Qalluna
Wat heb ik het al vaak meegemaakt,
dat er tijden kunnen komen, dat men
werkelijk alleen maar belangstelling heeft
voor de eeuwige dingen. Meerdere malen
is het mij overkomen, dat een zieke ner
gens meer op reageerde, dat de dingen
van het natuurlijke leven volkomen had
den afgedaan en de huisgenoten of het
verplegend personeel me verzekerden
,,och, U kunt wel even gaan kijken, maar
U zult er wel niets meer aan hebben."
Nu is het intussen niet de vraag, wat
wij er aan hebben, (hoewel het inder
daad voorkomt, dat we rijker bij het ziek
bed weggaan, dan we er kwamen), maar
wat zij er aan hebben. Of zij nog het
Woord der vertroosting kunnen horen en
of wij ze nog even de staf in de hand
kunnen drukken, waarmee ze de jordaan
des doods door kunnen.
En wat is het dan vaak verrassend,
als zij bij het horen van een enkele bij
beltekst, van een bekende psalmregel,
van de Naam van onze lieve Zaligmaker
uit hun ingezonkenheid de ogen opslaan
en duidelijke tekenen geven van verstaan
en begrijpen en dankbaarheid. Vermoei
ze niet met een ander verhaal, dring ze
geen lekker hapje op, ze talen er niet
naar. Vrienden en geburen krijgen er
geen woord uit. Nee, die „hebben er niets
'n Uitverkoren geslacht.
'n Emeritus-predikant kan het ont
zaggelijk druk hebben.
Dit overkomt mij deze week, waarom
ik mijn eigen vlees en bloed verzocht,
mij voor dit keer te vervangen. Hij zond
mij uit Velp onderstaand toespraakje,
dat hij onlangs voor de N.C.R.V. hield.
Het komt dus niet rechtstreeks uit de
hei, maar toch van dichtbij de hei.
Het is niet van D. J. C.. maar van
J. c.
Hier is het
Luisteraars
Wij leven in een tijd van slagzinnen,
kreten en reclameborden. Elke dag tref
fen wij in de krant de een of andere
kreet het woord, dat er in staat en dat
het 'm op dat ogenblik moet doen. We
hebben doorgaans geen tijd meer om
naar lange toespraken of breedsprakige
betogen te luisteren. Wij zijn zakelijk op
het leven ingesteld; wij zijn mensen die
ons direct afvragen Wat doe ik ermee
Wat koop ik ervoor Onwillekeurig zijn
we daarom ook ingesteld op het reclame
bord, de slagzin, die met enkele woorden
zegt, waar het op aankomt. Radion wast
witter (met een blijde huisvrouw er
naast). Voor iets goeds naar Bervoets
Kies Medinos, de tandpasta, wij zouden
het niet meer durven proberen met Odol,
Castella of een ander soort tandzeep.
Bedenkelijker wordt deze manier van
gecomprimeerd-de-dingen-zeggen, wan
neer we deze methode ook enigermate
gaan toepassen in toespraken of artikelen.
Er zijn boeken, die per slot van rekening
bestaan uit een reeks van kreten. Een
dergelijk verschijnsel nemen wij ook wel
eens waar op conferenties, wanneer ge
sproken wordt b.v. over de Europese
Jeugd en wellicht bedoeld wordt de een
of andere Hongaarse of Franse Nozem,
maar niet Marietje van de meisjesclub uit
Rodeschool.
Luisteraars, zou de tekst ook zo'n kreet
zijn Gij zijt een uitverkoren geslacht,
een koninklijk priesterschap, een heilige
natie De kreet van de Petrus, die op
de kansel aan de hand van een welgeko
zen slagzin het volk Gods over de kuif
strijkt. De man, die de ogen dicht doet
voor de ongerechtigheid de man die
met een plechtig gebaar de plooien van
het roerig gemeentelijk leven gladstrijkt
de dominee, die steeds het diplomatieke
woord klaar heeft om bepaalde niet roos
kleurige toestanden te verdoezelen, of
zelfs goed te praten, nogmaals is,
wat Petrus hier beweert, alleen maar een
kreet
Of- zou het veeleer niet zo zijn, dat
de apostel met dit woord een beeld geeft
van ons, christgelovigen, wel te verstaan,
een beeld op-ware-grootte, dus de werke
lijkheid.
Nu, we houden nogal van de realiteit,
waarbij wij de werkelijkheid van het le
ven gaarne zien, op ware grootte. Maar
stel U nu eens voor, dat wij plotseling
zouden veranderen in datgene wat we
werkelijk zijn. Stel U voor die meneer,
die het altijd breed laat hangen met z'n
dure kleren en z'n dure woorden, op
eens ineenschrompeld tot een lilliput-
mensje, met kleine handjes en voetjes,
met een heel klein hoofdje, waarin kleine
gedachten en nog méér kleinzichtige
ideen. En plotseling zou blijken, dat die
hele grote meneer altijd zo groot en zo
meer aan", maar het Woord des levens,
daar grijpen ze naar. Alleen de zielszor-
ger heeft nog toegang tot het hart, waar
lijk niet om zijn persoon, maar omdat
hij de parel van grote waarde mag doen
schitteren voor het reeds doffe oog.
Nooit vergeet ik die doodzieke vrouw
met een heel ernstige pneumonie (zo'n
ouderwetse, van met 9 dagen er op of er
onder) aan wier ziekbed ik niet langer
gestaan heb dan hoogstens 2 a 3 minuten.
Ik heb alleen maar gezegd dat bekende
couplet van psalm 43 „zend, Heer, Uw
licht en waarheid nederDit alleen
verving gesprek, bijbellezen en gebed.
Zij heeft tot mij niet één woord gespro
ken, maar ik wist, dat ze mij, in haar
vliegende koorts, verstond. Zij mocht er
dóór komen. Zij is weer helemaal beter
geworden en toen heeft ze mij gezegd,
hoe haar dit korte bezoek tot grote ver
troosting was geweest.
Och ja, er is wel eens teleurstelling,
maar een dienaar van het Evangelie te
mogen zijn, is toch wel ontzaglijk rijk.
Laten we maar niet te gauw ontmoe
digd zijn. Het Woord des Heren is een
krachtbron voor hen, die het horen èn
voor hen, die het brengen en het doet
heus zijn werking wel.
K.-B. v. d. L.
deftig doet, omdat ie in de werkelijkheid
zo verschrikkelijk klein is. En alleen maar
groot doet om groot te lijken en daar
voor een aantal luidsprekers nodig heeft.
Wat te denken van de directeur die - on
der het voorwensel de tijd uit te kopen -
zijn personeel heel hard laat werken en
telkens weer laat overwerken en opjaagt -
opeens veranderd in een vampier, die
bloedzuigt.
Maar het kan ook omgekeerd Stel
U voor de Mevrouw uit Uw omgeving,
die zo graag wat voor de Here Jezus
doet (soms een beetje onbeholpen), als
bij toverslag veranderd in een beeld
schone vrouw, schoner dan Miss Holland
1957, niet zozeer weerspiegelend haar
lichamelijkheid als wel de heerlijkheid des
Heeren. Ja God kent zijn sterren, man
nelijk en vrouwelijk, die beschreven staan
in het Boek des Levens
Ik lees in de tekst Gij zijt een uitver
koren geslacht - En plotseling zie ik
voor mij de gemeente van Jezus Christus,
alle Christgelovigen, geplaatst in de witte
lichtsfeer van Gods genade. Opeens zie
ik U allemaal en mezelf, in een beeld,
waarvan we zeggen mogen het is op
ware-grootte, het beeld, dat God dagelijks
van ons in handen houdt Een uitverko
ren geslacht Een koninklijk priester
schap Een heilige natie
En het is alsof Petrus op dit ogenblik-
ons bij de arm pakt en aanroept Weet
U wel, wie U bent Een uitverkoren ge
slacht. Een koninklijk Priesterschap, een
Heilige natie. Jazeker Petrus doet ons
even denken aan de man, die zegt Weet
U, wie U bent Winnaar in de puzzle-
wedstrijd De le prijs een televisie
toestel. En onze reactie zou ongetwijfeld
déze zijn, dat wij van onze stoel zouden
opspringen, en blij en verrast zouden op
kijken, zo in de trant van 't is niet te
geloven En luisteraars, waarom kijken
wij niet blij en verrast op waarom ma
ken wij nog geen rondedansje door de
kamer, als Petrus ons deze onderschei
dingen op de borst speldt, en de hemel
opengaat, de engelen ons feestruikers
toewerpen en de hemelkoren zingen van
onze heerlijkheid voor Gods aangezicht.
Ja, waarom roepen wij niet Hoera of
stamelen 't is niet om te geloven, op het
horen van deze geweldige boodschap.
Want het is toch maar iets geweldigs,
wat Petrus hier tot ons te zeggen heeft.
Doet zich dan niet de vraag voor, of wij
wel altijd oog hebben voor de heerlijk
heid, waarin wij staan mogen, van Chris
tus zege. - Want ik vrees dat wij zo vaak
alleen maar oog hebben voor die andere
werkelijkheid, die naar onze mening het
juiste beeld van de christgelovigen in deze
wereld weergeeft, en waar ons Petrus
aan het begin van dit hoofdstuk met zo
veel woorden spreekt over de christge
lovigen in deze wereld, die innerlijk ver
deeld zijn door kwaadwilligheid, bedrog,
huichelarij, afgunst en kwaadsprekerij.
En laten wij maar eerlijk zijn, vanuit dit
standpunt bekijken wij zo vaak uitslui
tend die anderen uit onze omgeving en -
als wij heel eerlijk zijn - onszelf. Maar
hebben wij dan nog oog voor de heerlijk
heid, ook voor onze persoonlijke heer
lijkheid, waarin God ons op deze wereld
zet, om Christus wil
Het geheimenis van Petrus beoordeling-
ligt hierin, dat hij ons niet beoordeelt
naar het uiterlijk, en ook niet bekijkt van
uit de mens maar dat hij ons beoordeelt
vanuit die andere Mens Jezus Christus.
Om in de termen van de tekst te blijven
Petrus bekijkt ons vanuit Jezus Chris
tus, de uitverkoren Mens, de koninklijke
Priester, de heilige Gods, de Mens, die
tegelijkertijd Gods eniggeboren Zoon
was, en op de aarde kwam om door zijn
Kruisoffer op Golgotha Gods allergroot
ste daad aan deze wereld bekend te ma
ken, zijn Liefde jegens ons.
Gij zijt een uitverkoren geslacht Pe
trus begint erop te wijzen, dat wij als
Christgelovigen niet zo maar met elkaar
op deze wereld staan en als los zand aan
elkaar hangen en zo maar voor onszelf
kunnen leven, maar dat er zeer bepaalde
familiebanden en familieverhoudingen
bestaan, n.l. tussen God en ons. En toch-
beseffen we dat Te behoren tot een uit
verkoren geslacht Als wij ter wereld
komen, rent een blijde pa naar het Ge
meentehuis om ons daar bij de Burge-
lijke Stand te laten inschrijven. Dat is, -
ondanks het blijde en trotse gezicht van
pa - een pure formaliteit. Behalve wan
neer wij door een samenloop van omstan
digheden de zoveel duizendste zijn. Dan
krijgen we een spaarbankboekje met een
rijksdaalder of 100 gulden erop, plus de
burgemeester op kraamvisite.
Maar God doet het anders, warmer,
bewogener. Als we geboren worden,
maakt God er geen pure formaliteit van,
maar bereidt ons en onze ouders een
feest. Dan treedt Plij op het doopvont
toe met de woorden Ik ben Uw God en
Vader om Christus wil. En jij bent van
Mij En dan roept de gemeente, op het
zien van het sacrament Hallelujah En
zingt van Gods genade-verbond en van
Gods Vaderschap. En is het alsof de en
gelen uit de hemel ons toeroepen Jij
bent erbij Jij komt er ook bij, bij het
gezin, waarvan God de vader is
Luisteraars Zo wijst de apostel ons
op het geweldige feit, dat wij behoren
tot de heilige familie Gods Tot die fa
milie, die elke dag, - zelfs onder een ver
duisterde hemel - door het geloof kan
zeggen We hebben God tot Vader.
Uitverkoren Geslacht Plet tekent
onze dagelijkse verkiezing. Het veron
derstelt elke dag een geopende hemel,
van waaruit God neerkijkt op de hele
familie, en dus ook op U. Uitverkoren
geslacht
Het wil zeggen God wijst U aan
Als wij belijdenis des geloofs afleggen
Als wij trouwen God wijst onze taak
aan, die wij misschien af en toe niet
graag mochten en waar we onderuit wil
len. God wijst onze man aan, om hem te
helpen en niet om hem af te vallen. God
wijst onze vrouw aan om haar te bemoe
digen, en niet om haar alleen te laten
voortploeteren, God wijst onze kinderen
aan, niet om ze links te laten liggen en
ze een televisietoestel te geven, zodat ze
dan tenminste zoet zijn en wij met onze
vrienden kunnen gaan bridgen. God wijst
onze kinderen aan om ze te vormen, te
leiden, en dat wij onze vrije zaterdag-
of zondagmiddagen met hen bezig zouden
zijn.
Uitverkoren geslacht Dat zijn we
Zo beziet God ons Zo behandelt God
ons. En God verwacht, dat wij in de
kracht van Christus ons dienovereen
komstig gedragen. God wijst ons aan,
maar waarom wijzen wij zo vaak in onze
bitterheid af God kijkt naar ons. Maar
waarom kijken wij af en toe de andere
richting uit God ziet op ons en waarom
zien wij niet meer op naar God God
denkt aan ons En waarom denken wij
te weinig in onze ziekte aan Gods Ge
nade, die ons als op een presenteerblaadje
dagelijks wordt aangeboden Wij beho
ren tot de heilige familie Gods, maar
waarom verloochenen wij wel eens deze
afkomst En opeens hoor ik een stem
uit de troon van God, roepend Wie is
mijn Moeder, mijn Zuster en mijn Broe
der, - die de wil Gods doet, die is mijn
Moeder, en mijn Zuster en mijn Broeder.
- En zie ik in de hemel voor dezelfde
troon Jezus met doorboorde handen voor
ons, voor de hele familie biddend en plei
tend.
Uitverkoren geslacht Ja het ver
lengde van dit gewichtig woord wijst het
volgende heilige familie tevens een ko
ninklijk priesterschap. Luisteraars, God
geeft aan de familie door het Kruisoffer
van de Heer de gestalte, waardoor zij in
deze wereld moet staan. Haar afkomst,
en haar status is een uitverkoren ge
slacht. Haar beroep, haar dienst in deze
wereld is te zijn: een koninklijk pries
terschap. Onze hoge afkomst moeten wij
uitdragen in een koninklijk priesterschap.
Koninklijke priesters Let wel niet
de volgorde omkeren door ervan te ma
ken priesterlijke koningen. Dat is pre
cies datgene dat God van ons niet wil
zien. U zult zeggen het a.u.b. niet zo
nauw nemen. Wat maakt dat nu uit
Koninklijke priesters of priesterlijke ko
ningen. En toch "als we God nu serieux
willen nemen, dan zullen wij het nét zo
nauw moeten nemen als God het doet
koninklijk priesterschap. Dat staat er,
waarbij de nadruk valt op het priester
schap. Want priesterlijke koningen, die
zijn er genoeg.. U kent ze wel uit het
Oude Testament de koningen, die te
vens priesters wilden zijn, om zo door
middel van religie, hun macht en aanzien
te vergroten. Denkt U maar eens aan
Saul en Uzzia die laten trouwens zien,
waar dat op uitloopt op zelfmoord, me
laatsheid en verwerping. En onze hui
dige samenleving kent ze evenzeer Ko
ningen in overvloed. Er zijn veel mensen,
wellicht ook in onze omgeving, die wil
len bedillen, leiden, dirigeren, haantje de
voorste te spelen, het hoogste woord te
voeren. Mensen genoeg, die veel liever
koning, dan priester zijn. Voor het pries
terschap, waartoe God oproept is er te
weinig ambitie. Priesters zijn er in de
moderne samenleving te weinig mensen,
die zich geven om Christus wil. Mensen,
die om Christus wil niet vrijlopen met
hun huwelijk, niet hun omgeving tiran
niseren of heersen over het gezinsleven,
maar zich geven ten bate van de ander,
van hetbelang van de medemens en de
samenleving. Er zijn er ook, die priesters
of koningen zijn. God zegt ons bereid
zijn, al levend, geven aan het werk dat
Ik je opdraag, trouw te zijn, en het dan
zo doen, dat het een koninklijk karakter
draagt, d.w.z. dat wij onze taak zo ver
richten, dat we het doen in de kracht van
de Heer. die de wereld overwonnen heeft.
Luisteraars, ligt in de uitdrukking
„heilige natie" niet iets merkwaardigs
besloten Zegt het ons niet, dat de fami
lie Gods in deze wereld als een natie on
der vreemde volkeren moet optreden. De
familie is geen gezellig, knus familiele
ven beschoren, 's winters in de stad, en
's zomers aan het strand of in de bossen.
De familie kent geen rustige arbeid, on
derbroken door vacantiegenoegens. De
familie kent het gehele jaar door maar
een ding arbeid en strijd in het Konin
krijk Gods, strijd tegen de demonische
machten die de familie van God willen
aftrekken, zodat ze verraad aan Christus
de Heer zal plegen. De familie is niet ge
wild, niet populair en niet in trek. Het
liefst had de wereld, dat ze van het to
neel voorgoed verdween. Daarom kent de
familie Gods geen vredige arbeid met de
nodige rustpauzen, maar behoort ze een
natie te zijn, die bidt en vecht en bouwt
aan het Koninkrijk Gods in opdracht van
de Heer.
En het is alsof Petrus nu.ons aankijkt
met ogen, die vragen Beseft U dan op
het ziektebed, dat U tot deze natie be
hoort Was het tot U daar in de huis
kamer al doorgedrongen, dat U een on
derdeeltje van de natie bent Ja Be
seffen wij dat de familie natie is. Wel
te verstaan de natie, die bidt en strijdt
en voortdurend bezig zijn moet met de
dingen van het Koninkrijk Gods. Mis
schien zijn er onder ons die niet meer
vechten, omdat ze niet leven uit het ge
loof en daarom ook niet de val van Gods
Koninkrijk zien. Misschien dat er hier
en daar zijn die nog steeds niet bezig zijn
te bouwen aan het Koninkrijk Gods, en
- wordt het dan niet tijd de handen uit
de mouwen te slaan
't Is mogelijk dat U zegt Ik ben al
sinds lang ziek, en hoe zóu ik me dan
een waardig lid in de natie kunnen to
nen
Misschien zegt een ander Ik ben te
veel door mijn kinderen aan huis gebon
den. Wat zou ik kunnen doen Ik zou
U dit kunnen aanraden Blijft op het
thuisfront en bidt voor het oorlogsfront.
En U zult bemerken, dat U ook bij de
natie behoort. En tot de luilakken zou ik
zeggen 't wordt wel tijd, dat U iets be
gint. En dan maar verder gaan als een
waardig lid van de natie. En het volks
lied zingen. Ik bedoel Ons geloof met
vreugde uitdragen. En de vlag hoog hou
den a.u.b. Ik bedoel Opkomen en eer
bied hebben voor het Kruis van Jezus,
dat Uw redder was. En U zult ervaren
Een volk, dat leeft uit het geloof, is in
tens bezig met de dingen van het Konin
krijk Gods.
Luisteraars Een uitverkoren ge
slacht Een koninklijk priesterschap
Een heilige natie. Ik denk tenslotte aan
de dominee, die veel belasting moest be
talen en zijn gezin bij elkaar riep om de
tafel en zei Kinderen, nu gaan we met
elkaar de twee coupletten van het Wil
helmus zingen. En dan gaat vader be
lasting betalen.
En zo zou ik U willen aanraden Zingt
voor Uzelf of met elkaar de twee nu
volgende coupletten van ps. 89 uit volle
borst en doet daarna Uw plicht, waar
toe de Heer U roept in het Koninkrijk
Gods, zodat de wereld ook aan U kan
zien het beeld van de heilige familie Gods
op-ware-grootte.
J. C.