Kerk en Universiteit Hier isVlaanderen Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland veertiende jaargang No. ió ZEEUWSE KERKBODE VRIJDAG 17 OKTOBER 1958 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds a. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs a. Verschoor MedewerkerDs D. J. Couvée, Bennekom. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Abonnementsprijs: ƒ3,per halt jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. De oktobermaand is toch al cle maand, waarin wij denken aan onze Vrije Uni- versiteit, die in deze maand van het jaar 1880 werd geopend. Op 't ogenblik is deze maand gekozen voor de bijzondere aktie ten bate van deze stichting. Met blijdschap voldoe ik aan het ver zoek, om aan deze aktie en daarmee aan de Universiteit een artikel te wijden. Het is waar, dat de Universiteit niet een kerkelijke stichting is. Tal van leden uit andere kerkformatie zijn aan haar verbonden. Ook onder de hoogleraren en de studenten. Men zou zelfs de vraag kunnen stellen, of de kring onzer geref. kerken in staat zou zijn, om een leger van 2500 studenten op de been te bren- gen Zo gaat deze stichting in de loop der jaren steeds meer beantwoorden aan het ideaal van de stichter, Dr A. Kuyper: een Universiteit, die meer dan één ker kelijke kring zou bestrijken. Aanvankelijk had Kuyper het zich nog ruimer voor gesteld. Maar, juist deze omstandigheid is voor de Kerk reden tot verheuging. Want, hoe groter de kring, die van het hoger onderwijs op geref. grondslag pro fiteert, des te beter is het. In dit opzicht mag het bij de Universiteit niet beperk ter zijn dan bij het christelijk middelbaar onderwijs. Wie zich verdiept in de geschiedenis dezer Universiteit, die kan het „heden" niet begrijpen. Begonnen met een paar studenten, van wie een enkele aan een andere universiteit al had bewezen, dat hij met de wetenschap „op gespannen voet" stond, zonder eigen- vast gebouw, met weinig vooruitzichten voor e.v. af gestudeerden, was het metterdaad een stap in het geloof gedaan, om deze ar beid te beginnen, 't Is waar, de enkele professoren, er aan verbonden, waren mannen van naam. Kuyper zelf voorop, Rutgers niet minder, de Savornin Loh- man en Woltjer Sr. niet te vergeten. Mannen, die 'zelf aan de wetenschaps beoefening hoge eisen stelden, en uitne mende leidslieden' waren voor een stu derende generatie. Verder hebben zij zelfs, aandacht be steed aan het optreden der studenten. Wee de student, die geen manieren ken de! „Meneer.heeft u wel een mes?" aldus Kuyper tot een student, die met enkele anderen bij hem aan de lunch waren. „O ja, professor, dank u", en de on dervraagde stak het mesje omhoog. „Jamaar ik bedoel eigenlijk een scheermes." Op die manier bracht Kuyper hem onder de aandacht, dat een student goed verzorgd er behoort uit te zien. De wereldberoemde man zal voor stu denten niet altijd even gemakkelijk zijn geweest. Veeleisend was hij voortdurend, maarook erkentelijk, wanneer een student zich bovenmate had ingespannen. Zo zijn er meerdere „groten" geweest in de jaren van de Universiteit, wier na men niet alle behoeven genoemd te wor den. Hét doel van de stichting wasbeoefe ning van de wetenschap, met erkenning- van het licht van Gods openbaring. Op het gebied van de theologie wierp dat dadelijk goede vrucht af voor de Kerk. Alleen hierom al heeft de Kerk dankbaar te zijn met het bestaan van deze Univer siteit, en zal zij oproepen, aan haar te blijven bouwen. Maar, niet minder erkentelijk mogen wij zijn voor de mogelijkheden, die de andere faculteiten bieden. Door de rechtsstudie ontvingen wij uit de kring- der Universiteit invloedrijke mannen en vrouwen, die in allerlei kolleges van in vloed waren. De onlangs plaats gehad hebbende benoeming van prof. Donner zegt ons, dat invloed en aanzien der Uni versiteit in de wetenschapskringen, en verdei", zijn toegenomen. De beoefening.van de ekonomie, echt een vak voor onze tijd, leert, dat deze geref. Universiteit geen tak onaangeroerd laat. Op het gebied van de letteren kan men terecht, in oude èn moderne talen. Zelfs zal de M.O. opleiding verzorgd worden. Jammer genoeg zijn er maar weinig, die voor een leraarsopleiding voe len. En dat, terwijl er zo'n goed psycho logische scholing is! Als de taak van de geestelijke vorming niet meer trekt, dan is dat een onderwerp om ernstig mee be zig' te zijn. Wat de z.g. B. fakulteiten doen, spreekt over het algemeen minder tot de massa. Het belang er van (natuurkunde, scheikunde, wiskunde enz.) blijft echter niet ten achter bij de arbeid van de A. fakulteiten. Straks gaat de medische fa- kulteit zich ontplooien, als het eigen zie kenhuis klaar zal zijn. Juist in deze B. fakulteit liggen de mogelijkheden van in vloed naar buiten. Hier kan volhardende studie tot grote verrassingen leiden. Wij moeten wel deze hoogleraren „ruimte" geven tot hun arbeid en begrijpen, dat het wel wat anders ligt dan b.v. bij de theologie. En wij moeten begrijpen, dat op deze belangrijke terreinen „het oor delen" voor ons wel heel moeilijk, in sommige opzichten onmogelijk is. Met vertrouwen nemen wij kennis van de re sultaten van de studie, voorzover die in geschriften worden publiek gemaakt. En, als kerken danken wij God, Die ons zo de weg deed vinden om in de wetenschap Hem te dienen. Nu vraagt deze arbeid, naast de sub sidie, ons tegenwoordig geschonken, veel geld. Men wil nu proberen, óm een dub bele, liefst een driedubbele som bij el kaar te krijgen van het bedrag der bij dragen. Dit is dan een gift ineens. Wie van bouw-bedragen iets afweet, die be grijpt, dat er millioenen nodig zijn om de uitbreiding van de V.U. mogelijk te maken. Willen wij allen voor ons deel doen wat mogelijk is? Het spreekt vanzelf, dat een gift, die u volgend jaar pas geven kunt, niet minder welkom is. Maar de aktie heet: Oktober-aktie. Wij hopen, dat het resultaat blijdschap brenge, en God ons geve, dat de noodzakelijke uit breiding onzer Universiteit er komt KLEINE AANVULLING Door een meelevende lezeres onzer Kerkbode, en daarna door de betrokken kerkeraad, kwam ik er achter, waar op Walcheren „de beelden" buiten de Kerk waren geplaatst. Dat is te Gapinge, waar een kunstenaar symbolische voorstellin gen aanbracht vande zondeval, de ver zoening, het berouw en de heerlijkheid. Enkele goed geslaagde foto's heb ik er van gezien. Het is onbegrijpelijk, dat men hier kon denken aan beelden om die te vereren. Symbolische voorstellingen hebben een heel andere zin. Waarschijnlijk is mij dit vorig jaar ontgaan door ernstige en langdurige ziekte met dank heb ik kennis genomen van de berichten en van de foto's, en voel me op dit punt nu weer „bijgewerkt". C. St. Gisteren, na de tweede dienst, was er in de gemeente, die ik de eer heb te die nen, verkiezing van ambtsdragers. We zullen op 1 januari a.s. 4~ ouderling-vaca tures hebben en 2 voor diaken, zodat de gemeente moest kiezen respectievelijk uit 'n acht- en uit een viertal. We hadden twee schone diensten achter ons, want het was Avondmaalszondag. De zon scheen in de kerk en deed het zilver van bekers en schalen fonkelen. Telkens weer klonken de woorden „Gedenkt en ge looft...." Ouderen en jongeren, vrou wen en mannen, intellectuelen en een- voudigen zaten devoot aan, ieder met z'n eigen problemen, z'n eigen zorgen. Allen kwamen uit het jagende, veel-eisende le ven van vandaag en vonden hier 'n plaats der rust. In de dankzeggingspredikatie herinnerde ik aan de woorden van 'n schrijver: „Ik heb altijd het besef dat, waar de godsdienst zich vertoont, al het andere klein wordt en verbleekt. Dit moet men aandurven. Meermalen ben ik getuige geweest van allerlei plechtighe den, van wetenschappelijke en algemeen- menselijke aard. Men spreekt wel van priesters der wetenschap. Ik wijs deze uitdrukking af, want de wetenschap is geen godheid en haar dienaren zijn geen priesters. Toch heeft de wetenschap haar plechtigheden en daarbij haar ritueel, vol waardigheid en zin. Maar. wat is de promotie van 'n jong geleerde, vergeleken bij de Doop van 'n onmondig kind En ik voegde hieraan toeWat is de luisterrijkste viering van 'n academisch lustrum, vergeleken bij de heerlijkheid van 'n gewijde Avondmaalsviering?! Ik geloof, dat er weinig dingen zo zui ver geestelijk zijn als 'n gereformeerde bediening van het Heilig Avondmaal. Men hoort wel eens de opmerking, dat het in 'n Roomse kerk en eredienst zo mystiek is. Naar mijn mening echter is het daar juist niet mystiek want alles wordt er gematerialiseerd. Men gelooft immers, dat men werkelijk het lichaam van Christus nuttigt als men de ouwel gebruikt. Stel daar nu tegenover de leer van Calvijn„Het Avondmaal is het geestelijk genieten van de gekruiste Christus"Zie, dat is mystiek in de zui vere zin van het woord. En hoe schoon komt de eenheid der gemeente en de gelijkheid van alle ge lovigen tot openbaring aan de Tafel des Heren! Er is geen sprake van, dat alleen de predikant de wijn tot zich neemt. En na de communicatie luisteren allen naar 'n troostvol woord uit de Heilige Schrift. Zo las ik b.v. Mt. 2820„En, zie, Ik ben met u al de dagen, tot aan de vol einding der wereld", waarna we zongen Gez. 48:3: ....Gods Zoon vergeet de zijnen niet, die Hij op aarde liet. Hij wies mij door zijn Doop, Hij geeft mij brood en beker, 'k Ben van zijn lief de zeker. Daarna dus was er verkiezing en, ge lijk zij naast elkaar en gelijk-berechtigd aan de Tafel hadden gezeten, zo zaten zij nu, broeders èn zusters, in de banken en brachten hun stem uit. Voordat dit gebeurde herinnerde ik aan het feit dat over enkele dagen, door het overlijden van Pius XII, de kardina len in Rome in de Sixtijnse kapel 'n nieuwe Paus zouden moeten kiezen en vertelde ik wat elke kardinaal, telkens als hij zijn stem had uitgebracht, daarbij zeg gen moest. In „Rouw in Rome" door Mgr. Dr. J. O. Smit, kanunnik van Sint Pieter in Rome, leest men daarover„In het priesterkoor van de kapel, achter de balustrade, worden langs de zijwanden en ook rechts en links van de ingang ze tels voor de kardinalen opgeslagen. Bo ven iedere zetel hangt een donker paars baldakijn, terwijl er vóór een vierkant tafeltje staat met schrijfbehoeften. Daar voor dienen grote, met groen laken over dekte tafels voor de stemming en de stemopnemers. Op het altaar fonkelt een grote gouden kelk. Volgens rang komen de kardinalen naar voren met in hun hand het ingevulde stembriefje, 9 bij 4 centimeter groot, waarop enkel de naam van de als paus gewenste kardinaal wordt ingevuld. Zij knielen op de trappen van het altaar neer, zeggen„Christus die mij oordelen zal, neem ik tot getuige dat ik degene kies die ik voor God meen dat gekozen moet worden" en leggen dan het stembriefje in de kelk. Bij zieke kar dinalen wordt het stembriefje door de stemopnemers in de „vel" opgehaald. Nadat de kelk naar een van de groene tafels gebracht is, worden de stembrief jes geschud, geteld, ingezien, luidop voorgelezen, nog eens gecontroleerd, en wordt ten laatste het resultaat bekend gemaakt. Op het Sint Pietersplein is on dertussen veel volk tezamen gestroomd en wacht met spanning op een lichte of donkere rookkolom uit de in het zonlicht glinsterende schoorsteen van de Sixtijnse kapel". U begrijpt dat ik juist aan die woor den, die elke kardinaal bij het uitbren gen van zijn stem zeggen moet, herinner de, om te wijzen op het verantwoorde lijke van het stemmen voor ambtsdragers. Iets immers van het „dat ik degene kies die ik voor God meen dat gekozen moet worden" dient dan ook in óns hart te zijn. In de Roomse kerk laat men dit de kardinalen uitspreken, waaruit blijkt, dat men er zich van bewust is, dat ook kardinalen „maar" mensen zijn, die zich bij zulk 'n belangrijke verkiezing kunnen laten leiden door allerlei, louter mense lijke en zondige motieven. Vroeger trachtten verschillende wereldse macht hebbers invloed uit te oefenen op de kardinalen om hun stem in 'n bepaalde richting te drijven. Toen bestond er ook nog het veto-recht, waarvan elke kardi naal zich kon bedienen. In 1903, na de dood van Leo XIII, sprak de kardinaal aartsbisschop van Krakau, uit naam van keizer Frans Josef van Oostenrijk, zijn Veto uit tegen de keuze van kardinaal RampollaMaar in 1904 heeft Pius X aan dit misbruik voorgoed een einde ge maakt. In deze tijd van het jaar zullen wel in meerdere gemeenten verkiezingen voor ambtsdragers worden gehouden. Moge ieder dan voor God weten, dat hij of zij de stem heeft uitgebracht op diege nen, die hij de meest-geschikten acht voor de bekleding van het ambtEn laten geen zondige bij-bedoelingen de verkiezing vertroebelenIk geloof dat het goed is, ons dit te herinneren, omdat ook wij „maar" mensen zijn en de zonde, ook in deze dingen, aan de deur ligt. De eer van God en het waarachtig welzijn van Christus' kerk mogen ons alleen lei den. Geen kerkelijk-politieke hartstoch ten mogen wij in deze dingen de teugel vieren. En dan, als men ons gekozen heeft, d.w.z. als de gemeente van Christus, on der leiding van de wettige kerkeraad, ons heeft aangewezen, laten wij dit dan vóór alles zien als 'n roeping van Godswege. Immers, al te gemakkelijk, al te licht vaardig legt men soms zulk 'n roeping- naast zich neer. Zeker, het kan nodig zijn dat men, voor de opvolging van de roeping, offers brengt, offers van tijd, van geld, van gemak, van rust. Maar ik denk nu aan de tekst, die ik op de ge noemde Avondmaalszondag koos ter overpeinzing bij de nabetrachting: „Toen zeide Jezus tot zijn discipelen: Indien iemand achter Mij wil komen, die ver- loochene zichzelf en neme zijn kruis op en volgé Mij" (Mt. 16:24). Indien iemand achter Mij wil komen, het Grieks heeft de betekenis vanIn dien iemand besloten heeft achter Mij te komen. Ja, als we dat besloten heb ben, dan hebben we besloten de smalle weg te kiezen. En dan moeten we de consequenties daarvan in alle delen aan vaarden. De Heiland heeft nooit gezegd, dat we het achter Hem gemakkelijk zou den hebben, gemakkelijk voor ons vlees, integendeel. Echter, Hij heeft zijn vol gelingen toch óók nog iets anders be loofd, in Joh. 8:12: „Wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens heb ben". Alzo enerzijdswie Mij volgt, -zal kruisdrager zijn. Maar anderzijdswie Mij volgt, zal het licht des levens hebben. In het verband van dit artikel wil dat zeggenWie tot ambtsdrager gekozen wordt, zal, om die roeping op te volgen, het één en ander van wat hem goed was, moeten offeren. Echterhet zal hem honderdvoudig vergolden worden! Het zal 'n kruis-dragen worden in het licht. Het zal 'n lichte last zijn. Als u dit jaar gekozen wordt, dan moet u gehoorzamen. Want dan is de Meester daar, die u roeptH. P.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 1