Kerknieuws KLEINE VOSSEN kerkgang. Zonde vervreemdt altijd van God. Maar de gevallen zijn heus niet altijd gelijk. Het kan zijn, dat de zonde meer gevolg is, dan oorzaak. Dat er al be trekkelijk vrij lange tijd een verachteren was in de genade en dat dit aanleiding werd tot toegeven aan allerlei zonde. Het leven werd allengs zomaar meer op pervlakkig en uitwendig. De kerkgang begon te verslappen, het lezen in de bij bel werd bijna helemaal nagelaten en de persoonlijke omgang met God in het ge bed werd uiterst schaars. En toen begon ook de klem van Gods wet zijn kracht te verliezen. Die wet sprak het geweten niet meer aan en zo kwam er langzamerhand een toegeven aan verschillende zonden, waarbij men zichzelf verontschuldigt. Als de ambtsdrager deze situatie ver onderstelt en hij zou dan over die zonde beginnen te spreken, dan begon hij aan het verkeerde eind. In dit geval zal het nodig zijn, dat hij over de ziekte zelf gaat praten en een bepaald symptoom terzijde laat. Dit kan ook de waarde van ontdekking hebben. Immers, het betrok ken gemeentelid mag al zichzelf veront schuldigen, hij weet terdege, dat er een afbuigen is van Gods wet en hij zal ver wachten, dat hij hierover ernstig zal worden aangesproken. Hij heeft zich te voren hierop al voorbereid. Mogelijk heeft hij voor zichzelf het antwoord al klaar. En nu zal het hem verrassen, als de ambtsdrager hierover zwijgt, maar wèl nadrukkelijk informeert, of het le ven met God de laatste tijd eigenlijk wel zo goed is. Maar het kan ook omgekeerd. Dus niet, dat het langzaam verachteren in de genade, de algemene gezondheidstoe stand, oorzaak Werd tot het optreden van allerlei ziekteverschijnselen, van allerlei kwaal en gebrek aan zonde, maar dat de zonde in het leven inkwam en dat dit de directe oorzaak werd tot verslapping in den dienst des Heren. Zeg, iemand was altijd een meelevend gemeentelid, maar in zijn verantwoorde lijke positie op een bankkantoor is hij gekomen tot oneerlijke praktijken of er zijn in zijn huwelijksleven moeilijkheden. In beide gevallen kan het jaren duren, eer de zweer doorbreekt. Maar intussen voelt hij de zonde als een ban in z'n le ven. Het bidden houdt hij nog wel vol, maar het gaat werktuigelijk, het is niet meer de ontmoeting met zijn God. In de meeste gevallen zal hij zich uiterlijk nog wel correct blijven gedragen, maar inner- De helft van de mij toegemeten va- cantietijd heb ik besteed aan een geïm proviseerde tocht door enkele provincies. Geïmproviseerd wil zeggenzonder te voren vastgestelde route. Ik wist de ene dag niet, waar ik de volgende dag zou zijn, en de ene nacht niet, waar ik de volgende 't hoofd zou neerleggen. Je kunt natuurlijk altijd terecht in een ho tel, maar ik prefereerde een bed, ge spreid door liefdevolle handen van oud catechisanten, die in alle provincies te vinden zijn, dank zij m'n vele consulent schappen. 'k Heb ondervonden, dat oude liefde nooit roest, vooral die van oud leerlingen. M'n vrouw zei: „je moest je schamen om zo maar onverwacht om lo gies te vragen". „Mens", zei ik, „ik heb 't nergens gevraagd, ze vroegen 't zelf en wel heel dringend." En dan gaf ik „schoorvoetend", huichelaar, die ik was, maar toe. Maar 'k ben op m'n tocht steeds amb telijk bezig geweest. Zo min een luipaard z'n huid kan afstropen, zo min kan een dominé z'n toga uittrekken. Stokoude mensen mocht ik bezoeken en vertroos ten, mensen, die ik in de kracht van 't leven, jaren geleden, heb gekend. Jon geren, soms afgedwaalde, of in strikkéh geraakte, mocht ik enkele wenken geven. Medereizigers in publieke vervoermid delen dikwijls door een gesprek iets la ten zien van de heerlijkheid van 't ge loof in Jezus. Ook nam ik hier en daar ongemerkt tentamen af. Een tentamen is een soort vóór-examen om te zien of iemand kans van slagen heeft, 't Was een listig van gen van kleine vossen. Je hoort nog al eens van het euvel, dat onder 't Geref. kerkpubliek dikwijls weinig meeleven, weinig gastvrijheid wordt gehoord tegen over vreemdelingen. Men laat ze links liggen, toont weinig geneigdheid zich met hen in te laten, schuift nauwelijks lijk wordt het leven leeg. Misschien blijft hij te kerk gaan, maar het is, of zijn ziel niet meer openstaat voor het Woord en of hij niet meer wil, eigenlijk ook niet meer kan luisteren naar Gods stem. Ik zeg niet, dat het zo gemakkelijk is, de gevallen te onderscheiden, maar wij hebben toch ernst te maken met de diag nose. Een dokter zal ook verschil moe ten zien tussen allerlei optredende stoor nissen, die wel gevolg zullen zijn van een langzame verzwakking van de hele constitutie èn een boze infectie, die de gezonde mens vrij plotseling ernstig aan tast en oorzaak zou kunnen worden van een totale inzinking. In het laatste geval moet de infectie zelf met kracht bestreden worden. Voor zichtig en liefdevol, maar niet minder krachtig moet worden onderzocht naai de oorzaak van het kwijnend geloofsle ven en de verslapping in de dienst des Heren. En als het, in een open en eerlijk gesprek, komt tot belijdenis van het kwaad, dan moet rechtuit de eis worden gesteld, dat hiermee gebroken wordt. Dan moet de zieke plek worden uitge sneden door het zwaard van Gods Woord. Dat kan een moeilijke en pijn lijke operatie worden, maar het moet. Persoonlijk heb ik het wel meegemaakt, dat ik onverbiddelijk de eis stelde: „het mag niet langer, hier móét verandering komen, om Gods wil en om de zaligheid van Uw ziel" en gelukkig met de schoonste resultaten. Als het kwaad dan ook werkelijk in de kracht des Heren overwonnen werd, bloeide het geloofs leven weer krachtig op en kwam het weer tot gezonde bloei. Ik zou hier haast hetzelfde verschil willen zien als tussen interne zieken en chirurgische patiënten. De internist zal met zijn patiënten vaak heel lang moeten dokteren en dan nog dikwijls met ge brekkig resultaat. Maar de chirurg zet het mes er in en snijdt het boze gezwel uit. Dan zal de zieke wel een paar heel moeilijke dagen hebben, maar niet zelden keert hij in uitstekende gezondheid weer in het maatschappelijk leven terug. Maar in beide gevallen is het de opper ste Geneesheer zelf, die weer herstel moet geven en wij kunnen niet anders zijn dan zijn knechten, die in diepe af hankelijkheid Hem hierin willen dienen tot gezondmaking van het lichaam van Christus. Kapelle-Biezelinge. v. d. Leek. een plaats op, om maar niet te spreken van vriendelijke belangstelling en een uitnodigen om na de dienst mee te gaan op de koffie, laat staan iets te laten mer ken van 't gehoorde Woord Gods. Ik wilde eens een steekproefje nemen. Er gens in Overijssel ging ik ter kerk. We waren vroeg, daar m'n oud-leerling-gast- heer organist is. 't Kerkgebouw was dus nog maar door enkelen bezet. Ik zette me op een open plek neer en verzuchtte tegenover een echtpaar, dat aan de an dere kant van het middenpad zat: „hé, wat zit ik hier eenzaam!" „Wel", reageerde die broeder en zus ter, „kom naast ons zitten, dat is gezel lig." „Nu", zei ik, „dat zal ik dan maar doen. U moet weten ik ben wat onwen nig, want ik zit nooit in een kerk." „Maar m'nheer toch", zei de zuster vrien- delijk-verwonderd, „dat is toch wel erg" en vol meedogen keek ze me aan. „Och", zei ik, een beetje koel, „ik zit liever niet in de kerk." Toen nam de broeder 't woord en vroeg, meer zakelijk ingesteld, „mag ik de redenen ook weten, waarom U nooit in de kerk komt?" „Maar m'nheer", antwoordde ik, ,,'k zei niet, dat ik nooit ter kerk kom, maar dat ik er nooit in „zit". Doorgaans „sta" ik in de kerk." „Oh, dan bent U zeker koster." „Nu, koster, die staat veelal achter in de kerk, ik steeds vooraan." „Ondeugd", zei de zuster, „dan bent U zeker dominé! U hebt er ons tussen." Maar, ik had ze er niet tussen; ik was erg blij met hun re actie. Deze kerkgangers waren niet stuurs en stijf en strak-kerk-officiëel, maar waren hartelijk-belangstellend, meevoe lend, gereed om terecht te helpen en te getuigen. En daardoor kwam er warmtë in m'n hart en luisterde ik te opgewek ter, naar een goede, frisse, opwekkende preek. Uit het oude-Vossenland. Tweetal te Groningen-Zuid (vac. Dr. L. Praamsma), J. M. Vlaming te Gouda en H. Willems te Augustinusga. Beroepen te Middelburg en te Nieuw- lande (Dr.), J. Ytsma, voormalig predi kant bij de Vrije Evang. Gemeente te Bussum te Enschedé (vac. H. de Moor), B. J. Aalbers te Bant(N.O.P.) te Noordwijk aan Zee (2de pr. pl.), W. Griffioen te Nijkerk te Schagen, H. Peper, kand. te Haarlem te 's-Gra- venhage-Oost (vac. F. E. Hoekstra), H. A. L. van der Linden te De Bilt (U.). te Maassluis (vac. H. Vollen hoven), D. H. Borgers te Nieuwerkerk a. d. IJssel te Meeden (Gron.), R. de Boer, kand. te Rotterdam. Aangenomen naar Murmerwoude, Th. Kuiper te Sybrandaburen. Bedankt voor Alphen a. d. Rijn (3de pred. pl.), E. J. Oomkes te Schiedam voor Exeter (Ontario, Canada) (Chr. Ref. Church), L. de Nood te Papen- drecht voor Leek, H. Bade te Val- thermond voor Veenwoudsterwal, E. J. Duursema te Vorden voor Bussum (vac. J. van der Wolf) en voor Voor burg (4de pred. pl.), P. Heiner te Noord- wijk-Binnen. - Examens. De classis Rotterdam heeft praep. geëxamineerd en beroepbaar verklaard de heer R. de Boer, kand. aan de Theol. Hogeschool te Kampen. Zijn adres is Randweg 71 te Rotterdam-Z., tel. 74398. Aan de V.U. is geslaagd voor het kandidaatsexamen theologie de heer G. J. van den Burgh te Den Haag. Afscheid en intrede. Wegens ver trek naar Urk nam Ds. H. Veenstra af scheid van Veenwoudsterwal met Hand. 2032. Na bevestiging door zijn schoonvader, Ds. J. B. v. d. Sijs van Bredevoort, met 1 Sam. 310, deed kand. A. Bolwijn, gekomen van Amsterdam, in trede te 't Harde met Gen. 263a. Na bevestiging door Dr. C. Stam aldaar met Jes. 3317a, deed Ds E. Jansen, gekomen van Aduard, intrede te Goes met Jes. 33:20 en 24. Ds. J. Wolven te Urk zal een maand als geestelijk verzorger een reis maken met het hospitaalkerkschip „De Hoop". Almelo. De kerkeraad besloot aan het verzoek van de samenwerkende ker ken van Almelo, Vriezenveen en Wier den om in Aadorp een zelfstandige ge meente te institueren geen gevolg te ge ven, maar voorlopig alles te laten zoals het thans is. Maastricht-Valkenburg. Gedurende de zomermaanden zal vanwege de kerk van Maastricht zondags kerkdienst ge houden worden te Valkenburg met het oog op de talrijke pensiongasten. De morgendiensten worden gehouden in de Schouwburg aan de Dr. Eerensstraat om 10 uur en de middagdiensten om 5 uur in de Prinses Irenekerk aan de Plech- kertstraat. De diensten vinden plaats tot en met 7 sept. a.s. Oostzaan. A.s. zondag zal de ge meente haar 75-jarig bestaan vieren. In de morgendienst zal voorgaan kand. J. D. de Vries, die de gemeente als hulppredi ker dient. Woensdagavond 25 juni zal een feestelijke bijeenkomst gesouden worden. De gemeente telt thans 89 zie len, waarvan 46 belijdende leden. De ge meente werd in deze 75 jaar gediend door Ds. B. B. v. d. Hoorn, die tevens predikant te Nieuwendam was, Ds. J. M. Remein, Ds. J. J. Bajema, Oefenaar K. de Vries, allen reeds overleden, Ds. E. Teunis (thans vrijgemaakt predikant te Monster) en Ds. W. L. Korfker, thans em. predikant te Zwijndrecht. Geref. predikanten in Drenthe. De Geref. predikanten in Drenthe hebben besloten om over te gaan tot de oprich ting van een prov. predikantenvereniging. Besloten werd, dat uit elk classicaal res sort een bestuurslid zitting nemen zal. Gekozen werden Ds. Y. K. Vellenga te Meppel, voorzitter (classis Meppel), Ds. T. Lopers te Nieuw-Amsterdam, secre taris (classis Coevorden), Ds. N. v. Hae- ringen te Veenhuizen, penningmeester (classis Assen), Ds. J. Bergsma te Nij- ensleek (classis Beilen) en Ds. H. v. d. Wey te Emmen, adviserend lid, die met de predikanten Vellenga en Lopers de commissie van voorbereiding heeft ge vormd. De vergadering werd bijgewoond door 25 predikanten, ongeveer de helft van het totaal aantal Geref. voorgangers in deze provincie. Ter vergadering refe reerde Dr. A. de Wilde, Herv. predikant te Oude- en Nieuwe-Niedorp (N.H.) over de vraag, hoe de vrijzinnigen staan tegenover Schrift en belijdenis en het befaamde artikel 10 van de nieuwe K.O. der Ned. Herv. Kerk. Dr. J. Naarding te Assen sprak over Oud-Drenthe. Conferentie van Gereformeerden. De zomerconferentie voor Gereformeer den zal dit jaar van 1012 juli op „Woudschoten" te Zeist worden gehou den. Als referenten zullen optreden de heren Prof. Dr. J. T. Bakker van Kam pen met het onderwerp: „De verwach ting van het koninkrijk Gods" (Bijbelse visie) en Prof. Mr. W. F. de Gaay Fort man van den Haag over: „De wereld van heden en deze verwachting. Voor de slotzitting wordt de behandeling van de vraag wat het onderwerp van deze con ferentie voor de bezoeker en zijn plaat selijke gemeente nu betekent. Giften en legaten. De kerk van Scheveningen ontving een legaat groot ƒ1100,waarvan ƒ1000, voor de kerk. De kerk van Genderen ontving een gift van 1000,te verdelen tus sen diaconie en schulddelging. Voor het opschilderen van het kerkgebouw aan de Prinses Irenestraat te de Lier kwam een gift in van 500, In Oostburg worden in de week van 24 tot 29 juni 1958 tentsamenkomsten georganiseerd. De samenkomsten worden voorbereid door persoonlijk contact, b.v. door persoonlijke overhandiging van uit nodigingen met zo mogelijk een persoon lijk gesprek. Laten we niet, zo schrijft de pastor loci Ds. van Mechelen, zien op het resul taat, maar op de heerlijke opdracht van Christus. Het medeleven van de gelovi gen is van het grootste belang, opdat de activiteit in de tent een hoogtepunt moge zijn in het getuigen van Christus als onze Verlosser. St. Laurens. In het kerkblaadje van St. Laurens schrijft Ds. Boon over zijn ziekte. „Toen ik naar het Ziekenhuis werd gebracht (in de nacht van 27 op 28 dec.) meende ik, dat het verblijf hier maar heel kort zou zijn: ik verwachtte niet anders, dan dat de Heere mij uit dit le ven zou wegnemen. Maar toen dan die verschrikkelijke longontsteking tot bedaren kwam, trad de pleuritis naar voren. En die is helaas nog niet beteugeld. Dat is een langdurige geschiedenis. Met veel teleurstellingen. Ook juist in deze dagen weer. Maar de doktoren verzekeren: Je komt er wel weer bovenop. Je zult genezen. Dan maar moed houden. En geduld oefenen. En dat altijd weer halen in het gebed." Rilland-Bath. De ingebruikneming der nieuwe kerk is bepaald op 26 juni. Zondag 29 juni zal de gemeente dan haar eerste dienst in dit nieuwe kerkge bouw mogen houden. In het „Mededelingenblad" wordt naar aanleiding van een aangebracht kruis teken geschreven: „Straks zal in onze nieuwe kerk te gen de wand, waaraan de preekstoel staat een groot kruisteken zijn aangebracht. Lange tijd is het kruis uit onze kerken en huizen geweerd, omdat men meende dat dit een Rooms teken is. De Roomsen slaan een kruis. Ze dra gen een kruisje. In elk Rooms huis hangt een kruis, als het tenminste al niet „Wegens plaatsgebrek" door een Maria beeld is verdrongen. De torens van Roomse kerken dragen een kruis. Als wij zo'n toren zien, weten we al bijna zeker met een Roomse kerk te doen te hebben. „Kruis is Rooms" zo werd en wordt er veel gedacht. Onlangs verscheen een brochure van een gereformeerde de Heer Heule uit Bloemendaal, in groot getal gratis verspreid, die dit ook zo zegt. De titel van de brochure is „Woord of Kruis". Wie even nadenkt zal hier toch op z'n minst een vraagteken stellen. Is dat een tegenstellingWoord Kruis? En heeft Rome het privilege alleen het kruis als teken te mogen gebruiken. Het komt mij voor dat wij door het kruis alleen aan de Roomse kerk te laten

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 2