„Kleine Vossen"
BLIJDSCHAP
Attentie
Vrije Universiteitsdagen
stip ik dit nog als interessant ook voor
onze lezers aan
Vanwege de hitte is er maar één kerk
dienst op Zondag. Waar men tweemaal
preekt, is het alleen ingeval het gebouw
in één dienst niet alle kerkgangers kan
bevatten. Is er ter plaatse geen eigen pin-
dita of goeroe indjil, dan draait de Ne
derlandse predikant mee. Deze preekt zo
ongeveer drie maal per maand. Maar het
preken in het javaans blijft moeilijk.
Voorbereiding kost meer tijd. De Javaan
preekt zelf lang. Er wordt onder elkaar
ook wel geoefend. En ofschoon zij ge
woonlijk uit beleefdheid graag verzwij
gen, zeggen de werkers onderling elkaar
wel de waarheid.
Natuurlijk heeft de vroegere Salatiga-
zending van 1891 haar sporen nagelaten.
Wij zijn er zelf pas sedert 1950. Nadruk
wordt gelegd op vroomheid des harten.
Er is hier en daar nog zeker piëtisme, 'n
gemoedelijkheid in de goede zin van dat
woord. Bidstonden worden gehouden.
Jammer echter dat deze zegeningen ver
bleken en dat, zoals in Blora zelf, er 'n
stilstand is gekomen, 'n steriele kerkge
meenschap. Men sukkelt op oude ver
worvenheden door. In jongere kerken,
waar men van Djocja of Solo uit heeft
gewerkt, heerst frisser geest. Typisch
gereformeerd is daar 'n zekere imperia
listische trek. Men organiseert, pakt zelf
aan, holt vooraan. Kleinere conflicten
konden niet steeds uitblijven. De ouderen
remmen in Blora te veel af. Wel is de
voorbede voor die oudste kerken nood
zakelijk, waar men niet meer ten volle
bewogen is met de wereld rondom de
kerk. Vergrijsd in het geloof, is het vuur
wat gedoofd. Dankt God echter dan ook
voor het jeugdige vuur, zoals het ont
brand is bijv. in Tuban.
De kerkjes functioneren er net als bij
ons. Eigenlijk heeft men Holland geco-
piëerd. Het lééft echter niet voldoende.
Er is nog geen eigen vormgeving. Nie
mand kent de Heidelbergse catechismus,
waaruit ook niet wordt gepreekt. (De
copie blijkt dus weer zeer betrekkelijk!)
Er is niet steeds bezieling tot bezin
ning, ook niet bij de Chinezen. Men stelt
Je hebt van die mensen, die er zich op
voorstaan, dat ze het er maar uitgooien.
'Zo hoor je dat nog al eens in Holland.
,,Ik neem geen blad voor de mond", prij
zen ze zich zelf. En zeker dat kan een
goede eigenschap zijn van oprechtheid,
van zonder-aanzien-des-persoons zijn me
ning zeggen.
Overigens dient men z'n mond dikwijls
met een breidel bewaren. De Bijbel
waarschuwt meermalen om niet te haastig
te zijn met z'n oordeel en dat een ver
keerd woord net is als een vogel, die weg-
fladdert, je kunt hem niet gemakkelijk
weer vangen. Zo bestaat ook de uitdruk
king: „je mond voorbij-praten" of „het
viel me uit de mond". Als je een kind
met moeite hebt leren praten, is 't vaak
nog moeilijker om 't te leren zwijgen.
Ieder heeft dat in z'n leven wel, dat
hij zegthé, had ik dat nu maar niet ge
zegd Zo wandelen er heel wat onbekook
te en onbedachtzame beoordelingen rond
in een gemeente, die haar ondermijnend,
krakeelverwekkende invloed laten gelden.
Je kunt een lekkere maaltijd klaar ge
maakt hebben, maar als er per ongeluk
een paar druppeltjes petroleum in vallen,
is 't opeens ongenietbaar.
Terwijl een wijs, bezadigd woord, op
z'n pas gesproken, is als een gouden ap
pel op een zilveren schaal.
De vos flap-uit lijkt een onschuldig,
speels diertje, maar het kan vergiftigend
werk doen. Vele malen kun je hem sig
naleren, als er een broeder of zuster niet
voldoende luisterde naar Jacobusde
tong is een onbedwingelijk kwaad en
naar de vermaning: wees er vlug bij om
te luisteren, maar traag om te spreken.
Vooral op visite's kan dit vosje „flap
uit" lustig ronddartelen. Zo hadden wij
ergens jaren geleden een echtpaar,
waarvan de vrouwelijke helft zeer diep
van de tongriem gesneden was, terwijl
manlief een bezadigd, wel overwegend,
zwijgzaam man was. Dit is trouwens een
algemeen voorkomend verschijnselNu
hadden we een ver jaar-visite en het echt
paar was mede van de partij. Nauwelijks
gezeten of 't vrouwtje kwetterde en sna
terde van je welst. De stille echtgenoot
onderbrak op een gegeven ogenblik de
klaterende woordenstroom en zei„Kaa
tje, je hebt nog al eens gezegd na een
gezellige avond„och, had ik maar wat
minder gepraat, misschien heb ik wel wat
te veel gezegd". Nu, vrouw, we zijn nu
pas aan 't begin van de avond, je kunt
het nu nog voorkomen". Dat was een
wijs woord van deze broeder.
Ook weet ik nog, dat deze broeder wél
zichzelf nog geen dogmatische of ethische
vragen. Maar in Rembang is 'n goeroe,
van wie men wat verwachten mag. Hij
is de enige die schrijft! Hij toont be
paald studieaanleg. Wat zij zélf doen is
altijd beter dan wat wij doen. Over het
geheel is er grote vraag naar het evan
gelie.
Na de oorlog kwam de gespletenheid
onder de verschillende missies in Indo
nesië minder scherp aan de dag. Er is
bijv. nauwer saamwerking tussen Her
vormde en Gereformeerde zending. De
Raad van Indonesische kerken omvat niet
minder dan 31 verschillende kerkgemeen
schappen. Deze heeft weer contact met
het Azatisch secretariaat van de Wereld
raad van kerken en de Zendingsraad. De
invloed van Rome op Midden-Java is
sterk, maar niet zo hinderlijk, omdat het
gebied zo groot is en men elkaar niet
voor de voet loopt.
Omtrent finantiën heeft de Oosterling;
met zijn grote nasleep van familieleden,
enigszins andere opvattingen dan wij.
Sparen kent men niet. Men leeft bij de
dag. Men moet nog soms worden opge
voed tot persoonlijk verantwoordelijk
heidsbesef voor 'n bepaalde kas. Zij den
ken en leven nu eenmaal collectief.
Tenslotte komt aan de orde de zegs
wijze: wij kunnen het niet; de inheemse
zélf kan eigenlijk alleen zending drijven.
Daartegen, in zijn algemeenheid, kwam;
en komt schrijver dezes op.
Natuurlijk moet het er zo spoedig mo
gelijk van komen, dat de inheemse zélf
het evangelie verspreidt onder eigen stam
of volk.
Doch: als „wij" het niet onder andere
volken zouden kunnen, hoe slaagde de
apostel Paulus dan, niet erg best onder
eigen volksgenoten, de Joden, maar wél
onder heidenen uit allerlei stam en volk
van Antiochië tot Tarsus in Spanje?
Hoe slaagde Nommensen dan, Schweit
zer en in het algemeen alle pioniers
'n Profeet als Jezus zelfs had eigen
vaderstad geen invloed, maar over de
ganse wereld wel.
Zo is het zelfs met Boedhisme, Mar
xisme enz. D. J. C.
kon spreken op z'n sterfbed, dat hij een
koningskind zich mocht weten, terwijl
z'n echtgenote op haar beurt toen zeer
zwijgzaam was, al zou ik in m'n hart niet
willen betwijfelen, dat ze een christin
was. Ja, dat vosje flap-uit heeft boven
dien de eigenschap, dat, wanneer het zijn
lelijk werk van onbedachtzaam oordelen
heeft verricht, zich dan te richten tegen
hem of haar, die hem op de gemeente losr
liet. Daarom is 't goed voor loslippige
lieden, die de omheining van de mond
verwaarlozen, dikwijls 't boek der Spreu
ken te lezen. En o.a. dit woord: het is
een zot, die z'n gehele geest uitlaat, maar
de verstandige houdt die in. Ofdié
heerst over z'n geest, is sterker, dan die
een stad inneemt.
Dat is nog al wat: iemand, die de vos
flap-uit gevangen houdt, sterker dan
Frederik Hendrik, de stedendwinger!
Uit het oude-Vossenland.
Zo nu en dan kom ik eens in een gezin
(niet in eigen gemeente, de lezers van
K.B. moeten dus maar niet speuren, wie
ik mogelijk op het oog zou hebben) waar
een prettige toon heerst. Wat is dat een
verschil, als je geregeld bij de mensen
binnenkomt. Soms kom je ergens, waar
alles even keurig in orde is. Je zou niet
kunnen zeggen, wat er nu eigenlijk ont
breekt, maar het is net, of alles er zo
koud is en zo dor.
Maar in het gezin, dat ik bedoel, is
het anders. Het zijn eenvoudige luitjes'.
Arm zijn ze stellig niet, maar ze moeten
toch leven uit een bescheiden inkomen.
Wat ook aan alles te merken is. Geen
dure meubelen, geen televisie, geen zware
tapijten. Wèl kinderen. Als ik er binnen
kom, zak ik niet aanstonds weg in een
diepe crapaud en er wordt mij niet on
middellijk een dure sigaar gepresenteerd.
En toch kom ik er zo graag. Als ik
even gelegenheid heb en dat is heus maar
eens af en toe, want de mensen wonen
niet op mijn eigen arbeidsveld, wip ik
er even aan.
Ik geloof, dat het geheim hiervan ge
legen is in het feit, dat die mensen altijd
blij zijn. Wat is dat toch wonderlijk. Zij
zullen toch ook wel hun zorgen hebben
(wie heeft die niet?), maar daar merk
je niets van. Die zorgen weten zij dan
toch wel heel handig op de achtergrond
te dringen, want zij vertonen een vrolijk
gezicht. Niet van die opgelegde, aange
leerde vrolijkheid, maar echte, natuur
lijke, onbevangen blijdschap.
Dat kan natuurlijk een karaktertrek
zijn en ik zou ook niet graag beweren,
dat alle mensen, die God niet vrezen,
kniesoren zijn, maar toch geloof ik, dat
echte blijdschap een vrucht des Geestes is.
Ik weet niet, of het aan mij ligt, maar
ik heb helemaal geen behoefte, om op
mijn bezoeken regelrecht aan te sturen
op een biecht, met de vraagen hoe staat
het nu wel ,met Uw geloof
Dat zie ik in de meeste gevallen wel
van buitenaf. Van de lieden, die ik be
doel, betwijfel ik het tenminste geen
ogenblik, dat zij niet uit het geloof zou
den leven. Wat hier leeft in het hart,
breekt naar buiten uit. Die ongeveinsde
vriendelijkheid, die milde glimlach, dat
stralend oog zijn alleen mogelijk, omdat
daar van binnen in het hart ook een zon
netje schijnt, omdat het vrolijk licht van
Gods genade daar speelt en het donker
verdrijft.
Want echte blijdschap kan alleen hier
haar oorsprong hebben. Als wij weten,
dat die donkerheid in ons leven wegge
nomen is. Als het verlossend woord van
genade en van vergeving in de ziel weer
klank vond. Als wij weten, dat wij uit
genade tot kinderen Gods zijn aangeno
men. Dan alleen kunnen wij echt blij
zijn.
De zekerheid des geloofs en de blijd
schap des geloofs hangen wel heel nauw
samen. Ik geloof zelfs, dat de blijdschap
tot de wezenlijke kenmerken des geloofs
behoort.
Daarom hebben zij, die menen, dat een
christen toch maar een zwaar leven heeft,
het ook zo vierkant mis. Alsof het een
leven zou zijn van tobberij en zwarigheid
tot-en-met. Wie dat beweert, is zelfs nog
niet genaderd tot de grenzen van het ko
ninkrijk der hemelen.
Zondag 33 van de catechismus leert
ons, dat de opstanding van de nieuwe
mens hierin uitkomt, dat er een hartelijke
vreugde is in God door Christus. En de
ware bekering wordt omschreven als een
iust en liefde om naar de wil van God
in alle goede werken' te leven.
Gaat de weg van een christen dan al
tijd op rozen Waarlijk niet. Wij menen
wel eens op te merken, dat God zijn kin
deren in dat opzicht niet verwent en voor
trekt boven hen, die van Hem niet willen
weten. Of zij dan van alle ellende, die
er in de wereld is, fcich maar niets aan
trekken en daar geen oog voor hebben
Al evenmin. Het kon wel eens zijn, dat
zij de diepe tragiek van een door de zon
de verworden leven dieper zien dan de
ongelovigen.
Maar zij weten van verlossing. Zij we
ten, dat er over deze wereld een nieuwe
glans van heerlijkheid ligt. Zeker, daar
U zult ongetwijfeld op de hoogte zijn
van het bestaan van de Bond van Geref.
Vrouwenverenigingen in Nederland en
van de Bond van Geref. Mannenvereni-
gingen in Nederland.
Beide Bonden bedoelen het onderzoek
van de Heilige Schrift en van de Belijde
nisschriften onder zijn leden aan te wak
keren. Door leidraden en schetsen wordt
die studie gestimuleerd.
Het is bekend, dat de bestaande Bijbel
kringen zo ongeveer hetzelfde beogen.
Toch is er tussen de bovengenoemde
Bonden en die Bijbelkringen niet het min
ste contact.
De moderamina van de Vrouwen- en
de Mannenbond hebben enige maanden
geleden samen vergaderd ter bespreking
van gemeenschappelijke belangen. O.m.
kwam toen ook dat contact met de Bijbel
kringen ter sprake.
De vraag werd terecht gesteldKunnen
wij, verenigingen en kringen, iets voor el
kaar betekenen? Moeten wij zo los naast
elkaar blijven leven?
Besloten werd deze vraag z.m. gemeen
schappelijk onder de ogen te zien.
Dat zou het best kunnen gebeuren op
een vergadering, waar vertegenwoordi
gers van kringen en Bonden elkaar ont
moeten.
Zulk een vergadering wordt belegd
D.V. op Zaterdag 29 Juni te Goesdes
namiddags om drie uur in een der lokalen
van de Oosterkerk (Bergweg).
Ds. Flinterman heeft zich bereid ver
klaard een kort woord op deze vergade
ring te spreken, terwijl de beide Bonden
door vertegenwoordigers (sters) aanwezig
zullen zijn.
Mogen wij U vriendelijk verzoeken ook
ter vergadering te komen?
In ieder geval in Uw kring zo veel
mogelijk personen op te wekken deze
vergadering te bezoeken. Welkom zijn
alle leden van Bijbelkringendie belang
stelling hebben voor een oriënterende be
spreking!
We beogen ook hiermede het welzijn
van onze kerken
Namens bovengenoemde Bonden,
P. HOGEWEG,
Secretaris Geref. Mannenbond.
moet je oog voor hebben, maar een chris
ten ziet het. Hij weet, dat zijn Heiland
niet alleen zijn persoonlijke Zaligmaker
is, maar ook de Verlosser van deze we
reld en daarom kan hij het leven, des
noods mét al z'n ellende,aanvaarden als
een Godsgeschenk. Het licht van Gods
heerlijkheid speelt er al doorheen en wat
rampen er ook over de wereld gaan, dat
licht zal worden tot volle blijdschap, want
Jezus is Overwinnaar.
Van blijdschap gesproken, de bijbel is
er vol van. Geen boek, waarin zoveel ge
zongen wordt. Psalm 150 mag dan zowat
de exponent er van zijn, waar alle mo
gelijke muziekinstrumenten worden inge
schakeld, om de lof des Heren uit te ba
zuinen, maar deze psalm staat heus niet
alleen. Het lied en de blijdschap is er
overal.
Ik denk aan Paulus. Die had toch
waarlijk geen gemakkelijk leven. Denk
aan die doorn in het vlees. Goed, we we
ten niet precies, wat dat geweest moet
zijn, maar in ieder geval was het een vrij
ernstig lichamelijk lijden. Nu, stel je dat
eens voor, altijd pijn te hebben, en niet
zo zuinig ook. Het is in één woord ver
schrikkelijk. En wat een ellende heeft hij
bovendien nog niet meegemaakt. Ik zal
het niet alles ophalen, ik herinner er al
leen maar even aan, aan al die gevangen
schap en vervolging, honger en dorst, ge
seling en doodsgevaar en dan te kunnen
zeggen, zich in de Fiere te kunnen ver
blijden en ook zijn gemeente op te wek
ken: verblijdt U te allen tijde, wederom
zeg ik Uverblijdt U. Uw vriendelijk
heid zij alle mensen bekend.
Zie, als Paulus nu een mens was ge
worden met een nors karakter en een
stugge trek om z'-n mond, wij zouden het
hem kunnen vergeven. Hij had ook al
zoveel meegemaakt in z'n leven. Maar ik
denk, dat hij ook iets heeft gehad van
die eenvoudige, ongekunstelde blijdschap,
waar ik zoëven iets van zei, zodat ieder,
die hem zal hebben ontmoet, bij zichzelf
wel zal hebben gedacht: wat een fijne
man is dat, het is net, of hij altijd blij is.
Maar blijdschap is dan ook een vrucht
des Geestes. Zij is met een levend geloof
onmiddellijk gegeven.
Als ons die blijdschap wel eens ont
breekt, dan zeg ik niet„daar is dus geen
geloof". God is kenner der harten en het
oordeel komt Hem toe, maar dan denk ik
toch wel eens, dat wij bezig zijn, de Geest
te bedroeven, zodat zijn vruchten niet
voorspoedig rijpen kunnen.
K.-B. v. d. L.
De Vrije Universiteitsdagen zullen dit
jaar worden gehouden in Assen op 3 en
4 Juli a.s.
In de Wetenschappelijke samenkomst
op 3 Juli zullen spreken:
Prof. Dr G. A. Lindeboom over „Ge
neeskundige proeven op mensen";
Dr R. L. Krans over „Vorming door
onderwijs in de Natuurkunde";
Dr J. J. Thierry „Enkele opmerkingen
over het aandeel van de filoloog in de
studie der patristiek".
Vergadering Vrouwen V.U. Hulp wordt
gehouden onder leiding van Mevrouw W.
Oosterhofvan Elten te Assen.
Sprekers
Prof. Dr L. v. d. Horst: „Waarom een
ziekenhuis aan de V.U.";
Ir A. Rothuizen: „Hoe het ziekenhuis
wordt gebouwd";
B. Faber: „Wat de actie Vrouwen
V.U. Hulp voor de totstandkoming van
het ziekenhuis betekent";
Prof. Dr A. D. R. Polman zal voor
gaan in de Bidstond op Woensdagavond
om 7.30 uur in de Zuiderkerk te Assen.
Na de Bidstond zal er een ontmoetings
samenkomst in „Bellevue" gehouden wor
den.
De Jaarvergadering op 4 Juli begint
des morgens om 10.30 uur in „Bellevue"
onder voorzitterschap van de heer J. Wil
schut te Rotterdam, lid van het College
van Directeuren van de V.U.
Sprekers
Prof. Dr G. J. Sizoo„Natuurkunde
en samenleving";
Ds J. H. Mulder: „De V.U.-student -
Kerk
Ad Kuiper„De V.U.-student - Volk".
Het adres van de regelingscommissie is:
F. Mertram, Kruisstraat 7, Assen (tele
foon K 5920—2934).
Een logiescommissie is gevormd, waar
van secretaresse is Mevrouw W. Ooster-
hofvan Elten, Wilhelminastraat 23 te
Assen (telefoon K 59202500), bij wie
allen, die logies bij particulieren wensen,
zich ten spoedigste dienen op te geven.