S*as en Qalluna L Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE IdLu nu de gdideet &y^e&ta<zn t het nieuwe teven aan ZEEUWSE KERKBODE DERTIENDE jaargang No. 40 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 V R IJ D A G 4 APRIL 1958 Abonnementsprijs: ƒ3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 12 cent per mm. Telkens, als de herdenking van Pasen er is, dan mag er blijdschap zijn bij de viering van het feest der opstanding. Elke zondag heeft daar iets van. Wat nog niet inhoudt, dat wij ons elke zondag daarvan bewust zijn, dat wij het feest der opstanding vieren. Daarom heeft het on derhouden van bepaalde feestdagen zijn aparte betekenis. Het evangelie van Pasen hebt uzelf vele malen gelezen, horen lezen en ande ren op uw beurt weer voorgelezen of ver teld. Daar zitten enkele van die fijne trekken in de wijze, waarop de evangelis ten het grote overwinningsbericht door geven. Het is u toch wel opgevallen, dat in het ene evangelie er sprake van is, dat de engel bij het nederdalen in Jozefs hof het zich gemakkelijk maakt op die afge wentelde steen? Hij ging er op zitten. Die steen behoeft voor dit graf geen dienst meer te doen. Op Koninklijk bevel heeft de engel de steen in bezit genomen en tot een rustbank gemaakt. Rust bij het ledige graf. In overeenstemming hiermee vonden de vrouwen het in de grafkamer. Aan de rechterzijde zat een jongeling. Het witte gewaad, het reine feestkleed, valt op. Bij de vrouwen was alles onstuimig en onrustig. In de kring van de discipelen evenzo. Maar, bij het ledige graf heerst een voorname rust. Niet de kerkhof rust, die het gemoed tot het uiterste beweegt. Maar, de blijde rust van de behaalde over winning De dood kan hier geen kwaad meer doen. Hij heeft ontvangen, op Goede Vrijdag èn doorgelaten. Het leven heeft het woord genomen. Dat is Pasen. Onder Gods hoge goedkeuring en met Zijn instemming heeft zich het wonder voltrokken, dat de Vorst uit Zijn afzon dering te voorschijn kwam. Om nu het leven in te gaan en duidelijk te maken, wat dat ledige graf en die daarbij heer sende rust betekenen. Wat in het graf geborgen werd, heeft afgedaan. Dat is de zonde-last, de vloek. Pasen neemt de verschrikking van de vloek voor altijd weg. Want, Christus hééft die vloek gedragen, en komt nu zonder iets terug. Alléén met de zeker heid, dat al dat ellendige voorbij is. Voor goed voorbij. En, daarbij ook de gave van het leven inplaats van de dood. Zo komt Christus op Pasen. En dat kan niet gebroken worden. Vandaar die rust in het heir der en gelen. Zij gaan geen riskant werk uitvoe ren. Zij zullen zich gedragen als dienaren van de Vorst van het leven! Alles behoort nu aan het leven. Dat leven kan niet voor de tweede keer in de benauwdheid worden gebracht. Bij het ledige graf is de gedachte aan een mogelijke herhaling, aan een volgende zondvloed, zonder meer dwaas. De over winning is er. De vijanden zijn verslagen voor altijd. Nimmer krijgen zij enige kans, om hierop terug te komen. Pasen is de volstrekte afrekening met de zonde en haar gevolgen, en de van God gegeven verzekering, dat alles is voldaan. Dit is zo, terwijl de gemeente nog niet aan de vreugde is toegekomen. God is de Kerk vooruit! Als de ogen opengaan, dan is dat de verrassende ontdekking. De vreugde is al toebereid, het ligt alles te wachten, op Petrus, die de opstandingsvreugde in de eerste plaats zal smaken als de vergeving der zonden; op Maria de Magdaleense, voor wie Pasen wordt: een wederom in bezit nemen van haar Heer, maar nu anders dan vroeger; voor ieder afzonder lijk heeft Pasen een aparte bekoring, en voor allen samen als gemeente is Pasen de blijdschap, omdat het leven het heeft gewonnen. Wij raken hier aan een punt, waar wij allen aan moeten denken. Pasen brengt u werkelijk iets „aparts" van God, dat nu in Christus bijzonder tot u mag door dringen. De werking van Pasen houdt verband met de omstandigheden, waarin gij u bevindt. De vertroosting door de kracht van het leven, de bevrijding van allerlei last, die u drukte, èn het uitzicht, dat het leven nu gaat van heerlijkheid tot heerlijkheid, dat zijn allemaal indringende werkingen van Pasen! En dan komt het voor, dat zij het van blijdschap nog niet geloven Zo ging het op de dag van de opstan ding in Jeruzalem. Zo gebeurt het nóg. Om zich daar geheel aan over te ge- Ven, en echt als betrokkene bij de opstan ding van Christus u vóór te stellen, dat gaat niet steeds even vlot. Maar, de Levensvorst kan wachten. Er is voorname rust gekomen, na de onrust rond de lijdensweg. Door Zijn dienstknechten laat Hij u brengen in de sfeer van de rust, opdat gij zien zult, dat alles met de overwinning in orde is. Zó overtuigend moet het evangelie op Pasen uitgaan, dat het u zal brengen tot het genieten van het heil, dat Christus verworven heeft en overvloedig aan de gemeente brengt. Het dorre moet bij ons wijken, het nieuwe leven moet worden gezien, dat de Heer aanhangt en één geest met Hem is. Dan draagt de Kerk bloesem en vrucht. En wij worden vanuit het wonder der opstanding voortdurend opgewekt tot een nieuw leven. C. St. Aan 'n communist. (II.) Bennekom, 22 Maart 1958. Waarde Heer Van harte hoop ik, dat het U weer wat beter gaat. Misschien zijt ge zelfs reeds uit het ziekenhuis ontslagen en heeft men mijn brief aan U doorgezon den. Lezen, precies als luisteren, is vooral op 't ziekbed geen gemakkelijk werk, met name niet op 'n soms drukke zaal. Mede daaraan ligt het mogelijk, dat ge mijn opmerking over de Russische kunst maan niet zó hebt opgevat, als ik ze be doeld heb. Want ge betwijfeldet, of ik daarvoor wel 'n oprechte bewondering had. Toch is dat zo. En ik denk dat ieder, die zich tracht voor te stellen, wat er allemaal aan is voorafgegaan om zulk 'n vernuftig in strument tot ver boven de aarde te krij gen, weken lang daaromheen te doen cir kelen, tegelijk allerlei nuttige metingen te doen èn meteen door te seinen, dit knap werk noemt. Dat ik persoonlijk daarvoor grote be wondering koester, kan ik in dit geval zelfs aantonen. Nog vóór ik mijn open brief tot de heer Chroestjov richtte, schreef ik, zodra ik van 'n in Moskou geslagen gedenk penning las, aan de Russische ambassade te Den Haag, of zij mij, tegen betaling, deze penning kon verschaffen, daar ik geen andere weg wist om die te verkrij gen. Tot heden hoe lang is het nu al niet geleden. ontving ik zelfs geen antwoord laat staan de penning. Nu voelt ge zelf wel, dat ik er geen 10 of 20 gulden voor over zou hebben, indien ik om heel die kunstmaan lachte. Wat was dat vroeger mooi. Met heimwee denk je er aan terug. Al heel vroeg wierp de zon vrolijk z'n stralen door je slaapkamertje. Verrast deed je je ogen open: wat is er ook weer?. o ja, vandaag is het Paasfeest! En je kon het echt niet langer houden in je bed. Je moest weten, wat er op straat was. Die was nog heel stil. Je zag geen mens. En tóch.... toch zag die straat er wel zo vrolijk uit. Of-ie zeggen wouwacht maar eens even.zo dadelijk gaat het gebeuren. En dat geloofde je ook vast: nog heel even en dan hoor je die stem, die door Jeruzalem galmt, dat de Here Jezus is opgestaan. en dan komen alle mensen heel erg blij naar buiten om er van te jubelen. Een paar uurtjes later beleefde je dat ook. Dan zat je met je vader en je moeder in de kerk. En al die mensen om je heen juichten want nu de Heer is opgestaan.... En het leek wel, of die grote mensen het zo heel zeker wisten, omdat ze net zelf van het graf waren vandaan gekomen en het daar die engel hadden horen vertellen. Je voelde je echt een beetje in feestend Jeruzalem. Nu ben je zelf groot mens geworden. En misschien heb je al grijze haren. Maar wat je vroeger als kind van zo iemand dachtgrote- en zeker oude mensen, die kennen de Here Jezus zo goed. die weten zoveel van Hem af en die leven zó dicht bij Hemdat blijkt niet waar te zijn. Want je zingt het nog wel mee: God lof, de Heer is opgestaan.... Maar wat ervaar je dat bitter weinig. En daarom kun je terug verlangen naar vroeger. Vroeger, toen je moeder het je vertelde en toen het net was, of ze het zelf had mee gemaakt. Je twijfelde er niet aan. Als zij het je toch immers zo ver telde. Wat kon jer er blij van worden. Maar wie kan het je vandaag nog zó vertellen? Met de jaren is er een muur voor je voeten omhoog gegroeid. En geen mens, die je daar tenslotte nog overheen kan krijgen. Zelfs je beste vrienden niet. Niet zo ver van vandaan woont iemand, die nog maar pas zei: moeder, praat me d'r maar niet meer over.... dat heb je vroeger genoeg gedaanmaar het zegt me niéts. Maar Goddank. wat mensen je op de duur niet meer duidelijk kunnen maken en waar mensen je niet overheen kunnen helpen.... dat doet Jezus. Wat een muur van onverschilligheid en van wan trouwen en nog veel meer. Maar over dié muur komt Jezus. Hij komt over muren en door gesloten deuren. Hij dringt bij u binnen. En u hebt echt geen gelegenheid meer om Hem af te weren. Daarvoor komt Hij te onweerstandelijk op u af. Hij leeft! En de levende Heer van Pasen laat ons niet dromen van vroeger, toen wij nog zo blij konden zijn. Nee.Hij doorschrijd al die jaren tot Pasen negentienachtenvijftig toe: hier ben Ik.... Hiér en nü! Waren onze harten niet brandende in ons? Het is tóch waar. En we voelen ons wéér een beetje in feestend Jeruzalem. Want nu de Heer is opgestaan, nu VCLllC^ Vrouwenpolder. J. VAN DER WAL. Ook vond U mij maar oppervlakkig. Ik meende nog al tot ónder de opper vlakte te zijn doorgestoten, door er op te wijzenten eerste dat deze Russische kunstmaan het product is niet van één man, niet van één land, doch van 'n hele gemeenschap van geleerden, technici, pre- cisie-arbeiders enz. uit alle mogelijke tij den en landen. Dat was geen spot. Dat is de direct onder de oppervlakte tastbare werkelijk heid. Waarom zouden we, onze vijanden, de Duitsers, de eer onthouden, dat zij het eerst de grote afstand-raketten de lucht in hebben gezonden? Het gebruik er van is niet zo eervol geweest, vooral niet indien het waar is, dat ook Joodse geleerden aan de verwe zenlijking 'n flink aandeel zouden hebben gehad. En de Russen hebben deze Duitse uitvinders dan ook geëerd door hen, na hun verdiende nederlaag, mee naar Rus land te nemen en net zo lang vast te hou den, tot zij alles uit hen hadden gekregen wat nuttig kon zijn voor het lanceren van de kunstmaan. Het gerucht gaat zelfs, dat als de Russische en de Amerikaanse kunstmaan elkaar ontmoeten, allebei in het Duits zuchten! U ziet, ik blijf niet aan de oppervlakte. Neem juist de uiterlijke schijn weg en wijs op het typische van alle mensenwerk van betekenis, dat dit nóóit ontstaat uit de arbeid of denkkracht van één, maar steeds uit de samenwerking van vélen, als om onze persoonlijke kleinheid te doen gevoelen tegenover de gemeenschap. En tegenover den Ene! Maar nu die eeuwig zwoegende ge meenschap Moest die niet enige eerbied tonen te genover de Maker van de zoveel grotere en kunstiger echte maan, één der talloze satellieten in het onmetelijke heelal, die nu reeds zó veel eeuwen of millioenen jaren zonder falen de aarde omzweeft? En met welk 'n pracht van voor heel de mensheid nuttige lichteffecten! Indien het, terecht, kleinzielig zou moeten heten om aan Rusland de eer van de pri meur te misgunnen, hoeveel kleinzieliger is het dan om de eer niet te willen geven aan Hem, Die zonder énige mensenhulp, gehéél alléén, geheel uit Zichzelf, de Uitvinder èn Maker èn Instandhouder is van 'n zoveel grootser en geweldiger ding, gelijk de echte maan enheel het heelal met zijn milliarden flonkerende wereldendie de ganse mensheid zo doel matig verlichten. Is dit oppervlakkig Of juist 'n doorstoten tot de achter en ondergrond van de werkelijkheid, op basis der feiten? Dit bewonderen en roemen van óns mensenwerk, tegelijk dat men weigert zijn Schepper te erkennen, doet mij den ken aan 'n kind, dat bij moeder aan de wasteil voor het eerst zelf zijn zeepbel blaast uit vaders kalken pijp. Hè, roept het, verrukt over de ijle kleurenpracht èn dat het dit zélf tot stand bracht. Zo is menig man, zelfs op hoge leeftijd niet veel wijzer en blaast bellen, die tel kens weer, hoe glanzend ook voor 'n

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1958 | | pagina 1