauw of deze
ambtsdragers, op grond van de opgedane
ervaring, zullen rapporteren: we hebben
behoefte aan een goede methode van on
derwijs, aan leermiddelen, enz.
Van stap tot stap moet dan geprobeerd
worden om het begeerde doel te berei
ken een goede katechisatie-methode, tot
„behulpsel" voor de predikanten. Dan
moet het „geleerd" worden om daarmee
te werken. Dat zal elke predikant fijn
moeten vinden, die graag de gemeente
wil dienen.
Dan helpen wij elkaar verder. Nu la
ten wij elkaar zo'n beetje ploeteren. Ik
stel mij voor, dat in een kring van bo
venbedoelde ambtsdragers ook de man
nen gevonden worden, bij wie de predi
kanten uit een bepaald ressort kunnen
aankloppen tot een indringend gesprek
over de katechisaties. Ik stel mij dus een
figuur voor, totnogtoe in ons kerkelijk
leven' onbekend.
Misschien kijkt iemand al een beetje
boos mijn richting uit, om mij er aan
te herinnerenmaarde auto-no-mie
de zelfstandigheid van de plaatselijke
kerk
't Is waar ook, beste broeder, die zelf
standigheid is wel héél kostelijk. Maar,
ik had juist het oog op het welzijn van
die plaatselijke gemeente, en zou het
kerkverband, meer dan totnutoe, willen
inschakelen opdat juist elke kerk iets
krijgt, dat voor de vorming van de jeugd
van bijzonder belang is. Om Christus'
wil moet de gemeenschap tot zegen van
allen werken. En, op het ogenblik ge
beurt er, wat het katechetisch onderwijs
betreft, wel héél weinig. C. St.
■Qen 'domino-krat ie
Hoe weinig „demokratisch" ook de
Dordtse kerkenordening is, bewijzen tal
van gewichtige en minder gewichtige be
palingen en gewoonten.
„Voorzitter" van enige kerkelijke ver
gadering, welke ook. kan en mag ook
alleen zijn iemand, die tevens geheel al
léén soms, in zijn gemeente bevoegd is
tot de dienst des Woords, het uitreiken
van de Sacramenten en de huwelijksbe
vestiging.
Alleen bij ontstentenis van de predi
kant treedt, tijdelijk, een „oudste" als
plaatsvervanger op.
Deze moet echter, naar vaste orde,
terstond weer wijken voor de predikant,
zodra hij de vergadering weer bijwoont
of de vacature is vervuld. Zelfs dan,
wanneer die „oudste" in gave van „re
geren" stukken uitsteekt boven zijn in
dit opzicht wel eens onbeholpen domi
nee
Al presideren de predikanten in gro
tere gemeenten naar toerbeurt, die toer
beurt komt ook daar nooit aan 'n ouder
ling, ook al zou hij daarvóór met nog
zo zeldzame gaven begiftigd zijn door
de Koning der kerk
Zo is het van kerkeraad tot aan gene
rale Synode, waar, tot in de kommissies,
de predikanten of ex-predikanten (hoog
leraren) „de lakens uitdelen".
Men versta mij vooral niet mis.
Ik keur hier goed noch af.
Ik konstateer slechts en toets de zo
genaamde demokratie in de kerk aan de
feiten.
Er moge in menige kommissie van
drie één ouderling zitting krijgen, niet
op aanwijzen van de vergadering
maar vrijwel steeds van de praeses-pre-
dikant! óf, is deze wat bescheiden,
dan van 'n minder bescheiden predikant-
moderamenlid, die door zijn grote stem
de aarzelende „voorzitter" vóór is met
het roepen van 'n hem welgevallige naam,
waartegen het nu wat pijnlijk voor de
eenmaal openlijk genoemde zou zijn te
opponeren.
Demokratie
De „oudste" brengt het niet verder
dan tot penningmeester der kommissie,
tot gemak der rokende predikanten.
Maar het gewichtiger moderamen
aller „meerdere" vergaderingen zelf, de
visitatoren, alle mogelijke en onmogelijke
„deputaatschappen" zijn' geheel of in
overweldige meerderheid het soms zéér
gezochte deel der predikanten, die boven
dien in al deze sterk wisselende verga
deringen de enige permanenten zijn, zo
dat ook daardoor hun reële invloed tien
en tienmaal groter is dan van de „oud
sten", zelfs in 'n klassis, waar door va-
katuren de ouderlingen de meerderheid
vormen.
Ik ken 'n klassis, waar men het ge
voel kreeg van 'n reünie van vijf of zes
dominees „met bijzitting" van 'n meer
derheid van ouderlingen, die alleen dui
delijk hoorbaar en met overtuiging spra
ken „teugen", als het over finantiën
ging
Wie dan nog in rekening brengt, dat
niet zelden bekwame oudsten door hun
arbeid nóóit in de gelegenheid zijn afge
vaardigd te worden, het minst juist daar
heen, waar de allerbekwaamsten het nut
tigst zouden kunnen zijnde generale
synode, kan toch niemand ontkennen
dat, indien er al in onze kerken geen
uitgesproken dominokr&tie bestaat, de
leiding toch krachtens kerkenorde en
praktijk berust bij de dominees.
Ten spijt van al het gepraat over „ge
lijkheid" in de ambten, berust in feite
bij zéér weinigen, die „deputaten" heten,
maar metterdaad vaak gekamoufleerd,
echter niet minder werkelijk en voelbaar
méér macht en invloed bezitten dan
menig rooms geestelijke.J)
En is de roomse priester morgen
reeds door de onderdrukte ter verant
woording te roepen voor zijn verkeerde
handeling van heden, bij diens supérieur,
deputaten ener generale synode konden
drie jaar lang onrecht doen en zelfs dan
een ganse synode over 'n afwezige doen
besluiten, wat eerst na nieuwe drie jaren
'n volgende synode enigermate, maar wel
wat laat corrigeren kon.
Hoeveel malen hebben deputaten sy
nodes gesteld voor 'n voldongen feit,
misschien moeten stellen, doch wie
spreekt hier dan nog van demokratie of
volks-reger'mg in de kerk?
Weet men wel, dat 'n kapelaan als
regel eerst op zijn 40e jaar pastoor
wordt. In ónze kerken liet men dominees
van nog geen 30, halve gemeenten los
scheuren van het wettelijk kerkverband.
Bennekom. D. J. Couvée.
Zaterdag 15 november zal „de Klap
roosdag" weer worden gehouden. Er
wordt dan aan huis gekollekteerd voor
het oorlogsgravenkomitee. Dit komitee
zorgt er voor, dat nabestaanden van hen,
die voor onze vrijheid gevallen zijn en
hier begraven liggen, deze graven een
enkele maal kunnen bezoeken, wanneer
zij financiëel dit niet zelf kunnen bekos
tigen.
Hun aantal is niet zo gering, wanneer
u bedenkt, dat ongeveer 30.000 gealliëer-
de soldaten hier begraven liggen. Daar
om willen wij graag op de Klaproosdag
met deze kollekte meedoen.
Maar.er moeten ook kollektanten
of kollektantjes zijn. 22 kollektanten uit
ons land door loting aan te wijzen, krij
gen een gratis reis naar Engeland en
tevens een gratis verblijf in dat land.
Een prachtig vakantie-uitstapje.
Adres van aanmelding: Nederl. Oor-
logsgraven-komitee, Keizersgracht 442,
Amsterdam-C. C. St.