Onze Generale Synode
Uitkijken gewenst
Jiïxelaria
Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland
ZEEUWSE KERKBODE
DERTIENDE jaargang No. 10
VRIJDAG 6 SEPTEMBER 1957
Berichten en opgaven Predikbeur
ten tot Dinsdagsmorgens te zenden
aan de drukkers Littooij Olthoff,
Spanjaardstraat 47, Middelburg.
Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563.
Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor.
Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280
Abonnementsprijs3,per half
jaar (bij vooruitbetaling).
Afzonderlijke nummers 12 cent.
Advertentiën 12 cent per mm.
Het spreekt vanzelf, dat wij in een
weekblad moeilijk de besluiten, door de
Synode van Assen genomen, in volgorde
kunnen verhalen.
Uit de dagbladen hebt U er dan al
kennis van genomen, en wij zouden het
één keer per week niet kunnen bijhouden.
De leiding kwam weer bij Ds P. N.
Kruyswijk, evenals op de Synode van
Rotterdam. Bij hem treffen wij aan een
zeldzaam evenwicht in de werking van
verstand en hart. Plet „vriendelijk zijn
jegens allen" is bij hem vanzelfsprekend.
Maar, met die aangeboren vriendelijkheid
zegt hij kernachtig en duidelijk zijn me
ning, ook al gaat die lijnrecht in tegen
de strekking van een gedaan voorstel.
Wij kunnen blij zijn, dat wij deze voor
zitter gekregen hebben.
En, Ds H. W. H. van Andel werd
weer „schrijver", ondanks rechtmatige
bezwaren zijnerzijds. Men kan n.l. niet
tegelijk scriba van een synode zijn, en
ook nog zorg moeten dragen voör een
wijk in Utrecht, of waar dan ook.
Er is wat op gevonden. Er wordt tij
delijk een plaatsvervanger in Utrecht ge
zocht, en de Synode heeft een bekwame
en reeds ervaren scriba.
Ook voor Dr Praamsma wordt een
dergelijke oplossing gezocht in Gronin
gen.
Dit is iets nieuws bij de ontwikkeling
van de arbeid onzer Synoden. Ieder zal
begrijpen, dat bij een vroegere vergader
tijd van hoogstens 4 weken het samen
stellen der acta minder om 't lijf had dan
nu. Moet U die kolossale boekwerken van
de laatste tijden eens zien! Wie er serieus
van kennis neemt, die heeft zich vaak
afgevraagdhoe kreeg de scriba dat
„klaar", naast andere arbeid? Nu is er
openlijk uitgesprokenzó kan het niet
meer.
Ochmen kan het hoofd schudden
U zult misschien bij uw televisietoe
stel op 31 Augustus uzelf gevoeld heb
ben als terecht gekomen in de wereld der
ergernissen.
Uit ervaring kan ik niet spreken, aan
gezien de meest nauwkeurige huiszoeking
zo'n toestel bij mij niet voor de dag zou
brengen. Trouwens, als zo'n apparaat
aanwezig is, dan berg je dat niet op,
maar je laat liever de gordijnen open.
Het schijnt dan zó gegaan te zijn, dat
een Oranje-avond misbruikt is voor so
cialistische propaganda. Op zo'n avond
kun je verzekerd zijn, dat er heel wat
kijken en luisteren. En, dan is het een
kans, om bij te springen. Zelfs Oranje
in dienst van hét ideaal van de toekomst
Toch wel „heerlijk", als er één van dé
„muiters" van 1933 naar voren komt.
Ochwe weten daar niet zovéél meer
van af. Geschiedenis als vak is niet erg
gewild. In sommige gevallen kom je met
geschiedvervalsing verder. Maar, er was
in 1933- een schip van onze marine, de
„Zeven provinciën" geheten, waarmee
een deel van de bemanning er van door
ging, bij afwezigheid van de leiding.
Deze muiterij werd achterhaald en de
bedrijvers van dit onrecht streng gestraft.
Nu getuigt het wel van „fijn gevoel", om
zulk een vroegere muiter op een Oranje
dag voor de televisie op te roepen. Ver
der is het geval nog uitgebuit, om het
ministerie uit die tijd onderhanden te ne
men. Toen was Colijn ook dienaar van
de Kroon.
Enwat zo „erg" was, ze schijnen
destijds het huis van de toenmalige bur
gemeester van Zaandam, de socialist K.
ter Laan, van buiten een oranjekleurtje
gegeven te hebben. Daarover heeft ge
noemde heer voor de televisie wat ver
ontwaardigd gedaan.
Maaris men dan heden ten dage
niet van rood tot oranj e overgegaan
Mogelijk hebben sommige lieden in Zaan
dam een vooruitziende blik gehad, en de
heer ter Laan tóén al de kleur gegeven,
waar hij immers heden ten dage met zijn
over zulke dingen. „Vaste" werkers,
eerst dan nog tijdelijk, wie weet.la
ter permanent.
Zou er zoveel op „tegen" zijn, wanneer
dit aan de arbeid voor de kerken ten goe
de komt?
Het „dienen" van de Kerken vraagt in
onze tijd weer wat anders dan in voorbij
gegane dagen.
Hebben onze voorgeslachten gedroomd
van geref. maatschappelijk werk? Met
hoeveel belangstelling heeft de Synode
kennis genomen van reeds gevallen be
sluiten, waardoor een school voor geref.
maatschappelijk werk werd opgericht.
Deputaten voor de evangelisatie, cfie dit
hebben bewerkstelligd, kregen geen ver
wijten, maar juist een goedkeuring, dat
zij de kans hebben gegrepen, toen deze
zich voordeed.
De stichting voor geref. sociale oplei
dingen kan nu haar arbeid verder uitbrei
den. Straks krijgen we dan maatschappe
lijke werkers en werksters, die in eigen
kring werden gevormd voor het werk,
dat in de toekomst al meer op de voor
grond zal treden. Er mag daarom in het
geref. leven in dit opzicht zeker geen
achterstand zijn. Gelukkig heeft de sy
node dit in haar geheel verstaan, en zo
leverde haar arbeid van de eerste week
al dadelijk een belangrijk resultaat.
We wachten met belangstelling op de
verdere ontwikkeling. Het moderamen
sterkte gewenst, om over het „synode
volk" te kunnen regeren.
De meest benijdenswaardige „baan" in
zo'n moderamen kreeg in dit geval Ds
D. Scheele van Assen. Hij werd asses
sor. Ik geloof, dat ze dit wel eens ver
taald hebben als „bijzitter". Toch is Ds
Scheele heus niet iemand, die er zó maar
„bijzit". Hij is overal actief bij. Zijn im
ponerende stem, zijn humor en zijn har
telijkheid, het is allemaal bekend. Zeker
hier in Zeeland.
En, hier onderbreken wij het Synode
praatje. C. St.
partijgenoten zoveel van houdt? Of....
lokt het „rood" achter „oranje" toch nog
meer
In „Trouw" van Maandag 2 Sept. j.l.
stond nog meer te lezen over wat die
televisie-uitzending zoal bracht. Daaruit
valt dit te leren, dat wij wel voorzichtig
mogen zijn wat de verhoudingen in ons
volksleven betreft. 'Wanneer men alles
wil gebruiken bij de opmars naar de ver
vulling van het socialistisch ideaal, dan
moet daartegenover staan een overtuigd
„neen", dat uit vele kringen van ons volk
dan opgaat.
We zijn in de periode van het „geruis
loos" overschakelen. Het gaat zo goed in
Nederland, en ze zijn nogal aardig tegen
elkaar.
Maar, wie durft een nationaal pro
gramma zó misbruiken, als hij werkelijk
respect voor Oranje heeft?
De Kerk mag waarlijk wel zeggen tot
de ouderen en jongeren, dat wij de tijd
moeten uitkopen, omdat de dagen boos
zijn. Het socialisme, met zijn verheffing
van het gemeenschapsideaal door middel
van de kracht van de mens, blijft een
gevaar. In het licht van Gods Woord
moeten wij de geesten beproeven.
C. St.
Tijd en gevoel.
En ga nu eens na, wat hiervan (n.l.
van het Allerheiligste!) in werkelijkheid
terecht komt.
Met name in de grote kerkgebouwen
met acht, dikwijls dertien of nog meer
tafels, waar alle echte gemeenschap, door
leefde gemeenschap zoek raakt onder de
onvermijdelijke jacht van het haastig ko
men en gaan, het elkander soms verdrin
gen, onder de vermoeiende herhaling van
steeds maar weer dezelfde heilige woor
den.
Ten spijt van het aan elke tafel gerepe
teerde: Gedenkt en gelooft!.... wordt
nauwelijks tijd gegund zich rustig te be
zinnen, zich te verdiepen in 't geen juist
sacrament zou zijn voor ons bewuste le
ven.
Vooral de nerveuzen men ziet het
aan het bevend aannemen van de beker
dringen maar moeilijk door het onrustig
uiterlijk bedrijf om enkel innerlijk bij
Jezus te wezen.
Wel héél sterk steekt ook hiertegen
weer af, wat Jeruzalem te zien gaf„zij
bleven volharden bij het onderwijs der
apostelen en de gemeenschap en het bre
ken van het brood.
Reeds eer hebben wij er op gewezen,
dat met dit laatste in elk geval méér, ook
nog iets anders werd bedoeld dan het
heilig Avondmaal.
Men verstond er ook gemeenschappe
lijke maaltijden onder, liefdemalen, zoals
ook in Korinthe later nog plaats hadden
en daar helaas dus niet overal tot
misbruik leidden, waarbij de oude mens,
de echte Korinthiër, de Christen, de nieu
we mens verdrong, verdronk.
Maar die breking van het brood (Heil.
242) moet toch óók, moet zelfs aller
eerst als de breking van het heilig brood
ter verkondiging van Jezus' dood begre
pen worden.
Het zou immers al te vreemd zijn, dat
bij de gedétailleerde beschijving van het
„volharden der pas gedoopten, tot twee
maal toe het minderehet met elkaar eten
(vs 42 en vs 46) vermeld stond, doch het
meerdere, het allerheiligst eten juist niet!
En dat, terwijl die avondmaalsviering
toen zeker elke Zondag, misschien zelfs
dagelijks plaats vond.
Moge dan ook in vers 46 terecht naar
veler oordeel bij het„zij braken het
brood aan huis", niet aan het sacrament
gedacht behoeven te worden, in vers 42
kan niet anders zijn bedoeld, als 'n onder
deel, 'n direkt bestanddeel van het „vol
harden bij het onderwijs der apostelen".
Dit onderwijs, met zijn accent op kruis
en opstanding, heeft Paulus immers
saamgevat in dit éne woord„verkondig
gij de dood des Heren, totdat Hij komt"
(1 Kor. 11:26).
Zo was de mening o.a. ook van van An
del, die schreef„Het Avondmaal, dat
aan het liefdemaal verbonden was, wierp
het licht op het anders raadselachtig ver
schijnsel eener broederlijke liefde, die
uitsluitend de discipelen van Jezus om
vatte".
Schoon gezegdOok de alledaagse ge
meenschapsoefening vond oorsprong en
kracht in de geestelijke gemeenschap bij
en door het sacrament.
Er was wisselwerking.
Omdat er de diepe gemeenschapsoefe
ning was met aller Hoofd, Christus, werd
die begeerte naar de Ene, vanzelf ook be
geerte naar elkander.
Omdat Hij niet kón buiten hen allen,
konden zij niet buiten elkaar. En uitte
zich dit óók in de gemeenschappelijke
maaltijden in de particuliere woningen.
Is er die levende wisselwerking ook
bij ons?
Gaat er van ónze avondmaalsviering
óók kracht uit op de gemeenschapsoefe
ning in de gemeentevergadering In de
dagelijkse omgang met onze huisgenoten
En komt de gemeenschapsoefening
in de gemeentevergadering die aan de
heilige Dis weer ten goede?
Zelfs buitenstaanders merken dat hier
van maar al te dikwijls weinig terecht
komt.
Hoe dikwijls zal, omgekeerd, wat in 'n
vergadering door de één of ander liefde
loos opgemerkt werd, de avondmaalsgang
van deze of gene hebben verduisterd, zo
niet belemmerd.
In het leven van zeer velen staan deze
tweeërlei saamkomsten der gemeente
van Christus! volkomen los naast,
ja, tegenover elkaar.
Bij het Zondagse sacrament héét het,
dat men met elkaar één zelfde Brood
etend, één Lichaam vormt met Hem
om 's Maandags deze of gene dier le
den. te lijf te gaan.
Ook als het zó erg niet wordt, dan nog
zitten velen als vreemden "even naast el
kaar hoeveel minuten zou het zijn
of ver van elkaar, ieder in zijn hoek, op
de gemeentevergadering. Sommigen ex
pres op de achterste rij om te kunnen
smoezen als kwajongens kan het zie
liger?
Anderen blijven, totaal vervreemdvan
beide, van avondmaal èn gemeentever
gadering weg, ook hier ondanks het stage
fonnulierlezen, dat in vele plaatsen nog
steeds op één zelfde Zondag in extenso
ook de kinderen wordt voorgehouden.
Hoe zóu men ook gemeenschap kunnen
oefenen, wanneer men elkander niet of
al te goed doch niet in Christus kent?
En daardoor helemaal niet kennen wil
„Je moet hem maar w<?(/-denken", raad
de eens de éne „broeder" de ander, die
niet aan het Avondmaal wou gaan, omdat
hij zo'n last had van 'n derde
Nog hartelijker klinkt het, wanneer de
één van de ander zegt„o, die Die is
lucht voor me"in dezelfde week dat
de Heiland ons wil doen gedenken dat Hij
hen samen kocht met Zijn dierbaar
bloed
Ik weet niet wie bij dergelijke verhou
dingen sterker te berispen isdegeen, die
de weg van Mattheüs 18 weer eens niet
op wilde, of mogelijk te weinig te doen
had met eigen tekortkomingen, óf de
„broeder", die dwars tegen het overdui
delijke formulier„om Christus onzes
lieven Zaligmakers wil, die ons tevoren
zo uitnemend heeft liefgehad, allen teza
men één lichaam zijn, en zidks niet al
leen met woordenmaar ook met de daad
(van het elkaar wég-denken of „lucht"
voor hem zijnjegens elkander bewij
zen!" zulk 'n duivelse raad durft geven!
In de hervormde kerk aan de Hoflaan
te Kralingen, waar ik enige keren aan
het heilig Avondmaal deel nam, groette
men elkander destijds, terwijl men zich
zette, ook, of liever juist wanneer men
elkaar niet kende
In de gereformeerde kerk van vandaag
geeft 'n „broeder" aan 'n „medebroeder"
de liefelijke raaddenk 'n derde „broe
der" weg! denk hem dood! aan de dis
des Levens en verkondig alzó de dood
van Hem, die altijd kwijt schold en leer
de bidden: vergeef óns onze schulden,
gelijkook wij vergeven ónze schul
denaren
Ja, wij overschatten het gerepeteerde
formulier wel eens.
In de oudste kerk groetten de mannen
elkander met 'n heilige kus.
Zouden wij tenminste aan het Aller
heiligste, waar slechts één Bloed macht
heeft aller schuld te bedekken, niet met
vreugde elkander in de ogen zien, ver
wonderd dat de Here Jezus óns.daar
wil aanzien?
Er is dus alle reden ons af té vragen,
of er ook in dit opzicht niet iets te ver
beteren valt. Beletselen, menselijke din
gen weg te ruimen, die de doorwerking
van Gods Geest misschien hinderen.
Niet alsof door uiterlijke wijzigingen
op zich zelf bekering komt.
Maar toch wel om geen bekeerde har
ten want die zijn er nog in de klem
te brengen of hun geestelijk leven te be
nauwen in stee van tot bloei te brengen
en ruim baan te maken voor de straling
van de heilige Geest.
Bedroeft de heilige Geest niet
Blust de Geest niet!
Wanneer zou die vaak vergeten waar
schuwing méér gelden, dan bij het sacra
ment, waar de Geest Gods extra is be
loofd
En dan komt het mij voor, dat ook
hier, evenals bij de doop, de hoofdzaak
in de knel gekomen is.
Onbedoeld, ja, stellig tégen de opzet in.
Maar kan het worden ontkend, mag
het geduld, dat vooral in onze grote ker
ken het meest wezenlijkehet met zijn
Heiland en elkander aanzitten bij brood
en beker, daar Zijn dood verkondigen en
bewust gemeenschap oefenen, voorbij is,
eer men het weet
In 'n dienst, vroeger soms zelfs van
twee en 'n half uur, toen de meesten, haast
zei ik: tot het bitter eind toe, bleven bij
wonen, was voor ieder de feitelijke avond
maalsviering nog geen vijf minuten.
Indien nu nog maar wat daaromheen
geschiedt, het eigenlijke ten goede kwam
Doch die entourage stoort juist dik
wijls. Mat de mensen, met name kinde
ren, af, die daarom door menig vader