Samen
Het geheim
van de Troost
Blijdschap
de Werkelijkheid!
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
MEDITATIE
ZEEUWSE KERKBODE
DERTIENDE jaargang No. 52
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 27 JUNI 1958
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
Uit het evangelie van de opstanding
zult U zich herinneren een korte opmer
king over de discipelen Johannes en Pe
trus. Zij liepen samen snel voort.
Alleen dicht bij het graf vertraagt Pe
trus al meer zijn tredHij durft
haast niet meer verderMet een
kloppend geweten is hij eindelijk binnen
gegaan. Johannes was toen wat vooruit
gelopen. Zeker ook, omdat hij begréép,
dat Petrus nu liever met zichzelf alléén
was.
Maar, onderweg houden zij samen de
pas er in. De voortvarende en de rus
tige. De man die zó maar „in brand"
kon staan, en de peinzer. Zij gingen sa
men.
Daaruit blijkt, dat verschil in aanleg
en karakter geen reden behoeft te zijn,
waarom een paar christenmensen niet
dezelfde weg gezamenlijk kunnen afleg
gen. Als er maar iets is, dat hen wer
kelijk samenbindt. Dan is het niet no
dig, om zulk een accent te leggen op
verschil in zienswijze, waardering van
kultuurvormen, leefmethoden, enz., dat
men daardoor beslist niet in een bepaal
de gemeenschap samen zou kunnen le
ven.
Het zal nodig zijn in deze tijd om
dit eens rustig met elkaar te overwegen.
Anders dreigen de gevaren uit de Kerk
van Corinthe ook in deze tijd.
Men had daar rustig levende mensen,
maar ook broeders en niet minder zus
ters met een sterke drang naar emanci
patie Zakenlieden, mensen die het „goed
doen konden'', en armen, die 'nauwelijks
konden rondkomen. Daarbij zijn de pijn
lijke konflikten niet uitgebleven. De
„liefdemaaltijden", waar men gemeen
schappelijk zou eten en drinken, werden
beruchte samenkomsten. De één zat toe
te kijken, de andere wist niet, waar hij
het laten moest. Want, ieder greep weer
naar het deel, dat hij zelf had meege
bracht. Daarom greep de één overal
naast, de ander had veel te veel.
Nu heeft Paulas deze misstand streng
veroordeeld. 'Inplaats van liefde en sa
menleving te bevorderen, werd op die
manier haat gekweekt en aanleiding tot
scheuring gegeven. Paulus heeft toen
niet gezegd: het evangelie is voor de
armenVan een socialistische uitleg van
de waarheid hield hij zich ver. Maar hij
kwam er tegen op, dat een arme in zijn
gemeenschapsrecht werd te kort gedaan
Zij waren net zo goed broeders en deel
genoten in de genade als de anderen, die
wél wat hadden meegebracht. Als dat
gemeenschapsrecht, wat we samen heb
ben, wordt tekort gedaan, dan volgt on
herroepelijk de ontbinding!
Daarom heeft Paulus deze misstand
in Corinthe aangewezen. Denk U in, na
bijna 20 eeuwen weten wij het nu nog,
dat het daar in de Kerk helemaal scheef
zat. Als er uit deze tijd ook allerlei stuk
ken bewaard blijven, dan zal het nage
slacht ook weten van vroegere wanver
houdingen.
Vanzelfsprekend ligt er een bedoeling
in, dat wij de beschrijving van Corinthe's
narigheden in de Schrift vinden. Ook
dit is tot onze lering beschreven. Maar
het valt moeilijk, op dit punt iets te le
ren. Dat wijst het kerkelijk leven van
onze tijd wel uit. Dat echte „samen",
waarbij de variatie blijft maar geen scha
de doet aan wat verbindt, komt telkens
in de crisis. Het meest bedroevende is,
dat dit met een, voor 't oog althans, té
grote gemakkelijkheid gebeurt. Men is
niet voldoende waakzaam om de stem
ming en de verhouding niet te bederven.
En, wanneer daarbij dan later het ele
ment van „zaaksgerechtigheid" wordt in
geschakeld, dan kan werkelijk uiteengaan
wat eerst samenleefde en samenwoonde.
Dit is een pijnlijke ervaring.
De intieme gemeenschap van het sakra-
ment toch nog geen waarborg van elkaar
vasthouden en bij elkaar blijven. Mis
schien zou het nodig zijn, in bepaalde
gevallen een diepgaand onderzoek in te
stellen, waarmee het nu in feite begon
nen is.
Vanzelf helpt dat bij een bepaald kon-
flikt weinig meer. Maar men zou er voor
de toekomst bij andere gevallen meer
waakzaam door worden.
Plet begrip „samen" moet in zijn gees
telijke kracht en fijnheid meer worden
begrepdi. Hyï''vergtzonder meer, dat
wij iets van 'a:> gillen opgeven ter-
wille van anderen. Wanneer een confe
rentie begint .niet het stellen van voor
waarden, waaraan ehn ander heeft te
voldoen, dan 's er hoogstens een bukken
voor elkaar, maar. de weg wordt niet
gebaand tot een left"j bij#» elkaar. L dit
niet een diep t.ag^h^: ,f enj in de .ol-
kerensamenlevin^ 3
Neem CypruS. berokken mo
gendheid heeft DkleeënEn
ze-schieten srr-r-.;£r ópavr. «fcut. Open
staan voor elkaar, daar ligt het geheim
van samen. Alleen dat waarborgt een
gezonde samenleving. Zo komt een Kerk
tot inzicht, eer het té laat is. Zo wordt
een niveau bereikt, vanwaaruit men van
beide kanten andere vergezichten ont
vangt en uit een zekere benauwing wordt
verlost.
Met de zichtbare voorbeelden in deze
tijd vóór ons, in het licht van de waar
schuwing in de Schrift, ligt hier een
vraagstuk, dat op gemeente-vergadering
en Bijbelkring niet moet worden gepas
seerd. Het zal heel belangrijk zijn, het
in de huiselijke kring aan de orde te
stellen. Voor gehuwden en verloofden
ligt hier een belangrijk element. De weg
tot samengaan wordt gevonden, waar de
één de ander wil laten voorgaan. Waar
wij elkaar erkennen, dragen en verdra
gen en ons met elkaar wapenen tegen
boze invloeden. Alleen dan kunt U met
een gerust hart zingen: waar twist, en
wrok verdwijn'
Het is zeer nodig, om zich algemeen
hiermee bezig te houden. C. St.
MEDEDELING
Verleden week ontving de redaktie
door middel van het kerkelijk bureau
een artikel van Ds P. J. S. Barends over
de zaak Wolvega. Het kwam te laat bin
nen om nog te worden opgenomen. Na
het artikel van vorige week is er nu geen
reden om het nog op te nemen. Inzake
de feiten behoeven we niets recht te zet
ten, want ons artikel had zich gehouden
aan wat bekend was. Meerdere gegevens
biedt dit artikel ook niet en helaas nog
niet de mededeling dat men bezig is de
breuk te helen. C. St.
„Verblijdt u in den Hccre te allen tijde!
Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! Phil. Jh
De Schrift kan soms zo verrassend sprekenop het eerste gezicht
vreemde woorden uitspreken. Dit tekstwoord van Paulus kan ons ook
zo zonderling aandoen. Het lijkt wel alsof het door iemand neerge
schreven is, die van het leven vervreemd is, die over de grond van
de werkelijkheid heenzweeft. Dat we nog worden opgeroepen om ons
te verblijden, maar te allen tijde! Onder alle omstandigheden!
Je moet maar eens tegenslagen incasserenje moet maar eens ver
keerd begrepen worden; leed en smart moeten eerst eens je leven
binnenkomen; dan praat je wel anders; dan laat je dat: te allen tijde
wel voor wat het is. Dat is goed voor mensen, die niet weten, wat
er in deze wereld zo allemaal te koop is; dan kan je geestdriftig spre
ken over geloofsblijdschap en vrolijk christendomzo zijn we geneigd
de kracht en waarheid van dit Schriftwoord te torpederen
Maar het is Paulus, die ons dit met gloed en bezieling toeroept;
en hij is helemaal geen levensvreemde figuur, maar vol werkelijk
heidszin. Hij is zwart gemaakt en belasterd als geen ander; een leven
vol moeite en strijd; telkens opnieuw in doodsgevaar, gegeseld, af
geranseld; dreigingen en ontberingen. Kortom een leven, dat zelden
omstandigheden bood om verblijd te zijn.
Als Paulus ons nu oproept te allen tijde blij te zijn, wordt het dus
niet uitgesproken door iemand, die niet weet, wat er te koop is in
de wereld; maar die juist alle soorten van ellende heeft doorworsteld;
iemand van de realiteit
En toch was hij werkelijk onder alle omstandigheden verblijd;
tegen de kale en donkere muren van zijn gevangenis liet hij zijn lie
deren van blijdschap weerklinken; in verdrukking en benauwdheid
roemde hij in zijn Heiland; midden in de werkelijkheid van zijn veel
bewogen leven kende hij de innerlijke vreugde!
Waarom Omdat hij vol was van de realiteit van Jezus' Kruis
en Opstanding; hij leefde uit de werkelijkheid van Gods grote en
onpeilbare liefde; hij kende deze ene werkelijkheid, waaraan hij zich
onder alle omstandigheden overgaf, de werkelijkheid van Gods kind
en het onroofbaar eigendom van Jezus Christus te mogen zijnPaulus
was voluit werkelijkheidsmens; maar die zich liet overheersen niet door
de werkelijkheid van leed en smart, gevaren en bedreigingen, smaad
en teleurstellingen, maar die zich liet overweldigen door de machtige
werkelijkheid van Christus' Koningschap
Paulus bleef staan aan de voet van Jezus' Kruis, aan de ingang
van Zijn geopende graf en bij het Licht van Zijn triumphantelijke
overwinning; hij was er niet van weg te slaan door geen geselslagen
en doodsgevaren; juist omdat hij niet levensvreemd was, vervreemd
van het overwinnend leven van Christus; juist omdat hij stond met
beide benen op de bodem van Gods heerlijke werkelijkheid, de wer
kelijkheid van Zijn rijke genade en beloften; en hij stapte niet over
deze verblijdende en vertroostende werkelijkheid heen, die te'allen
tijde, door alles heen geldingskracht bezat.
U kunt het ook, te allen tijde, in uw tijden van moeite en tegenslag,
blij zijnals u de volle realiteit maar zien wil van Gods rijke beloften
als u maar gaat staan op de grond van Gods verkwikkende werkelijk
heid.
Paulus wist heel goed, wat er te koop was in de wereld van Gods
liefde en genade; te koop zonder geld, gratis, uit louter genade, te
allen tijde. Weet u ook, dat dit voor u te koop is? Voelt u, dat deze
blijdschap, waartoe Paulus opwekt, juist van werkelijkheidszin ge
tuigt Leef dan uit deze werkelijkheid te allen tijde
Krabbendijke. J. v. d. KLAAUW.
Wat was het een lief kereltje, die
kleine Hans. Die kleine vent van twin
tig maanden, met z'n weinige, kromme
woordjes en z'n grappige toet. Moeders
vermaak en vaders vreugde en de speel
pop van het huis. Wat toch een rijk be
zit, onze kinderen. Ze zijn zo lief.
Maar Hans werd ziek, zwaar ziek en
daarmee kwam een donkere schaduw glij
den over het zo vrolijk huis. Wat was
het nu stil in diezelfde gang en in die
zelfde kamers, die anders van het ge
rucht daverden. In een hoek van de ka
mer stond het ledikant je, dat de broze,
kostbare schat bevatte. Hoe lag die kleine
vent te worstelen met de koorts, te wor
stelen met de dood. Stil-verbeten stond
vader er bij, machteloos, met strakke
mondhoeken, terwijl de kin trilde. En
moeder deed zwijgend en zacht nog enige
bezigheden, met een traan in het oog.
Hans heeft de worsteling moeten op
geven. Z'n zwakke kracht bleek tegen
het geweld des doods niet bestand. Het
heeft maar enkele dagen geduurd. Toen
is hij heengegaan.
Dat zeggen we zo gemakkelijk: heen
gegaan. Maar dat roept aanstonds de
vraag opwaarheen Het spreekt van
zelf, dat deze vraag ook bij de deze
ouders om een antwoord vroeg. O, het
doet het ouderhart zo zeer, als wij onze
kinderen, die God ons eerst gaf, weer
moeten afstaan. En als we dan voor de
droeve plechtigheid staan van het begra
ven, dan moeten we toch verder durven
zien, dan dat stille kindergrafje.
Maar 'wat wordt dan de kracht des
geloofs openbaar. Het komt me voor, dat
onze vaderen wel met zorg hun woorden
gekozen hebben, toen zij in de Dordtse
Leerregels neerschreven, dat godzalige
ouders niet zullen twijfelen aan de zalig
heid van hun vroeg gestorven kinderen.
Er was nog al enig verschil tussen
deze vader en moeder. Niet, dat het met