Laatste Jïxehria
De opleiding
tot het ambt
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
MEDITATIE
Belangrijk rapport
verkrijgbaar
ZEEUWSE KERKBODE
DERTIENDE jaargang No. 19
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
VRIJDAG 8 NOVEMBER 1957
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
Daar is geschreven
Matth. 4-'4, 7, 10.
Wanneer niemand minder dan Jezus Christus in eigen persoon, in
antwoord op verzoeking, gewoon een bijbelwoord citeert, hoeveel te
meer is dat dan voor ons de weg
Jezus gaat geen redeneringen houden met de vijand. Dat had Hij
kunnen doen.
Maar dat doet Christus niet. Enkel maar antwoorden: dit zegt de
Schrift. En dan zijn het citaten uit het boek Deuteronomium.
Ik zie daar een voorbeeld in ook voor onze strijdwijze tegen Satan,
tegen verzoeking tegenover dwalingen. Meer nogeen voorbeeld voor
heel ons gedrag.
Niet redeneren met een sterke vijand, want dan kon je 't wel eens
verliezen.
Maar het Woord hanteren, als het zwaard van de Geest.
'k Meen dat wij nog veel meer gewoon met ons bijbeltje bij ons,
op stap moeten, en dat moeten laten spreken, ook tegenover anderen.
En zelf er allereerst bij moeten leven natuurlijk.
Zelf het Woord vasthoudend.
Anderen het Woord vóórhoudend, 't Zal bijvoorbeeld gaan over
onze kerkgang. Daar kunnen we veel over discussiëren, 1 X of 2 X.
Eindeloos.
Daar is ons bijbeltje. Hebr. 10:25. Daar staat geschreven: „Wij
moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen". Waar was u, toen de
gemeente bijeen kwam? U was er niet. Was u ziek?
Een tweede voorbeeld.
De arbeid in het R.K. Zuiden. Daar is de Mariaverering. Het Feest
van de onbevlekte ontvangenis.
Daar is weer ons bijbeltje. Daar staat geschreven, dat Maria zeide:
mijn geest heeft zich verblijd over God, mijn Heiland (S.V.Zalig
maker). Ze heeft dus ook een Heiland nodig, als zondares. Hoort u,
R.K. medechristen?
Daar staat geschreven! Zich beroepen op het Woord!
Naief 't Hindert mij niet, hoe ge 't noemt. Maar het is de eenvoud
van het geloof. Het is het enig houvast. De enige weg. Trouwens,
ons enige behoud.
Immers, wat moet ge aan met uw ontzaglijke nood, anders dan af
te gaan op het: Daar staat geschreven: Roep Mij aan. Ik zal u uit
helpen. (Ps. 50: 15)
Wat met uw zonde Gelukkigdaar staat geschrevenBij U, o God
is vergeving (Ps. 130). Wat met uw kinderen? Daar staat geschreven:
U komt de belofte toe en uw kinderen.
En wie tot genade zoekt te komen, laat hij, of zij 't maar zeggen,
o Here, daar staat geschreven: Wie de Naam des Heren zal aan
roepen, zal zalig worden
En Uw Woord komt altijd uit.
Nieuwerkerk (Z.) J. H. BECKER.
Het wordt er niet gemakkelijker op
voor degenen, die zich willen voorberei
den om straks predikant te worden.
Nog niet zo lang geleden hoorden we,
dat er in Engeland over gedacht wordt,
om ontwikkelde gemeente-leden maar te
belasten met de geestelijke verzorging
van kleine gemeenten. Zij krijgen dan
„even" een minimumopleiding, en dan zal
verder de praktijk moeten uitwijzen, of
een dergellijke noodoplossing al dan niet
voldoet.
Maar, zo denken wij er in onze krin
gen niet over. Wie de verslagen gevolgd
heeft van de Synode van Assen, weet,
dat daar de opleiding ter sprake is ge
weest. Niet voor het eerst. Op vroegere
Synodes kwam dit ook al ter sprake.
Plet resultaat van de besprekingen in
Assen is nu, dat de voorbereiding tot het
ambt weer iets omvangrijker is geworden.
Men moet straks ook een bewijs kunnen
tonen, dat men naast de studie voor het
kandidaats, ook met vrucht gevolgd heeft
een opleiding, die zich meer rechtstreeks
richt op de uitoefening van de ambtelijke
praktijk.
De tekst van dit Synodebesluit is ge
publiceerd, zodat allen er kennis van kun
nen nemen.
Het is dus niet de bedoeling, dat de
wetenschappelijke opleiding wordt inge
krompen en er meer ruimte komt voor
het praktische.
Dit zou op de duur niet anders dan
schadelijk kunnen werken. De enkele ja
ren van akademische opleiding moeten
de a.s. predikant inleiden in de problemen
van de bestudering der theologie. De be
langstelling moet worden gewekt voor de
vragen rond het Oude- of het Nieuwe
Testament; op hoop, dat in het verdere
leven de predikant zal voortarbeider.
Want, hij verlaat de akademie toch slechts
met een minimum, en moet in die jaren
verstaan hebben, dat hij altijd moet blij
ven onderzoeken. Op die manier worden
de rijkdommen gevonden.
Naast de wetenschappelijke toerusting
tot het ambt komt nu als aanvulling een
op de praktijk gerichte vorming. Wat dat
precies zal omvatten, is misschien nog
niet in allen dele uitgewerkt. Maar, daar
onder zullen zeker vallen: de prediking,
de catechese, en de zielszorg.
Men voelt in de tegenwoordige tijd,
dat de overgang van school naar leven
nogal ingrijpend is. Daarom moet men in
de opleidingsjaren op het leven worden
ingesteld, en enig begrip krijgen van de
moeilijkheden, waarvoor het leven plaatst.
Het geven van een catechisatie is wel wat
anders dan een „boom" met elkaar over
een of ander onderwerp. De kunst om
te leven is vooral in de praktijk van het
ambt van grote betekenis. Wie zich dan
ook later op de praktijk kan werpen, na
dat hij eerst op die praktijk speciaal is
gewezen, die heeft daarin een voordeel
boven vroegere geslachten.
De Herv. Kerk kent nu al enige tijd
naast enkele maanden seminarie, het vi
cariaat. Dit laatste wil zeggen, dat iemand
in een bepaalde gemeente de praktijk in
gaat, liefst onder toezicht van een wat
ervaren dienaar. Zodoende komt daar
niemand tot een beroep, of hij heeft reeds
met de ambtelijke praktijk van nabij ken
nis gemaakt.
Het is nog niet te zeggen, tot hoever
de praktische opleiding ten onzent zich
zal uitstrekken, of zal gaan uitstrekken.
In de regel is het zó, wanneer een nieuwe
zaak op gang komt, dat de tijd, er aan
besteed, eerder meer dan minder wordt.
Van belang op dit moment is, dat de Sy
node om de wil van de Kerken, hiertoe
is overgegaan. Het gaat er om, dat de
Kerken zo goed mogelijk zullen verzorgd
worden.
Natuurlijk blijft ook bij de beste op
leiding het persoonlijke verschil bestaan.
De aanleg is met onderscheid aanwezig,
en dat zal zich ook in de praktijk doen
gelden. Wanneer echter iemand zich zijn
leven lang wil blijven inspannen, en aan
het werken het bidden paart, dan is het
zó, dat van een opleiding, waarin met al
les rekening wordt gehouden, ook de bes
te resultaten zijn te verwachten.
Maar, intussen worden de opleidings
jaren steeds meer gespannen, en zal de
tijd, waarin men klaar kan komen, niet
te krap moeten genomen worden. De stu
dent moet het ook kunnen verwerken.
Toch is het heel wat beter, wanneer
in de kring der Kerken men zich zó af
vraagt, wat of de beste opleiding zal zijn,
dan dat men van gedachte zou wezen, dat
we met een beetje minder ook wel toe
kunnen.
Om de belangrijke taak van de leiding
van de gemeente des Heren moet èn we-
tenschappellijk, èn praktisch, gestreefd
worden naar het beste.
Het is te hopen, dat de nu genomen
besluiten een belangrijke stap in deze
richting betekenen. C. St.
Het rapport van deputaten voor bestu
dering van het film- en bioscoopvraag
stuk, en daarbij gevoegd het rapport van
de commissie ter Generale Synode, zijn,
voorzover de voorraad strekt, verkrijg
baar bij het Alg. Kerkelijk Bureau, Wil-
helminapark 2, Utrecht. De prijs is tach
tig cent. Voor kerkeraden een reden, om
haastig hiervan gebruik te maken. U kunt
aan dit rapport veel hebben.
Gemeenteleden eveneens.
Straks een onderwerp op wijkavonden,
enz.
Bestellen op postrekening no. 513153
van het Alg. Kerkelijk Bureau.
Doe het spoedig. C. St.
Open brief.
Waarde Heer Chroestsjev,
Natuurlijk heeft ieder ook hier in Ne
derland respekt voor de verwezenlijking
van de eerste kunstmaan.
'n Pracht resultaat van stoutmoedige
verbeelding en volhardend vernuft.
Dat ik u over deze Russische prestatie
schrijf, is niet om aan de mode of aan
de angst van vandaag mee te doen.
Integendeel gaat het mij om 'n inval,
die ik niet op papier zou hebben gezet,
indien ik die elders reeds zou hebben ont
dekt.
Want mijn bewondering voor de kunst
maan, die met haar gewicht van minder
dan 90 kilo nu al weken rondom onze
oude aarde draait, sprong opeens over
op.die andere, echte maan, die met
haar gewicht van millioenen tonnen nu
reeds 'n ons onbekend aantal eeuwen
(volgens üw geleerden millioenen jaren
zelfs) rondom de aarde wentelt, zonder
'n moment van dreigen te vallen
Indien eer gegeven moet worden aan
wie eer toekomt en het kleinzielig zou
zijn, als Amerikanen uit jalousie nu Rus
sische geleerden het verschuldigde hulde
onthielden, hoe zou het dan zijn, indien
gij of ik de eer zouden onthouden, die
toekomt aan de allereerste Uitvinder van
de echte maan?
En het is juist over Hem, dat ik, met
alle respekt voor menselijke vinders, in
al die m^wsverheerlijkende artikelen en
in het algemeen in de Prawda, nooit iets
las.
Gij zijt zo hebben wij Nederlanders
met groot genoegen vernomen, toen ge
uw vroegere kameraad Stalin na zijn
dood afkraaktet gij zijt tegen per
soonsverheerlijking ontwaakt.
Dat lijkt mij 'n realistisch standpunt,
overeenstemmend met het feit, dat één
alleen op welk gebied ook nooit veel be
duidt of vermag.
Ook bij het lanceren van de kunstmaan,
heeft het ook u zeker getroffen, hoevele
bekende en onbekende mannen en vrou
wen, eigenlijk eeuwen lang hebben ge
peinsd, gezwoegd, geprobeerd, elkander
geraden, geholpen, verraden, omgekocht
en tegengewerkt, om dan nu ten langen
leste dat dingske van 'n 80 killo tot bo
ven de atmosfeer in te slingeren langs 'n
baan, dieer helemaal niet zou zijn,
indien die oer-Vinder niet vooraf de mo
gelijkheid daartoe had geschapen
Wie toch heeft u aan al die grondstof
fen, nodig voor de fabricatie, geholpen
Wie heeft Icarus en Jules Verne en
al die andere zoekers, inspirators en vin
ders op hun nu eindelijk verwezenlijkte
denkbeelden gebracht?
Wie aan geslatht op geslacht het on
misbare iritellekt verschaft en de wil om
het te volbrengen?
Tegenover dit heirleger van naamlozen
en beroemden staatHij alléén
Terwijl het onmogelijk zou zijn om het
aandeel van ieder mens apart vast te stel
len, van mijnwerker tot hoofdingnieur,
slingert Hij, volgens uw eigen geleerden,
nu reeds millioenen jaren, al die zware
hemelbollen bij milliarden tegelijk door
Zijn helal enontvangt daarvoor in
uw partijbladen weinig eer
Is dat nu, waarde heer Partij-secretaris,
wel billijk? Of want dat raakt u well-
licht dieper logisch?
Mogelijk werpt gij mij tegen zoals
atheïsten zonder veel variatie sedert De-
mocritus geef mij bewijs dat uw God
dat heeft gedaan en in stand houdt.
Zou ik u mogen vragen: gij, die met
uw materialistische geleerden alles binnen
het „bewijsbare" zoudt willen houden,
kunt gij „bewijzen", dat zeg enkel
maar de echte maan we praten dan
maar niet over al die andere milliarden
sterren of uw eigen hart of oog dat
de echte maan er zonder Iemand geko
men is?
Stel eens dat enig Amerikaan thans
zou beweren: die kunstmaan, die \s van
zelf ontstaan. Die zogenaamde Russische
uitvinder bestaat niet. Larie. Helemaal
ook niet nodig. Langs de weg van me
chanische staat en druk is die kunstmaan
vanzelf geëvolueerd.
Zoudt ge zulk 'n tegenspreker niet zon
der meer negeren en, indien hij bleek
serius te zijn, in één van uw vele pas
sende inrichtingen opsluiten
Welnu, geeft het niet te denken, dat
bij u zelfs 'n aparte verenigingen bestaan,
die zich nu al veertig jaar hees schreeu
wen om uw mede-Russen aan te tonen
dat niet Iemand de aarde en de zon en
het heelal geschapen heeft?
Waarvoor maakt men zich bij u druk,
als Hij toch niet bestaat?
Heer Chroestsjev, wij moeten realist
zijn.
Daarom erkent ieder normaal mens de
realiteit van uw kunstmaan èn van haar
heirleger van uitvinders en vervaardigers,
van wie zeg Jules Verne in 1865 de eer
ste is geweest met zijn „De la terre a la
lune".
De O er-Bedenker, de Maker van de
eerste echte maan, lijkt zonder enig mis
lukt probeersel, zelfs zonder raket of bat
terij, het al eeuwen en eeuwen te hebben
volgehouden. Hij alléén
„Wie bestuurde de Geest des Heren en
onderrichtte Hèm als zijn raadsman
vroeg reeds één van Israëls profeten en
ook wij vragen: wie? Soms 'n Rus?
„Zie volken zijn geacht als 'n druppel
aan 'n emmer en als 'n stofje aan 'n
weegschaal."
En nu gij in uw land, niet geheel over
bodig, de persoonsverheerlijking ik
zal niet zeggen onder de knie heeft, maar
dan toch mondelings hebt afgekeurd en
in anderen bestreden, zoudt gij nu niet
als communist, d.i. toch gemeenschaps
mens, ook het aandeel van al die anderen,
Duitse, Engelse, Amerikaanse, misschien
mede Nederlandse theoretici en practici,
die alle tesdmen hebben gearbeid en nóg
arbeiden om, zwoegend en ploeterend, na
te denken de mogelijkheden die niet de
Natuur (wat is dit nu eigenlijk voor 'n
irreëel gedachten ding?) doch die dui
zend maal dood verklaarde Iemand heeft