Een belangrijk Getuigenis veertiende jaargang No. 2 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland VR'JDAG 11 JULI 1958 MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE Berichten en opgaven Predikbeur- Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Abonnementsprijs: ƒ3,per half- ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. jaar (bij vooruitbetaling). aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent. Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm. En de grote draak zverd op de aarde geworpen de oude slang die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidthij werd op de aarde gezvorpen en zijn engelen met hem. (Openb. 12:9.) Wij spreken nogal eens van de verleidingen en van de aanvechtingen van de satan. Omdat wij het in de practijk van ons leven ervaren dat de satan ons brengt tot daden waarvan we heel goed weten dat ze in strijd met de wil van God zijn. Omdat we ontdekken dat hij ons zelfs tot de gedachte kan brengen „zou het wel waar zijn wat er in die Bijbel staat?" We moeten erg voorzichtig zijn dat we niet op de rekening van de duivel zetten datgene wat niets anders is dan de verdorvenheid van ons eigen hart. Maar het is er: de verleiding, de aanvechting van de duivel. In ons eigen leven. In het maatschappelijk bestel. In de politiek. Telkens worden we er mee geconfronteerd. Johannes spreekt daar ook over in Openbaring 12. Hij is op de aarde: de draak, die een geweldige macht heeft. De oude slang, die in den beginne de mens van God afgetrokken heeft. Die genaamd wordt duivel en de satan. Die ook vandaag nog woedt. Maar let u er wel op dat Johannes zegthij is op de aarde geworpen. Het is met de duivel al precies als met de Duitsers: die begonnen op een bepaald ogenblik ook te spreken van strategische ontruimingen, van inkorten van de frontlijnen. -.Dat leek in de oorlogsjaren heel wat, maar men trachtte door deze woorden slechts de nabijheid van een zekere nederlaag te maskeren. Zo is het ook met de duivelhet lijkt heel wat, maar hij is op de aarde geworpen. Nadat de Heiland zijn Middelaarswerk op aarde gedaan had is Hij ten hemel gegaan. En toen hebben Michaël en zijn engelen de draak op de aarde geworpen. Hij is een verslagen vijand, die zieltogend op de grond ligt. Wanneer wij spreken over de verleidingen, over de aanvechtingen van de satan, mogen we dat in het oog houdenhij heeft zijn meerdere gevonden in de Heiland. Hij heeft de doodsteek ontvangen van mijn Jezus. Wanneer ik dat in het geloof vasthoudt, kan ik strijden. Dan ga ik al zingend de strijd aanbinden: „Hij is overwonnen door het bloed van het Lam. Hij is overwonnen op Golgotha". Wanneer Gods Woord ons niet verkondigde dat het een verslagen vijand is met wie we te maken hebben, dan zouden we moedeloos worden. Dan zouden we de witte vlag hijsen om ons over te geven. Maar: hij is op aarde geworpen. We hebben te maken met een zieltogende satan. Daar verandert zijn soms huiveringwekkende machtsvertoon niets aan. Dat blijft zo, al doet hij vepl kwaad in mijn leven. De uitslag van het gevecht is niet onzeker. We mogen strijden, terwijl alles van overwinning spreekt. Tholen. H. D. BAKKER. Velen zullen zich nog herinneren de discussie, gevoerd door Dr. J. J. Bus- kes en Dr. A. de Wilde. Het ging daar bij om de wezenlijke punten van het be lijden en de fundamenten der kerk. Nu is er van de gen. synode der Ned. Herv. Kerk een getuigenis uitgegaan, waarvoor wij in veel opzichten dankbaar kunnen zijn: Het getuigenis is wat uit gebreid, om in zijn geheel op te nemen. In de dagbladen hebt u het kunnen vin den. Op enkele punten willen wij toch graag even de nadruk leggen. Daar is dan in de eerste plaats het getuigenis aangaande de persoon van Je zus Christus. Hier wordt gezegd Dat Jezus van Nazareth de Christus is, de Zoon van de levende God, is het fundament der kerk. Zijn gemeente leeft uit dit evangelie, dat God en mens in Hem, in Zijn persoon en werk, in heel de heilsgeschiedenis van zijn vernedering en verhoging, ver enigd zijn ons ten goede. Aan deze geschiedenis, die in vernedering en verhoging zich ontvouwt, hangt het heil der mensen. Jezus is de Christus, in het leven en sterven is Hij dezelfde dezelfde, die het lijden en de verwer ping droeg, is ook degene die opgewekt werd en verheerlijkt. Bij het lezen van het Nieuwe Testament wordt het ons duidelijk, dat wij indien wij stellen dat Jezus gestorven is, Christus echter opgewekt, het geheimenis der verkon diging miskennen en de hartader van het getuigenis der apostelen aantasten. Voor zo ver wij geestelijk leven heb ben, ontvangen wij dit uit de tegen woordigheid van de Opgestane Heer, die gisteren en heden dezelfde is en tot in eeuwigheid. Wij hebben hier in het getuigenis aan gaande de Heiland en Koning der Kerk een positief geluid. De historie van de persoon van Jezus Christus, op Wie de geschiedenis der openbaring uitloopt, wordt hier voor de gemeente beleden en haar uitzonderlijk belang erkend. De heilsfeiten komen aan de orde, zij het dan, dat de Christus in Zijn verhoging met meer nadruk wordt genoemd dan in Zijn vernedering en lijden. Hier ligt een punt voor het e.v. „ge sprek" met vrijzinnigen. Hier zal het moeten komen tot een erkennen van en buigen voor de waarheid, of de wegen zullen uiteenlopen. Wij doen daarom goed, dit gegeven getuigenis niet te ver geten, en met belangstelling te volgen, wat hier mogelijk verder over zal ge schreven worden. Ook wat betreft de verhouding van ge loof en theologie zijn belangrijke dingen te lezen. De theologie is te verstaan en te waarderen als het werk der bezinning op de waarheid van Gods zelfopenba ring dit werk staat principieel in dienst van het leven, denken en hande len der kerk; het streeft uit de aard der zaak ook naar een vertolking de zer waarheid in het midden van de eigen tijd en cultuur. De resul taten der theologische bezinning zijn als zodanig niet met institutair kerkelijk gezag bekleed, gelijk haar arbeid niet aan zulk een gezag onder worpen is. Het theologisch denken kan zowel nieuwe beslissingen der kerk voorbereiden als deze toelichten en uit werken in de gemeente en in de cul tuur. De vrijheid van de theologie on derstelt de binding aan haar van God gegeven voorwerp. Maar de theologie verzaakt haar roeping en verliest deze vrijheid als zij haar positie kiest buiten het gezag van het Woord en zodoende onvermijdelijk vervreemdt van het ge loof der kerk. Wij merken hier op, dat bij de vrij heid voor het theologisch denken er tege lijk sprake is van binding aan haar van God gegeven onderwerp. Dit onderwerp kan alleen maar zijn de openbaring van God, waarbij dan de Schrift ook nader ter sprake moet komen. Niet buiten het gezag van het WoordDat is wel heel voorzichtig uitgedrukt, maar het zegt toch, dat de synode tussen theologie èn Woord zulk een verhouding zich voor stelt, dat het Woord vrij is en de theolo gie leidt. Hier wordt het z.g. vrije den ken, dat geen band erkent aan het Woord als orgaan van het hoogste gezag, afge wezen. Op deze grondslag mogen wij voor de toekomst belangrijke dingen ver wachten. Op nog een punt vestigen wij de aan dacht. Daarmee is niet alles genoemd uit het getuigenis, maar toch wel diep-ingrij- pende zaken, die wij zeker niet over het hoofd mogen zien. Over de grenzen van Kerk en belij denis. Omdat in de bovenbedoelde discus sies en reacties telkens artikel X van de kerkorde „over het belijden dei- kerk" is ter sprake gekomen, moge de synode ook bij dit punt ten overvloede een korte verklaring geven. De strek king van artikel X is zowel blijkens de daarin gebezigde wei-overwogen, uit drukkingen als blijkens de discussie, die aan de vaststelling van dit artikel voorafging, om, onder afwijzing van een wettische gebondenheid aan de woorden der klassieke belijdenisge schriften een leervrijheid te voorko men, die de fundamenten der kerk aantast, zoals deze in de Heilige Schrift en in de samenvatting en uit leg daarvan in de belijdenisgeschriften aan onze kerk en aan onze vaderen, aan ons en onze kinderen gegeven zijn. Om ons te roepen tot het heil en ons te bewaren in de vrede Gods, zijn de Heilige Schrift alsmede de belijdenis der kerk ons geschonken. De belijde nisgeschriften stellen ons in een ruim te, die zo ruim mogelijk is, omdat ^ij slechts begrensd is door de afwijzing van die dwalingen, die het werk des Geestes weerstreven, omdat zij de zelf openbaring van de Drie-enige God niet kunnen of niet willen laten gelden in heel de oneindige, helpende en be schermende goedheid, die daarin spre kende is. Zoals ieder kan weten is er over het bekende artikel X altijd discussie. In gemeenschap met het belijden der vade ren, heet het daar, niet in overeenstem ming met. Men wenste duidelijk enige „ruimte" bij de taal van de belijdenis. Wettische gebondenheid en leervrijheid heten hier de uitersten, die de synode wil voorkomen. Wanneer de taal der oude belijdenis verstaan wordt, en de daarin beleden waarheid spreekt tot ons, dan zal die wettische gebondenheid wel achterwege blijven. Bij hen, die deze oude belijdenis liefhebben, wordt zulk een gebondenheid zeker niet gevoeld. Eerder dreigt hier bij deze opvatting, het gevaar van een te grote vrijheid, die de historie wel eens ver achter zich kon laten, om terecht te komen in een sfeer, waar de kracht van dat oude belijden haast ontbreekt. Bij alle wezenlijk on derscheid tussen Schrift en belijdenis, dat wij erkennen, is toch het kerkelijk gezag van het belijden niet te verwaar lozen. Hier kan niet alleen sprake zijn van dynamische ontwikkeling, want daar zijn in het belijden vaste punten, die zich niet zullen wijzigen. Zo hebben wij enkele opmerkingen en reserves gemaakt bij een stuk, waarvoor wij graag openlijk onze waardering uit spreken. Het eindigt met een getuigenis aangaande de Koning der Kerk, waarin de Schrift zelf sprekende wordt inge voerd. In ieder geval is dit na de discussie, enige tijd geleden gevoerd, een belang rijke bijdragé, die toch óók bindt. Van zulke uitspraken zou men er graag meer ontvangen, zij zijn in de worsteling der Kerk noodzakelijk. C. St.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 1