Beelden en Eredienst
Hier is,,, Vlaanderen
De vrouw des huizes
vrijdag 3 oktober 1958 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland veertiende jaargang no. 14
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
Hoofdredacteur-: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Berichten en opgaven Predikbeur- Redacteuren: Ds A. Koning, Ds. H. Pestman, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor Abonnementsprijs3,- per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Medewerker: Ds D. J. Couvée, Bennekom. Jaar (bli vooruitbetaling),
aan de drukkers Littooij Olthoff,Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. DrukkersLittooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm.
En zij, die thuis bleef, verdeelde de buit.
Ps. GS: 13.
Wij begroeten met vreugde de vrijwording van de vrouw, naar
christelijk beginsel, op ieder levensgebied, en verbazen ons over het
feit, dat men, zelfs in de naam van Christus, de vrouw zoveel eeuwen
lang achteruit heeft durven zetten, en haar het recht van meespreken
heeft durven ontzeggen.
We zouden er ook niet het minste bezwaar tegen hebben, dat de
vrouw ook in het kerkelijk leven méér naar voren trad dan tot dusver.
Maar.Vast staat, en vast moet blijven staan, dat de vrouw het
grootst is in het huisgezin. Daar ligt haar speciale roeping. Daarvoor
heeft ze haar bizondere gave. Daar heeft de vrouw ook de meeste
invloed.
Wie is het „bezielend middelpunt" in het huisgezin? Wie schept
daar de sfeer, niet alleen van gezelligheid, maar ook van geestelijkheid?
Wie zorgt, dat het gezin nog iets meer en iets hoger is dan een ge
meubelde mensenstal
Dat doet de vrouw! En niemand kan haar daarin Vervangen, ook
niet de vroomste en knapste man.
Zó gewichtig is het voorbeeld, zó dóórdringend de invloed van
de vrouw
Ten kwade! Denk aan Eva. Maar, Gode zij dank, niet minder ten
goede.
De oude kerkvaders waren niet best te spreken over de vrouw.
Tertullianus scheldt haar: janua diaboli (deur, waardoor de duivel
binnenkomt).
Maar dit is eenzijdig en onrechtvaardig. De vrouw is heel dikwijls,
juist andersom, de deur, waardoor engelen binnenkomen. Leeft de
vrouw in het gezin in de vreze Gods, dan zet ze gewoonlijk op heel
het gezinsleven het stempel van de godsvrucht.
Dat is nu ook wat bedoeld wordt in het psalmwoord„En zij, die
thuis bleef, verdeelde de buit".
Als het op vechten aankomt, doet de vrouw niet 't eerst mee. De
vrouw kan beter de narduskruik dragen dan het zwaard.
Maar wie heeft het meest profijt van de overwinning? Wie oogst
het meest de vruchten van de triomf
De vrouw, die thuis bleef. Thuis boog zij haar knieën, opdat God
de arbeid en de strijd van de mannen zou zegenen.
De zegepralende held droeg naar huis de vruchten van de strijd,
en de moeder, op haar beurt, distribueerde deze vruchten aan alle
leden van het gezin.
De grote Overwinnaar is de Christus Gods, die Zijn Geest uitgiet
op alle vlees, niet 't minst op de vrouw.
Na Zijn opstanding verscheen Jezus het eerst aan de vrouwen, die
't laatst bij Zijn graf vertoefd hadden.
De vrouw, die discipelin van Jezus is, is koningin in het Koninkrijk-
Gods. Zij kan het ook zijn in het mannen- en kinderhart.
Niet door commando's en krachttermen, maar door een geest van
vroomheid en zachtmoedigheid zal zij het huisgezin maken tot een
tempel des Heren.
Kruiningen. J. KOOLSTRA.
Het gebeurt meer, dat iemand een ker
kelijke kring heeft verlaten, en toch nog
telkens allerlei zaken van die Kerk aan
roert. Het is niet gemakkelijk om het
verleden gehéél kwijt te raken.
Dat schijnt ook het geval te zijn bij
Dr H. B. Visser te Nijmegen. Jarenlang
heeft hij in onze Kerken als predikant
gediend. Toen volgde zijn overgang naar
het Rooms-Katholicisme.
Toch richt hij nog wel het oog op wat
er in geref. kring voorvalt. Een bewijs
daarvoor levert een artikel van zijn hand
in „de Linie", enige tijd geleden geschre
ven. Hij spreekt over „venster op het
protestantisme". Daaronder staat„de
beelden treden al buiten de Kerk".
Dat dit speciaal slaat op wat er in
onze geref. kerken gebeurt, wordt dui
delijk uit verdere opmerkingen. In de
Herv. Kerk fungeert de Heidelb. Kate-
chismus niet meer als belijdenisgeschrift,
en de andere Kerken van geref. denomi
natie zijn niet zo „progressief" als wij.
Dr Visser ziet die belijdenis van de Ka-
techimus lelijk in gedrang komen in ver
band met de beelden, die al buiten de
Kerk worden uitgestald.
Vermoedelijk zult u met even grote
verbazing hiervan kennis nemen als ik
op mijn beurt deed. Is het dan al zóver
gekomen, dat de gereformeerden, hun
begeerten naar beelden niet langer kun
nende bedwingen, deze nu maar buiten
de Kerk opstellen, wijl zij in de eredienst
niet worden geduld, zelfs niet als boeken
der leken?
Dr Visser weet er het een en ander
over te vertellen. Leest u maar
„Wie in de weken na Pasen voorbij
„de gereformeerde Westerkerk in
„Utrecht gekomen is, heeft buiten bij
„de ingang een beeldengroepje kunnen
„opmerken, geplaatst in een vitrine,
„die 's avonds ook verlicht is. Men zag
„daar het geopende grafaan de ene
„kant de engel, aan de andere kant de
„vrouwenop de achtergrond de kruis-
„heuvel met de kruisen op de top. Het
„gebeuren van Pasen komt even op
„duidelijke wijze in de aandacht van
„de voorbijgangers.
„Dit feit staat niet alleen. Onlangs
„is op Walcheren een gereformeerd
„kerkgebouw in gebruik genomen,
„waar ook buiten bij cle ingang een
„godsdienstige voorstelling was aange
bracht".
Persoonlijk ben ik omstreeks Pasen
niet in Utrecht geweest. Wel weet ik,
dat de meerderheid van geref. predikan
ten uit het hele land daar heeft vertoefd.
Wanneer zich daar iets „héél afwij
kends" had voorgedaan, op een plaats,
waar zij ongeveer langs kwamen, dan is
het toch wel „opvallend stil" gebleven na
die tijd. Temeer verwonderlijk, omdat op
de predikanten vergade ring de vragen van
de liturgie aan de orde kwamen.
Mogelijk heeft men, uit een oogpunt
van evangelisatie, van Pasen laten zien,
wat tal van platen onder ons eveneens
vertonen. De engel bij het graf, de vrou
wen, de kruisen op de heuvel.
De omslag van de Paasboodschap voor
Het middelbaar en voorbereidend ho
ger onderwijs moet het in onze dagen
„stellen" met zeer vele niet volledig be
voegde krachten, zoals algemeen bekend
mag worden verondersteld. Eén dezer
dagen maakte ik een vergadering mee
van 'n curatorium, waarvan ik cle eer
heb deel uit te maken, en daar hoorden
we het nog eens van de rector van het
lyceum, dat hij bij zijn lerarencorps niet
minder dan negen van zulke „onbevoeg
den" had. Dit was dan ook de reden, dat
er in de cursus 1958'59 niet meer dan
vijf dagen per week les zou worden ge
geven, waarbij dus de school de gehele
de zieken, uitgegeven door cle deputaten
van G(er.) V(erzorging van) Z(ieken),
oftewel G.V.Z., gaf ook een voorstelling
van hét Kruis op de heuveltop, en het
open graf. Zonder engelengedaantc.
Sincls wanneer is het verkeerd genoemd,
om een engelenvoorstelling te geven
En, cle vrouwen bij het grafHebt u'
er echt nooit een voorstelling van gezien
Ik kan het moeilijk aannemen. In „van
Golgotha naar Jeruzalem", van wijlen
prof. P. Biesterveld en Dr B. Wielenga,
bij Kok uitgegeven in 1910, komt een
treffende afbeelding voor van de engel
en cle vrouwen bij het graf.
Is dat „beeldendienst" als men dit ta
fereel sprekend wilde maken U kunt
voor die methode al of niet gevoelen,
dat is een aparte kwestie, maar hier wor
den toch geen beelden naar buiten ge
bracht De nieuwere methode van evan
gelisatie wil het aanschouwelijke, wat is
daarop tegen Is het nu geooorloofd, op
dergelijke wijze cle geref. kerken „in
het nieuws" te brengen, wanneer het dui
delijk is, dat er geen opzet naar voren
komt, om zich van beelden voor de ere
dienst te bedienen?
Wat clie godsdienstige voorstelling op
Walcheren betreft, bij cle in gebruik
name van een nieuwe Kerk, eerlijk ge
zegd nooit van gehoordWas het
een „leke-spel", of een voorstelling van
tempel of tabernakel? Waarom zulke
„vage" termen gebruikt, waar men ver
schillende kanten mee uit kan
Het is toch wel merkwaardig, dat we
in geref. kring over deze feiten vrijwel
niets hoorden, terwijl Dr Visser er zo
veel in „zag". Het wil mij voorkomen,
dat hij in vroeger jaren, bij de behande
ling van het tweede gebod, anders is te
werk gegaan.
Onder het kerkgezag bij Rome leerde
hij zich al goed schikken. Als .het over
het tweede gebod gaat, voegt hij daar
aan toe: (volgens Katholieke telling
tweede deel van het eerste gebod). Daar
mee schijnt de zaak afgedaan.
Van het „dualisme" tussen het bedrijf
op cle kansel, waar het tweede gebod
wordt uitgelegd (geen beelden!), en de
praktijk buiten het kerkgebouw, waar de
zin voor beelden aan het licht treedt, valt
nog niet veel te bemerken.
De „wens" zou hier de vader van de
gedachte kunnen zijn. Als Dr Visser het
heeft over beeldhouwwerk aan preekstoe
len, waar Bijbelse figuren en taferelen
op voorkomen, als hij spreekt over cle
Statenbijbel vol met platen, dan gaat het
mij schemeren. Zou dit een symptoom
zijn van drang om het beeld meer eer
bied toe te kennen. Of.... wil hij zeg
gen: als je zondag 35 van cle Katechis-
mus handhaaft, dan al die platen uit de
Statenbijbel! Dit laatste kan ik nauwe
lijks geloven, want clan heeft Dr Visser
zondag 35 nooit goed gelezen
Hij levcre andere bijdragen over de
ontwikkeling van het geref. leven, waar
bij hij tal van studies over liturgie te
genkomt. Die gaan bepaald niet de kant
uit, welke de schrijver denkt, of hoopt,
dat de gereformeerden zullen inslaan.
C. St.
zaterdag gesloten zal zijn. Uiteraard ver
valt nu de vrije woensdagmiddag. Eén
en ander werd uitvoerig in cle curatoren
vergadering besproken. Algemeen was
men van oordeel dat deze regeling voor
de leerlingen verschillende bezwaren
meebracht. Immers, het wordt nu één
inspannende ruk van de maandagmorgen
naar de vrijdagavond, zonder de vrije
woensdagmiddag, die juist als ontspan
ning, als gelegenheid om even op adem
te komen, zo bijzonder welkom was.
Maar tenslotte moest ieder zwichten
voor cle onmogelijkheid om ook op za
terdagmorgen les te geven omdat de nog
niet geheel bevoegde krachten op die dag
zélf les moeten nemen voor het, ook hen
nog wachtende, examen. En van de zijde
van ministerie en inspectie wordt er op
aangedrongen, het lesrooster zó in te
richten, dat zij in cle gelegenheid zijn
verder te studeren. Want „het zal het
onderwijs ten goede komen als zij straks
geheel bevoegd zullen zijn".
Wat nu dit laatste betreft, men zou
zeggen: dat zal ongetwijfeld het geval
zijn. Echter, wanneer men let op de re
sultaten van het onderwijs, door cle be
doelde krachten gegeven, dan moet men
zeggen, dat deze nog niet zo slecht zijn.
En zo komt men tot cle vraag: worden
de eisen, aan de candidaten voor cle mid
delbare acten gesteld, niet te hoog opge
schroefd Deze mensen toch hebben cle
taak, leerlingen van 12 tot 18 jaar de
eerste beginselen van de verschillende
vakken bij te brengen. En tenslotte gaat
het om de gave van „mee te delen". We
kennen allen nog wel het rijmpje van,
ik meen, De Génestet„Professor is ge
leerd, maar droog; hij heeft geen gaaf
om mee te delen; zeer goede pijlen heeft
hij velen: 'n volle koker, maar.... geen
boog
Doch dit terloops. Want waar ik eigen^
lijk op wilde wijzen, is op de taak van
het gezin t.a.v. het huiswerk-maken van
het kind. We weten allemaal, dat hier
mee 'n probleem is aangeroerd, dat al
heel wat verdrietigs in cle woningen van
velen heeft aangericht. Het was namelijk
n.a.v. het lesrooster, niet van zes maar
van vijf dagen, dat in de bovengenoemde
vergadering werd gesproken over het
„met werk overladen zijn" van cle kin
deren. Nu weet ik heel goed, dat dit,
vooral in cle perioden die vooraf gaan
aan de rapporten, inderdaad erg kan zijn.
Echter.... laten velen van onze jonge
ren het eigenlijke, ingespannen werken
niet wachten tot cle repetities? Met alle
nare gevolgen daarvan natuurlijk. Want
dan komen cle zuchten als „ze vragen
tegenwoordig toch ook zó veel; het is
gewoon niet bij te benenMaar als men
let op de vele uren, die vandaag ook
jonge mensen doorbrengen b.v. bij de
televisie, dan vragen ouderen, die zich
nog hun eigen H.B.S.- of Gymnasiumtijd
herinneren, zich met verbazing af, hoe
ze daar toch allemaal tijd voor hebben
Ik las in „Lezen of Kijken" door Dr.
J. M. L. Peters, dat twee jaar geleden
reeds drie van cle vier Amerikaanse ge
zinnen een televisietoestel bezaten en
dat 'n deel van de Amerikaanse school
jeugd bijna evenveel tijd doorbrengt voor
het televisietoestel als in cle schoolban
ken, nl20 tot 30 uur per week
Nu weten wij wel, dat het Amerikaan
se onderwijsstelsel anders is clan het
onze. Daar toch begint men veel vroeger
met cle schifting en met de specialisatie
en dit kan, en zal wel, meebrengen, dat
cle schoolprogramma's niet zo overladen
zijn. Maar toch, daarin alléén kan het
niet zitten. Neen, maar de tijd, die onze
kinderen aan het kijken naar de televisie
besteden, wordt meer en meer 'n pro
bleem, ook in ons eigen land, waar cle
bezitters van televisietoestellen steeds
groter in aantal worden. In het bedoelde
boekje kan men lezen, dat in het gemid-