Wat de Kerkdienst geeft. yjxelaria KENT U UW VADER Weekblad van de Gereformeerde Kerken in Zeeland MEDITATIE ZEEUWSE KERKBODE TWAALFDE JAARGANG no. 33 Berichten en opgaven Predikbeur ten tot Dinsdagsmorgens te zenden aan de drukkers Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg. Hoofdredacteur: Dr C. Stam, Westwal 2, Goes, Telefoon 2563. Redacteuren: Ds D. J. Couvée, Ds A. Koning, Ds Y. J. Tiemersma, Drs A. Verschoor. Drukkers: Littooij Olthoff, Spanjaardstraat 47, Middelburg, Telefoon 2438, Giro 42280 VRIJDAG 15 FEBRUARI 1957 Abonnementsprijs: ƒ3,per half jaar (bij vooruitbetaling). Afzonderlijke nummers 12 cent. Advertentiën 10 cent per mm. Philippus zeide tot Hem: Here toon ons de Vader en het is ons genoeg. Joh. IJ: 8. Zijn wij klaar wanneer wij veel uit de bijbel weten? Die mensen zijn er toch nog wel, die over allerlei onderwerpen uit de bijbel, met je kunnen praten. En wanneer je met zulke mensen praat, krijg je de indruk, dat ze zeer dicht bij God leven, ze weten zoveel van Hem Maar als je dan vraagt, of ze God persoonlijk kennen, komt er geen rechtstreeks antwoord. Ze. vinden alles wat er in de bijbel staat over God, wel erg mooiMaar om nu na te zeggen, dat deze God ook onze God is, dat kan toch niet?! Dat moet je maar afwachten. Deze mensen luisteren naar Gods Woord. Ze zijn er veel mee bezig. Ze spreken er graag over. Ze horen er graag over spreken. Maar hun hart doet hen niet vol brandend verlangen uitroepen Toon ons de Vader en het is genoeg. Dan is de reactie van Philippus toch geheel anders. Wanneer de Here Jezus aan zijn discipelen vertelt van het huis van Zijn Vader, begint er een verlangen te gloeien in het hart van Philippus. En heel kinderlijk reageert Hij spontaan op de woorden van Jezus: Toon ons de Vader. Hij begrijpt niet precies wat de Here Jezus bedoelt. Maar één verlangen dringt zich onweerstaanbaar bij Hem op. Wat moet het heerlijk zijn om die Vader te zien. En zijn stem trilt van verlangen. Het verlangen van een kind dat zijn vader roept. Een kind dat er niet tevreden mee is, dat hem vertelt wordt: hoe vader er uit ziet, waar hij is en wat hij doet ITet kind wil zijn vader zien! Dan zal het zich pas echt aan vader hechten. Is er bij U nu dat kinderlijke verlangen om Uw Vader te zien? Uw hemelse Vader, waar U zoveel van weet. Gaat telkens wanneer er over Hem gesproken wordt uw hart open Zie dan op Jezus. In Hem ziet U de Vader. Uw Vader, die U zó lief heeft, dat Hij Zijn eigen Zoon liet sterven aan het kruis, om U tot Zijn kinderen aan te nemen. Dat is uw VaderZiet U Hem nu Neen, zo met uw blote oog moet U Hem niet zien. Het heerlijk licht van Zijn gestalte zou U verblinden. Maar U leert Hem zien, als uw Vader, Die oneindig veel liefde voor U heeft. Hij is een echte levende Vader, die heel veel om ons geeft. Aan zo'n Vader hebben we toch genoeg! En van Hem willen we altijd' meer weten K. S. Dit onderwerp blijft aan de orde. Dat is ook wel goed. Want er is op dit punt nog altijd veel misverstand. Zo gauw de Kerkdienst ter sprake komt, stappen wij over op „de- dominee en zijn preek". Dan wordt het vuur met een geopend. Als het waar is, dat men graag afgeeft op wie men liefheeft, dan mogen de dominees zich verheugen in een bijzondere mate wan liefde. Want, de do minee is nogal eens „in de caricatuur". Sommige worden er ietwat treurig on der. Dat zijn ze, die teer van gemoed zijn. zonder een evenredige ontwikkeling van het verstand. Anderen lachen eventjes mee, en lopen weer door. Deze lieden zijn thuis.in de „wijsheidslitteratuur. Of er dan geen saaie dominees zijn? Ik denk: té veel. Er wordt de laatste ja ren veel aandacht besteed aan de nood zaak van een psychologische test voor de genen, die dominee proberen te worden. Op één punt zou dit beslist moeten door gaan heeft de man zin voor humor Mocht dit laatste in alle standen afwezig- zijn. laat hij dan liever ten halve ke ren. Als er niet voldoende levensvocht aanwezig is, dan wordt het op een zeker momenthuilen. Overigenssaaie dominees worden geflankeerd door vele „naasten" uit het college der „saaien". Zodat ik maar zeggen wil, dat zij deze ondeugd niet alléén dragen. Ze vallen er slechts meer mee opMaarhangt nu de zegen, in zekere zin het „slagen" van de dienst af van de gesteldheid van de predikant? Dit moet worden ontkend. Wie veel „jeugd" spreekt, is een be voorrecht man. Hij hoort in een uur uit de mond der jongeren véél meer, dan een hele avond op huisbezoek bij ouderen. En, hij leert veel. De beste lessen ontvangt een zielszorger van de jeugd. U vindt dit mogelijk een aanvechtbare stelling? Uit de ervaring zou ik U hiervoor de beste bewijzen kunnen leveren. Uit „gesprekken met jongeren" over de eredienst, is mij duidelijk geworden, dat men inderdaad de betekenis van de dienst laat afhangen van de man achter het bord je of in de houten broek. En, omdat dit er volkomen „naast" is, wil ik daarover eens wat schrijven. Dat zou dan toch wel een arme zen ding van God zijn tot de gemeente, als door de boodschapper het doel moest wor den gemist. Dan taxeert U het uur van de kerkdienst véél te laag. Dat is het uur van de ontmoeting tussen de levende God en Zijn gemeente In dat besef moet U er naar toe gaan. Dat betekent óókalthans zó vroeg uit bed, dat je behoorlijk in de kerk kunt ko men, en niet de eerste 10 minuten „op je verhaal" moet komen. Want, dan is het votum en de groet al aan ons voorbijge gaan, zonder ons iets te doen. De Kerkdienst is geen gewone verga dering met spreker en debat, forum en gesprekskringen. Het is het belangrijke uur van de aanwezigheid van de levende God midden in de gemeente Wie zich daar neerzet, die zegge vrij moedig tot buurman of buurvrouw, die juist over het stijgen van de prijzen wil beginnenstil, de Here is aan deze plaats God komt daar de legerscharen van Christus monsteren. Hij komt kijken, of U daar bent, of U mee-belijdt, mee-bidt. Hij komt zien, of U daar de handen uit strekt naar de offerande der verzoening, om tot rust te komen bij de verkondiging Christus is voor mij gestorven. In dit opzicht is een aparte genade-ver kondiging na de belijdenis van zonden, een rijk element in de eredienst. U moet zich daar mieven. Geen afleiding. Flier 's kijken, daar 's een praatje met de omstanders. Nee, het besef moet er zijn, dat U bent onder de openbaring van het heil des Heren. Israël kende in de eredienst de beleving van het heilsdrama, bij de voorstelling van het offer; en de dienst liet het volk gaan onder de zegen des Heren. Geen enkele dominee van de bovenste plank had hen in vervoering gebracht door zijn preken. Het ging om de beleving van het heil De eredienst in de Synagoge verliep naar vaste orde. Lezing uit de Wet, de profeten en de geschriften, met daaraan verbonden een korte toespraak. Daarbij gezang en gebed. Voor een héél jaar werd dit van te voren vastgesteld. Stel U voor, dat dit heden ten dage eens voor de kerk diensten zo was. Rome heeft er nog heel veel van. De reformatoren waren ook niet zo „flitsend en filmisch", als men vandaag de dag komt op te merken. Maar, al die vaststaande punten in de eredienst heb ben voor ons een diepe zin. God legt Zijn zegen op Zijn volk. God verkondigt genade aan Zijn volk, dat na het horen van de Wet zich voor Hem in schuldbesef vernedert. U moet dat méé doorlevende woorden der Wet horen, het lied mee aanheffen, meedoen in alles! Dan staat de dienaar daar met recht als dienstknecht, hij dient tussen God en het volk. Niet als een oud-testamentisch pries ter, maar als verkondiger van de meer dere rijkdom van het Nieuw-Testamen- tische leven. De verhoogde Christus geeft vanuit de hemel aan zijn gemeente lei ding, in het uur van de samenkomst. Zou dan God, Die vroeger zóveel deed door Mozes, die zwaar van tong was, door Paulus, die blijkbaar ook niet zo vlot" was met zijn woorden, heden ten dage minder doen door de dominee, die ook wat met dat gebrek van Mozes te kampen heeft? Het eigensoortige van de samenkomst der gemeente moet meer verstaan worden. Dan vervallen veel redenaties. Dat daarbij het levende Woord in het middelpunt be hoort, lijkt mij een gegeven, dat vast staat. Stel, dat iedere eredienst zou uitlopen op een gebruiken van het sacrament, dan is dat de bezegeling op het komen Gods in de gemeente, waar het Woord van spreekt. Dr Luiks, blijkens zijn dissertatie, vond in Afrika de lessenaar centraal gesteld, en de avondmaalstafel in een ondergeschikte positie ten opzichte van de plaats der ver kondiging. Ook bij het sacrament gaat het om het geestelijk verstaan. In dat opzicht moet de gemeente nog voortdurend wor den opgevoed. Onze harten opwaarts in de hemel ver heffen, waar Christus is, onze Voor spraak, dat is de opwekking in het avond- maalsformulier. Flet geldt voor héél de eredienst, vanaf de groet tot de slotzegen. Als dit samenkomen van God en de ge meente wordt verstaan, dan komt ge er, met uw Kind! Want, dan herhaalt zich: Jezus zegent de kinderen Aan ons'de taak, om ze dat bij te bren gen. En.ja. voor de preek moet de dominee worstelen. Hoe gaat het U bij Uw werk? Soms erg Uw best gedaan, maar U klaagthet wil nietZou dat een dominee óók kunnen overkomen Maar, daarmee staat of valt eindelijk de zegen niet van de ontmoeting! Over de preek verder niet. Mogelijk later eens. Er zijn al veel wijze woorden over ten beste gegeven. Ook onwijze. En het aantal van deze laatste woorden moe ten wij oppassen, niet te vermenigvuldi gen. Tenslotte. zit U er erg mee in Uw maag, denk dan aan dat Zeeuwse vrouwtje, dat tot haar herder zeidomi nee, dominee, hoe weinig jij er ook van maaktkwamen wij het maar na Posthuum een lintje voor deze psycho loge C. St. Hij is geloofd in de wereld! Hoger en hoger steeg Paulus' jubel om het mysterie der christelijke Godsvrucht Die Zich heeft onthuld in het vlees, is gelegitimeerd door de Geest, is verschenen aan de engelen, is verkondigd onder de heidenen, èn met 'n octaaf nóg weer omhoog: Hij is ge lóófd in de wereld! Deze Jezus, die vóór twintig eeuwen als „onecht" kind van 'n sjofele timmermans vrouw nauwelijks 'n plaats in 'n stal werd gegund bij zijn geboorte, is gelóófd. in de wéreld! Deze man, zonder „opleiding", zonder „wetenschap", die zelf geen letter schrift nagelaten heeft, is gelóófd.in de wé reld Deze rabbi, die slechts twaalf leerlingen had, van wie één Hem in het uur van gevaar verried voor wat zilver, is geloofd in de wéreld, in hutten en paleizen, in zijn 'eigen onderworpen land en in het overwinnende Rome, in de eerste en in de twintigste eeuw, door analfabeten en wijsgeren, élite naar de geest en door ge boefte, door 'n kankerlijdster als Cathleen Ferrier en door 'n lid van het nóg onder drukte slavenvolk als de negerzangeres Anderson. Hoevele duizenden hebben in Hém ge loofd en zijn in Hém vredig ontslapen. Hoevelen zijn de kerker in, de brand stapel opgegaan en hebben in Hem ge loofd bij het aanschroeven der folterwerk- tuigen, bij het knetteren der vlammen, bij het zinken van het schip, bij al het nade ren van de dood. En toch verstaan wij zo wel, hóé overweldigend groot het mysterie is, dat de apostel bezingt voor het oor van de jonge Timotheüs? Want deze Jezus is geloofd in de wéreld! In de wéreld! Dat is dié wereld, welke haar Schepper verwierp de eeuwen doordie eenmaal van Hem afgevallen, te trots was om voor Hem te buigen, maar ook te diep bedor ven om oog te hebben voor God, onthuld, zich vernederend in het vlees. De wereld, dat is kortweg de saambal ling van de haters van God. En door dié haters is Jézus. gelóófd Door diezelfde haters, welke graag de dwaaste dingen geloven, indien zij slechts schoon klinken. Die meelopen met elke verleider, die hun 'n gouden toekomst be looft. Die haters, welke er niets van wil len weten, dat zij zondaars, van kwaden wille, gevloekten zijn. Die ootmoed ken nen noch begeren. Die zichzélf willen blij ven. Dié onreine wereld, welke helemaal niet bij de reine Jezus past, hééft noch tans in Hem gelóófd Machtig mysterie! Maar, hóren wij zelfs nu wel goed wat Paulus hier feitelijk wil met zijn stout beweren PI ij IS geloofd in de wereld Drong het reeds tot u door, dat hier aan iets. wordt gevraagd? Stel u eens voor, dat uw enige zoon jaar na jaar vaart op 'n tankboot. Ge weet niet eens altijd waar. Ge zijt daaraan al lengs zo gewend, dat je er rustig bij slaapt. En nu zet ge ter verstrooiing even uw radio aan en vangt op'n tankboot bij storm vergaan op de Indische oceaan naam van het schip nog onbekend. Duizenden anderen horen het ook, maar ontroeren niet. Kunnen het niet. Er gebeurt iedere dag zoveel. Waarommorst uw keurige vrouw haar koffie over haar rok en springt gij, anders zo doodbedaard, uit uw stoel Omdat het u raakt. - Omdat dat zakelijk, onbewogen tussen 'n grap en wat jazz doorgegeven radio bericht voor eensklaps uitslaat tot de vlammende vraag: of uw enige zoon op die tankboot was; of hij werd gered? Zo wordt hier schijnbaar koel meege deeld, dat 'n zekere Jezus in de wereld geloof heeft gevonden. Ontroert ook dit u? Méér zelfs, dan ouders ontroeren over het mogelijk verdrinken van hun zoon

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsche kerkbode, weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken/ Zeeuwsch kerkblad | 1957 | | pagina 1