De Gereformeerde Kerken
in Indonesië
dertiende jaargang No. 44 Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland vRJJAG
*3Cerk en cfeugd
De verjaardag
van
onze Koningin
ZEEUWSE KERKBODE
Berichten en opgaven Predikbeur- Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Abonnementsprijs: ƒ3,— per half-
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. jaar (bij vooruitbetaling).
aan de drukkers Littooij Olthoff, Afzonderlijke nummers 12 cent.
Spanjaardstraat 47, Middelburg. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 Advertentiën 12 cent per mm.
Het is wel bekend, dat deze kerken
onlangs in synode bijeen geweest zijn,
onder leiding van Ds J. J. Oranje te
Djakarta. In verband met de acta van
die synode heeft het zendingscentrum
een overzicht gegeven, dat in de bladen
reeds is gepubliceerd.
Men komt wel onder de indruk van
de moeilijkheden, die in het kerkelijk le
ven in Indonesië zijn èn worden door
gemaakt. Niet minder dan 3 van de 7
kerken worden opgeheven. Zo zal de
kerk van Bandoeng wel overgaan naar
een ander kerkverband, n.l. de „geredja
keristen indonesia", oftewel de christe
lijke kerk van Indonesië. De Indonesi
sche taal zal dan de voertaal zijn.
Het wordt uit de stukken niet helemaal
duidelijk, welk kerkverband deze „chris
telijke kerk" nu betekent.
In Soerabaja gebeurt iets dergelijks.
Daar blijven 50 zielen over. Ook daar
zal men naar hetzelfde kerkverband over
gaan en het Nederlands als voertaal ver
dwijnt uit de dienst. De „verstrooiden"
op Balikpapan sturen hun attestatie naar
Djakarta. Wat hiervan in de praktijk zal
groeien, moet met recht de tijd leren.
De kerk van Medan zal, naar verwacht
wordt, ook met enkele maanden moeten
opgeheven worden. De Javaanse predi
kant van Medan zal gevraagd worden,
om als consulent op te treden. Of deze
predikant ook behoort tot de christelijke
kerk van Indonesië, wordt uit de ver
strekte papieren niet duidelijk.
Bandoeng, Soerabaja, Medan, drie na
men, in de geschiedenis van het kerkelijk
leven in Indonesië overbekend, verdwij
nen van de kerkelijke kaart.
Dit zegt meer, dan in woorden valt uit
te drukken. Wel is ter synode dankbaar
geconstateerd, dat er 4 kerken overble
ven, en het kerkverband kon blijven be
staan maar als er zegge 4 kerken
tot zo'n verband behoren, dan mogen wij
wel voortdurend bidden om de bijzondere
hulp van God. Bovendien, die overblij
vende kerken zijn ook niet bepaald sterk.
Van Djakarta lezen wij geen cijfers na
de repatriëring. MaarMakassar
telt 24, Semarang 158 en Palembang
ruim 120 zielen. Ik weet wel, dat wij
geen Nederlandse maatstaf mogen aan
leggen, maar het zal toch wel voor ieder
duidelijk zijn, dat het kerkelijk leven al
daar zwaar in de crisis is.
Uit de aantekeningen uit de acta krijgt
men niet de indruk, dat er, door de re
patriëring van de Indonesische Neder
landers, veel leden aan het kerkelijk le
ven zijn onttrokken. Evenmin als wij in
ons land horen van veel gereformeerden,
die tot ons overkwamen uit de warme
oost.
Mag ik het eens openlijk neerschrij-
Zoals ik in een artikeltje over de ge
houden ouderlingen-conferentie beloofd
heb, zou ik nog eens afzonderlijk terug
komen op datgene wat jonge mensen, die
daar als gasten waren genodigd, naar
voren brachten over de vraag„Wat ver
wacht de jeugd van de kerk?"
Al is het niet gebruikelijk een derge
lijke vraag door de jeugd zelf te laten
beantwoorden op een conferentie van
ouderlingen, de vraag zelf is zo oud als
de christelijke kerk, zodat er zeker geen
nieuw probleem aan de orde was.
Natuurlijk is bij elke generatie, die
aantreedt, een zekere verwachting aan
wezig. Een verwachting ten aanzien van
heel het leven, waarop men zich voor
bereidt, waarvan de jonge christen be
seft dat het van God is en vóór de Here
geleeft moet worden. In dat gehele le
ven, dat aan de dienst van God gewijd
ven Voor mij lag hier een teleurstelling.
Ik had mij altijd verblijd in berichten,
die over zegen op de arbeid in Indonesië
spraken. Over toetreding tot de christe
lijke kerk. Maar, nu las ik onlangs een
artikel van Ds v. d. Brink van Makassar,
dat de begeerte naar het gereformeerde
leven in Idonesië uiterst gering was. Men
trok meer naar de „protestantse" kerk.
De zaak van de repatriëring overwegen
de, ben ik geneigd om Ds v. d. Brink
gelijk te geven. Mocht dit niet het geval
zijn, dan hoop ik, dat men mij met de
feiten nader zal onderwijzen.
De aansluiting bij de Wereldraad
blijft gehandhaafd. Destijds gaven de
(7) kerken hierover gezamenlijk een
verantwoording uit. Daarin treden wij
voor dit ogenblik niet. Elke band kan
mogelijk in de uitzonderlijke toestand in
Indonesië bepaalde waarde hebben.
Wat me echter wèl opviel, dat was een
opmerking aan het slot. Zover mij be
kend, heeft onze kerkelijke pers daar
nog niet op gewezen. Het gaat n.l. hier
om, dat de evangelisch-christelijke kerk
in Nederl. Nieuw-Guinea verzocht aan
de geref. kerken van Indonesië, om met
haar in correspondentie te treden. Dat
is een (héél ruime) vorm van toenade
ring tot elkaar. De synode in Indonesië
ging daar echter niet op in, omdat zij
bezwaren had tegen „de formulering van
de grondslag" van de evang. chr. kerk
in Nederl. Nieuw-Guinea. Er zal nog
nadere opheldering worden gevraagd.
Dat heeft me even doen terugdenken
aan onze synode in Leeuwarden, die juist
zo dankbaar was, dat christenen uit ver
schillende kerkelijke kring daar in die
éne evang. clfristel. kerk zoeken te be
lijden en te beleven de gemeenschap in
Jezus Christus. Het is al gebleken, dat
de gereformeerden, die zich daarbij ge
voegd hebben, belangrijk mochten mee
werken om die kerk geestelijk te helpen
bouwen.
En, nu komt de synode van Indonesië,
die aansluiting bij de Wereldraad zoekt
èn verkrijgt, met bezwaren, confessionele
bezwaren tegen deze kerk in Ned. Nieuw-
Guinea, waar men juist in het oprecht
zoeken van eenheid, vele kerken vooruit
isHierover zou men nu graag in Neder
land enige opheldering wensen, want dit
is allerminst duidelijk.
Iemand fluisterde mij inzou mis
schien die naam: Nederl. Nieuw-Gui
neamaar daar wil ik helemaal
niet aan denken. Dat zou politiek in de
kerk zijn, en daar zijn wij tegenwoordig
erg tegen gekant!
We wachten maar, tot hier opklaring
komt. En herhalen onze bedeGod ge-
denke het kerkelijk leven in Indonesië.
C. St.
moet worden, neemt het kerkelijk leven
een eigen plaats in.
Vanzelfsprekend dat men ook van het
kerkelijk leven bepaalde verwachtingen
heeft, die al dan niet in vervulling gaan.
Het gevolg daarvan is in het eerste ge
val .enthousiast deelnemen, in het andere
'geval teleurstelling.
In de praktijk zal het wel zo zijn, dat
sommige verwachtingen vervuld worden,
andere weer niet, zodat ook het enthou
siasme wel nooit onvermengd zal zijn.
Maar wat hebben onze jongeren nu naar
voren gebracht?
Goede en minder goede geluiden over
de kerk. Goede en minder goede getui
genissen over de jeugd. Voorts een aan
tal verlangens en wensen. En enkele
„kreten". Over de kerk werd gezegd
ik som nu maar op, zonder namen te
noemen dat zij te weinig een eigen
Woensdag 30 april is in onze volks
kring met opgewektheid herdacht, dat
Koningin Juliana haar 49e verjaardag
beleefde, met haar gemaal en de prin
sessen.
De band tussen het Oranjehuis en ons
volk is van bijzondere aard. Men kan
zelfs zeggen, dat deze tijdens de rege
ringsperiode van Koningin Juliana nog
is verstevigd. Er is sprake van een op
recht en hartelijk meeleven met ons volk,
zowel bij onze vorstin als Z.K.H. Prins
Bernhard, terwijl ook de kroonprinses en
de andere prinsessen niet voorbijgaan aan
wat het Nederlandse volk raakt.
stijl weet te bewaren, dat er een gebrek
is aan spontaneïteit dat de leiding van de
ouderen wat betreft hun leven en voor
beeld te kort schiet, dat daarin teveel is
dat „niet klopt", dat dat laatste ook ge
zegd kan worden van wat men soms over
kerkeraadsvergaderingen te horen krijgt,
dat de kerkeraden te weinig het jeugd
werk stimuleren, dat men niet zorgt voor
gezellige lokalen, dat de wereld de kerk
veroordeelt op haar daden (niet op haar
belijdenis), dat de kerkelijke leiding te
veel blijft hangen aan de tijd van hun
eigen jeugd, dat de kerk op de praktijk
gericht onderwijs moet geven, géén dog
matiek en kerkgeschiedenis, dat de kerk
gebouwen meer moeten worden aange
kleed, bijv. met muurschilderingen, even
tueel een kerstboom met kerstfeest, ge
vraagd werd of de Geref. kerk zich te
goed voelt voor aansluiting aan de we
reldraad van kerken, dat de kerk de jon
ge leden pas meetelt als zij belijdenis wil
len doen, dat de gemeentezang achterop
komt, waarom geen nieuwe psalmberij
ming?, dat de preken direct en zakelijk
moeten zijn, zo nodig niet meer dan een
kwartier als men uitgepraat is, dat de
catechismus uit de tijd is voor prediking
en catechisatie, ongeschikt om te leren,
dat de geestelijke frontlijnen anders lo
pen, dat de dominees niet overal moeten
spreken, ze moeten goede psychologen en
oprechte mensen zijn, zij lijken teveel op
de schoolmeesters, ze worden niet tegen
gesproken en krijgen nooit kritiek, dat
de kerkleden elkaar niet genoeg steunen
in allerlei levensomstandigheden, dat men
de omgang met niet-kerkelijken schuwt
of verwaarloost, men doet of er „niets
aan de hand is" met hen, dat de eenheid
van de kerk door splinter-verschillen in
de weggestaan wordt, de veelheid wordt
kunstmatig in leven gehouden, dat de
kerk zich niet teveel met de politiek moet
bemoeien, dat de kerk voor het besef van
de mensen alleen uit dominee en kerke-
raad bestaat, dat de dominees niet meer
het volle evangelie op verstaanbare wijze
brengen, dat de kerk teveel „arrivé" is,
te weinig strijdende kerk, dat de kerk
de grootste stap maar moet doen op de
weg naar de jeugd, dat er te weinig
blijdschap en humor is, dat de stijl van
de catechismus verouderd is, dat de cul
turele opvoeding verwaarloosd is, dat uit
de vraag naar jeugddiensten blijkt dat
de gewone diensten voor de jeugd niet
voldoen
Over de jeugd werd gezegd
dat velen het antwoord op de vraag
wat zij van de kerk verwachten schuldig
blijven, zij denken er niet of nog niet
over na of hebben geen belangstelling
voor dergelijke vragen; men ziet soms
teveel naar de hervormde kerk, waar de
kerk allerlei activiteiten organiseert, men
wil ontvangen zonder zelf iets te geven
of zich ergens voor in te spannende
jeugd is niet altijd uit op allerlei ver
anderingen, ouderen die op die manier
menen de jeugd te kunnen winnen, ge
ven zich wel vaak uit als vertegenwoor
digers van de jeugd, maar ze zijn het
niet, de jeugd wenst geen kloof tussen
twee generaties, ze maakt zelf deel uit
van de kerk, zoals die nu bestaat, de
jeugd schuwt onwaarachtigheid, de jeugd
kent vooral op het platteland allerlei pro
blemen rond bioscoop en dans, het jeugd
werk zelf ligt op ander vlak dan vroe-
Wanneer een volgend jaar onze Ko
ningin een halve eeuw mag tellen, zullen
er ongetwijfeld bij die gelegenheid groot
se volksfeesten worden georganiseerd.
Dit jaar zullen mogelijk de bestedings
beperking, de werkloosheid en andere
oorzaken tot kalmer feestbetoon roepen.
Misschien dat daarbij de taal van het
hart nog duidelijker zal spreken.
Wij hopen, dat God onze Koningin en
haar huis zal gedenken en dat haar, tot
welzijn van het Nederlandse volk, nog
vele, goede, regeringsjaren zullen ge
schonken worden. C. St.
ger: men krijgt meer oog voor culturele
vragen naast principiële bezinning, de fi
guur van de jeugdouderling is niet meer
de gewenste oplossing, de jeugd meet
haar verwachtingen van de kerk af aan
haar behoeften in verband met wat zij
van de wereld verwacht, de onkerkelijke
jeugd schijnt zich gemakkelijker te be
wegen in de wereld, zij verwacht niéts
van de kerk, de jeugdverenigingen zijn
uit de tijd, al is er onder de jongere lei
ding enige vernieuwing te constateren
(uiteraard kwam deze opmerking niet
van de zijde van de georganiseerde jeugd
in J.V. en M.V.de jeugd beschouwt
zich niet als staande buiten, maar in de
kerk, er zijn geen twee partijen, zoals
de gestelde vraag misschien doet denken
een winstpunt voor de na-oorlogse jeugd
is haar openheid en eerlijkheid, soms
doet de jeugd alsof zij geen leiding van
ouderen begeert (maar dit is een „mas
ker"), er zit iets „tussen" de ouderen en
de jeugd, er moet toenadering- van beide
kanten komen, de jeugd is het belang
rijkste, want zij wordt straks de kerk.
Wat de verlangens en wensen betreft:
Veel kan al uit het bovenstaande wor
den afgeleid. Maar het volgnde werd uit
drukkelijk naar voren gebracht:
de jeugd verlangt naar een „levende
kerkgemeenschap", naar meer eigen ge
reformeerde levensstijl, naar meer voor
beeldig leven van de ouderen. Zij ver
wacht van de kerk meer stimulering van
het jeugdwerk, meer liefde en belangstel
ling, meer offers gezellige lokalen!
De kerk moet als een moeder luisteren:
begrip geduld en liefde opbrengen voor
haar jeugd. Dit niet alleen met woorden,
maar met dadenDe jeugd verwacht van
de kerk een waarachtig kerk-zijnbe
trouwbaarheid temidden van alle onbe
trouwbaarheid in de wereld. De jeugd
verwacht begrip voor haar moderne pro
blemen, vooral op het terrein van film
en dans (dit schijnt vooral voor de plat
telands jeugd een urgent probleem te
zijn). De jeugd verlangt een open ge
sprek en wil volwaardig meedoen in het
werk van de kerk. Zij heeft behoefte aan
morele en materiële steun. De jeugd ver
langt van de kerk dat ze „gelijke tred"
houdt met de tijd waarin wij leven. Ze
verlangt van de kerk liefde en verdraag
zaamheid. Alleen in de liefde ligt een
zegen. De jeugd schreeuwt om „contact".
Laten kerk en jeugd elkaar in liefde zoe
ken en dit gesprek ook plaatselijk voort
zetten.
Dit is zo ongeveer wat ter conferentie
werd geserveerd. Heel wat, zoals u ziet.
Er staan uitstekende dingen in, die zeker
waard zijn dat ze ons allen bezig hou
den. De kerk, de jeugd en wat men ver
langt veel wat er over gezegd is, is
de overweging waard. We moeten eerst
dit geheel maar eens wat op ons laten
inwerken. Dan gaan we er eens enkele
dingen uitlichten om die wat nader te
bekijken. Want we blijven nog wat met
elkaar in gesprek. In dit artikeltje heb
ik onze jonge vriendinnen en vrienden
het volle pond gegeven. Zonder commen
taar. Maar jullie vinden het wel goed,
als ik de vrijheid neem de volgende week
enkele kanttekeningen te maken bij alles
wat jullie naar voren hebben gebracht?
Ik meen dat dat toch de bedoeling is.
A. V.