De zwakke plek
Het advies van enkele lezers
KLEINE
Kerknieuws
VOSSEN
punten ver uit elkaar. Men kan moeilijk
stellen dat beide partijen gelijk hebben.
Veel ingrijpender is deze kloof tussen
Rome en de reformatie dan velen den
ken. Er zijn mensen die zich alleen ker
kelijke conflicten van klein formaat kun
nen voorstellen en die dergelijke conflic
ten hevig belangrijk vinden. Maar ver
geet niet dat het conflict tussen Rome
en de reformatie de wereldhistorie be
palend beïnvloed heeft. Het is tot een
wereldconflict uitgegroeid, wat daar be
gonnen is met de critische opmerkingen
van Luther over boete en aflaat.
Tal van andere kerkelijke botsingen
mogen in de ogen van ons geslacht een
meer spectaculair karakter dragen bijv.
dat tussen onze kerken en de vrijgemaak-
ten in werkelijkheid gaat de strijd
met Rome veel en veel dieper en moeten
wij daarvan in ons belijdenisgeschrift en
leerboek natuurlijk ook iets terug vinden.
Laten wij blij zijn, dat ten aanzien
van het conflict van 1944 geen officieel
kerkelijk belijdenisstuk gekristalliseerd is
er zijn alleen verklaringen en formu
les gegeven die bedoeld zijn om weer te
verdwijnen, er is geen uitbouw van de
belijdenis gegeven op dit puntGe
lukkig maar. Hieruit blijkt dat wij, al
zijn de emoties groot geweest, in werke
lijkheid toch zeer dicht bij elkaar staan.
Ze was een goede bekende in het ge
meentelijk leven, al leefde ze in alle stilte
en eenvoud. Goed bekend, zowel door
haar lang ziek-zijn als door haar gods
vrucht.
Die godsvrucht was ongeveinsd. Nie
mand, die er aan twijfelde. Wat kon ze
blijmoedig spreken van haar geloof. Wat
was het verkwikkend, aan haar ziekbed
te zitten. En hoe kon dan de bezoeker
soms beschaamd staan, als hij uit haar
mond zoveel goeds vernemen mocht.
Ze leefde zo heel dicht bij de Here.
Ze mocht zoveel genieten van zijn liefde
en trouw. Dt blijdschap des geloofs
straalde van heel haar wezen af. Naar
het lichaam had ze toch een moeilijke
weg, een ernstig lijden sloopte langzaam
aan haar krachten, maar in heel haar lij
densweg was ze een toonbeeld van het:
het is mij goed, nabij God te zijn.
Ze kwam wat uit de subjectieve hoek.
Persoonlijke geloofservaring ging haar
boven deugdelijke kennis van Gods
Woord. Die kennis was ook niet breed
en diep. Maar, dit wist zewelze was
getrokken en geroepen tot Gods gemeen
schap. En daar kon ze ook van vertellen.
Ze had de tijd gekend, dat het zo anders
was. Dat ze, och nu wel niet zo een
goddeloze was, naar de kerk was ze al
tijd wel geweest, maar de wereld woonde
nog in haar hart.
In die tijd had ze ook nog wel belijde
nis gedaan, maar dat was maar een
mond-belijdenis geweest. Avondmaal-vie-
ren deed ze toen dan ook niet. Dat kan
immers niet, als een mens nog aan de
wereld hangt en nog een natuurlijk hart
heeft.
Totdat de Here haar te sterk was ge
worden en haar oog geopend had voor
de rijkdom van zijn genade en het zoete
van zijn liefde. Toen was het de bruids
tijd van haar jonge leven geweest, het
lied van de eerste liefde.
En niet, om spoedig weer in te zinken
en te verdorren, o nee, de rijkdom Gods
was haar inderdaad onuitputtelijk. Ze
kon er van spreken en zingen, ook on
danks grote lichaamszwakte. Daarbij
kende ze zichzelf ook in haar grote ver
lorenheid en schuld, was ze diep over
tuigd van eigen onvermogen en zwak
heid en ze roemde alleen in de liefde van
Christus, die verlorenen redt. Ze kende
zichzelf als zondares, wist het wel, niets
te hebben verdiend, of liever, alles te
hebben verdiend, behalve genade. Daar
om was dan ook haar bijna stereotiepe
uitdrukking„ik kom elke dag dankbaar
heid tekort". Ze kon er zo met heel haar
hart mee instemmen„onverdiende zalig-
heên heb ik van mijn God genoten, ik
roem in vrije gunst alleen". Zeker, haar
godsvrucht en haar kinderlijk, blijmoedig
geloof waren ongeveinsd. Meer dan hon
derd maal. heb ik aan haar ziekbed ge
zeten, maar aan de echtheid van haar
geloof heb ik nooit durven twijfelen.
En toch heb ik haar zwakheid gezien.
Hoe nadrukkelijk ze zelf ook altijd het
tegendeel beweerde, toch schemerde ook
hier wel eens iets door (waaraan wat
subjectief getinte christenen zo licht
blootstaan) dat men zichzelf interessant
gaat vinden, dat men te veel met zichzelf
bezig is en het alles, hoe onbedoeld ook,
toch wel een beetje blijft draaien om het
eigen ik.
Laten we zeggen dat we het voor 99
met elkaar ééns zijn. Er is toch ook re
den te hopen en bidden dat dit conflict
nog weer kan worden bijgelegd.
Ik zou over onze verschillen met hen
die ons het naast staan allen, die tot
de Gereformeerde gezindte behoren
niet graag belijdenisuitspraken in offi
ciële belijdenissen der kerk opnemen.
Want deze broeders zijn van hetzelfde
huis. Zij hebben in de drie formulieren
van enigheid hun geloofseenheid uitge
drukt. Ze zullen elkaar op deze grond
slag dan ook weer moeten kunnen vin
den. Daarover zullen we, vooral ook met
het enthousiasme van onze jonge liefde,
contact moeten opnemen met allen die
op deze basis willen staan. In dat con
tact moet alle conflictstof wederzijds
worden weggenomen. Het gaat er om een
eenheid tot uitdrukking te brengen, die
diep in de harten ongetwijfeld aamve-
zig is.
Vaak verliest men de proporties van
de strijd uit het oog. Wij zouden tegen
over Rome zoveel sterker staan, wanneer
wij als gereformeerden van diverse ker
kelijke kleur als één gesloten eenheid
konden optrekken. Gezien het opdringen
van Rome is dat zéker geen overbodige
luxe. A. V.
Langzaam aan verergerde haar lijden.
Haar kracht verging. Het ging naar het
einde.
Entoen kwam ook de grote don
kerheid. Toen kon ze haar weg niet meer
vertellen. Ze wist niet meer, hoe het al
les precies gegaan was en toen was het
ook niet meer waar.
Toen viel het haar alles uit handen en
hield ze dan ook letterlijk niets meer
over.
Haar blijdschap, haar godsvertrouwen,
haar kinderlijk geloof, het was alles weg.
Bange bezorgdheid kwelde haar, dat het
nu alles nog tevergeefs zou wezen en ze
straks nog zou moeten buitenstaan.
Voor de troost van Gods Woord en
de vastheid van zijn beloften was ze
bijna niet toegankelijk. Wat viel het haar
moeilijk, het nu alles uit handen te ge
ven en alleen op Gods Woord te ver
trouwen en op zijn beloften.
Voor haar grote wankeling en bezorgd
heid was waarlijk geen reden. Ze was
een oprechte vrome, een lieve zuster in
de Here. Daar was geen twijfel aan.
Gods engelen hebben haar thuis gebracht.
Maar haar fout heeft haar moeite ge
geven. Ze had alles te veel in eigen hand.
En de boze weet ons zwakke plekje wel.
Hij weet ons te pakken juist daar, waar
wij het zwakst zijn, en al kan hij dan
Gods kinderen niet meer in zijn greep
krijgen, het is hem reeds een vreugde,
als hij hen maar kan verontrusten.
Wat is het geloofsleven veel gezonder,
veel gaver, als we ons met kinderlijk
vertrouwen rustig op Gods Woord ver
laten, dat het onze enige zekerheid is,
dat God zelf het heeft gezegd, zodat we
ook in tijden van bestrijding kunnen
zeggendaar staat geschreven.
K.-B. v. d. L.
M'n reisoverdenkingen waren vele.
Op m'n tochten door de negen provin
cies overlegde ik, hoe ik zo'n vacantie-
reis verantwoorden kan. 'k Weet wel,
dat we met onze zwerftocht binnenlands
maar een mager figuur slaan, vergele
ken bij hen, die zich wekenlang koesteren
in de Italiaanse zon; met een glanzende,
gestroomlijnde wagen glijden over de
Spaanse heirwegen; eventjes een tripje
maken naar Scandinavië, wanneer 't
midden-zomers is en een vliegtocht je on
dernemen naar Noord-Afrika, als 't hier
wat killig is. Zo vroeg me een familie
lid, zeer laatdunkend tegenover een
bloedeigen oom, vader en grootvader,
hoe 't me bevallen was in „Boerenkool-
stronkeradeel"Dat familielid had name
lijk de vacantie doorgebracht aan de Ita
liaanse en Franse Rivièra, en keek nu
vanuit de hoogte op de verarmde familie
tak neer en sprak dies spottend over 't
onvolprezen Friesland.
Maar, als dominé van een kleine ge
meente, moet je je kunnen verantwoor
den, wanneer je kostbare reizen zou on
dernemen.
Wanneer een herder een tocht onder-
Op mijn klacht, dat de belijdenisge
schriften van onze kerken zo weinig bij
ons volk bekend zijn uitgenomen de
catechismus, ontving ik uit de lezerskring
van ons blad enkele suggesties, die ik
gaarne aan de kerken ter overweging
doorgeef.
Een broeder uit Terneuzen schreef
mij, dat het zijn inziens broodnodig is,
dat de kerkleden opnieuw met de drie
formulieren kennis maken. Hij doet het
voorstel in de erediensten deze belijde
nisgeschriften te lezen, bijvoorbeeld ter
vervanging van het orgelspel, dat vaak
pleegt gegeven te worden vóór de collec
ten. LI ij acht het wegvallen van dit or
gelspel geen verlies, omdat misschien
„een enkeling er iets van verstaat", ter
wijl hij het aanhoren van de artikelen
van de belijdenis, zoals vermeld „brood
nodig" acht.
Een broeder uit Goes schreef over de
zelfde materie een uitvoerige brief. Hij
schrijft: „Laten alle plaatselijke kerke
raden het besluit nemen in de middag-
of avonddienst één of meer artikelen te
laten voorlezen. Dit zou kunnen gebeu
ren in volgorde óf in verband met het
Tweetal te Hoogeven (4de pr. pl.),
D. H. Borgers te Nieuwerkerk aan dé
IJssel en W. P. H. Pouwels te Wom-
mels (Fr.).
Beroepen te Andijk (vac. wijlen D.
Zwart), S. van Bekkum te Monster
te Nieuw-Vennep, J. Ytsma, voorheen
Vrij-Evang. predikant te Bussum te
Wieringen, W. A. Lenderink te Gees
(Dr.) te Rotterdam (als studenten
predikant), Dr. A. Troost te Kootwijk
te Culemborg, W. P. H. Pouwels te
Wommels (Fr.) te Voorschoten, Kr.
Smit te Anna Jacoba Polder.
Aangenomen naar Enschedé (vac. H.
de Moor), B. J. Aalbers te Bant
(N.O.P.) naar Beverwijk (als indus
triepredikant voor de IJmond), G. H.
Homans te Sint-Jansklooster.
Bedankt voor 's-Gravenhage-Oost(vac.
F. E. Hoekstra), H. A. L. van der Lin
den te De Bilt (U.).
Examens. Aan de Theologische
Hogeschool te Kampen slaagden voor
het kandidaatsexamen de heren H. Dijk-
slag te Epe, S. van der Linde te Lemele,
A. Groenewegen te 's-Gravenhage en G.
de Jong te Nijega (Small.) en voor het
propaedeutisch examen de heren G. Hei-
tink te Arnhem en J. J. van Nijen te
Emmen. Aan de V.U. zijn geslaagd
voor het doctoraal examen theologie de
heer G. C. Oosthuizen te Queenstown
(Zuid-Afrika) en voor het kandidaats
examen de heren J. Bakker te Rotterdam
en D. Kloppenburg te Barendrecht.
Afscheid en intrede. Wegens ver
trek naar Duncan in Britsch Columbia,
nam Ds. L. T. Schalkwijk afscheid van
Krimpen a. d. Yssel-Krimpen a. d. Lek
met Zach. 6: 13a en 15a. Wegens
vertrek naar Vlaardingen nam Ds. M. J.
Mulder afscheid van Lieerde met 2 Cor.
13:11. Hij deed te Vlaardingen intrede
met Hand. 412b, na bevestiging door
neemt, doet hij dat voor zijn schapen om
nieuwe weide te zoeken. Eigenlijk gaat
de gemeente op stap in de persoon van
haar voorganger.
Zo stel ik me voor, dat een vacantie-
reis van een prediker langer en verder
en kostbaarder dient te worden naar ge
lang de grootte van zijn arbeidsveld,
meer nog naar de ontwikkeling en be
schaving van zijn kerkvolk.
Maar dat is maar zo'n kronkelgedachte
van een dorpsdominé! Intussen kwam ik
ten volle in 't gerede met m'n verant
woording, want ik heb weer veel geleerd
en kleine vossen ontdekt in de dominé's
hof.
Zoals we reeds meedeelde ontmoette
ik velerlei oude kennissen en vooral oud
catechisanten. En dan heb ik veel vreug
de, maar ook groot verdriet gehad. Als
leraar en catecheet heb je de roeping je
leerlingen de bagage te pakken voor de
grote levensreis.
Meestal verlies je de meesten totaal
uit het oog en weet je niet, wat voor
gebruik ze hebben gemaakt van het voed
selpakket op de gevaarvolle en vermoei
ende tocht door de woestijn van het le-
te behandelen gedeelte van de catechis
mus.
Ingeval er doopsbediening plaats vindt,
zou men het voorlezen van een artikel
uit de geloofsbelijdenis kunnen verschui
ven naar de morgendienst. Hij doet ook
nog een ander voorstel, dat niet de kerk
dienst, maar de huiselijke godsdienst
oefening betreft: men zou op de Zon
dagen één maal de bijbellezing kunnen
vervangen door de voorlezing van een
gedeelte uit de belijdenis, waarbij moei
lijke zinswendingen konden worden uit
gelegd. Dit zou aan het luisteren in de
kerk ten goede kunnen komen. Verder
schrijft deze broeder, dat hij zich er van
bewust is, dat ook aan deze wijze van
meerdere bekendheid geven bezwaren
zijn verbonden en zich in de praktijk
moeilijkheden kunnen voordoen. Maar
zijn voorstellen zijn bedoeld als een be
scheiden poging tot het inhalen van deze
achterstand aan kennis van de belijdenis
der kerken.
Gaarne geef ik al deze adviezen door
ter overweging aan de kerken die een
poging willen wagen in deze richting.
A. V.
Ds. C. v. d. Giessen van Tzum met Gal.
2: 14a. Ds. A. v. Leeuwen te Otto-
land is voornemens 6 juli intrede te doen
te Axel, na bevestiging door Ds. M.
Hamming van den Helder. Ds. R. J.
de Jong is voornemens a.s. zondag af
scheid te nemen van Winschoten wegens
vertrek naar Groningen-Z. Ds. G. W.
H. Peddemors te Dirkshorn is voorne
mens 17 aug. intrede te doen te Heerde,
na bevestiging door Ds. C. W. Keur van
Scheveningen. Ds. G. Brinkman is
voornemens 24 aug. afscheid te nemen
van Schiedam, om 7 sept. d.o.v. intrede
te doen te Kampen, na bevestiging door
Prof. Dr. J. L. Koole aldaar.
Ds. Joh. de Boer te Bierum wordt
thans verpleegd in het Binnengasthuis
te Amsterdam.
Ds. H. A. L. v. d. Linden te
de Bilt, die onlangs voor beroepen naar
Oegstgeest en 's-Gravenhage-O. bedank
te, deelt in de classicale kerkbode van
Utrecht mede, dat het hem „duidelijk
geworden is, dat hij voorlopig geen enkel
beroep in overweging mag nemen".
Ds. M. J. Mulder te Vlaardingen
is thans telef. aangesloten onder no.
0 1898—3958.
Arum. Nu de pastor-loci, Ds. S.
v. d. Veen, in militaire dienst gaat, be
sloot de kerkeraad zijn echtgenote, mevr.
M. J. v. d. VeenSchenkeveld, die kan
didate in de theologie is, het catechetisch
onderwijs, het ziekenbezoek en de redac
tie van de kerkbode op te dragen.
s-Gravenhage-0ost. De kerkeraad
heeft architect G. Drexhage te Wasse
naar opgedragen de plannen voor de
bouw van de nieuwe Oosterkerk, die ver
rijzen zal aan de L. v. N.O. Indië, hoek
Juliana van Stolberglaan, nader uit te
werken. De kerk zal ongeveer 750 zit
plaatsen krijgen, een zaal van 200350
zitplaatsen, lokalen voor het jeugd- en
evangelisatiewerk, en een pastorie en een
kosterwoning.
ven; liever gezegd, of ze de goede koers
hebben kunnen houden op 't kompas, dat
je ze hebt meegegeven.
En nu bemerkte ik, tot m'n vreugde,
dat de meesten die levensgang na 20,
30 en meerder jaren volbracht had
den in de richting, die wij mochten wij
zen. Ze waren trouw gebleven aan Gods
Woord, hadden hun kinderen gehouden
bij de „oude paden" en waren blij, dat
ze hun oude instructeur nog eens ont
moetten.
Maar er waren er ook verongelukt,
weggezakt in moerassen, op dwaalwegen
geraakt, verhongerd en verkommerd door
teleurstelling in kerk en kerkvolk. Som
migen waren mismoedig en zonder idea
len en zat ik mistroostig bij hen neer.
Toen overlegde ik: heb ik bij deze ver
ongelukte vaders en moeders in hun
jeugd wel voldoende teerkost meegege
ven ze voldoende op de hoogte gebracht
met de kunst van het kompas-lezen
Deze tocht was bemoedigend ja, verheu
gend, gewis, maar ook ontdekkend en
verootmoedigend, gezien de ontmaskering
van vossen op de preekstoel en in de
consistorie- met-de-catechisanten, 'k Heb
in „Boerenkool-stronkeradeel" wellicht
meer geleerd dan anderen in Tirol en
de Zwitserse valleien!
Uit het oude-Vossenland.