Kerknieuws DE PAASDATUM: 3£leine <~Doóóen vervolg Calluna A Ik ben slecht op de hoogte met allerlei wijn-merken. Als eertijds Timotheiis ge bruik ik op doktersadvies, een weinig wijns, gelijk hij deed op raad van Paulus. Daar kan zelfs een geheelonthouder niet 't minste bezwaar tegen maken. Wel weet ik, dat champagne de beste soort moet zijn, maar die fles staat ons te hoog, 't merk is te kostbaar. Dan is er een soort van dit „edel" vocht, dat de naam van „Vermoed" draagt ik schrijf 't maar in 't Hol lands Van dit merk heb ik een bepaalde af keer, ik heb er een vooroordeel tegen. Ze riekt me naar een bepaalde vos, die in 't kerkelijk en trouwens ook in 't maat schappelijk verkeer een kwalijke reuk verspreidt. Je hebt van die mensen, die in een gesprek telkens de uitdrukking bezigen „ik vermoed". Dat zijn lieden, die nu al zeggen: ik vermoed, dat die dominé z'n wijntje wel lust! En dat is een zeer on juist vermoeden. „Vermoed"-mensen zijn nooit nuchter, want ze lopen altijd rond met draaiende ogen, met een verdenkende blik, waggelen onzeker op 't levenspad, hebben bevende benen en trillende handen, want ze „ver moeden" overal onraad, „vermoeden" on oprechtheid, „vermoeden", dat er wat achter zit, „vermoeden" min-goede ge zondheid, listigheid, boze streken bij de medemens. Zulke „vermoed"-broeders en zusters hebben een moeilijk leven. Overal „ver moeden" ze voetangels en klemmen. Foei, wat een nare mensen; ze bezor gen zichzelf en anderen veel narigheid en narrigheid. Reeds „vermoeden" ze, dat er ook hier weer een schelmse streek onder schuilt. Laat ons oppassen voor 't telkens ge bruik maken van: „ik vermoed". Wan- Evenmin als er iets in de bijbel staat over een door ons te vieren kerstfeest, vinden we er bepalingen in over een chris telijk paasfeest. Hoe belangrijk de feiten van Kerst en Pasen ook zijn mogen, nergens lezen we van een gebod ze de eeuwen door te on derhouden en te vieren op speciale dagen. Ze zijn echter zozeer gemeengoed ge worden, dat niemand er aan denkt ze af te schaffen. Hoe is nu echter te verklaren, dat wij het Kerstfeest wèl en het Paasfeest niet op een vaste datum houden Kerstfeest kan midden in de week val len, Pasen wordt steeds aan een Zondag gebonden. Het beroemde concilie van Nicea (325 n. Chr.) heeft in dezen de beslissing ge nomen, Pasen te doen vallen op de Zon dag, die volgt op de eerste volle maan op of na de 21e maart. Dit mag als algemeen bekend worden verondersteld. Op z'n vroegst kan Pasen dus vallen op 22 maart, n.l. wanneer de 21e maart een zaterdag is en tevens de volle maan op die dag valt. Zo was het in 1761 en 1818. Op z'n laatst is het mogelijk op 25 april, n.l. in geval het volle maan is op 18 april later kan het niet na 21 maart en indien die 18e april een Zondag is. Zo was het in 1943. Dit jaar zitten we zo ongeveer in het juiste midden. Toch dringt zich de vraag op, waarom het genoemde concilie juist rekening hield met de lente (de stand van de zon dus), met de maanstand en dan ook nog vast hield aan de Zondag als Paasdag. trouwigheid in de omgang maakt zo naar geestig, rooft alle echte vriendschap, zet een domper op een blijmoedige omgang met elkander, vergiftigt de gemeenschap der heiligen. Deze „vermoed" dronkaards hebben tot devies „wees vertrouwd, maar ver trouw niemand". Dit is zeker geen lijf spreuk, die aan de Schrift is ontleend. Zeker, de Bijbel waarschuwt niet op men sen 'te vertrouwen, dat wil zeggen, dat men z'n hoop en verwachting niet op mensen moet bouwen, daar alle mensen tenslotte geen vastigheid kunnen geven maar evenzeer lezen we in Ps. 116, dat 't een al te haastig zeggen is: alle mensen zijn leugenaars. In 't gelovig-verkeren met elkander mag 't wantrouwen niet verleiden tot al lerlei „vermoedens", waar dan alle op rechtheid en vertrouwen wordt onder mijnt.. We moeten die boze vos „ik ver moed" uitroeien, want ze rooft ons alle blijmoedigheid, alle eerlijke-omgangal blijft dan de voorzichtigheid en omzich tigheid geboden, die noopt tot spaarzaam heid in spreken, laat staan in oordelen. Laat de fles „vermoed" gekurkt blij ven, maar laat ons veel meer drinken 't water der oprechtheid en der ongeveinsde liefde. Immers „ik geloof" is niet „ik vermoed", maar „ik weet" en ben ver zekerd en wie op God vertrouwt, zal niet gemakkelijk Zijn kinderen wantrouwen. Want de liefde hoopt alle dingen, gelooft alle dingen, ze verdraagt alle dingen. De „vermoed" christen waggelt langs de kerkweg, maar de geloofs- en vertrou- wehsmens huppelt er over, want hij „weet" dat God met hem is, en wat- zal een nietig mens hem dan doen! Een gezegend Paasfeest met de triumphroep: „ik weet" mijn Verlosser leeft! Uit het oude-Vossenland. Het lijkt mij toe dat in dit geval kool en geit gespaard moesten worden i.e. de oud-oosterse kerk en de oud-westerse kerk uit de eerste eeuwen na Christus. Wat was n.l. het geval De christenen in het oosten (KI. Azië) waren gewoon het paasfeest te vieren, in zoverre zij christenen uit de joden waren. Dit ging er bij hen niet zo maar uit. Wel verschoof het accent bij hen iets. Ze dachten minder aan de uittocht uit Egypte, dan wel aan de opstanding van onze Here Jezus. Deze was toch aan de vooravond van het pascha der Joden ge kruisigd Dit pascha werd door de Joden op 14 Nisan gevierd, een vaste datum omstreeks volle maan, in de eerste maand van het Joodse jaar, dat rond 21 maart begon. Zij bleven aan die datum vasthouden, onver schillig op welke dag van de week deze viel, net als bij ons het kerstfeest evengoed op donderdag als op maandag kan vallen. Anders was het in het westen gesteld. De kerk van Rome hield aan de zondag vast en zeiop die dag is de Here Jezus opgestaan. Pasen moet dus op een zondag vallen. Over deze zaak is veel getwist. Dat ge beurde vroeger ook al ten aanzien van dingen, die wij nu zo gewichtig niet meer vinden. Polycarpus (bisschop te Smyrna) ging hierover eens een hartig woordje spreken met de bisschop van Rome. Deze was weliswaar toen 150) nog geen paus, maar het begon er toch al op te lijken. Hij stond op het standpuntzo is het altijd geweest, zo moet het altijd blijven. Klanken die nog niet zijn uitgestorven overigens. Polycarpus, lang niet mis, vertelde met gezag, dat hij met de apostel Johannes eens het paasfeest had gevierd op Joods-chris telijke wijze. De zaak bleef hangen, ondanks vele boze woorden, totdat genoemd concilie de oplossing gaf. Zoals gezegd de kool van de westerse kerk werd gespaard, n.l. door de bepaling van de Zondag als Paasdag. En de geit van de oosterse kerk, door dat rekening gehouden werd met de lente en de volle maan. De ietwat ingewikkelde berekening van de Paasdatum herinnert ons dus aan een gelukkig bijgelegde strijd uit het grijs ver leden. De B. Bedankt voor Groningen-West (vac. Dr L. van der Zanden), PI. de Moor te Enschedé voor Ulverstone-Penguin (Tasmanië) (Ref. Church), G. Veene- man te Amersfoort. Tzveetal te Amsterdam (wijkgemeente I), A. Broek te Groningen-Noord en Dr. B. Rietveld te 's-Gravenhage-West. Beroepen te Lexmond, Ooltgensplaat en te Wieringen, A. Bolwijn, kand. te Amsterdam te Appelscha, D. Barten te Holwerd te Oost- en West-Souburg (2de pred. pk), B. Berends te Beetster- zwaag te Houwerzijl, Neede en te Nie- zijl, J. W. Genuït, kand. te Sprang-Ca- pelle'te 's-Gravenhage-Oost (vac. F. E. Hoekstra), W. Griffioen te Nijkerk (Veluwe). Aangenomen naar Helpman (Grom), W. M. de Bakker te Maasdijk naar Bussum, PI. Schut, missionair predikant met verlof, woonachtig te Hilversum, die bedankte voor Heerlen en voor Workum. Bedankt voor Schoonebeek, H. D. Bak ker te Tholen-Poortvliet voor Oud- Beijerland, K. Snoey te Dinteloord voor Haulerwijk, G. Hengeveld te Wou- brugge. Examens. Aan de V.U. zijn ge slaagd voor het doctoraal examen theolo gie Ds. J. A. Schep te Geelong-Victoria (Australië) (voorheen predikant te Schiedam) en voor het kandidaatsexa men theologie de heren G. de Haan te Utrecht en G. van Ziel te Soest. Ds. F. L. Schalkwijkmissionair predikant van de kerk van Rotterdam, woonachtig te Baarn, is bereid in afwach ting van zijn visum in een gemeente hulp diensten te verlenen. Ds. J. M. Snoek, missionair predi kant te 's-Gravenhage-Oost, slaagde aan het Zendingsseminarie te Baarn voor het zendingsexamen. Afscheid en intrede. De intrede van Ds. C. W. de Vries van Lollum te Deventer zal niet op 13, maar op 20 april plaats vinden. Eindhoven. De kerkeraad heeft zich opnieuw met de zaak van de ge scheurde kerken bezig gehouden, omdat, naar zijn oordeel hij reeds jaren wor stelt met een onrechtvaardige aanslag van de generale synode. Bij herhaling is aan de generale synode om revisie ver zocht, maar deze sprak uit, zonder dat zij de door Eindhoven aangevoerde ar gumenten bestreed, dat „Eindhoven" met het oog op de eis van het kerkverband, maar bovenal met het oog op de finan ciële zorgen der gescheurde kerken" aan haar verplichtingen moet voldoen". Hoe wel een aantal leden van de kerkeraad terzake zijn misnoegen niet onder stoelen en banken stak, besloot de kerkeraad toch „met het oog op de eis van het kerk verband en op de financiële zorgen der gescheurde kerken" aan deze aanslag te voldoen, door de inhoud van het fonds „Reserve bijzondere uitkeringen", dat door de totstandkoming der Algemene Ouderdomswet zijn zin verloren heeft, voor dit doel te bestemmen. De ker keraad besloot ook aan deputaten voor de evangelisatie in Noord-Brabant en Limburg steun te vragen voor de aan stelling van een evangeliste, teneinde voor een deel de arbeid van de evange lisatiepredikant te verlichten en voor een ander deel zijn werk uit te breiden. De kerkeraad is van oordeel, dat voor een goede bearbeiding van de gemeente het noodzakelijk is, dat er op korte ter mijn een zesde predikant beroepen wordt. Verschillende financieringsmogelijkhe den, die daarbij het kerkbouwprogramma niet in de war sturen, zullen daarvoor worden onderzocht. Een commissie werd benoemd, die een verdeling van de ge meente in vijf wijken, minus Geldrop, zal voorbereiden. Met de gemeente leden die in Meer veldhoven woonachtig zijn, zal overleg worden gepleegd over de vraag of het misschien toch niet ge wenst is voorlopig zich te contenteren met een ruimte voor het houden van vergaderingen (geen kerkdiensten), in dien daardoor een definitieve oplossing voor ruimte voor de eredienst sneller zal kunnen worden bereikt. Gorinchcm. De nieuw te bouwen kerk zal op voorstel van een der predi kanten de naam dragen van Johannes- lcerk, waaraan verbonden is het symbool van de adelaar, waar immers de apostel Johannes de adelaar onder de evangelis ten wordt genoemd. De kerkeraad nam twee jaar geleden het besluit niet mede te werken aan een herdenking van de bevrijding als daarbij ook een vrij zinnig predikant als spreker optreedt. Ter kerkeraadsvergadering gingen stem men op over het voor en tegen. De te genstanders hadden ook advies bij enkele hoogleraren ingewonnen en pleitten ook op grond van de plaatselijke situatie tot een ongedaan maken van bedoeld besluit. De kerkeraad besloot daarop tot het laatste. Centralisatie. De classis Amsterdam heeft na discussie een voorstel van de kerk van Amsterdam met algemene stemmen geamendeerd aangenomen, waarbij besloten werdle. een conferen tie te beleggen van alle Amsterdamse commissies van beheer, uitgebreid met alle commissies voor kerkelijke bureaux teneinde een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid en de consekwenties van een centrale administratie (financiën en ledenregister) en 2e. een classical e con ferentie te beleggen om in het licht van de noodzakelijke gemeenschapsvorming te onderzoeken in hoeverre de bestaande bearbeiding van de gemeente door de ambten heroriëntering en -veranderde functionering behoeft. Voor de voorbe reiding van het onder punt twee genoem de, benoemde de classis een commissie, waarin zitting kregen de heren Ds. C. J. Sikkel (voorzitter), Mr. F. B. Jonker, Dr. P. G. Kunst, ouderling W. v. Os en Ds. Chr. W. J. Teeuwen. De eerste zaak werd aan het moderamen ge-en- dosseerd. Onderling hulpbetoon. Ter verga dering van de classis Amsterdam heeft een der predikanten gerapporteerd over de situatie in de kleinste kerk in het res sort (dat is volgens het Jaarboek Ouder kerk a. d. Amstel, welke gemeente 499 zielen telt - red. K.) die enige steun be hoeft. De commissie uit de classis heeft een samenspreking gehad met de kerke raad en de commissie van beheer, waarbij bleek, dat er voor deze kerk wel pers pectieven zijn om t.z.t. tot kerkelijke zelfbediening te komen, in welke rich ting dan ook krachtig is gestimuleerd. De classicale kerken moeten over 1958 een bedrag van ƒ2100,bijpassen. Nooit van gehoord! In de verga dering van de kerkeraad van Amster dam-W. kwam aan de orde de suggestie van de classis Amsterdam om te komen kool en geit gespaard. ogenblik, uiteenspatten onder Gods la chende zon. Dat het kind niet dóór heeft, dat het slechts kan na-doen, zonder ook maar iets te begrijpen van al de wondere geheimen die zelfs in 'n „eenvoudige" zeepbel schui len, is niet zo heel erg. Maar wat te zeggen van ons vol-was- senen die ons eigen werk soms ma teloos prijzen, doch tegen beter besef in vergeten, dat geen zeepbel blazen of kunstmaan lanceren mogelijk zou zijn, in dien niet vooraf door de Almachtige het materiaal èn de wegen bedacht en ge schapen warenDie glanzende zeepbel èn die kinderlijke verrukking èn ook dat ge not van die moeder over en mèt haar jubelend kind, dat alles en zoveel meer is ook slechts het aan iedere wastob dui zendmaal herhaalde mysterie van de ver guisde God Maar zegt ge bewijs mij eens dat zulk 'n Maker bestaat! Bewijzen dat God bestaat, in de zin van 2 X 2 4, is niet mogelijk. En dat is maar gelukkig ook. Want bewijzen in wiskundige zin, kan ik slechts wat het lager staande betreft de één of andere som, die ik al of niet met mijn hersenen aan kan; en nu ook aan ieder normaal mens kan bewijzen. We zeggen dan ook tegen 'n scholier, die één of ander vraagstuk eindelijk goed oplost: nu heb je hem onder de knie. Zo zijn er honderden dingen, die we eerst niet en straks wel onder de knie hebben. Toch zijn vele mensen niet in staat om wiskunde, laat staan de hogere wiskunde, ooit te leren. Einstein kon alleen aan zijns „gelijken" bewijzen, dat zijn relativiteitstheorie juist is. De meerderheid der mensen, zelfs van ontwikkelden, praat dat maar na, zonder zijn „bewijs" zelfs te kunnen begrijpen. Wanneer dan ook 'n jongetje, misschien met diep onvoldoende cijfer voor wis kunde op de M.U.L.O.-school, zou willen proberen om Einstein na te rekenen, zou hij zich slechts belachelijk maken. Wat dan te zeggen van zulk soort jon getjes, die God, de Berekenaar en Maker van het heelal, willen na-rekenen De knapsten proberen het wel. En dat mag ook geprobeerd. Het is alsof God zelf ons er toe uitdaagt om onzë denk kracht aan Zijn werk te-meten. En het nu reeds zóveel eeuwen met onze milliar- den mensen tegen Hèm alléén af te leggen. Want merkwaardig: élke oplossing van 'n vraag brengt 'n nieuwe vraag. Er blijft steeds 'n geheimzinnige, onbegrepen rest; of het nu gaat over het léven van één grasspriet of over de saamstelling van 'n atoom of over electriciteit. We kunnen het zo'n beetje, voorzichtig, gebruiken. Misbruiken het veelal. Maar door-gron den doen wij het leven, noch de saam stelling ooit. Het is dan ook wel kenmerkend dat 'n geniaal denker als Einstein, zo thuis in de wereld van het bewijzen, erkende dat hij in 'n Maker van het heelal geloofde, zónder 'n armzalig „bewijs". Zijn „den ken" bracht hem er toe „nederig" te er kennen dat zónder 'n intelligent Makel de natuur ondenkbaar was. Als U wilt, zal ik U wel eens 'n heel lijstje van grote geleerden zenden, die te vens grote gelovigen waren, zoals James Watt, Faraday, Zeppelin, Max Plank, Jeans, H. A. Wilson, de grote uitvinder Dessauer en tientallen anderen uit vele landen en tijden. Natuurlijk „bewijst" dit niets. Zou het echter ons, zoveel kleineren, niet 'n beetje bescheidener moeten ma ken Wordt vervolgd

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 2