Officiële Berichten „ALLE DAGEN" We behoeven nog niet zo ver te gaan, dat we oude lieden als improductieve lastpakken afmaken of zelfs, om er nog iets bruikbaars van te kunnen halen, op eten, zoals onder wilde volken hier en daar placht te geschieden, de ouden van dagen waren, behalve in China en zijn min of meer het stiefkind der maatschap pij. Indien er nog armoe is in onze weel derige tijd, dan vermoedelijk onder som mige lang geleiden gepensioneerden of weduwen zonder enig pensioen. Hoeveel harde werkers, die hun spaar penningen in huizen belegd hadden, lijden, mèt hun slecht onderhouden huisjes in de grote stad armoe dank zij het sociaal gepraat, met name der socialisten, die om partij-politieke redenen nu reeds zoveel jaren 'n rechtvaardige huurverhoging sa boteren. Hoe weinig christenen zelfs beseffen, dat wonen in andersmans huis tegen onder-betaalde huur in strijd is met het gebod: gij zult niet stelen. Stelen menig maal juist van oude lieden, die, soms op advies van raadgevers in onze bladen, nog allerlei onrecht gedaan wordt met de 11e- derlandse wet in de hand Gij die de huizen der weduwen opeet! zei de Waarheid eens. Ik heb éénmaal gehoord (of het his torisch is heb ik niet kunnen nagaan) van 'n huurder, die boven de „wettelijk" vastgestelde huur gaf het de eigenaar toekomende bedrag. O, we houden zoveel van elkaar, óók in de beide kamers onzer volksvertegen woordiging, zélfs van oude mensen als het ons zélf maar niet te veel kost. Maar hiermee is het eigenlijke leed der bejaarden nog niet bloot gelegd, leed dat ook de gegoeden dikwijls fel raakt. Misschien dat ik persoonlijk dit daar om altijd diep heb gevoeld, omdat mijn eigen goede Moeder plotseling weduwe werd. Onverzorgd was zij allerminst. Ze had 'n eigen woning en 'n uitnemende dienst bode. Maar door de onverwachte slag ge troffen in haar energie, brak zij haar huishouden op en kwam bij mij in de dorpspastorie wonen. Daar is zij 'n half jaar gebleven en toen weer naar haar geboortestad, Rot terdam, teruggekeerd. Zij kon het, of schoon ons fabrieksdorp stellig niet stil genoemd kon worden, er niet wennen. Hemelvaart en dan Pinksteren. Vanzelfsprekend gaan onze gedachten naar de beide feesten uit. Hemelvaarts dag heeft misschien daarbij de kleinste plaats. Het is niet de meest gewaardeerde onder de christelijke feestdagen. Je zou haast zeggen: de minst geslaagde. Ten minste van onze kant uit. We slagen er zo weinig in om het echt tot een feest te maken. Heel anders dan bijv. rondom de Kersttijd. Dat neemt het naderende feest al onze gedachten reeds tijden in beslag. We prepareren ons er voor. Of dat laat ste aan onze feestviering ten goede komt, is een andere vraag. Ik zou die niet al tijd bevestigend willen beantwoorden. We slagen er wel in om van het Kerst feest een zeer huiselijk en gezellig feest te maken. Maar daarmede beantwoorden we nog niet aan de bedoeling en het we zen van dat feest. Dat troost ook ten opzichte van de He melvaartsdag en Pinksteren. Schijn be driegt. Als er op die ene dag wellicht een kleine groep mensen in de kerk is, die intens het gebeuren beleeft, is het allicht van grotere betekenis dan de grote schare op andere feestdagen. Het is tenslotte niet ons, maar Gods feest. Dat laatste brengt me op een wonder lijke gedachte. Misschien wel aanvecht baar, maar toch waard om uitgesproken te worden. We weten van de hemel niet veel. Te weinig naar onze zin misschien. We wil den het wel eens héél nauwkeurig weten. Maar God houdt dat verborgen. Dat be waart Hij voor ons. Voor degenen, die Hem liefhebben. Dan zullen we zien het' wondere wat onze ogen hier nog niet zou den kunnen verdragen en onze oren niet opvangen en wat ons bevattingsvermogen te boven gaat. Maar het houdt je toch bezig. En van daar de vraag, die onze christelijke feest dagen opwerpen. Worden die in de hemel óók gevierd? Houden de hemellingen er dezelfde kalender op na als wij. Is het dan ook Hemelvaartsdag in de hemel, als wij deze dag op aarde vieren? Anders dan de andere dagen. Zingen de engelen op die dag in nog sterkere mate de lof Gods? Blinken hun aangezichten stralen der? Zou het dan aan alles in de hemel Negentig jaar is zij geworden. Maar haar leven heeft mij als jonge dominee goed doen verstaan: ook 'n oud mens wil vrij zijn en niet verplant uit eigen bodem. Hij wil niet, allerminst door jon geren, op het eind, soms als 'n kind dat men bedilt, behandeld worden. Wanneer ik haar later in Meppel of Brussel van de trein haalde op haar zeventigste jaar kwam zij soms nog in ons kinderrijk gezin 'n poosje „helpen" dan droeg ik haar ze was zo licht wel eens uit de coupé, wanneer ik vreesde dat de afstap naar het perron haar te hoog was. Maar dan spartelde zij altijd tegenze kan dat zelf nog best. (Ook de oude Kuyper wilde nog op hoge leeftijd zelf laarzen uit- en aantrekken.) Toen zij ver over de tachtig haast niets meer kon zien, door staar op beide ogen, zat zij nog graag voor haar raam aan de drukke verkeersweg en tuurde naar de voorbijsnellende donkere vlakken van de tram en de vage schimmen der voorbij - stappende mensen en droomde waar schijnlijk van haar man en van haar jeugd. Was het wonder, dat toen ik in mijn eerste gemeente op één der kerkeraads- vergaderingen hoorde van de karig ge pensioneerde weduwe van mijn onmid dellijke voorganger, ik terstond voorstel de dat de kerkeraad bij het officiële pen sioen nog '11 behoorlijke som bij deed, om haar leven wat zonniger en vrijer te ma ken. 'n Grootmoeder, die haar kleinkin deren niet eens trakteren kan, voelt zich arm. 'n Oud mens moet zich reeds zoveel ontzeggen. Ook de door Christus' kerk verzorgden moeten niet al te afhankelijk zijn en niet van elke cent verantwoording behoeven te doen. Indien alle „behulp- sels" dit eens hadden verstaan Daarom heeft het mij, na de oorlog, ten spijt van mijn „beginselen", goed ge daan, dat menigeen iets „trok van vader Drees". Want ook in mijn tweede gemeente, waar héél wat oude mensen woonden, kwam ik in aanraking met hun eigenlijke leed. Daar voor het eerst kreeg ik te denken over de vraag van '11 tehuis voor ouden van dagen. In hun ijver wilden broeders diakenen met alle geweld ook daar zulk 'n inrich ting. Er leek heel wat voor te zeggen. te merken zijn, dat er iets bijzonders aan de hand is Wonderlijke gedachten, zoals ik zelf al zei. Misschien volgens sommigen onge oorloofd. Maar ze zijn toch zo ernstig bedoeld en de vragen, die er bij rijzen, houden een mens dikwijls onontkoombaar bezig. En daarom ook nog even verder! Of is het in de hemel altijd Hemel vaartsdag? Geen verschil. Geen aparte tijd, waarop ook in de hemel herdacht en gevierd wordt, dat de Zoon Gods als kind geboren werd, als Man van Smarte leed en stierf, als Triomfator oprees uit de doden en van de top der Olijfberg ten hemel voer en plaats nam aan de rechter hand Gods des Vaders, het ogenblik ver beidend, waarop Hij terugkomen zal als Rechter om te oordelen de levenden en de doden? Altijd feest. Altijd gedachtig aan alle heilsfeiten, die steeds present in het be wustzijn aanwezig zijn en altijd en elk ogenblik stof geven tot verheerlijking van God Drieënig, uit Wien en door Wien en tot Wien alle dingen zijn? Maar laten we tot de aarde terug ke ren. Als het zo in de hemel is als het laatste gesuggereerd werd, dan zijn onze christelijke feestdagen misschien niet zo belangrijk en doet het er niet toe, dat de Hemelvaartsdag de minst geslaagde steeds is. Dan is het belangrijker, dat het voor ons alle dagen feest is, omdat we Jezus Christus kennen, Hem gehoorza men, ons onder Zijne heerschappij stel len, Hem liefhebben en eren. Eén van de mooiste dingen bij de uit legging van het 4e gebod in onze Cate- chimus vind ik altijd het slot, waarmede geëindigd wordt. Alle dagen de Here door Zijn Geest in ons laten werken en zo in dit leven de eeuwige sabbath aan vangen. Niet maar één dag in de week Zondag houden, maar het moet elke dag feest zijn, omdat we elke dag rusten mo gen in het volbrachte werk. Heerlijk als het voor een mens alle dagen Zondag is, omdat de zon der gerechtigheid voor hem is opgegaan. In die opvatting is alle gevaar van wet tische vroomheid doorbroken, alle gevaar om in menselijke gebondenheid zich aan Het bleek echter al spoedig, dat menig oud turfschipper, die vroeger in zijn roefje zittend of zwervend over de Drentse vaarten, de grootst mogelijke vrijheid bij zijn karig inkomen had ge noten, voor geen geld van de wereld te bewegen was in zulk 'n stapelplaats van oude lieden in te trekken. Ik herinner mij 'n oude vrouw, aan wie de broeders hadden voorgehouden: maar je zoudt 's nachts wel onwel kun nen worden of misschien zelfs verbran den. Ze weigerde volstandigik verbrand liever in mijn eigen huis dan dat ik in het gesticht trek. Al gaat ook mij dit wat ver, de diepe zucht naar vrijheid en zelfstandigheid zal ik nooit vergeten. Zij bepaalt mijn houding in het bejaar denprobleem: tehuizen voor ouden van dagen en ook de thans veelvuldig aange prezen bejaardencentra houd voor '11 uiterst middel, indien er geen andere op lossing mogelijk is. Doch vóór alles vrijheid. En ik vrees, dat dit door sommige enthousiastelingen, hoe goed van bedoe len ook, wel eens dreigt vergeten te worden. Ja, ik héb ze gezien, die „prachtige" bejaardencentra, op meer dan één plaats, soms midden in de boomrijkste natuur. Ze zien er architectonisch, sociaal-eco nomisch enz. wellicht idyllisch uit. Maar breng liever niet tientallen oude mensen bijeen. Als men iets of iemand décentraliseren moet, dan de ouden van dagen, zullen ze niet iedere dag klagen horen, zullen ze niet elk uur over pijntjes praten, zullen ze niet steeds terug turen in het verleden. Als het slechts éven kan: laat 'n oud man de aanraking met het normale leven, met de jeugd toch niet verliezen. Dié houdt hem jong. Dié doet hem met Pau- lus er naar streven om te vergeten het geen achter ligt om zich uit te strekken naar wat vóór hem ligt: Christus' toe komst, die ook de zijne is. Wij bergen de idioten en de geestes zieken al meer op en weren ze uit ónze omgeving. We geven ook deze misdeel- den milder namen, maar willen ze liefst niet op onze straten zien. We centraliseren alle narigheid steeds meer weg. Hoeveel ook bezwaarlijk anders kan, de ouders wil ik zo lang als zij zelf het begeren liever met minder comfort de één dag en één vorm te houden, zonder tot het wezenlijke dóór te dringen, ver broken. Paulus had wel gelijk. Die dagen en tijden behoren tot een vorm van gods dienst, die overwonnen moet worden. Dat is het eigenlijke niet. Zo gold het voor de Joden, zo geldt het ook voor ons. Verwacht het niet van die ene dag? Zet daarop niet alle vertrouwen! Denk er aan, dat ze misschien in de hemel helemaal geen Hemelvaartsdag houden en zelfs kennen. Leef alle dagen in de blijdschap van het feest. Zie elke dag op naar de hemel, waarheen Jezus Christus keerde, nadat Hij Zijn werk vol bracht en waaruit ge Hem elke dag ver wachten moogt. W. J. MEISTER. AGENDUM van de Zeeuwse Predikan ten-Conferentie, te houden D.V. op Dinsdag 4 Juni 1957, in de Hof- pleinkerk te Middelburg, aanvang 's morgens 10 uur. 1. -Opening. 2. Vaststelling notulen. 3. Ingekomen stukken. 4. Aanvulling Moderamen. 5. „De zekerheid des geloofs". Spreker Ds W. J. Meister. 6. Bespreking. 7. Pauze. 8. „Anders, en toch eender." Spreker Ds H. Schut, miss. pred. 9. Bespreking. 10. Rondvraag. 11Sluiting. Het Moderamen der Z.P.C., A. G. VAN DER STOEL, voorzitter. S. VAN WOUWE, assessor. PARTICULIERE SYNODE der Gereformeerde Kerken van Zee land, te houden D.V. op Woensdag 5 Juni 1957, in de Hofpleinkerk te Middelburg. Aanvang des morgens 9 uur. AGENDUM 1. Opening namens de roepende Kerk van Middelburg. 2. Onderzoek der Credentiebrieven. 3. Verkiezing van het Moderamen. 4. Vaststelling der Notulen. 5. Mededeling van gevoerde correspon dentie. vrijheid en zelfstandigheid laten, dan het geüniformeerde leven van het tehuis of van de bejaardencentra. Ik ken er een, waar men, ofschoon in eigen gekochte woninkje, men maar 3 da gen ziek mag liggendan moet men naar 'n ziekenhuis. De industrie heeft zich meester ge maakt van de bioscoop, van de woning bouw. Ook onze ziekenhuizen dreigen indus trieën te worden, waar de specialisten soms alleen voor hun gemak de patiënten verzamelen, óók wel de niet ernstige. Maar het werk aan de lopende band eist dit nu eenmaal. Lees er de Duitser Lycke maar op na. Zo zal men straks als oud mens eten wat de centrale pot schaft, wat de centrale verpleegster wenst, watO, het is zo mooi „alles bij de hand" te hebben en tot voor 100 verzorgd te worden. Verzorgd Wie zijn medemens ook maar in enig opzicht onnodig dwingt, wie zijn naaste in zijn van God gegeven vrijheid ook maar 'n weinig beknot, verzorgt die hem Het is meestal goed bedoeld. Het zal voor sommigen onvermijdelijk zijn. Voor meer dan één komt de tijd, dat 'n ander hem gordt en brengt waar hij niet wezen wil. Aan dit boze werk behoeven wij niet mee te werken of het te verhaasten. Spaar me voor de geront-industrie, die aan 't eind van 't jaar rendabel moet uit komen. En dus straks deze of gene wel met 'n zacht lijntje brengt waar hij niet wezen wil. Het gaat niet om vandaag alleen. Het gaat 0111 vele verre jaren. Liever droog brood, heb ik met velen in 't verzet gezegd, en vrij Nederlander, dan rijk en verzadigd onder vreemden. Liever bruine bonen in bonen in eigen milieu, en mijn eigen bakker, melkboer, arts, dan voor 100 centraal verzorgd en verwarmd! Straks centraal in de kou. Piemel vaart Dan denken we aan het Vaderhuis met zijn vele, véle woningen, voor elk 'n eigen En aan de nieuwe naam, geschreven op 'n witte steen, 'n eigen naam, die nie mand kent dan die hem ontvangt. Als God tot in Zijn hemel het genadig recht der persoonlijkheid doet gelden, zullen wij dan dat niet zoveel als in ons is op aarde, juist bij deze uitgegroeide persoonlijkheden ontzien? D. J. C. 6. Ingekomen stukken en Instructies: a. Van Classis Goesover „Steun door Gen. Dep. Hulpbehoevende kerken". b. Van Classis Middelburg: over voortgaande industrialisatie en de uitvoering van het Drie-eilanden plan". c. Van Classis Tholen: 1. over „Steun Geref. Kerk van Bergen op Zoom voor haar evangelisatie- arbeid" 2. over „procedure ingebruikge- ving nieuwe gezangen en formu lieren". d. Van Classis Zierikzee: 1. over „instelling deputaatschap proble matiek rondom Deltaplan"; 2. over„Instelling landelijk De putaatschap voor Delta-aangele genheden". e. Van de commissie der Part. Sy node ter voorbereiding der be sprekingen „Samenvatting der voorstellen inzake herziening K.O. van de vijf Classes in het ressort der Part. Synode van Zeeland". f. Van Gereformeerde Kerk As sen: „Samenroeping Generale Synode". g. Van Deputaten tot oefening van het verband tussen de Geref. Kerken in Nederland en de Theo logische Faculteit der Vrije Uni versiteit. h. J. A. van 't Leven te Bruinisse over: „Drukken Acta". 7. Rapporten a. Van Deputaten ad Art. 11 D.K.O b. Van Deputaten ad Art. 13 D.K.O c. Van Deputaten ad Art. 19 D.K.O d. Van Deputaten ad Art. 49 D.KO e. Van Deputaten Kas Onderlinge Steun aan Diaconieën. f. Van de Quaestor. g. Van de Curator Theol. Hoge school. h. Van de Zendingsdeputaten. i. Van de Deputaten v. d. Evange lisatie. j. Exploitatie Zeeuwse Kerkbode. k. Van de Archivaris. 1. Nazien boeken. m. Geestelijke verzorging Militairen n. Deputaten „Werk onder schip pers". 8. Benoemingen a. Art. 11 K.O.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1957 | | pagina 2